De Sloveense schrijver, regisseur en journalist arko Petan werd geboren op 27 maart 1929 in Ljubljana. Zie ook mijn blog van 27 maart 2007.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Drückende Last
Komm in meine Träume, Maria.
Stoß das Fenster vorsichtig auf, damit Du mich nicht weckst.
Zieh die Decke langsam weg, damit ich nicht aufwache.
Mit geschlossenen Augen hofft es sich schöner.
Komm in meine Träume, Maria.
Berühre mich mit Deinen nackten Füßen, mit den taufeuchten, den im Mondschein
gewaschenen.
Wickle mich in Dein Seidenhaar, gekämmt vom Wind.
Komm in meine Träume, Maria.
Gemeinsam werden wir versinken in bodenlosen Abgründen.
Gemeinsam werden wir segeln auf den Wellen uferloser Meere.
Auf den endlosen Straßen sei meine liebenswürdige Last, Maria
arko Petan (Ljubljana, 27 maart 1929)
De Japanse schrijver Shusaku Endo werd geboren in Tokio op 27 maart 1923. Zie ook mijn blog van 27 maart 2007.
Uit: Deep River
When the carriage lurched forward, Numada turned round and watched as Blackie chased after them. His eyes grew moist though he struggled not to cry, and he turned his face away so that his mother wouldnt notice. Even after they turned a corner, Blackie continued in pursuit. He seemed to almost know trhat this was the last time he would see Numada. Eventually Blackie tired and came to a stop, growing smaller in the distance while he watched with resignation in his eyes as Numada left him. Numada as an adult had still not forgotten those eyes of Blackies. It was thanks to Li and to his dog that he had first come to know the meaning of separation.
Shusaku Endo (27 maart 1923 29 september 1996)
De Nederlandse schrijver Bob den Uyl werd geboren in Rotterdam op 27 maart 1930. Den Uyl kwam uit een gereformeerd gezin waarvan de moeder uit Duitsland kwam. Zijn vader was politieagent. Na de mulo-b te hebben doorlopen, deed hij MO-A Frans en Engels. Hij had diverse kantoorbanen alvorens hij zich in 1968 geheel op het schrijven toelegde. Van 1948 tot 1957 trad hij ook als jazztrompettist met verscheidene jazzorkesten op. Eind jaren 50 riep hij psychiatrische hulp in om van het stotteren af te komen. Het bood hem weliswaar enig soelaas maar hij kreeg er bepaalde fobieën (straatvrees en eetangst) voor terug. Nadat hij in 1963 al had gedebuteerd met Vogels kijken, verwierf hij pas grotere bekendheid met Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam uit 1975. Vanwege veelvuldig gebruik van alcohol en kalmeringsmiddelen verslechterde eind jaren tachtig zijn gezondheid. Begin 1992 overleed Bob den Uyl op 61-jarige leeftijd aan longemfyseem.
Uit: Het land is niet ondankbaar
Die avond was er in Winsum een literair forum waarbij ik met een aantal schrijvers op een toneel achter een lange tafel zat en af en toe iets zei om mijn aanwezigheid te rechtvaardigen. Na afloop zaten we nog wat bijeen in café De Gouden Karper en bespraken zin en onzin van literaire forums. Toen we daarmee gereed waren vroeg iemand of ik nog steeds in Rotterdam woonde. Ik antwoordde bevestigend, wetend wat er komen zou. Maar dat kwam niet! Weer die dromerige blikken in de verte. 'Rotterdam, daar wordt pas echt goed gebouwd,' zei er een, met overtuiging in zijn stem. 'Ja,' zei een ander, 'daar zit wat in de lucht, iets... eh, ongrijpbaars, iets tintelends.' Hierbij greep hij met beide handen iets onzichtbaars uit de lucht. 'In Rotterdam gebeurt het,' zei een schrijfster met een stem die geen tegenspraak duldde. 'Een unieke stad, haast onnederlands,' zei ten slotte een schrijver die naar ik wist Rotterdam altijd had gehaat. Ik zat sprakeloos en keek rond of ik iemand heimelijk zag glimlachen. Maar nee, ernst en overtuiging spraken uit aller blik. 'Maar het waait er altijd zo,' zei ik toen zwakjes. 'Het waait altijd in heel Nederland,' snauwde de schrijfster weer, en een ander vroeg dreigend: 'Heb jij soms wat tegen Rotterdam?' waarna het gezelschap me koel aankeek. Toen wist ik het zeker. Het imago van Rotterdam was op een raadselachtige manier omgedraaid als een blad aan een boom. Rotterdam is in.
Bob den Uyl (27 maart 1930 - 14 februari 1992)
De Duitse schrijver en vertaler Harry Rowohlt werd geboren op 27 maart 1945 in Hamburg. Hij is een zoon van de uitgever Ernst Rowohlt. Met de uitgeverij wilde hij echter nooit veel te maken hebben. Hij heeft met talrijke succesvolle vertalingen, o.a. van Flann O'Brien, op zijn naam staan. Ook vertaalde hij twee delen van von A. A. Milnes "Winnie the Pooh" . Zijn column Pooh's Corner" in dagblad Die Zeit geniet een cultstatus. Lezingen die hij gegeven heeft werden legendarisch. Van tijd tot tijd treedt hij als acteur op en speelt hij een dakloze in de Duitse serie Die Lindenstraße.
Uit: In Schlucken-zwei-Spechte (Zijn leven verteld aan Ralf Sotscheck)
Bei dem Nachnamen sowieso nicht. Das ist doch deine Lieblingsfrage: »Haben Sie etwas mit dem Rowohlt-Verlag zu tun?« Jeder, der sie stellt, muß fünf Mark an eine Wohltätigkeitsorganisation spenden, oder?
Jawohl. Es ist eine Last, wenn man Rowohlt heißt. Im Hamburger Telefonbuch stehen, außer dem Rowohlt Verlag, meiner Mutter und mir, noch zwei weitere Rowohlts, und irgendwann abends habe ich die beiden angerufen, ganz leicht angeheitert und entsprechend erhöht risikobereit. Ich telefoniere eigentlich nur, wenn ich ganz leicht angeheitert bin. Wenn ich nicht betrunken bin, habe ich keine Lust zu telefonieren, weil ich dann übersetze. Aber manchmal will man sich halt ein bißchen mitteilen. Ich habe schon erwogen, einen Alkoholmelder am Telefon anbringen zu lassen, aber dann würde ich ja gar nicht mehr telefonieren. Ich habe also die beiden übrigen Rowohlts im Hamburger Telefonbuch angerufen, um sie zu fragen, ob es ihnen auch so auf den Wecker geht, daß sie immer gefragt werden, ob sie etwas mit dem Rowohlt-Verlag zu tun haben? Der eine ist Weinhändler und sagte: »Nö, ich habe mich daran gewöhnt, ich weiß ja, wer ich bin.« Und der andere hieß Jörg Rowohlt, war damals Leiter der Hamburger Schwuleninitiative e.V. und klang wie jemand, der bösartig Fritz J. Raddatz nachmacht: »Was wollen Sie überhaupt von mir?«
Harry Rowohlt (Hamburg, 27 maart 1945)
De Franse dichter en schrijver Alfred de Vigny werd geboren op 27 maart 1797 te Loches (departement Indre-et-Loire). Zie ook mijn blog van 27 maart 2007 en ook mijn blog van 27 maart 2008.
Uit: Daphné
La foule
Cétait un soir de fête. Le peuple de Paris marchait avec tristesse sur les places publiques et le long des rues. Les familles se tenant par la main allaient en avant, sans savoir où elles allaient, et passaient, sans sarrêter, en regardant devant elles. Les hommes étaient ennuyés, les femmes fatiguées, les enfants tout en pleurs. Des lampions sinistres séteignaient sous une large pluie et répandaient une fumée noire au lieu dune flamme livide. Les murs étaient teints de lueurs pareilles à celles dun incendie qui sapaise. La voûte du ciel était violette et comme irritée.
La foule glissait sur un pavé tout humide. Les têtes noires se touchaient et navançaient quavec un mouvement insensible. Le murmure des voix était sourd et inarticulé comme un long gémissement. Chacun paraissait chercher et demander quel désir lavait amené, et vers quel plaisir. Aucun nétait satisfait, aucun nentrevoyait même ce qui lui pourrait plaire. Tous sen allaient loeil vague et la bouche béante ; tous incapables de sarrêter dans leur route perpétuelle qui ne menait à rien.
Alfred de Vigny (27 maart 1797 17 september 1863)
Standbeeld door Alexandre Descatoire in Cambrai
De Australische dichter Kenneth Slessor werd geboren op 27 maart 1901 in Orange, New South Wales. Het grootste deel van zijn loopbaan werkte hij als journalist voor de Sydney Sun. Tijdens WO II was hij oorlogscorrespondent. Slessor introduceerde het modernisme in de Australische poëzie. De meeste gedichten publiceerde hij al voor de oorlog.
Mangroves
These black bush-waters, heavy with crusted boughs
Like plumes above dead captains, wake the mind....
Uncounted kissing, unremembered vows,
Nights long forgotten, moons too dark to find,
Or stars too cold...all quick things that have fled
Whilst these old bubbles uprise in older stone,
Return like pale dead faces of children dead,
Staring unfelt through doors for ever unknown.
O silent ones that drink these timeless pools,
Eternal brothers, bending so deeply over,
Your branches tremble above my tears again...
And even my songs are stolen from some old lover
Who cried beneath your leaves like other fools,
While still they whisper "in vain...in vain...in vain..."
Kenneth Slessor (27 maart 1901 30 juli 1971)
|