De Nederlandse dichter en schrijver Kees 't Hart is op 12 juli 1944 in Den Haag geboren. Zie ook alle tags voor Kees ’t Hart op dit blog.
Uit: Voor de afgrond
Poetry in motion... always by my side Johnny Tillotson
"Het in veel opzichten duizelingwekkende, voor beginnende en lerende dichters en dichteressen verplichte en verplichtende boek The White Goddess van Robert Graves begint als volgt: ‘Since the age of fifteen poetry has been my ruling passion and I have never intentionally undertaken any task or formed any relationship that seemed inconsistent with poetic principles; which has sometimes won me the reputation of an eccentric.’ Ik doe er al jaren over, misschien wel mijn hele leven, om te proberen te begrijpen, te grijpen, bij mezelf vast te grijpen, wat dit voor mezelf, in mezelf zou kunnen betekenen. Want het is ook, en misschien zelfs vooral, een aanstellerige zin, een geposeerde zin waar je je voor schaamt als je hem zelf zou uitspreken, maar die tegelijkertijd alleen daarom, juist omdat het een pose is, begrepen kan worden en die Graves overigens in de rest van zijn ongeveer vijfhonderd pagina's tellende boek volstrekt ongegeneerd uitwerkt. Poëzie als levensbeginsel. Het verlangen poëzie te schrijven of te leren schrijven, kan niet zonder de vraag naar de wenselijkheid daarvan. Waarom zou poëzie belangrijk kunnen zijn? Wat heeft poëzie te betekenen, voor mijzelf, als schrijver, als verlangend schrijver, maar ook voor de lezer in mijzelf, de lezer die ikzelf ook ben en voor de lezer die ik niet ben, maar die ik me voorstel? Wat hebben dichters te betekenen? Behalve hun vanzelfsprekende aanwezigheid op straat die voor iedereen geldt, tijdens vakanties, als willekeurige man of vrouw, als gevoelige en zintuigelijke man of vrouw, die ook mijn gevoeligheid en zintuigelijkheid is, mijn aanwezigheid, mijn presentie, behalve dat is er ook hun minder vanzelfsprekende aanwezigheid op de televisie, als vehikel in allerlei programma's, bij cursussen, bij voorleessessies, met een aanwezigheid daar die blijkbaar volmaakt vanzelfsprekend is, volkomen op zijn plaats, omdat ze niet meer toegelicht hoeft te worden, ze is er, niets meer of minder, deze aanwezigheid hoeft zich niet meer te verontschuldigen, ze hoort er bij, dichters verschijnen zoals komieken verschijnen, muzikanten, milieudeskundigen, politici.”
Kees 't Hart (Den Haag, 12 juli 1944)
De Chileense dichter Pablo Neruda (eig. Ricardo Eliecer Neftalí Reyes Basoalto) werd geboren in Parral op 12 juli 1904. Zie ook alle tags voor Pablo Neruda op dit blog.
XLIV
Weet dat ik jou bemin en niet bemin gezien de twee manieren van het leven, het woord is als een vleugel van de stilte, het vuur is voor de helft van kou vervuld.
'k Bemin jou om 't begin van het beminnen om het oneindige te herbeginnen en nooit met jou beminnen op te houden: en dus bemin ik jou nog altijd niet.
'k Bemin je en bemin je niet alsof ik in mijn handen sleutels van geluk en van onzeker geluk zou houden.
Twee levens heeft mijn liefde je te geven. 'k bemin je dus als ik je niet bemin en als ik je bemin, bemin ik je.
Sonnet XLII
Stralende dagen, deinend op de zee, als in een gele steen geconcentreerd wiens honingluister wanorde niet afbrak: diens zuivere rechtlijnigheid intact liet.
Wel knispert deze tijd als vuur of bijen, groen is de taak van opgaan in het blad tot het gebladerte ter hoogte komt van een wereld, schitterend, die dooft en ruist.
Dorst van het vuur, brandende zomermassa die met wat blad een Hof van Eden vormt, want 't zwart gelaat der aarde wenst geen leed
maar kou of vuur, water of brood voor allen, niets mag de mensen onderling verdelen dan zon of nacht, dan maan of korenaar.
Vertaald door Catharina Blaauwendraad
Uit: 20 Liebesgedichte und ein Lied der Verzweiflung
IV Sturmgeladen ist der Morgen im Herzen des Sommers.
Wie weiße Abschiedstüchlein wallen die Wolken, es schwenkt sie der Wind mit reisefiebrigen Händen.
Zahlloses Herz des Windes, das pocht über unserem verliebten Schweigen.
Es braust zwischen den Bäumen, göttlich, wie ein Orchester, wie eine Sprache voller Kriege und Gesänge.
Wind, der in raschem Raub das raschelnde Laub entführt und die zuckenden Vogelpfeile aus ihrer Bahn wirft.
Wind, der es niederwirft als Welle ohne Gischt, als Wucht des Schwerelosen, geducktes Flammenlodern.
Es birst und versinkt als Masse von Küssen, zerschmettert an der Pforte des Sommerwindes
Vertaald door Fritz Vogelgsang
Pablo Neruda (12 juli 1904 – 23 september 1973)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Carla Bogaards werd geboren in Voorburg op 12 juli 1947. Zie ook alle tags voor Carla Boogaards op dit blog.
Tijhaven
De tijd is veranderd. De tijd kreunt als een kind in zijn slaap, hoest droog en kortademig. God verhoort geen gebeden meer, ik bid, maar God luistert niet meer. De tijd is een gebed zonder eind, met rondhuppelende ivoren olifantjes door mijn kamer, trompetterend van vreugde. De tijd liet ze los.
Melktandjes van mijn kind slingeren door de ruimte. Het kind groeit, zijn benen en armen zijn langgerekter, de tijd hecht zich aan zijn nagels. Zij voeten stampen over de vloeren van het huis, zoals olifantjes dreunend hun poten laten neerkomen. Kom, kom, roep ik blozend maar omdat de tijd veranderd is keert het kind zich om en vangt de wind van de haven met zijn oorschelpen.
De Clown
Hoe de argeloze zon is gaan schijnen weet niemand, het is een raadsel, de wolken weken nauwelijks uiteen.
In V-vorm vliegen twintig ganzen zuidwaarts ze vliegen over het westelijke havenbekken en over de welvende blauwe circustent aan de rand van de stad.
Tartaarse ruiters dragen beige, suède mutsen met bont omkranst, ze laten paardjes dansen in de piste ze klimmen op elkaars schouders, vormen een toren.
Die zo hoog reikt dat ze bijna het raadsel ontsluieren van de zon, maar de muziek verstomt, de opperspreekmeester kondigt een kleine clown aan.
Carla Bogaards (Voorburg, 12 juli 1947)
De Duitse dichter en schrijver Stefan George werd geboren op 12 juli 1868 in Büdesheim. Zie ook mijn blog van 12 juli 2010.en eveneens alle tags voor Stefan George op dit blog.
Rückkehr
Ich fahre heim auf reichem kahne · Das ziel erwacht Im abendrot · Vom maste weht die weisse fahne Wir übereilen manches boot.
Die alten ufer und gebäude Die alten glocken neu mir sind · Mit der verheissung neuer freude Bereden mich die winde lind.
Da taucht aus grünen wogenkämmen Ein wort · ein rosenes gesicht: Du wohntest lang bei fremden stämmen Doch unsre liebe starb dir nicht.
Du fuhrest aus im morgengrauen Und als ob einen tag nur fern Begrüssen dich die wellenfrauen Die ufer und der erste Stern.
Auf das Leben und den Tod Maximins: Das vierte
Klingen schon hörtest du obere chöre · Batest um ruhe vor unsrem geschwärm Dass es · Verwandelter · dich nicht empöre – Und uns verweisend entflohst du dem lärm.
Du schon geweiht für die ruhe des siebten Warst unsrem tag ein entfernter genoss .. Nur dieses zeichen verblieb den geliebten Dass unsrer erde nicht ganz dich verdross:
Als schon dein fuss nach den sternen sich sezte Hat noch ein unterer strahl dich durchbohrt · Während dein himmlisches auge sich nezte Klang deine stimme von trauer umflort:
»Frühling · wie niemals verlockst du mich heuer! Dürft ich noch einmal die knospenden mai'n Einmal noch sehen mit euch die mir teuer Lieblichste blumen am irdischen rain!«
Der Freund der Fluren
Kurz vor dem frührot sieht man in den fähren Ihn schreiten · in der hand die blanke hippe Und wägend greifen in die vollen ähren Die gelben körner prüfend mit der lippe.
Dann sieht man zwischen reben ihn mit basten Die losen binden an die starken schäfte Die harten grünen herlinge betasten Und brechen einer ranke überkräfte.
Er schüttelt dann ob er dem wetter trutze Den jungen baum und misst der wolken schieben Er gibt dem liebling einen pfahl zum schutze Und lächelt ihm dem erste früchte trieben.
Er schöpft und giesst mit einem kürbisnapfe Er beugt sich oft die quecken auszuharken Und üppig blühen unter seinem stapfe Und reifend schwellen um ihn die gemarken.
Stefan George (12 juli 1868 – 4 december 1933) Portret door Sabine Lepsius, 1898
De Nederlandse dichter Driek van Wissen werd geboren in Groningen op12 juli 1943. Zie ook alle tags voor Driek van Wissen op dit blog.
Moment sentimental
Het speenvarken, dat aan het spit langzaam driehonderd zestig graden wordt rondgedraaid en bruin gebraden, tot het voldoende is verhit en voor wie rond het houtvuur zit versneden wordt tot karbonaden, zal wel niet hebben kunnen raden, dat hem een eind wachtte als dit:
want als je wordt gezoogd als kind, nog onder moeders vleesgewelven, verwacht je niet, de onschuld zelve, dat je weldra wordt vastgepind en aan den lijve ondervindt, dat elk het onderspit moet delven.
Het arme beest
In Serajevo stierf de laatste beer. Zijn dierentuin was al een tijd gesloten, Omdat zelfs daar voortdurend werd geschoten En daarom kreeg hij ook geen eten meer.
Immers de Joegoslaven van weleer, Door wie in strijd met oude landgenoten Het eigen bloed geestdriftig wordt vergoten, Schoten ook alle dierverzorgers neer.
Het is helaas een trieste anekdote Die ik vandaag voor u op rijm citeer, Maar zo'n bericht bewijst ok deze keer Dat mensen zich gedragen als malloten:
Het grootste beest ter wereld heeft twee poten En in zijn klauwen draagt het een geweer.
Driek van Wissen (12 juli 1943 – 21 mei 2010)
De Poolse schrijver, schilder en graficus Bruno Schulz werd geboren op12 juli 1892 in Drohobycz, in Galicië. Zie ook alle tags voor Bruno Schulz op dit blog.
Uit: Nimrod (Vertaald door Gerard Rasch)
“De wereld begint zijn vallen voor hem uit te zetten: de onbekende en betoverende smaak van de verschillende soorten voedsel, de vierhoek van de morgenzon waarop het zo goed liggen is, de bewegingen van de eigen leden, de poten, de staart die ondeugend tot spelen met zichzelf uitdaagt, de liefkozingen van de mensenhand waaronder langzaam maar zeker een zekere guitigheid rijpt, de uitgelatenheid die het lichaam bijna uit elkaar doet springen en een behoefte aan geheel nieuwe, wilde en gewaagde bewegingen – dit alles probeert hem om te kopen, te overreden, en spoor hem aan het experiment ‘leven’ te aanvaarden, zich ermee te verzoenen. En nog iets. Nimrod begint te begrijpen, dat hetgeen hem hier voorgeschoteld wordt, ondanks de schijn van nieuwigheid, in wezen iets is dat er al was – ’t was er al vele malen – ontelbaar vele malen. Zijn lichaam herkent situaties, indrukken en voorwerpen. En eigenlijk verwondert dat alles hem niet al te zeer. Elke keer dat hij voor een nieuwe situatie staat, neemt hij een duik in het geheugen, het diepe geheugen van het lichaam, en zoekt hij er koortsachtig en blindelings – en het komt voor, dat hij in zich al een pasklare, geschikte reactie vindt: de wijsheid der geslachten, die in zijn plasma en zenuwen bezonken is.”
Bruno Schulz (12 juli 1892 - 19 november 1942) Zelfportret met ezel, 1919
De Amerikaanse dichter, schrijver en filosoof Henry David Thoreau werd geboren in Concord, Massachusetts op 12 juli 1817. Zie ook alle tags voor Henry David Thoreau op dit blog en ook mijn blog van 12 juli 2009 en ook mijn blog van 12 juli 2010
Friendship
I think awhile of Love, and while I think, Love is to me a world, Sole meat and sweetest drink, And close connecting link Tween heaven and earth.
I only know it is, not how or why, My greatest happiness; However hard I try, Not if I were to die, Can I explain.
I fain would ask my friend how it can be, But when the time arrives, Then Love is more lovely Than anything to me, And so I'm dumb.
For if the truth were known, Love cannot speak, But only thinks and does; Though surely out 'twill leak Without the help of Greek, Or any tongue.
A man may love the truth and practise it, Beauty he may admire, And goodness not omit, As much as may befit To reverence.
But only when these three together meet, As they always incline, And make one soul the seat, And favorite retreat, Of loveliness;
When under kindred shape, like loves and hates And a kindred nature, Proclaim us to be mates, Exposed to equal fates Eternally;
And each may other help, and service do, Drawing Love's bands more tight, Service he ne'er shall rue While one and one make two, And two are one;
In such case only doth man fully prove Fully as man can do, What power there is in Love His inmost soul to move Resistlessly.
______
Two sturdy oaks I mean, which side by side, Withstand the winter's storm, And spite of wind and tide, Grow up the meadow's pride, For both are strong
Above they barely touch, but undermined Down to their deepest source, Admiring you shall find Their roots are intertwined Insep'rably.
Henry David Thoreau (12 juli 1817 - 6 mei 1862) Een buste van Thoreau uit de Hall of Fame for Great Americans van het Bronx Community College
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juli ook mijn vorige blog van vandaag.
|