De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.
Iedereen
weet dat lelijke mensen ook gevoelens hebben zoals er ook in de allerknapste vrouwen mensen zitten zeg ik op een verjaardag om te kijken of ik iemand uit de rimboe zijner gedachten los kan lokken om een robbertje uitmiddelpuntig te speculeren over dit type wetmatigheden in ons persistent onbenullige universum.
Ik lieg niet als ik zeg dat er een zestal seconden voorbijgaat voordat er iemand reageert: ze ademt in 7,8 en of ik even warme melk kan gaan kloppen.
Naast mijn voltijds baan als burgerman heb ik tegenwoordig een leven als mens probeer ik dan op joviale toon tegen een kalend voorhoofd dat ik vagelijk herken van de haastige minuten tijdens het zonen halen en brengen. Hij zegt
ik ken u niet maar u mij denk ik wel want ik werk bij de televisie. Ik zeg ik zou nooit rijk en beroemd willen zijn maar wel alleen maar rijk. Weet je dat er op de zeebodem een kabel ligt die de continenten met elkaar verbindt? Dan doorkruist een snater ons gesprek: Arend? Arend Kaaks? Van het journaal? Wat ontzettend -
Vlug waad ik door het gekrioel van kleuters naar de tafel met taarten en kom langszij bij een weelderig opgedofte moeder die vraagt hoe ik het bolwerk als kunstenaar terwijl de geefwet in belastingtechnisch opzicht nog niet behoorlijk is afgedicht. Nog geen acht minuten later stokt mijn pleidooi voor schooluniformen als een luizenmoeder zegt sinds ik de gymspullen op de hand was blijven alle kleuren goed.
Ik haal adem en zeg trek vooral geen broeken uit van rugbehaarde heren die grager in verstandshuwelijken blijven zitten. Schilder uw slaapkamer in geborgen kleurstelling, keer het hoofdeinde richting raam en zet de voordeur open, dan komt het goed. Normaliter drukken wij hier onze Havana's uit in de aardbeien met slagroom, rijen tegen de serveersters op en kotsen brullend van ambivalentie in de champagnekoelers om onze lediggang te vieren. Buiten staat de stoet limousines te wachten op de komst van de allesverpletterende gram des Heren maar tot die tijd draaien de chauffeurs hun schoenpunten kaal in het grind van onze oprit. En
kun je tegen die bloemkool in mijn kop zeggen dat wij allebei zo snel mogelijk afgehaald moeten worden?
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)
De Nederlandse dichteres Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.
Juno
‘De maan! De maan staat aan de nacht’, zegt zij, weer- barstig, tilt met twee open handjes het licht naar de duisterende gewelven. Het zicht is karig, maar de maan hangt als een juweel
aan het blauwende speldenkussen. Zoveel geluk in de vorm van een sikkel die dicht op de rand van het donker zit, zich opricht om toe te slaan en te oogsten. Als de neer-
gaande beweging die over mij waakt, schrijft wie ik zijn moet, heeft lichaam mij verzoend met de eindigheid van taal, met het laatste
woord dat mijn vorm is. ‘Kom!’ zeg ik. Nu haasten, naar huis, een ster verschiet, hollend en joelend, ‘Oma! Oma!’, waarbij ze mij steeds voor blijft.
Huwelijk en wat daarna kwam
toen je lay lady lay zei, ik niet langer daar lag of mocht liggen, allang een ander daar lag, toen het kind huilde en vroeg om liefde, en aandacht, toen het koud was, hoe
de deur dicht sloeg, door de wind, moe, zo moe was de onmacht, ik hield het tegen, stom geworden van ontroostbaarheid, verander niets, houd vast, nooit meer werd deze buik zwanger
opengesneden en het bloedt. eindelijk kent deze hand wat er mist, neemt het hart zichzelf mee, op reis, er is geluk, leest
aren, en letters, en muziek. geneest niets meer dat niet al levend was, is, start opnieuw, met hetzelfde, de tekst een lyric
Wolfskuil
In de avond daal ik af naar de donkere kuil, en sta. Ze naderen in groepen van acht, van vier, bekleed met de grijze vellen, de halve kop over het hoofd. Wie draagt het offer? Brixa. Norbert het mes, ik de bekers. Vóór het bloedt, wordt er gebeden tot de koude godin naast de steen, die wacht, eist in het maanlicht van november, tijd van begin. Een enkele schreeuw wordt weggemoffeld. Het vriest als wij het dennenbos de rug toekeren. Bespat. Bevestigd.
Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)
De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.
FRIST POEM
A rainbow comes pouring into my window, I am electrified. Songs burst from my breast, all my crying stops, mistory fills the air. I look for my shues under my bed. A fat colored woman becomes my mother. I have no false teeth yet. Suddenly ten children sit on my lap. I grow a beard in one day. I drink a hole bottle of wine with my eyes shut. I draw on paper and I feel I am two again. I want everybody to talk to me. I empty the garbage on the tabol. I invite thousands of bottles into my room, June bugs I call them. I use the typewritter as my pillow. A spoon becomes a fork before my eyes. Bums give all their money to me. All I need is a mirror for the rest of my life. My frist five years I lived in chicken coups with not enough bacon. My mother showed her witch face in the night and told stories of blue beards. My dreams lifted me right out of my bed. I dreamt I jumped into the nozzle of a gun to fight it out with a bullet. I met Kafka and he jumped over a building to get away from me. My body turned into sugar, poured into tea I found the meaning of life All I needed was ink to be a black boy. I walk on the street looking for eyes that will caress my face. I sang in the elevators believing I was going to heaven. I got off at the 86th floor, walked down the corridor looking for fresh butts. My comes turns into a silver dollar on the bed. I look out the window and see nobody, I go down to the street, look up at my window and see nobody. So I talk to the fire hydrant, asking "Do you have bigger tears then I do?" Nobody around, I piss anywhere. My Gabriel horns, my Gabriel horns: unfold the cheerfulies, my gay jubilation.
Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010) Gefotografeerd door Allen Ginsberg, San Francisco, 1955
De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.
Der Jüngling (Fragment) Anweisung zum Lieben
Du sitzt in dem Café. Du bist ein Name. Da steigt aus der Musik erregtem Spiel Das kalte Antlitz einer blassen Dame Irr vor dir auf, wie ein begehrtes Ziel. Du wirst sie nicht erreichen und nicht küssen. Was ist ein Kuß vor deinem Liebessinn! Doch später wirst du dich erinnern müssen, Dann tritt die blasse Dame vor dich hin. Du mußt sie milde mit dir selbst versöhnen, Mußt dich berühren wie ein Geigenstrich: So strömt in schönen, unerhörten Tönen Glück, das du nicht besitzest, über dich.
Die Frauen, die man liebt, gehören Vielen - Und weil sie wechselnd ihre Güter reichen, So reizt es, ihre Freuden zu vergleichen; Sie aber trinken. Und wir wollen spielen. Laß nie dich einer einzigen vermählen! Sie haben einen Raum für tausend Seelen, Der immer ihr Verlangen weckt und stillt, Und jagen wie ein herrenloses Wild An uns vorbei, da wir die Spur verfehlen. Ich will von ihnen Vieles, Vieles lernen! Und jede soll mir sein, was sie mir gibt, So steig ich, ohne das Gefühl von Sternen, In ihren Schoß: wissend und verliebt.
Ich will vor ihren Augen alles können Und alles finden, wie ein Kind, das liest. Ich will die stärksten Zauberdinge nennen, Bis sich ihr Berg mir öffnet und verschließt. Ich will die fernste Welt herübergießen, Bis dem Bewußtsein alles sich entrückt: O laß den Strom der Freude überfließen, Denn ich bin wach! Ich bin von dir entzückt! Ich weiß, ich kann dich ewig wiederholen; Ein Hauch von meiner Hand ist deine Bahn - Du liebst mich, und ich kann auf leisen Sohlen Von dir entfliegen wie ein Aeroplan.
Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940) Cover
De Engelse schrijver en dichter Richard Aldington werd geboren op 8 juli 1892 in Portsmouth. Zie ook alle tags voor Richard Aldington op dit blog.
Au Vieux Jardin
I have sat here happy in the gardens, Watching the still pool and the reeds And the dark clouds Which the wind of the upper air Tore like the green leafy boughs Of the divers-hued trees of late summer; But though I greatly delight In these and the water-lilies, That which sets me nighest to weeping Is the rose and white color of the smooth flag-stones, And the pale yellow grasses Among them.
Glaucopis
O maidens, whom I loved And now love not at all, Nor even the memory of your shadowy faces, Who loved me also, Striving with delicate and sensuous days To thrall my soul, Behold! From the hush and the dusk Come, like the whisper of dawn, Her frail, her magical feet. From the desert she blossoms, A flower of the winds, Tremulous, shaken by love.
Ah Gods! And I may not hearken Nor stoop to the flower.
Richard Aldington (8 juli 1892 – 27 juli 1962) Cover
De Frans- en Nederlandstalige Belgische schrijver Jean Ray (bekendste pseudoniem van Raymond de Kremer) werd geboren op 8 juli 1887 in Gent. Zie ook alle tags voor Jean Ray op dit blog.
Uit: Malpertuis
« Des mèches soufrées, de l’huile siccative, de l’huile de schiste, du mastic gris et blanc, de l’ocre, du vernis blanc et brun, du blanc de zinc et de plomb, gras comme crèmes, du talc et des acides mordants. Je me nomme Lampernisse et je jouissais des couleurs. Maintenant, on m’a mis dans le noir. Autrefois j’ai vendu du noir animal et du noir de charbon, mais je n’ai jamais servi le noir de la nuit à personne. Je suis Lampernisse. Je suis si bon et l’on m’a mis au fond de la nuit, avec quelqu’un qui éteint toujours les lampes ! À présent, le monstre pleure et rit à la fois. Il tend ses pattes d’aragne vers les flammes des bougies qui lui brûlent les ongles. Il n’en a cure et continue à donner cours à sa pauvre joie. » (…)
« Une gifle claque. — C’est l’oncle Charles ! Le vieillard est d’excellente humeur et, n’était son teint plombé et le soufflet pénible de sa poitrine, je ne le croirais jamais à l’article de la mort. — Elle au moins est digne de son coquin de grand-père ! déclare-t-il avec une satisfaction évidente. Le silence retombe dans la chambre. Le soufflet de forge anime un brasier invisible. Les mains griffent les couvertures avec un bruit de lime."
Jean Ray (8 juli 1887 – 17 september 1964) Cover
De Franse dichter en schrijver Jean de La Fontaine werd op 8 juli 1621 geboren in Château-Thierry in Champagne. Zie ook alle tags voor Jean de La Fontaine op dit blog.
De duif en de mier
Het tweede voorbeeld is ontleend aan kleiner dieren. Een tortelduif was drinkende uit een klare beek, waarin een mier viel, die te ver voorover keek. En in dien oceaan lag 't arme beest te mieren, maar tevergeefs, om zich te redden op den kant. Onverwijld liet de duif het medelijden spreken, door aan de mier in nood een grashalm toe te steken, waarop deze als op een soort reddingkaap belandt. Ze was er. Maar onder de hand kwam daar een kerel, die blootvoets ging langs de paden, toevallig met een kruisboog in de hand voorbij. Den Venusvogel ziende, acht hij dien als weikomen buit al in zijn pan gebraden. Reeds legt hij aan, maar wordt, terwijl hij rustig mikt, door de mier in den hiel geprikt, en maakt daardoor een weinig leven. De duif, verschrikt, weet hem het nakijken te geven.
En daarmede is 't ook met zijn avondmaaltijd uit: geen lekker duifje voor een duit.
Vertaald door Jan Prins
Jean de La Fontaine (8 juli 1621 – 13 april 1695) Illustratie door Gustave Doré
Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2014 en ook mijn blog van 8 juli 2011 deel 2.
|