De Nederlandse dichter en schrijver Willem Kloos werd geboren in Amsterdam op 6 mei 1859. Zie ook mijn blog van 6 mei 2008 en ook mijn blog van 6 mei 2007 en ook mijn blog van 7 mei 2006.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Verzen
II. (Aan mijne moeder)
Zooals daar ginds, aan stille blauwe lucht,
Zilveren-zacht, de half-ontloken maan
Bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht,
Wier bleeke bladen aan de kim vergaan,
Zóó zag ik eens, in wonder-zoet genucht,
Uw half-verhulde beelt'nis voor mij staan, -
Dán, met een zachten glimlach en een zucht,
Voor mijn verwonderde oogen ondergaan.
Ik heb u lief, als droomen in den nacht,
Die, na een eind'loos heil van éénen stond,
Bij de eerste schemering voor immer vloôn:
Als morgen-rood en bleeke sterren-pracht,
Iets liefs, dat men verloor en niet meer vond,
Als alles, wat héél ver is en héél schoon.
XX.
Laat mij nog éénmaal, in gedachten, kussen
Die warme lippen, door mijn kus ontbloeid;
Laat mij nog éénmaal aan dien boezem sussen
Mijn arme hoofd, waarin de koorts-pijn gloeit.
Laat mij nog eens, klein kindje, rusten tusschen
Die armen, waar mijn hart aan was geboeid,
In dien zoo lieven tijd, toen, zonder blusschen,
't Vereend gelaat door passie werd verschroeid.
Mijn lippen kussen wild, mijn oog staat droef -
Niet waar? gij lief! nu er geen lief meer wezen,
Geen arm zich om mijn hals bewegen zal:
Maar ik heb haast: mijn trekken worden stroef,
Als in de koû des doods, mijn armen vreezen
In beven, hangende op hun laatsten val.
Toen ik rozen kreeg
Rozen, ik vind u droef,
Rozen, mijn tranen breken
Uit ogen, die anders stroef
En onverbreeklijk keken.
Rozen, uw wit en rood,
Fel in de lucht opbloeiend,
Schijnt mij géén morgenrood
Van nieuwe liefde, ontgloeiend.
Maar toch, ik vraag: Bloei door,
Bloei door in mijn nabijheid:
't Is of 'k u fluistren hoor
Het gouden woord van Vrijheid.
Vrijheid van iedereen,
Van mensen en van dingen,
Om, voor Mij-zelf alleen,
Mijn heerlijk Vers te zingen...
Ach, 't allerlaatste is dit
Van àl die mooie liefde:
Hij, die iets liefs bezit,
Is blijer dan wie liefde.
Willem Kloos (6 mei 1859 31 maart 1938)
Portret door Joseph Jessurun de Mesquita
De Argentijnse toneelschrijver, essayist, dichter, novellist, cartoonist Ariel Dorfman werd op 6 mei 1942 in Buenos Aires geboren. Zie ook mijn blog van 6 mei 2007 en ook mijn blog van 6 mei 2008.
Uit: The Nanny and the Iceberg
Surprise, Janice. It's me. Gabriel. Gabriel McKenzie. I'm backthough not really, not for long. I know, I knowI promised that I would write fromwell, I didn't tell you what country I was going to, did I? Just those goodbye words, a year and a half ago, on July 8, 1991, promising to pop an E-mail message on your screen the next day, promising to come back and ball you, complete what we hadn't quite managed to do when we were fifteen. As if anybody keeps a promise in this world.
Sorry that I disappeared. Sorry to burden you with this bundle of pages in the real mailthe longest suicide note in history, I guess. Send it to the Guinness Book of Records. Send it to a dwarf I know there. Tell him he can celebrate. Tell him I killed myself in Sevilla one minute before October 12 dawned. Tell him I killed some other people, too. Yes: I've got three days left. That's how long it should take to write this and print it and send it. If I decide to send it instead of pressing the DELETE button, that is, and don't remain the only reader of my story. I could send it and still be the only reader. You could decide not to read till the end, not to reach the climax, so to speak. But I've tried to make sure you will. This is a promise I can deliver on: besides my own death at the end, there'll be violence and murder. More murder than I bargained for when I set out on this voyage back home. And sex."
Ariel Dorfman (Buenos Aires, 6 mei 1942)
De Oostenrijkse dichter, schrijver, essayist en vertaler Erich Fried werd geboren op 6 mei 1921 in Wenen. Zie ook mijn blog van 6 mei 2007 en ook mijn blog van 6 mei 2008.
Aber
Zuerst habe ich mich verliebt
in den Glanz deiner Augen
in dein Lachen
in deine Lebensfreude
Jetzt liebe ich auch dein Weinen
und deine Lebensangst
und die Hilflosigkeit
in deinen Augen
Aber gegen die Angst
will ich dir helfen
denn meine Lebensfreude
ist noch immer der Glanz deiner Augen
Abschied von Wien
Ich seh vor mir noch immer
Die nackten, leeren Zimmer.
Hier war ich sonst zu Haus.
Jetzt war es aus.
Ich seh verkratzte Stellen
Am Boden bei den Schwellen,
Wo man die Moebel schob,
Eh' man sie hob.
Als man sie fortgetragen
In diesen letzten Tagen.
Wo sonst der Spiegel stand
War an der Wand
Ein heller Fleck zu sehen.
Das Bild wird nie vergehen,
Hart, wie es vor mir lag
Am letzten Tag.
Dich
Dich nicht näher denken
und dich nicht weiter denken
dich denken wo du bist
weil du dort wirklich bist.
Dich nicht älter denken
und dich nicht jünger denken
nicht größer nicht kleiner
nicht hitziger und nicht kälter.
Dich denken und mich nach dir sehnen
dich sehen wollen
und dich liebhaben
so wie du wirklich bist,
Erich Fried (6 mei 1921 22 november 1988)
De Japanse schrijver Yasushi Inoue werd geboren op 6 mei 1907 in Asahikawa. Zie ook mijn blog van 6 mei 2007.
Uit: Shirobamba (Vertaald door Rose-Marie Makino-Fayolle en Anne Rabinovitch)
Quand ils en eurent assez de jouer ainsi, ils allèrent donner l'assaut du gouffre de Kinchaku, où se trouvaient les filles. Pour y aller, ils n'avaient qu'à descendre le courant en sautant de pierre en pierre. Quand elles étaient trop espacées, ils entraient dans l'eau. Il ne leur fallut même pas cinq minutes pour arriver à destination. Les filles avaient une serviette enroulée autour de la tête, qui leur servait à peine à se distinguer des garçons.
« À l'attaque ! » cria Yukio, debout sur un rocher, et les garçons se mirent à lancer une pluie de cailloux en direction du gouffre. Les filles n'eurent pas l'air particulièrement effrayées. Dès qu'elles aperçurent leurs assaillants, elles surent aussitôt ce qu'il leur restait à faire, mais conscientes du fait qu'elles n'étaient que des filles sans défense, elles semblaient presque y prendre un certain plaisir.
Kôsaku aimait les voir, toutes nues, leurs affaires à la main, remonter le petit sentier escarpé qui menait à la route. De grand lis blancs fleurissaient au bord du chemin envahi par des nuages de libellules.
Ses amis et lui avaient l'habitude de jouer près du gouffre jusqu'à la tombée de la nuit. Quand le soleil était vraiment couché et qu'ils ne pouvaient plus faire sécher leur carapace, ils savaient que le moment était venu de rentrer chez eux.
Yasushi Inoue (6 mei 1907 29 januari 1991)
De Zweedse dichter en schrijver Harry Martinson werd geboren op 6 mei 1904 in Jämshög in het zuidoosten van Zweden. Zie ook mijn blog van 6 mei 2007 en ook mijn blog van 6 mei 2008.
Have you seen a tramp collier ...
Have you seen a tramp collier come out of a hurricane
with broken booms, gunwales shot to pieces,
crumpled, gasping, come to grief
and her captain gone all hoarse?
Snorting, she puts in at the sunlit wharf,
exhausted, licking her wounds
while the steam thins in her boilers.
From Li Kan speaks beneath the tree
Waves from all upheavals turn swiftly old
and paths from all upheavals soon become highroads.
What is left is a longing for something not
the wheel of appetites or revenges.
Man is best when he wishes good he cannot do
and stops breeding evil he finds easier to do.
He will still have a direction. It will have no end in view.
It is free from unsparing endeavor.
Vertaald door Stephen Klass
Harry Martinson (6 mei 1904 11 februari 1978)
De Duitse schrijver, journalist en criticus Carl Ludwig Börne werd in Frankfurt geboren als Juda Löb Baruch op 6 mei 1786. Na zijn studie medicijnen, recht en staatswetenschap, waar hij bekend werd om zijn aforismen werd hij actuaris bij de Pruisische politie, waar hij echter, vanwege zijn joodse achtergrond, werd ontslagen. Hierop liet zij zich in 1818 in de Evangelische Kerk dopen onder de naam Ludwig Börne. Als publicist en journalist ondernam hij vele reizen en vestigde zich in 1830 in Parijs, waar hij een van de proponenten van de beweging Junges Deutschland werd, die zich voor democratie als voorwaarde voor de vrijheid inzette. In zijn Briefe aus Paris (1830-1834) leidde hij uit de Juli-opstanden de noodzaak voor een revolutie in Duitsland af. Deze geschriften werden, samen met zijn kritiek aan het adres van Metternich verboden. Ook voor Johann Wolfgang von Goethe, Wolfgang Menzel en Heinrich Heine (met wie hij eens bevriend was) had hij kritische woorden. Zijn grootste verdienste is zijn inzet voor de Duits-Franse vriendschap.
Uit: Über Deutschland, von Heinrich Heine
Der gewandtesten, schlausten, katzenartigsten Kritik würde es dennoch nie gelingen, Herrn Heine zu ertappen, der noch mehr Maus als die Kritik Katze ist. Er hat sich in allen Winkeln der moralischen, geistigen, religiösen und socialen Welt Löcher aufgespart, und alle diese Löcher haben unterirdische Verbindungsgänge unter einander. Ihr sehet Herrn Heine aus einer von diesen kleinen Meinungen heraustreten, ihr verjagt ihn, er begiebt sich dahin zurück: ihr umzingelt ihn; ihr werdet selbst ertappt, siehe, da entwischt er aus einer ganz entgegengesetzten Meinung. Ergebet euch, ihr verliert eure Mühe und eure List. Ihr leset die oder die Seite von Herrn Heine, wo ihr eine falsche, abgeschmackte, lächerliche Behauptung findet; beeilet euch nicht, sie zu widerlegen, wendet das Blatt um, Herr Heine hat umgewendet und widerlegt sich selbst. Wenn ihr solche schillernde Geister nicht zu schätzen wißt, um so schlimmer für euch, ihr seid nicht auf der Höhe der rhetorischen Küche; es giebt nichts Köstlicheres, als diesen Mischmasch von Meinungen."
Carl Ludwig Börne (6 mei 1786 12 februari 1837)
Portret van Moritz Oppenheim, 1827
|