De Nederlandse dichteres, schrijfster en illustrator Rie Cramer werd geboren in Sukabumi op Java, Indonesië op 10 oktober 1887. Rie Cramer groeide op in Indonesië. Zelf gaf ze later aan dat haar moeder koel en afstandelijk was. Haar vader was er bijna nooit, hij was kapitein en daarom vaak afwezig. Ze begon kinderverhalen te schrijven en tekeningen te maken. In dit genre heeft zij veel gepubliceerd. Ze illustreerde ook sprookjes van de gebroeders Grimm, Charles Perrault (de Sprookjes van Moeder de Gans), van Hans Christian Andersen en Russische sprookjes, daarnaast heeft ze ook boeken van Nienke van Hichtum geïllustreerd. Later schreef Cramer romans, toneelstukken en hoorspelen onder de pseudoniemen Marc Holman en Annie Smit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef zij Verzen van Verzet. Rie Cramer is driemaal getrouwd geweest, maar ze vond zichzelf niet geschikt voor een gezinsleven en hechtte aan haar vrijheid. Ze trok veel naar het buitenland. Op Majorca kocht ze een huis en daar heeft ze lange tijd met vrienden gewoond.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zij zullen hem niet knechten
Zij zullen hem niet knechten,
Den Nederlandschen Leeuw,
Al schonden zij zijn vrijheid
Met bommen en geschreeuw!
Zij zullen hem niet knechten,
Al is hij overmand!
Eens zal hij weer bevechten
Den vijand van ons land!
Al pleegden laffe ploerten,
Die zich, tot schand' en smaad,
Eens Hollands burgers noemden,
Een lasterlijk verraad.
Zij zullen hem niet knechten,
Al schonden zij zijn vree!
Eens zal hij weer bevechten
Duitschland en d' N.S.B.!
Al zijn ook onze steden
Verwoest en platgebrand,
Al vielen onzen helden
De wapens uit de hand, -
Zij zullen hem niet knechten,
Noch dwingen onder 't juk!
De Leeuw zal blijven vechten,
Ons redden uit den druk!
Om Hollands land te redden,
Toen het verslagen lag,
Is vechtend hij geweken,
Maar...... onder Hollands vlag!
Zij zullen hem niet knechten!
Strijdend naast Albion,
Zal hij zoo lang nog vechten
Tot hij den oorlog won.
Rie Cramer (10 oktober 1887 - 18 juli 1977)
De Australische dichteres en schrijfster Louise Mack werd geboren op 10 oktober 1870 in Hobart, Tasmania. Haar vader was een predikant die van staat naar staat trok in verband met zijn werk. Tegen de tijd dat zij naar school moest vestigde de familie zich in Sydney. Later maakte zij reizen naar Europa en tijdens WO I berichtte zij van het front voor de "Daily Mail" en de "Evening News". Haar eerste roman werd gepubliceerd in 1896 en haar eerste dichtbundel in 1901.
Before Exile
Here is my last good-bye,
This side the sea.
Good-bye! good-bye! good-bye!
Love me, remember me.
This is my last good-bye,
This side the sea.
I bless, I pledge, I cling,
Love me, remember me.
This is my last good-bye
To each dear tree,
To every silent plain,
Love me, remember me.
This is my last good-bye,
This side the sea.
O friends! O enemies!
Love me, remember me.
You will remain, but I
Must cross the sea.
My heart is faint with love,
O Land! remember me.
You will not even ask
What claim has she.
She loved us, she has gone
Tis all, remember me.
This is what you will say,
My Land across the sea,
She was of us, has gone
And youll remember me.
Here is my last good-bye
This side the sea.
Farewell! and when you can,
Love me, remember me.
Louise Mack (10 oktober 1870 - 23 november 1935)
De Finse dichter en schrijver Aleksis Kivi werd geboren als geboren Alexis Stenvall in Palojoki op 10 oktober 1834. Kivi wordt wel de vader van de Finse literatuur genoemd. Van zijn werken zijn de roman De zeven gebroeders (Seitsemän veljestä) en het toneelstuk Nummisuutarit (De schoenmakers op de heide) het bekendst. In 1846, toen hij 11 was, verhuisde hij naar Helsinki om naar school te gaan. Hij leerde hier Zweeds wat een voorwaarde was om later verder te studeren en om priester te worden. In 1852 moest hij wegens geldgebrek de school verlaten. Met de hulp van een oudere vriend rondde hij in 1857 zijn opleiding alsnog af. In 1859 wordt Kivi toegelaten tot de Universiteit van Helsinki, waar hij literatuur studeert en interesse in theater ontwikkelt. Zijn eerste toneelstuk Kullervo is gebaseerd op tragisch verhaal uit de Kalevala. Van 1863 wijdde Kivi al zijn tijd aan schrijven. Over zijn roman De zeven gebroeders deed hij 10 jaar. In de jaren 1870 raakte Kivi verslaafd aan alcohol en leed hij aan schizofrenie. Hij werd opgenomen in een ziekenhuis (Lapinlahti) voor geesteszieken in Helsinki. Een van de zaken die bijdroegen aan zijn verval was de slechte ontvangst van zijn in 1870 verschenen roman De zeven gebroeders.
My Heart's Song
Absalon, my son, that I could have died for you, my son.
Life holds no pleasure, let me descent to hell, weeping
Grove of Tuoni, grove of evening,
There a sandy cradle is waiting,
There I will carry my child.
There the child is free from sorrow
In the wood, in the meadow
Tending the cattle of Tuoni.
There my child is free from sorrow
When the evening casts it's shadow
Rocked in the cradle of Tuoni.
There my child is free from sorrow,
Lulled to sleep by a birdsong mellow,
Rocked in a cradle of gold.
Peace of Tuoni, far from passion
Far away from man's oppression
Far from the treacherous world.
Aleksis Kivi (10 oktober 1834 - 31 december 1872)
Portret door Sigurd Wettenhovi-Aspan
De Amerikaanse schrijver, zakenman en officier Kermit Roosevelt sr. Werd geboren op 10 oktober 1889 in Sagamore Hill in Oyster Bay, New York, Hij was de tweede zoon van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt en een neef van Franklin D. Roosevelt. Roosevelt was ook medeoprichter van de United States Lines.
Uit: War In The Garden Of Eden
As we steamed out of the harbor we were joined by two diminutive Japanese destroyers which were to convoy us. The menace of the submarine being particularly felt in the Adriatic, the transports travelled only by night during the first part of the voyage. To a landsman it was incomprehensible how it was possible for us to pursue our zigzag course in the inky blackness and avoid collisions, particularly when it was borne in mind that our ship was English and our convoyers were Japanese. During the
afternoon we were drilled in the method of abandoning ship, and I was put in charge of a lifeboat and a certain section of the ropes that were to be used in our descent over the side into the water. Between twelve and one o'clock that night we were awakened by three blasts, the preconcerted danger-signal. Slipping into my life-jacket, I groped my way to my station on deck. The men were filing up in perfect order and with no show of excitement. A ship's officer passed and said he had heard that we had been torpedoed and were taking in water. For fifteen or twenty minutes we knew nothing further. A Scotch captain who had charge of the next boat to me came over and whispered: "It looks as if we'd go down. I have just seen a rat run out along the ropes into my boat!" That particular rat had not been properly brought up, for shortly afterward we were told that we were not sinking. We had been rammed amidships by one of the escorting destroyers, but the breach was above the water-line. We heard later that the destroyer, though badly smashed up, managed to make land in safety.
We laid up two days in a harbor on the Albanian coast, spending the time pleasantly enough in swimming and sailing, while we waited for a new escort. Another night's run put us in Navarino Bay. The grandfather of Lieutenant Finch Hatton, one of the officers on board, commanded the
Allied forces in the famous battle fought here in 1827, when the Turkish fleet was vanquished and the independence of Greece assured.
Kermit Roosevelt sr. (10 oktober 1889 4 juni 1943)
De Nederlandse dichter en schrijver Robidé van der Aa (eig. Christianus Petrus Eliza van der Aa) werd geboren op 10 oktober 1791 in Oosterbeek. Hij was advocaat in Leiden, van 1818-1834 procureur te Leeuwarden en daarna jurist en inspecteur bij het onderwijs te Arnhem. Zijn geschriften en daden getuigen van vaderlandsliefde (o.a. na de dood van Jan van Speijk), van belangstelling in volksgeluk, maatschappelijke welvaart en, naar zijn vermogen, in de letteren. Van der Aa werd in 1837 medewerker van De Gids. De samenwerking in de redactie (met name Potgieter) werd echter geen succes. Van der Aa werd afgescheept met onbelangrijke klusjes, terwijl Potgieter achter zijn rug Bakhuizen van den Brink binnenhaalde als redacteur. Toen uitgever Beijerinck de uitgave in 1841 overdroeg aan P.N. van Kampen, was Van der Aa binnen De Gids feitelijk overbodig geworden.
Het nieuwe boekje
Naatje had een boek gekregen,
Dat vol fraaije plaatjes was;
Schoon zij daaglijks daarin las,
Spaarde zij het toch terdegen:
Hoe naauwkeurig men 't beziet,
Vlek of scheuren vindt men niet.
Zij vertoont het haar Mamaatje,
Die, met ware moedervreugd,
Om die netheid zich verheugt.
Kussend zegt zij: Lieve Naatje!
Wie, als gij, zijn boekje spaart,
Is gewis er meerder waard.
Robidé van der Aa (7 oktober 1791 14 mei 1851)
|