De Britse lexicograaf, dichter, essayist en criticus Samuel Johnson werd geboren in Lichfield op 18 september 1709. Zie ook mijn blog van 18 september 2008 en ook mijn blog van 18 september 2009.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
One-and-Twenty
Long-expected one-and-twenty,
Ling'ring year, at length is flown:
Pride and pleasure, pomp and plenty,
Great . . . . . . ., are now your own.
Loosen'd from the minor's tether,
Free to mortgage or to sell,
Wild as wind, and light as feather,
Bid the sons of thrift farewell.
Call the Betsies, Kates, and Jennies,
All the names that banish care;
Lavish of your grandsire's guineas,
Show the spirit of an heir.
All that prey on vice and folly
Joy to see their quarry fly:
There the gamester, light and jolly,
There the lender, grave and sly.
Wealth, my lad, was made to wander,
Let it wander as it will;
Call the jockey, call the pander,
Bid them come and take their fill.
When the bonny blade carouses,
Pockets full, and spirits high
What are acres? What are houses?
Only dirt, or wet or dry.
Should the guardian friend or mother
Tell the woes of wilful waste,
Scorn their counsel, scorn their pother;
You can hang or drown at last!
Samuel Johnson (18 september 1709 13 december 1784)
Portret door Joshua Reynolds, 1769
De Vlaamse dichter, toneelschrijver en essayist Omer Karel De Laey werd geboren in Hooglede op 18 september 1876. Zie ook mijn blog van 18 september 2006 en ook mijn blog van 18 september 2008 en ook mijn blog van 18 september 2009.
Schutters
In hun gildhof zaten schutters, onder t laaiend zonnevier, rond n tafel, en zij dronken grote kroezen schuimend bier.
Hunne koning, die in t grasperk lijk n reuze voor hen stond, uit z'n leedren koker snakte n pijl, met roode vleren rond.
En de boge, die gesloten in z'n taaie vuisten zat, trok hij, dat de buigers spanden lijk de hoepels van n vat.
In de zwarte schaduwstriepe, rond z'n hoed met gespen aan, neep hij dichte n ooge toe, en mikte, en liet de snare gaan.
Al de schutters keken scherrig, hellend over hunnen stoel, en de pijl, met roode vleren, zat te daavren, in den doel.
Omer Karel De Laey (18 september 1876 - 16 december 1909)
De Nederlandse schrijver Jan Mens werd geboren in Amsterdam op 18 september 1897. Zie ook mijn blog van 18 september 2008 en ook mijn blog van 18 september 2009.
Uit: De Gouden Reael
De Gouden Reael heeft horren voor haar ramen, die pronken met een overdaad van krullige lijnen.
t Lijkt wel of een Chinees die horren gemaakt heeft, en misschien is dat wel zo. Want er komt een mengelmoes van vreemdelingen daar in die Gouden Reael, er komt wat overzees mansvolk tegen de tapkast. En naast dit kosmopolitisch varensvolk komt er nog een groep bezoekers, evenzeer gebrand
op de onversneden Hulstkamp, die tijd en eeuwigheid tezaam doet smelten. Daar zijn de bewoners
van het Bickerseiland, de stoere kerels uit de haven. De vaste ploegen van de Koninklijke Stoomvaartmaatschappij, de losse sjouwers van de Rietlanden, de mannen van de houtboten ze komen bij Griet Manshande hun borrel pakken.
Jan Mens (18 september 1897 31 oktober 1967)
Jan Mens (links) met de kroegbaas van De Gouden Reael, in 1959.
De Spaanse dichter Tomás de Iriarte (of Yriarte) y Oropesa werd geboren op 18 september 1750 in La Orotava (nu Puerto de la Cruz), Tenerife. Tomás de Iriarte kwam uit een goed opgeleide familie van schrijvers. Op de leeftijd van 13 werd hij naar zijn oom in Madrid gestuurd om een opleiding te volgen. Op 18 jarige leeftijd begon hij Franse toneelstukken voor het Koninklijk Theater tevertalen en legde daarmee de fundamenten van zijn literaire carrière. In 1770 publiceerde hij als Tirso Imaret, een anagram van zijn naam, zijn eigen comedie Hacer que hacemos titel. In de jaren 1770 werkte Iriarte als officiële vertaler van het Staatssecretariaat, vanaf 1776 als archivaris. Hij leidde als schrijver in Madrid een beschaafd leven, hield zich bezig met literaire debatten en hield contact met intellectuele kringen. In het buitenland werd hij bekend door La Música, een leerdicht. Hij verwierf bekendheid in 1782 met zijn Fábulas literaria, een verzameling van fabels in versvorm geschreven, die in tegenstelling tot de traditionele geen morele bedoelingen hadden, maar werden opgevat als verhandelingen over klassieke theorieën.
The Ass And The Flute
This little fable heard,
It good or ill may be;
But it has just occurred
Thus accidentally.
Passing my abode,
Some fields adjoining me
A big ass on his road
Came accidentally.
And laid upon the spot,
A Flute he chanced to see,
Some shepherd had forgot
There accidentally.
The animal in front
To scan it nigh came he,
And snuffing loud as wont,
Blew accidentally.
The air it chanced around
The pipe went passing free
And thus the Flute a sound
Gave accidentally.
O then, exclaimed the Ass,
I know to play it fine;
And who for bad shall class
This music asinine?
Tomás de Iriarte (18 september 1750 - 17 september 1791)
Portret door Joaquin Inza
De Portugese schrijfster en schilderes Judite Maria de Carvalho werd geboren op 18 september 1921 in Lissabonen. Ze was de vrouw van de Portugese schrijver Urbano Tavares Rodrigues. Ze woonde ook in België en Frankrijk, vooral tijdens de dictatuur van Salazar. Haar werk, (zij debuteerde in 1959 met de novelle Tous ces gens, Mariana... ,een verzameling van korte teksten), behoort tot de vreemdste, maar ook de meest interessante van de twintigste eeuw in Europa. Het wordt gekenmerkt door een vrijheid van toon, is bijzonder ironisch, en van een schijnbare lichtheid waaronder vele existentiële vragen schuil gaan.
Uit: Tous ces gens, Mariana...
« Toi aussi, tu as compris cela, dit-il tendrement. Toi aussi. Il y a des gens qui vivent soixante-dix, quatre-vingts ans et plus, sans jamais s'en apercevoir. Et toi, à quinze ans... Nous sommes tous seuls, Mariana. Seuls avec une foule de gens autour de nous. Tous ces gens, Mariana ! Et personne ne fera rien pour nous. Personne ne peut rien faire. Et si on le pouvait, personne ne voudrait. C'est sans espoir. - Mais toi, père... - Moi... les gens qui remplissent ton monde son différents de ceux du mien... Au fond, il se pourrait bien que certains soient les mêmes, mais voilà, s'il leur était donné de se rencontrer, ils ne se reconnaîtraient pas, même physiquement... Comment nous viendrions-nous en aides les uns aux autres ? Personne ne le peut, mon enfant, personne... Personne n'a pu. »
Judite Maria de Carvalho (18 september 1921 18 januari 1998)
|