De Nederlandse dichter en schrijver Gerard Reve werd op 14 december 1923 in Amsterdam geboren. Zie ook mijn blog van 14 december 2006 en mijn blog van 8 april 2007 en ook mijn blog van 14 december 2007 en ook mijn blog van 14 december 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Gerard Reve Verzameld Werk deel 6
Een mooi feest
" Ik heb Kerstmis altijd een mooi feest gevonden, maar ook een erg treurig feest. daaraan moet ik wel toevoegen, dat ik geen feest ken, dat niet een treurig feest is.
Over Kerstmis heb ik zelden of nooit iets gelezen, dat niet om de zaak waar het om gaat, dom, handig of huichelachtig heendraaide.
Ik vat de Schrift ernstig op, maar niet letterlijk, en ik acht het vasthouden aan de historiciteit van het evangelie -zoals eertijds aan die van het paradijsverhaal- een ernstige bedreiging van het voortbestaan van het christendom. Wel buig ik mij voor het Mysterie van de onmetelijke en levendmakende waarheid, die in het evangelieverhaal wordt vertolkt.
Het verhaal leert ons, dat de menswording geen geringe opdracht is; dat, wanneer de Waarheid geboren moet worden er voor haar geen plaats is, noch in een huis, noch in een zo onpersoonlijk verblijf als een logement: de bevalling moet plaatsvinden in een stal, in aanwezigheid van de twee nederigste en meest onderworpen dieren. Ik acht het van nog diepere betekenis, dat deze Geboorte bovendien onwettig is en dat God geboren moet worden uit een ongehuwde moeder.
Of de duisternis het Licht ooit zal begrijpen, daaraan moet ik diep en bitter twijfelen. Maar wel geloof ik in het Licht dat schijnt in de duisternis, in alle eeuwigheid."
Uit: Brief door tranen uitgewist
Waar was de Meedogenloze Jongen op dit ogenblik? Ik bleef staan. Opeens zag ik hem liggen, en dat was het wonderlijke: in een kleine kaki tent, in de tuin van zijn paleis. Ik zag verder niemand. Eén van de helften van de voorhang van het tentje was opgeslagen, en daardoor kwam het, dat ik hem duidelijk kon zien liggen, in zijn deken gerold, op het grondzeiltje, en zonder matras. Er was een teer, roerloos licht van een stormlampje, dat heel laag brandde. Eén van zijn armen was bloot, en zijn hoofd was iets opzij gezakt, half weggegleden van de opgerolde trui die hem tot kussen diende. Zijn wimpers waren neergeslagen en hij sliep, zijn mond iets geopend. Wat kon het betekenen dat hij, de Meedogenloze Jongen, nu zelf even weerloos was als iedere jongen, die hij onderwierp en bezat? Zijn tent was onder de mensen. Het liet zich niet bevatten, want het was het Misterie aller misteriën, woordloos, maar toch zou ik het aan alle koningen, tongen en natiën moeten verkondigen, zo lang als ik nog adem had en leefde.
Gerard Reve (14 december 1923 8 april 2006)
De Nederlandse dichter, schrijver en televisiemaker Boudewijn Maria Ignatius Büch werd geboren op 14 december 1943 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 14 december 2006 en ook mijn blog van 14 december 2007 en ook mijn blog van 14 december 2008.
Uit: De geopiaceerde wereld van Willem Bilderdijk
Goethe (1749-1832, dus bijna een volmaakt synchrone tijdgenoot van Bilderdijk) - óók een gebruiker van opiaten en andere drogerende middelen - verschilt hevig van Bilderdijk, wiens buurman hij bijna was tijdens zijn ballingschap te Duitsland. Was Goethe vaak werkelijk doodziek, Bilderdijk's ziek-zijn was pathografisch voor een groot gedeelte niet verder aantoonbaar dan de klacht zelf. Het ziek-zijn en het lijden van Bilderdijk was (én is) literair zeer reëel. Het ziek-zijn is Bilderdijk's poëzie.
Bilderdijk's religieus fanatisme - dat zekere Tweede Kamerleden ter rechterzijde bijkans tot vrijdenkers maakt - kan, zo laat het zich aanzien, voor een groot gedeelte verklaard worden uit de bovenzinnelijke roezen die de dichter onder invloed van het opium uitzat. Schreef hij niet ooit in zijn gedicht Uitspanning: God schonk me een beter opiaat? God als drug! Karl Marx zou plezier aan deze sententie hebben beleefd. Was hij immers niet de schrijver van de dooddoener: Godsdienst is opium van het volk?
Opiumgebruik leidt niet zelden tot een mystieke godsbeleving - zoals in het geval-Novalis - en tot spijsverteringskwalen ('t gruwzaamst windbeklemmen, bijvoorbeeld, bij Bilderdijk in diens Ziekte), tot hypochondrie, tot hypomanie en tot veelschrijverij. Zo ook bij Bilderdijk. De dichter heeft ons een gigantisch oeuvre nagelaten. Het is dromerig van aard. Vaak ook drijverig en vooral teveel. Druggebruik levert grofgenomen twee soorten (typologieën) van gebruikers op. De gebruiker die lethargisch wordt en niets-doende terneerzit. En de gebruiker - die wij in de moderne literatuur ook nog wel eens tegenkomen - die tot veelschrijverij vervalt en aan wie elke zelfkritiek ontnomen lijkt.
Een gebruiker klaagt. Lamenteert de huidige gebruiker hoofdzakelijk over het gebrek aan heroïne - en in de meer bijzondere zin over het gemis van geld daar het opiaat, heroïne, vanwege zijn illegaliteit zeer kostbaar is - Bilderdijk klaagde over alles behalve het verkrijgbaarheidsaspect. De dichter leefde dan ook in die benijdenswaardige eeuw waarin het opiaat vrij en gemakkelijk te verkrijgen was.
Eens schreeuwde zijn zoontje Ursinus te hard. Het kind wilde niet slapen. Het kan aannemelijk worden gemaakt dat Bilderdijk-zelf de dienstmeid opdracht gaf de kleine jongen opium te geven. Het kind stierf aan een overdosis, en de poëtische vader zong: Ja, 'k offerde U dit kind, blijmoedig zonder weenen. De door de opium omgekomen jongen werd geofferd aan dat andere opiaat, zich noemende God. Dat Bilderdijk's (poëtische) theorie, uiteengezet in de titel van het rouwgedicht voor de nauwelijks éénjarige Ursinus, die luidt: Nagedachtenis van mijn zoontjen Ursinus, door een heimelijk ingegeven slaapmiddel omgebracht uiterst onwaarschijnlijk is, zou ik met het volgende willen aantonen. Bilderdijk veinsde nooit ergens schuldig aan te zijn; terwijl hij (aantoonbaar) aan bijna alle treurigheid in zijn leven - door welke doem dan ook - juist zélf schuldig was. De druggebruiker ziet overal heimelijkheden en complotten in, terwijl hij er meestal zelf, als geen ander, oorzaak en aanleiding toe is. Dat Bilderdijk alle mogelijke moeite deed om zijn nakomelingschap niet tot zijn overlast te doen zijn, kan omstandig in zijn werken en uit zijn leven worden aangetoond.
Boudewijn Büch (14 december 1943 23 november 2002)
De Franse schrijver Hervé Guibert werd geboren op 13 december 1955 in Saint-Cloud. Zie ook mijn blog van 14 december 2008.
Uit: Verrückt nach Vincent (Fou de Vincent, vertaald door J. Schlegel)
Der erste Satz, den ich über ihn geschrieben habe, am Ende des Abends, an dem ich ihn kennenlernte: «Unter den Kindern will ich zu demjenigen gehen, dessen Reiz der verborgenste ist, und ich will ihm die Leberflecken im Antlitz abküssen, alle Muttermale seiner Hüften und seines Nackens.» Die letzte Nacht versuchte er eine geschlagene Stunde lang, in mich reinzukommen, auf dem Bauch, seitlich, mit Creme, ich rücklings unter ihm, mit einer anderen Creme, mit dem Öl, das ich für ihn aus der Küche holen mußte, im Stehen nicht, er ist zu klein. Ich wollte einen Präser, er war rosa und besaß ein Reservoir; als ich ihn aus seiner Verpackung schob, um ihn ihm überzustreifen, fragte ich: «Hat es einen Sinn?» Er sagte: «Man erschrickt ja geradezu, wie du dich da auskennst!» Er wollte den Präser abziehen, sagte: «Du hast echt Schiß, Aids zu kriegen, was?» Ich entschuldigte mich pausenlos, gab vor, daß mein Hintern zu eng sei, zu trocken. Ihm stand er nicht richtig. Einmal er lag über mir und hatte meine Beine gepackt, um sie mit seinen Schultern hochzuhalten flüsterte er: «Drück dich hoch!» Jetzt nur keinen Krampf bekommen, ich war ein Schlangenmensch geworden. Er stöhnte, er war drin, er suchte meinen Mund, seine Zunge stieß hinein, ich hatte den Eindruck, die Frau zu sein, mit der er schlief. Er küßte mich ein zweites Mal, hatte einen ganz trockenen Mund, sein Speichel tränkte mich, dieses kostbare Gut, das er auf der Straße ausspuckt.
Seltsam, an einem Buch weiterzuschreiben, das man schon vor einem halben Jahr seinem Verleger ausgehändigt hat, dessen Vertrag unterzeichnet ist: es auf fliegende Blätter zu schreiben, nicht abzutippen, und diese fröhlichen oder traurigen Seiten nach und nach dem Verleger zu überbringen oder zu schicken, eine Art, die Distanz zwischen sich und dem Buch zu verringern, noch näher an ihm zu sein, noch tiefer in seinem Innern, so, als ob man unmittelbar hineinschriebe in das Buch.
Als er erfuhr, daß ich den Brief dann doch geöffnet hatte, den Pierre ihm an meine Adresse geschrieben hatte, kein Vorwurf, sondern nur: «Jetzt weiß ich, daß du nicht ganz richtig bist.»
Hervé Guibert (14 december 1955 27 december 1991)
De Franse dichter en schrijver Paul Eluard werd geboren op 14 december 1895 in Saint Denis. Zie ook mijn blog van 14 december 2006 en ook mijn blog van 14 december 2008.
Dit de la force de l'amour
Entre tous mes tourments entre la mort et moi
Entre mon désespoir et la raison de vivre
Il y a l'injustice et ce malheur des hommes
Que je ne peux admettre il y a ma colère
Il y a les maquis couleur de sang d'Espagne
Il y a les maquis couleur du ciel de Grèce
Le pain le sang le ciel et le droit à l'espoir
Pour tous les innocents qui haïssent le mal
La lumière toujours est tout près de s'éteindre
La vie toujours s'apprête à devenir fumier
Mais le printemps renaît qui n'en a pas fini
Un bourgeon sort du noir et la chaleur s'installe
Et la chaleur aura raison des égoïstes
Leurs sens atrophiés n'y résisteront pas
J'entends le feu parler en riant de tiédeur
J'entends un homme dire qu'il n'a pas souffert
Toi qui fus de ma chair la conscience sensible
Toi que j'aime à jamais toi qui m'as inventé
Tu ne supportais pas l'oppression ni l'injure
Tu chantais en rêvant le bonheur sur la terre
Tu rêvais d'être libre et je te continue.
Certitude
Si je te parle c'est pour mieux t'entendre
Si je t'entends je suis sûr de te comprendre
Si tu souris c'est pour mieux m'envahir
Si tu souris je vois le monde entier
Si je t'étreins c'est pour me continuer
Si nous vivons tout sera à plaisir
Si je te quitte nous nous souviendrons
En te quittant nous nous retrouverons.
Paul Eluard (14 december 1895 - 18 november 1952)
|