De Duitse schrijfster Angelika Schrobsdorff werd geboren op 24 december 1927 in Freiburg im Breisgau. Zie ook mijn blog van 24 december 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Jericho
Lange bevor ich Jericho mit eigenen Augen sehen durfte, hörte ich meine deutsch-jüdischen Freunde, Zionisten, die in den dreißiger Jahren nach Palästina ausgewandert waren, davon erzählen. Zu jener Zeit war Palästina noch britisches Mandat und die Hügel Jerusalems ein karges, steiniges, unfruchtbares Gebiet, wo die Heiligtümer dreier Religionen so zahlreich waren wie das Wasser knapp und wo der Haß zwischen Juden und Arabern in dem Maße blühte, in dem das Land verdorrte.
Nur in der Oase Jericho, die Juden, Araber und Engländer gleichermaßen anzog, muß es harmonisch
zugegangen sein. Dort herrschte weder Winter noch Unfrieden, und die Fruchtbarkeit der Natur schien die Feinde auf andere und zweifellos bessere Gedanken gebracht zu haben als auf die, die sich ihnen beim Anblick der Steine und der herben Unnahbarkeit Judäas aufdrängten. Ich, die ich zum erstenmal 1961 nach Jerusalem und damit in eine geteilte, ärmliche, wenngleich faszinierende Stadt gekommen war, hätte viel darum gegeben, einmal nach Jericho fahren zu dürfen.
Aber da waren inzwischen die Jordanier. Jericho, angeblich die älteste Stadt der Welt, scheint seit jeher von Dramen und Geheimnissen umwittert, von Erdbeben, Seuchen und Kriegen erschüttert worden zu sein. Aber sie hat auch Perioden großen Wohlstands erlebt, wie etwa im 15. Jahrhundert vor der Zeitrechnung, als die Kinder Israels, auf dem Weg in das Gelobte Land, Jericho entdeckten und auf Befehl des Herrn, unter Führung Josuas und mit Hilfe des mächtigen Posaunenschalls, der die Festungsmauern einstürzen ließ, eroberten. Mit dieser ungewöhnlichen, für die einen fatalen, für die anderen glorreichen Kriegführung ging Jericho in die Geschichtsschreibung der Bibel ein und wurde weltbekannt.
Ich war noch klein und wundergläubig, als ich diese Legende zum erstenmal hörte, und von dem mirakulösen, mauernzerschmetternden Schall der Posaunen weitaus stärker beeindruckt als von der darauffolgenden flotten Eroberung der Stadt durch einen mir unbekannten Volksstamm. Daß ich diesem Volksstamm angehörte, hatte man mir damals, zu Zeiten Hitlers, wohlweislich verschwiegen, und daß Jericho, trotz eingestürzter Mauern, dreieinhalb Jahrtausende später immer noch existierte, drang erst in mein Bewußtsein, als ich die Worte hörte: »Ach, das war schön, als wir in Vollmondnächten ans Tote Meer und nach Jericho fuhren.
»Wohin bitte?«
Ja, ich hatte richtig gehört. Sie waren nach Kalia am Toten Meer gefahren, wo eine kleine Kapelle spielte und sie im Mondschein Tango, Foxtrott und English Waltz tanzten. Sie waren ins »Winter Palace Hotel« nach Jericho gefahren und hatten sich dort in der kleinen Bar, in den nach Orangenblüten und Jasmin duftenden Zimmern zu heimlichen Rendezvous getroffen.
Angelika Schrobsdorff (Freiburg im Breisgau, 24 december 1927)
De Nederlandse schrijver en journalist Karel Glastra van Loon werd geboren in Amsterdam op december 1962. Zie ook mijn blog van 24 december 2006 en ook mijn blog van 24 december 2008.
Uit: De passievrucht
Ze zitten dicht bij elkaar, alsof ze al jaren bevriend zijn, en vertellen sterke verhalen. Hij zegt: 'Ooit ben ik in Nijmegen van de brug gesprongen, de rivier in. Ik wilde weten hoe het voelde - het deed vooral pijn in m'n kruis. Het water was kouder en zwarter dan ik had gedacht, en het stroomde sneller: tegen de tijd dat ik weer bovenkwam, was ik al onder de brug door. Pas vijf kribben verder kroop ik terug aan land. De volgende dag stond in de krant dat een onbekende zelfmoord had gepleegd door van de brug te springen. Ik heb nog gebeld om te zeggen dat ik springlevend was, maar dat vonden ze geen leuke woordspeling, en bovendien geloofden ze me niet.' Zij zegt: 'Ooit ben ik bijna dood geweest. Het was de meest geruststellende ervaring uit mijn leven. Ik zag mijn leven niet in een flits aan me voorbijschieten, er was geen hemels licht en er waren geen schimmen van overledenen die me aan gene zijde opwachtten. Sindsdien ben ik niet meer bang voor de dood.'
Haar knie raakt zijn dijbeen. Ze laten het zo. Hij zegt: 'Op een keer sliepen Sebastiaan en ik in een oude kapotte Bedford, op een braakliggend stuk land in het havengebied. Midden in de nacht schrok ik wakker van geschreeuw. Ik veegde de ruit schoon en keek naar buiten, maar zag niks. Toen kwam de maan vanachter de wolken te voorschijn, en in het bleke zand zag ik een kat en een haas bewegingloos tegenover elkaar staan. Beide met de haren recht overeind, achterpoten omhoog, kop en voorpoten omlaag. De maan verdween weer achter de wolken. Opnieuw klonk er een schreeuw, als van een kind in nood. Daarna een diep, grauwend grommen. Dat was de kat. Het gillen moest dus van de haas zijn. Het werd stil. Ik wachtte tot de maan weer te voorschijn zou komen - maar die kwam niet meer. Sebastiaan had niets gemerkt; in het donker hoorde ik zijn zware dronkenmansadem. De volgende ochtend liep ik naar de plek waar ik de twee dieren had gezien. Hun pootafdrukken stonden diep en scherp in het zand. Ze hadden elkaar niet besprongen, er was niet gevochten. De anderhalve meter zand tussen de twee afdrukken was onaangeroerd.' Ze drinken rode wijn uit limonadeglazen. Hij heeft de wijn verzorgd, zij de glazen. Haar huishouden is nogal incompleet, zoals haar hele leven.
Karel Glastra van Loon (24 december 1962 1 juli 2005)
De Amerikaanse schrijver en dichter Dana Gioia werd op 24 december 1950 in Los Angeles geboren. Zie ook mijn blog van 24 december 2006 en ook mijn blog van 24 december 2007 en ook mijn blog van 24 december 2008.
Emigre in Autumn
Walking down the garden path
From the house you do not own,
Once again you think of how
Cool the autumns were at home.
Dressed as if you had just left
The courtyard of the summer palace,
Walk the boundaries of the park,
Count the steps you take each day -
Miles that span no distances,
Journeys in sunlight toward the dark.
Sit and watch the daylight play
Idly on the tops of leaves
Glistening overhead in autumn's
Absolute dominion.
Nothing lost by you excels
These empires of sunlight.
But even here the subtle breeze
Plots with underlying shadows.
One gust of wind and suddenly
The sun is falling from the trees.
Dana Gioia (Los Angeles, 24 december 1950)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Henriette Roland Holst-van der Schalk werd geboren op 24 december 1869 in Noordwijk. Zie ook mijn blog van 24 december 2006 en ook mijn blog van 24 december 2007 en ook mijn blog van 24 december 2008.
Uit: Verzen
Nu heeft de morgen voor goed afgedaan
Nu heeft de morgen voor goed afgedaan
zijn vrees-aanjagende stroeve gezicht,
en als een hooge grotzaal die met licht
blank gemaakt wordt, komt hij feestelijk aan.
En ik sta, rechtlachend zie ik hem gaan
en komen en gedenk, hoe 'k een gewicht
hem achtte en klaagde, dat ik opgericht
hem niet kòn drage' en kromp voor zijn kille aan-
raking en weende, dat ik weder sliep.
En hoe hij nu geworde' is als een vriend
die niet verschrikken kan, schoon hij ook riep
en wekte in nachtdiept', wijl hij zoo veel maal
bode van vreugd was, dat zijn stem verdient
te heeten fanfare van zegepraal.
Liefdes geur in de dingen
Zóó dierbaar zijn de dingen mij geworden,
waarin herinnering is opgehoopt:
het huisraad, het gerei, de klok die loopt
door het bestel der langgewende orde; -
zóó verteederd verwijlt blik en gedachte
bij hun gedienstige gestaltenis,
dat ik soms twijfel: werden zij tot machten
waartusschen de ziel zèlf gekluisterd is?
Maar neen, ik weet: alléén omdat zij vingen
den langen straal van liefdes licht aanschijn,
is 't, dat gedachte en blik de stomme dingen
liefkoze', of zij levende wezens zijn.
Tot geen afgod werd mij hun lijflijkheid,
maar zij zoog in zóó zoete liefdesgeuren
dat uit hen àl het liefst en zoetst gebeuren
mijns levens opstaat, en zich om mij vleit.
Henriette Roland Holst (24 december 1869 21 november 1952)
Vlnr: Herman Gorter, zijn vrouw Wies, Richard Roland Holst, Henriette en haar moeder, 1903
|