De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.
Uit: Zeik
“Het lijkt iets simpels, dacht inspecteur Zeik, maar dankzij het houten stokje en het kopje van zwavel is het toch een voorwerp dat je niet mag onderschatten. Hij bekeek de lucifer thans van dichterbij en inderdaad, zo oordeelde hij, je moet er toch maar opkomen om dit uit te vinden. Hij vroeg aan z’n collega, inspecteur El Bazaz: ‘Mohamed, weet jij wie de lucifer heeft uitgevonden?’ Inspecteur El Bazaz dacht diep na, en hij zei: ‘Dat moest welhaast een man geweest zijn die z’n aansteker kwijt was en toch de behoefte had om z’n sigaret aan te steken.’ Dat vond inspecteur Zeik zo boeiend aan inspecteur El Bazaz: dat die kerel zoveel wist. Hij had niet alleen veel kennis over de uitvinding van de lucifer, maar net zo goed over pakweg de ingrediënten van appelsap, over het teveel aan bomen in sommige grote bossen, en over het hoe en waarom van het vrouwelijk orgasme, wat vrij uitzonderlijk was, want in 1961, het jaar waarin dit boek zich afspeelt, was het vrouwelijk orgasme een onbeduidend en niet al te lekker ruikend fenomeen waar je maar beter met een boog omheen kon lopen. Zelfs de meeste vrouwen wisten geen snars af van het vrouwelijk orgasme en als je aan een vrouw in die tijd vroeg: ‘Heb jij ooit al een orgasme gehad?’ was de kans negen op tien dat ze antwoordde: ‘Dat kun je maar beter aan m’n man vragen, want die weet veel meer dan ik.’ Zo’n stom antwoord was dat niet, omdat mannen toen inderdaad veel meer wisten dan vrouwen, iets wat in onze huidige tijden gelukkig nog niet veel veranderd is. Met onze huidige tijden wordt bedoeld de periode rond het jaar 2014, overigens het jaar waarin dit boek is geschreven, en voor de zekerheid herhaal ik het nog eens: wat er in het boek staat speelt zich dus af in 1961, en daar moet de lezer van vandaag toch enigszins rekening mee proberen te houden. Inspecteur Zeik en inspecteur El Bazaz werkten in dienst van de Moordbrigade van Gent, een uitzonderlijke brigade, in die zin dat de brigade van Gent procentueel bekeken de meeste moorden van heel West-Europa oploste, en dat het de eerste brigade ter wereld was die over een allochtoonse inspecteur beschikte, en dat de baas van de brigade, commissaris Alfons Übertrut, maar één arm had. De andere had hij verloren in de oorlog, toen hij tijdens de Slag om de Ardennen, midden in een ijskoude nacht verzuchtte: ‘Ik heb er een arm voor over om nu een lekkere boterham met schapenkaas te kunnen eten.’
Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)
De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Tadeusz Różewicz is op 24 april van dit jaar op 92-jarige leeftijd overleden. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Tadeusz Różewicz op dit blog.
Ik schreef
Ik schreef een ogenblik lang of een uur een avond een nacht ik werd kwaad ik beefde of zat zwijgend naast mijzelf mijn ogen vol tranen ik had al die tijd geschreven tot ik plotseling merkte geen pen in mijn hand.
Vertaald door Peter Nijmeijer en Gerard Rasch
Klaagzang
Ik richt me tot jullie priesters onderwijzers rechters kunstenaars schoenmakers doktoren referenten en tot jou mijn vader Luister naar mij
Ik ben niet jong laat je niet misleiden door de slankheid van mijn lichaam het tedere wit van mijn hals de helderheid van mijn open voorhoofd het dons boven mijn zoete lip mijn cherubijnen lach mijn soepele tred
Ik ben niet jong laat je niet ontroeren door mijn onschuld mijn zuiverheid mijn zwakte boosheid en eenvoud
ik ben twintigjaar en moordenaar werktuig blind als het zwaard in de hand van de beul
Verminkt zag ik hemel noch roos vogel nest noch boom de heilige Franciscus Achilles noch Hector Zes jaar lang dampte bloed uit mijn neusgaten Ik geloof niet in de verandering van water in wijn ik geloof niet in de verlossing van de zonden ik geloof niet in de wederopstanding van het lichaam.
Vertaald door Karol Lesman
Tadeusz Różewicz (9 oktober 1921 – 24 april 2014)
De Braziliaanse dichter en schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1893 in São Paulo in Brazilië geboren. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Mário de Andrade op dit blog.
Uit: Poemas Of The Woman Friend
I The sun was setting in my eyes And the flight of the hour surrendered me April, A familiar taste of goodbye nourished An air and, I don´t know why, I saw you.
I turned me into a flower. But it was scarcely your memory. You were away, sweet friend; and I saw only in the profile of the city The strong archangel of a pink skyscraper Beating his blue wings against the twilight.
II Maybe if we had kissed one time only… Yesterday you were so beautiful That my body drew near. I know it was a brook and two hours of thirst, I bent down, |I did not drink.
But I have remained the same until now, Watching four or five yellow butterflies, Ordinary ones, floricking in air. I hear a sound…
Vertaald door John Nist en Yolanda Leite
Mário de Andrade (9 oktober 1893 – 25 februari 1945) Mozaïek van Véra Oliveira Véra Oliveira, 2008
De Britse schrijver en filmmaker Colin Clark werd geboren op 9 oktober 1932 in Londen. Zie ook alle tags voor Colin Clark op dit blog.
Uit: My Week With Marilyn
„SUNDAY 16 SEPTEMBER ‘Well, well. Who’s been a naughty boy, then?’ I ignored the innuendo. ‘What did you two do together, exactly?’ ‘We went to Windsor Great Park and had lunch.’ I left out that we’d been swimming in the Thames and Marilyn had kissed me full on the lips. ‘Colin,’ Milton Greene said, ‘I’m not mad at you. I just want to give you a word of advice. I’ve known Marilyn a long time and I understand her. I fell in love with her just like you are. The trouble is that Marilyn has a romance with anybody who happens to take her fancy. But it’s a mistake to fall in love with her. She’ll only break your heart.’
Colin Clark (9 oktober 1932-17 december 2002) Dougray Scott en Michelle Williams als Arthur Miller en Marilyn Monroe in de film My Week With Marilyn uit 2011
De Joods-Duitse filoloog en schrijver Victor Klemperer werd geboren in Landsberg an der Warthe (tegenwoordig Gorzów Wielkopolski) op 9 oktober 1881. Zie ook alle tags voor Victor Klemperer op dit blog en ook mijn blog van 9 oktober 2010
Uit:Man möchte immer weinen und lachen in einem
„Wirklich haben die Juden es hier nicht besser als die Preußen; sie teilen mit ihnen das Schicksal, an allem schuld zu sein, sie sind, je nachdem, die Kapitalisten und die Bolschewisten. Ich glaube, wenn man einen echten Spartakus fragt, ob Noske ein Preuß oder ein Jud sei, antwortet er: "Beides." Und fragen Sie einen Münchener Kleinbürger, ob Levien Jud oder Preuß sei, so bekommen Sie die gleiche Antwort:"Beides." Und übrigens stimmt es beidemal nicht.“ (…)
“... heute bis in den späten Nachmittag hinein, wo ich diese Zeilen schreibe, tobt buchstäblich eine donnernde Schlacht. Ein ganzes Fliegergeschwader kreuzt über München, das Feuer lenkend, selber beschossen, Leuchtkugeln abwerfend; bald fer-ner, bald näher, aber immerfort krachen Minen und Granaten, daß die Häuser beben, ein Sturzregen aus Maschinengewehren folgt den Einschlägen, Infanteriefeuer knattert dazwischen. Und dabei marschieren, fahren, reiten immer neue Truppen mit Minenwerfern, Geschützen, Fourage wagen, Feldküchen durch die Ludwigstraße, bisweilen mit Musik, und am Siegestor hält eine Sanitätskolonne, und in alle Straßen verteilen sich starke Patrouillen und Abteilungen verschiedener Waffen, und an allen Ecken, wo man gedeckt ist und doch Ausblick hat, drängt sich das Publikum, häufig das Opernglas in der Hand."
Victor Klemperer (9 oktober 1881 - 11 februari 1960)
De Russische dichteres en schrijfster Marina Tsvetájeva werd geboren op 9 oktober 1892 in Moskou. Zie ook alle tags voor Marína Tsvetájeva op dit blog en ook mijn blog van 9 oktober 2010
Oh, table, on which I write
Oh, table, on which I write! I thank you with all my heart: You’ve given a trunk to me – With goal a table to be –
But keep being the living trunk! – With – over my head – your leaf, young, With fresh bark and hot pitch’s tears, With roots – till the bottom of Earth!
The poems mine, created early
The poems mine, created early, so That I hadn't known, I'm a poet, yet And dropped, as drops from fountains' flows, As sparkles from jets,
As little imps, that suddenly braked through in The dreamy sanctuary, where an incest roams, The poems mine, about youth and ruin, Unread my poems!
Dispersed in shops and set in dusty foams, Despised by readers, silent and forlorn, As costly wines, my deeply buried poems Will have their turn.
Vertaald door Yevgeny Bonver
Marína Tsvetájeva (9 oktober 1892 – 31 augustus 1941) Portret door Taras Andriychuck
De Servisch-Kroatische schrijver Ivo Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië. Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Ivo Andrić op dit blog.
Uit: The Pasha's Concubine (Vertaald door Joseph Hitrec e.a.)
“What was unusual about her was that even those parts of her skin which were not exposed to the sun and air, were not uniformly white and dun, as is usual with blonde women, but her whole body glowed with a bright, burnished hue that changed only in the shadowy hollows or with a sudden and irregular onrush of blood, when it turned even richer. Her hands were perfectly childlike, short and pink. The Pasha was buoyed up. In the first few days he was occupied only with her. He also found it pleasant to think that now too, as once before, he could tell by an outstretched hand the kind of woman her owner was, and her true worth. Had he brought her in earlier, it would have been no good; while three to four months later, it seemed to him, the bloom would have been over. This was exactly the right time. She was cut off from her own kin, frightened and isolated, dependent only on him. At times she appeared to him like a young animal which, driven to the edge of a precipice, quivers in her whole body, her pupils contracting. This fanned the passion of his love and, in the contradictory ways of the male heart, evoked in him the impulse to be generous, to make her happy, to protect her. She lived not far from the Pasha's residence, in a separate cottage which he had rented and furnished. Except for her visits to the Pasha, she went nowhere and received no visitors, save for Hamša the Gypsy, who kept house for her, and baba Anuša from Bistrik, who was distantly related to her and who lived with her two grandchildren in great poverty. She spent all her days in two poorly lighted rooms, doing those sundry little chores that are so inconspicuous and yet so easily fill a woman's day. At dusk the Pasha's equerry would come for her, and she would wrap and veil herself up to her eyes and then, with a bowed head, accompany him to the Residence.”
Ivo Andrić (9 oktober 1892 – 13 maart 1975)
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e oktober ook mijn blog van 9 oktober 2013 deel 2 en ook mijn blog van 9 oktober 20011 deel 3.
|