De Nederlandse schrijver Carel van Nievelt werd op 20 juni 1843 geboren in Delfshaven, als zoon van een boekhandelaar. Zie ook mijn blog van 20 juni 2007.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Mijn Angelo. Herinneringen van het Garda-meer
De fleschgroene plas ligt in zijn bed van barre bergen als eene glasplaat; geen rimpeltje trilt er over zijne vlakte; bezwijmd, als een gebroken oog, weerkaatst hij levenloos het stalen zwerk dat hem verteert.
Gij meent te bezwijken: het is eene ware foltering. Van tijd tot tijd ontbloot gij uw barstend hoofd achter eene telegraafpaal, die dan toch schaduw geeft - eene handbreed slechts - maar schaduw dan toch. Zoo voortzwoegend, hebt gij het tergende meir achter u gelaten, en bereikt gij, langs zachtkens stijgende kronkelingen, de pashoogte, op wier rug een Maria-beeld prijkt, beschut door een koepeldakje op vier marmeren pilaren. O volk dat zonneschermen optrekt boven steenen poppen, en voor de menschen geen struik laat groeien aan den weg...... Maar stil! - gij zijt reeds opgeklommen tot het tempelken; gij werpt u neder op het verschrompelde gras, dicht aan de voeten der Madonna, om met de Hemelkoninginne de karige schaduw van haar dak te deelen.
Dan doet, terwijl ge nog naar uw adem hapt, eene heesche stem u opschrikken: Carità, ah ah, cantà!" - Gij wendt het hoofd om...... daar achter u staat een gedrocht in lompen. Man of vrouw? - gij kunt het niet onderscheiden. Gij ziet slechts een misvormd lichaam, een afschuwelijk kropgezwel, een idiotischen grijnslach op een wanstaltig gelaat, en een uitgestoken arm, den knokenarm van een geraamte. Carita! Carita! - - En ge springt op, als ware er een vampyr naast u uit den grond gerezen. En met ijlende schreden, of het afgrijzen u de hitte en de vermoeienis niet meer voelen deed, daalt gij van de hoogte af naar de huizengroep die op geringen afstand beneden u ligt: het dorp Nago.
Carel van Nievelt (20 juni 1843 2 augustus 1913)
De Franse dichter en schrijver Joseph Antoine Autran werd geboren op 20 juni 1813 in Marseille. Na zijn opleiding vestigde hij zich meteen als zelfstandig schrijver. Marseille en de zee komen steeds weer in zijn gedichten terug. Toen hij 39 jaar was erfde hij een fortuin. In 1835 verscheen zijn bundel La mer. Dezelfde gedichten werden in een sterk uitgebreide bundel Les poëmes de la mer nogmaals uitgegeven. In 1868 werd Autran lid van de Académie française.
Uit: Les Poèmes de la mer
Prélude (Fragment)
Nous sommes les vagues profondes
Où les yeux plongent vainement ;
Nous sommes les flots et les ondes
Qui déroulent autour des mondes
Leur manteau dazur écumant !
Une âme immense en nous respire,
Elle soulève notre sein ;
Soue laquilon, sous le zéphyre,
Nous sommes la plus vaste lyre
Qui chante un hymne au trois fois Saint.
Amoncelés par les orages,
Rendus au calme, tour à tour,
Nous exhalons des cris sauvages
Qui vont bientôt sur les rivages
Sachever en soupirs damour.
Joseph Autran (20 juni 1813 6 maart 1877)
De Engelse dichter en toneelschrijver Nicholas Rowe werd eboren in Little Barford, Bedfordshire, op 20 juni 1674. Rowe bezocht Westminster School in Londen en schreef zich in 1691 in voor een rechtenstudie aan de Middle Temple. Toen hij 19 was overleed zijn vader. Hij erfde diens fortuin en besloot vervolgens zich toe te leggen op de literatuur, mogelijk daartoe geïnspireerd door zijn vrienden Alexander Pope en Joseph Addison. In 1700 werd zijn eerste stuk geproduceerd, The Ambitious Stepmother, waarin Willem III als veroveraar wordt opgevoerd. Hierna probeerde hij een komedie te schrijven, maar dat werd geen succes. Hij keerde daarop terug naar de tragedie en produceerde achtereenvolgens Ulysses (1705), The Royal Convert (1707) en het succesvolle The Tragedy of Jane Shore, over een van de vele maîtresses van Eduard IV van Engeland. Zijn laatste stuk, dat dateert uit 1715, had niet veel succes. Verder is Rowe bekend gebleven als redacteur van het werk van William Shakespeare, de eerste moderne bewerking na de First Folio. Ook schreef hij een korte biografie van Shakespeare onder de titel Some Account of the Life &c. of Mr. William Shakespear. Rowe werd in 1715 benoemd tot Poet Laureate als opvolger van Nahum Tate.
Uit: Some Account of the Life of Mr. William Shakespear
It seems to be a kind of Respect due to the Memory of Excellent Men, especially of those whom their Wit and Learning have made Famous, to deliver some Account of themselves, as well as their Works, to Posterity. For this Reason, how fond do we see some People of discovering any little Personal Story of the great Men of Antiquity, their Families, the common Accidents of their Lives, and even their Shape, Make and Features have been the Subject of critical Enquiries. How trifling soever this Curiosity may seem to be, it is certainly very Natural; and we are hardly satisfy'd with an Account of any remarkable Person, 'till we have heard him describ'd even to the very Cloaths he wears. As for what relates to Men of Letters, the knowledge of an Author may sometimes conduce to the better understanding his Book: And tho' the Works of Mr. Shakespear may seem to many not to want a Comment, yet I fancy some little Account of the Man himself may not be thought improper to go along with them.
He was the Son of Mr. John Shakespear, and was Born at Stratford upon Avon, in Warwickshire, in April 1564. His Family, as appears by the Register and Publick Writings relating to that Town, were of good Figure and Fashion there, and are mention'd as Gentlemen. His Father, who was a considerable Dealer in Wool, had so large a Family, ten Children in all, that tho' he was his eldest Son, he could give him no better Education than his own Employment.
Nicholas Rowe (20 juni 1674 - 6 december 1718)
Onafhankelijk van geboortedata:
De Italiaanse schrijver Sandro Veronesi werd geboren in Florence in 1959. Hij studeerde architectuur, maar begon op negenentwintig- jarige leeftijd met het schrijven van romans. Hij debuteerde in 1988 met 'Per dove parte questo treno allegro' (Waar gaat die vrolijke trein naartoe?). Hij won met zijn roman La forza del passato ('In de ban van mijn vader') de prestigieuze Premio Campiello 2000. Deze roman verscheen in 2001 in Nederlandse vertaling bij uitgeverij Prometheus. Voor Caos calmo (Kalme Chaos) won hij in 2006 de Premio Strega en de derde prix Cévennes, de literaire prijs voor de beste Europese roman van 2008. Veronesi woont en werkt nu in Rome.
Uit: Stilles Chaos (Vertaald door Ulrich Hartmann)
Da!», sage ich.
Wir haben gerade gesurft, Carlo und ich. Surfen: wie vor zwanzig Jahren. Wir haben uns die Bretter von zwei Jungs geliehen und uns in die hohen, langen Wellen gestürzt, die am TyrrhenischenMeer, wo wir unser ganzes Leben verbracht haben, so selten sind. Carlo aggressiver und waghalsiger, schreiend, tätowiert, wie früher, mit seinen langen Haaren im Wind und seinem Ohrring, der in der Sonne glitzerte; ich vorsichtiger, mehr auf Stil bedacht, präziser und kontrollierter, angepasster, wie immer. Er der berüchtigte Rockertyp, ich mit meinem alten Understatement, zwei Bretter, die durch die Sonne flitzten, unsere beiden Welten, die sich wieder ein Duell lieferten, wie zu Zeiten großartiger jugendlicher Kämpfe Rebellion kontra Subversion , als die Stühle durch die Luft flogen, ganz
im Ernst. Nicht dass wir eine Show abgezogen hätten, es war schon viel, nicht von den Brettern zu fallen; oder besser: Wir haben die Show der Typen abgezogen, die auch mal jung waren, eine kurze Zeit lang glaubten, dass gewisse Kräfte tatsächlich siegen könnten, und die in dieser Zeit eine Menge Sachen gelernt haben, die sich später als vollkommen nutzlos herausstellen sollten so was wie Kongas trommeln oder eine Münze zwischen den Fingern rollen wie David Hemmings in Blow Up
oder den Herzschlag verlangsamen, um eine Herzrhythmusstörung zu simulieren und ausgemustert zu werden, oder Ska tanzen oder Joints mit einer Hand drehen oder Bogenschießen oder transzendentale Meditation oder eben Surfen. Die beiden jungen Surfer konnten das nicht verstehen, Lara und Claudia waren schon nach Hause gegangen, Nina .... war früh am Morgen abgereist (Carlo wechselt jedes Jahr die Freundin, und deshalb haben Lara und ich begonnen, sie mit Jahreszahlen zu
versehen): Es war niemand da, der es würdigen konnte, es war eine kleine Show für uns beide, eines dieser Spiele, die nur unter Brüdern Sinn haben, denn ein Bruder ist der Zeuge einer Unverletzlichkeit, die dir von einem bestimmten Augenblick an kein anderer mehr zuerkennen will.
Sandro Veronesi (Florence, 1959)
|