De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.
Laatste oriëntatie: het falen van de queeste
Stilstaan in een anonieme straat ach vooruit, een boulevard met de naam van een generaal die nooit een oorlog heeft gevochten ergens tussen nummer 10 en nummer 12 (omdat je je ook tussen de nummers kunt ophouden) terwijl je voelt hoe een krentengezicht je begluurt vanuit nummer 7 omdat je gekeerd staat naar nummer 9 en wie weet wat daar nog achter de gordijnen schuilt.
Je wou de stad zien
maar keer op keer wanneer je meende eindelijk oog in oog te staan met het monster verscheen opnieuw het woud, het vertrouwde treurspel van predator en prooi – het ogenblik dat bevriest tussen het in aarde wroeten en het graaien van klauwen in, wanneer bomen van elkaar gaan verschillen.
Je verstopt zorgvuldig uitgekozen woorden tussen de bakstenen en luistert hoe ze ruisen als eikenbladeren terwijl je voortschrijdt en hoopt op een zwerm onnavolgbare vogels, een luchtschip met fiere zwarte zeilen.
Blankenberge
Zij (belegen sloerie) speelt het link, doet zich voor als dame, koketteert en vouwt zich open als een strandparasol, deelt vanille-ijs uit en verse Berlijnse bollen, kirt van plezier tijdens hoge, dwaze rondjes op de velodroom, wuift als een diva naar de uitzinnige massa die haar schelpjes voor de voeten gooit; men adoreert haar, likt haar tenen, offert haar klaprozen uit cellofaan en op de stadhuisvlag prijken (als smaakloos eerbetoon) haar blanke borsten.
Maar, onder haar zware rokken stinkt ze naar algen – het is leedvermaak dat ze als zandkorrels hoorbaar laat knarsen (wanneer tevergeefs een halfdappere augustuszon zich in staketselhout vast probeert te bijten, zware golven de zomerkleuren wegspoelen met vunzig, schuimend water).
Zij, ach ja, zij is oorspronkelijk – de gestrande gedachte van een garnaalvisser die zwijgend de kim beloert (de ruggengraat tussen land en zee geklemd, op zijn schouders het tumult van kleiduivels die van de zee niet weten, kermissen houden, dansen rond het vuur),
en met betonnen vingers grijpt ze naar de hemel, terwijl klokkengeluid alweer een nieuw kadaver aankondigt in deze stad van stervenden, deze kanker die gulzig teert op bejaardenrot. Zij, mijn lief, is een viswijf dat ruikt naar pis, voorbijgangers te lijf gaat met droge wijting, zand in open ogen strooit, en toch, en toch, mijn bleke geuzenhart draagt haar hoog als het schuim op de golven.
Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974) Blankenberge vanuit de lucht
De Duitse schrijver Botho Strauß werd geboren op 2 december 1944 in Naumburg an der Saale. Zie ook alle tags voor Botho Strauß op dit blog.
Uit: Herkunft
“Der Vater sitzt an seinem Schreibtisch, sieht hinunter auf den Fluß, den Kurgarten, ist immer zuhaus von früh bis spät, unterbricht die Tagesarbeit nur zu den Mahlzeiten und zum Mittagsschlaf. Natürlich, das Kind darf oder soll ihn nicht stören, aber dafür ist er auch immer da, immer in der Nähe, man hört seine Schritte im Flur, man wird mitgetragen von seinem akkuraten Regelwerk. Er ist kein Schriftsteller. Er erstellt Gutachten für die pharmazeutische Industrie, prüft, ob dieses oder jenes Präparat, das eine Firma auf den Markt zu bringen wünscht, den Gesetzen der Gesundheitsbehörde entspricht. Auch entwickelt er selbst Arzeneien, kosmetische und medizinische, Tinkturen und Dragees. Stellt Rezepturen zusammen (er ist approbierter Apotheker und promoviert in Chemie), die er dann an kleinere Arzneimittelfirmen verkauft. Er möchte am liebsten »auf Lizenzbasis« bezahlt werden. Aber das gelingt ihm nur selten, und meist wird schlecht oder betrügerisch abgerechnet. Es schwebt ihm vor: Lizenzbasis, das ist etwas Ähnliches wie Tantieme, denn er verehrt die Schriftsteller und schreibt selbst ein ausgefeiltes, zuweilen etwas überschmücktes Deutsch. Und wenn das »Werk«, das neue Arzneimittel, einschlägt, erfolgreich ist, dann kann die Familie später einmal davon leben. Denn dem galt seine tägliche Mühe: Ich Alter, Freier und Unabhängiger, wie versorg ich Frau und Kind? Was sollte älter und gültiger sein als Pflanzenheilkunde? Mein Vater hätte sich darauf verlassen können, selbst in einer Zeit, da jedermann nur zu den allopathischen Heilmitteln griff, die in den fünfziger Jahren den Markt überschwemmten. Trotz des zutiefst Hergebrachten und der beständigen Weisheit seiner Materie kamen ihm laufend Neuerungen in die Quere, aktuelle Entwicklungen, vor allem, seiner Meinung nach, unbotmäßige, absurde Gesetze des Gesundheitsministeriums. Von seinem Schreibtisch aufschauend, begegnete ihm zuerst die Kuppel des Kursaalbaus, in der die Lesehalle untergebracht war.“
Botho Strauß (Naumburg, 2 december 1944)
De Amerikaanse schrijfster Ann Patchett werd geboren in Los Angeles op 2 december 1963. Zie ook alle tags voor Ann Patchett op dit blog.
Uit:Truth and Beauty
“It was Lucy's work-study job to run the film series on Friday and Saturday nights, and before she would turn the projector on, it was up to her to walk in front of the screen and explain that in accordance with the New York State Fire Marshal, exits were located at either side of the theater. Only she couldn't say it, because the crowd of students cheered her so wildly, screaming and applauding and chanting her name, "LOO-cee, LOO-cee, LOO-cee!" She would wrap her arms around her head and twist from side to side, mortified, loving it. Her little body, the body of an underfed eleven-year-old, was visibly shaking inside her giant sweaters. Finally her embarrassment reached such proportions that the audience recognized it and settled down. She had to speak her lines. "In accordance with the New York State Fire Marshal," she would begin. She was shouting, but her voice was smaller than the tiny frame it came from. It was no more than a whisper once it passed the third row. I watched this show almost every weekend. It was as great a part of the evening's entertainment as seeing Jules et Jim. Being shy myself, I did not come to shout her name until our junior year. By then she would wave to the audience as they screamed for her. She would bow from the waist. She had cut off her hair so that it was now something floppy and boyish, a large cowlick sweeping up from her pale forehead. We could see her face clearly. It was always changing, swollen after a surgery or sinking in on itself after a surgery had failed. One year she walked with a cane and someone told me it was because they had taken a chunk of her hip to grind up and graft into her jaw."
Ann Patchett (Los Angeles, 2 december 1963)
De Nederlandse dichter en schrijver Hein (Hendrik Jan) Boeken werd geboren in Amsterdam op 2 december 1861. Zie ook alle tags voor Hein Boeken op dit blog.
Nachtegalen
Ik leef in nacht, maar mane-schijn is buiten, Die leeft in twinkelende vooglen-slag, Ik zie hem schijnen door de onzichtbre ruiten, Ik wacht, maar ik verlang niet naar de dag
Ondergedompeld wezend ganslijk, ach! In dit zwart meer, o liefelijk geluid en Wat uit zwart donkre spiegel òp komt fluiten, Licht-lieve volk in wat àl duister zag,
Gij komt òp-duikend in lucht' legerscharen, Licht-glans-gewapend in dees donkre wereld,
O lieve, o onverwachte, o lichte paren, U stortend willend golfje in zee bepareld.
Het donker blijft en blijft, mij wèl welkomme, Zwart donkre flonker-grot is om me en om me.
Oktober
O luchten-goud, o groen van 't woud, o verven, Die, in een laatste opglooiing van de aard, Van al het schoonst des zomers, lang gegaard, Een tooi hem toverdet, tot zacht versterven,
Wat was mij nu nog al uw licht-schijn waard, Nu ik die teerste aanwezigheid moest derven? Hoe taandet ge al, gij, die aanwezig waart, Bij wat mij Eén, van ver nog, liet verwerven:
De donkre blik, mij volgend overal, Maar lichter toch dan 't goud op gouden blaren;
Erinnering aan zachter haren val, Verdoffend de' inn'ge glans op bruine blaren.
Hein Boeken (2 december 1861 – 19 oktober 1933) Portret door Jan Veth, rond 1890
De Amerikaanse schrijver Thomas Coraghessan Boyle werd geboren op 2 december 1948 in Peekskill, New York. Zie ook alle tags voor T. C. Boyle op dit blog.
Uit: The Harder They Come
“There was no slant to the sun-it was just there, overhead, burning, making him sweat, making his underwear bind and the shirt stick to his back as if it had been glued, and why he’d ever let Carolee talk him into this he’d never know. The bus lurched. There was a stink of diesel. Gears ratcheted beneath the floorboards, metal 011 metal, as if they were going to fuse or maybe explode into a thousand pieces at any moment. He looked beyond Carolee, out the window, feeling ever so slightly queasy, though everyone assm'ed him the water was good here-potable, that was the word 011 everybody’s lips, as if they were trying to convince themselves. Plus, the food was held to the highest standards and the glasses out of which they’d sipped their rum punch and rum cokes and rum tonics scrupulously washed in hot sudsing pristine well water, because this wasn’t like Mexico or Guatemala or Belize, this was special, orderly, clean, a kind of tourist paradise. And cheap. Cheap too. On top of it all, he had a headache. Or the beginnings of one. But that was rmderstandable, because he’d gulped down three rumm punches with lunch, so thirsty he could have drained the whole pitcher the waiter had set in the middle of the table, and no, he wasn’t going to drink the water, no matter what anybody said-not unless it came from a bottle with an unbroken seal. He rubbed his eyes. He had aspirin in his kit back the ship. Cipro too. But that didn’t do him a whole lot of good now, did it? Anonymous streets rolled by, shops, people, dogs, ratty-looking birds infesting the trees and an armed guard out front of every store-or tiena’a, as his guidebook had it-and what did that tell you about the level of oderliness here? Bienvenidos. Welcome. Mi casa es su casa."
T. C. Boyle (Peekskill, 2 december 1948)
De Amerikaanse schrijver George Saunders werd geboren op 2 december 1958 in Chicago. Zie ook alle tags voor George Saunders op dit blog en ook mijn blog van 2 december 2009.
Uit: Tenth of December
“The pale boy with unfortunate Prince Valiant bangs and cublike mannerisms hulked to the mudroom closet and requisitioned Dad’s white coat. Then requisitioned the boots he’d spray-painted white. Painting the pellet gun white had been a no. That was a gift from Aunt Chloe. Every time she came over he had to haul it out so she could make a big stink about the woodgrain. Today’s assignation: walk to pond, ascertain beaver dam. Likely he would be detained. By that species that lived amongst the old rock wall. They were small but, upon emerging, assumed certain proportions. And gave chase. This was just their methodology. His aplomb threw them loops. He knew that. And revelled it. He would turn, level the pellet gun, intone: Are you aware of the usage of this human implement? Blam! They were Netherworlders. Or Nethers. They had a strange bond with him. Sometimes for whole days he would just nurse their wounds. Occasionally, for a joke, he would shoot one in the butt as it fled. Who henceforth would limp for the rest of its days. Which could be as long as an additional nine million years. Safe inside the rock wall, the shot one would go, Guys, look at my butt. As a group, all would look at Gzeemon’s butt, exchanging sullen glances of: Gzeemon shall indeed be limping for the next nine million years, poor bloke. Because yes: Nethers tended to talk like that guy in “Mary Poppins.” Which naturally raised some mysteries as to their origin here on Earth. Detaining him was problematic for the Nethers. He was wily. Plus could not fit through their rock-wall opening. When they tied him up and went inside to brew their special miniaturizing potion—Wham!—he would snap their antiquated rope with a move from his self-invented martial-arts system, Toi Foi, a.k.a. Deadly Forearms. And place at their doorway an implacable rock of suffocation, trapping them inside.”
George Saunders (Chicago, 2 december 1958)
De Franse schrijver Jacques Lacarrière werd geboren op 2 december 1925 in Limoges. Zie ook alle tags voor Jacques Lacarrière op dit blog.
Uit: L'Eté grec
"Hérakleion restera lié pour moi à ces nuits sans fin où, aidé par trois acolytes qui tenaient plus ou moins sur leurs jambes, on essayait de transporter à travers les ruelles cette masse inerte et effroyable. On le posait par terre tous les cent mètres pour reprendre haleine tandis qu’Antonio, incapable de se relever mais non de chanter ou crier, nous lançait des bordées d’injures que je ne comprenais pas et que les autres hésitaient manifestement à me traduire. Arrivé chez lui, il fallait encore le monter au premier étage par un escalier impossible, dans sa chambre de célibataire, une chambre qu’il devait aérer une fois par an et où se mêlaient des odeurs d’urine rance, de tabac, de vin et d’encens. C’est pourtant cet Antonio qui remua tout le port pour me trouver un capitaine en partance voulant bien me prendre gratis à son bord. Trois jours plus tard, il m’annonça que je partais le lendemain pour Santorin et ajouta, avec des airs très mystérieux : « Ce soir, on fait tous les deux un dîner de garçons. Je te réserve une surprise. » La surprise, c’était un aifgle qu’il avait cuisiné lui-même avec une sauce au vine royablement épicée, un aigle entier qu’il fallut absorber à nous deux. De ma vie, je n’ai mangé de chair aussi coriace (si, une autre fois en Crète, dans un village du sud : une chèvre centenaire qu’on occit enmon honneur car on voulait à tout prix m’offrir de la viande et il n’y avait rien d’autre en fait de viande que cette malheureuse aux mamelles efflanquées."
Jacques Lacarrière (2 december 1925 - 17 september 2005)
Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2011 deel 2.
|