Dolce far niente
Plat rivierlandschap door Adriaen van de Velde, rond 1660
De rivier 5
Eenzaam ben je altijd aan het water van een rivier, omdat het je achterlaat met je gedachten aan de dood. En later als het weerkomt nog altijd water
is maar ander water, terwijl jij dezelfde blijft daar op de kant, waar het veer is opgeheven en de schepen, meer dan vroeger en blinder en sneller, als treinen in hun eigen richting razen.
Maar dat zou ik immers voor je weglaten uit deze prent. Is mijn klein schip al daar? Laten wij dan nog één keer met elkaar de heren zijn van dit lange papier, ingrijpen in die boosaardige grap van het water. Kijk naar de rivier.
Nu staat hij stil. Bewegingloos. En hier stroomt het met jou en mij weg, stralend en bloeiend zeewaarts, ons landschap.
Willem van Toorn (Amsterdam, 4 november 1935) Rijksmuseum, Amsterdam
De Nederlandse schrijver en dichter antoine de kom werd geboren in Den Haag op 13 augustus 1956. Zie ook alle tags voor antoine de kom op dit blog.
we zullen allemaal een voor een
we zullen allemaal een voor een op onze eigen dag in zwarte warme duisternis verdwijnen. je mag dan wel tien instrumenten om je nek bespelen – when the saints go marching in. de heilige theresia van lisieux stelt me voor raadselen. ergens in de filippijnen vroeg iemand waarom het rozen regent als bruine tantes ritmisch dansend zonder string en in hun handen klappend op het altaar goddelijk genot in goddelijk genot veranderen. rozen die zwaar geuren en zwoel de naaktheid van hun dans bloter maken dan bloot dalen op ons neer.
December
December: in de blauwe stenen schemer van dit winters leegstaand zwembad beroert de schrale wind verwaaide droge bladeren. Het ritselt zacht wanneer ik klappertandend op de duikplank stap - mijn blote voeten vriezen stuk en asgrauw staar ik naar de grijze lucht. December: in dit ijzig blauwe zwembad bloeit de witte lotus op - het water glinstert in de zon die feller wordt en daar waar bad en duikplank zijn bedekt met natte bruine bladeren spring ik ontdooid met vol gewicht en met een boog raak ik languit de ijsvloer, tussen blad en bloem.
antoine de kom (Den Haag, 13 augustus 1956)
De Franstalige Belgische schrijfster Amélie Nothomb werd geboren in Kobe in Japan op 13 augustus 1967. Zie ook mijn blog van 13 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Amélie Nothomb op dit blog.
Uit:La Nostalgie heureuse
« Tout ce que l'on aime devient une fiction. La première des miennes fut le Japon. À l'âge de cinq ans, quand on m'en arracha, je commençai à me le raconter. Très vite, les lacunes de mon récit me gênèrent. Que pouvais-je dire du pays que j'avais cru connaître et qui, au fil des années, s'éloignait de mon corps et de ma tête ? À aucun moment je n'ai décidé d'inventer. Cela s'est fait de soi-même. Il ne s'est jamais agi de glisser le faux dans le vrai, ni d'habiller le vrai des parures du faux. Ce que l'on a vécu laisse dans la poitrine une musique : c'est elle qu'on s'efforce d'entendre à travers le récit. Il s'agit d'écrire ce son avec les moyens du langage. Cela suppose des coupes et des approximations. On élague pour mettre à nu le trouble qui nous a gagnés. Il a fallu renouer avec Rinri, le fiancé éconduit de mes vingt ans. J'avais égaré toutes ses coordonnées, sans qu'il soit possible d'y voir une étourderie. C'est ainsi que de mon bureau parisien, j'ai appelé les renseignements internationaux : – Bonjour. Je cherche un numéro à Tokyo, mais j'ai seulement le nom de la personne. – Dites toujours, répondit l'homme qui ne semblait pas conscient de l'énormité de ma question – l'agglomération de Tokyo comptant vingt-six millions d'habitants. – Le patronyme est Mizuno, le prénom Rinri. J'épelai, moment pénible, car je n'ai jamais retenu les classiques, et je dis des choses comme « M de Macédoine, R de Rossinante », et au bout du fil je sens qu'on m'en veut. – Un instant, s'il vous plaît, j'effectue la recherche."
Amélie Nothomb (Kobe, 13 augustus 1967)
De Duitse schrijver en journalist Jens Bisky werd geboren op 13 augustus 1966 in Leipzig. Zie ook alle tags voor Jens Bisky op dit blog en ook mijn blog van 13 augustus 2010
Uit:Unser König
„Die Aufmerksamkeit, die er zu seinem 300. Geburtstag findet, übersteigt alle Erwartungen. Noch vor einem Jahr hätten die wenigsten derer, die sich als Historiker, Kuratoren, Autoren mit Friedrich und seiner Zeit beschäftigen, mit der Flut neuer Publikationen, angekündigter Ausstellungen und Veranstaltungen gerechnet. Woraus speist sich dieses Interesse? Es ist zunächst regional- und kulturgeschichtlich inspiriert. In den zwanzig Jahren nach der Vereinigung ist der Geschichtsraum der Mark Brandenburg und Berlins neu entdeckt worden. Schloss Rheinsberg beherbergte bis zum Mauerfall ein Sanatorium, heute kann man hier die Atmosphäre wieder kennen lernen, in der Kronprinz Friedrich sich auf seine Regierung vorbereitet hat, man kann den Glanz des beginnenden Rokoko und die spätere, durchaus friedrichkritische Ausgestaltung des Schlosses und des Parks durch den Bruder Heinrich betrachten. Der Wiederaufbau des sinnloserweise gesprengten Potsdamer Stadtschlosses, in dem Friedrich regiert und wo er etwa Bach empfangen hat, ist weit fortgeschritten. Pläne für den Wiederaufbau der 1968 vernichteten Garnisonkirche in Potsdam liegen vor. Mit der Rekonstruktion des Berliner Schlosses, in dem Friedrich geboren wurde und das er nicht mochte, soll demnächst begonnen werden. Das Neue Palais, mit dem der König nach dem Siebenjährigen Krieg der Welt zeigen wollte, wie leistungsfähig seine Monarchie noch war, ist von Grund auf saniert. In ihm wird auf etwa 6000 Quadratmetern die bisher wohl größte Friedrich-Ausstellung überhaupt zu sehen sein.“
Jens Bisky (Leipzig, 13 augustus 1966) Friedrich der Große nach der Schlacht von Kolin 1757 door Richard Schwager, 1849
De Oostenrijkse dichter Nikolaus Lenau werd geboren op 13 augustus 1802 in Csatád (in het Hongaarse deel van Oostenrijk-Hongarije). Zie ook alle tags voor Nikolaus Lenau op dit blog en ook mijn blog van 13 augustus 2010.
Reise Empfindung
Mit ihr im linden Frühlingshauch Durch diesen Hain zu wallen, Zu lauschen hier im Blüthenstrauch Dem Lied der Nachtigallen: -
Mit ihr zu schau'n im Herbsteswehn Die welken Blätter fliegen, Umrauscht vom schmerzlichen Vergehn, Mich traut an sie zu schmiegen.
Wenn dann in rauher Winterzeit Ein Lied mein Liebchen sänge, Und aller Himmel Seligkeit Mir in die Stube dränge! —
Ich wagt' es mich zu regen kaum In meinem stillen Sinnen, Besorgt, das Häuschen möcht', ein Traum, Vor meinem Blick zerrinnen.
Doch sieh, da öffnet sich die Thür, Der Zauber war geschwunden, Es trat ein Jägersmann herfür Mit nachgesprengten Hunden.
Er grüßte mich mit raschem Blick Und streift' waldein gar heiter, Ich gab ihm seinen Gruß zurück Und traurig ging ich weiter.
Frage I
Mir hat noch deine Stimme nicht geklungen, Ich sah nur erst dein holdes Angesicht, Doch hat der Strom der Schönheit mich bezwungen, Der hell von dir in meine Seele bricht.
In's Tiefste ist er mächtig mir gedrungen, Was dort bis nun gelebt, nun lebt es nicht, Süß sterbend ward es von der Flut verschlungen: Das ist der Liebe himmlisches Gericht!
O daß mein kühnes Hoffen, banges Zagen Ein milder Spruch aus deinem Munde grüßte! Die Wellen, die so laut mein Herz durchschlagen,
Wohin doch werden sie die Seele tragen? An der Erhörung Paradiesesküste? — In der Verstoßung trauervoller Wüste?
Nikolaus Lenau (13 augustus 1802 - 22 augustus 1850)
De Amerikaanse schrijver Tom Perrotta werd geboren op 13 augustus 1961 in Garwood. Zie ook alle tags voor Tom Perrotta op dit blog en ook mijn blog van 13 augustus 2010.
Uit:The Leftovers
“In Kevin’s memory, at least, it all seemed impossibly loud and hectic and innocent—fire trucks, tubas, Irish step dancers, baton twirlers in sequined costumes, one year even a squadron of fez-bedecked Shriners scooting around in those hilarious midget cars. Afterward there were softball games and cookouts, a sequence of comforting rituals culminating in the big fireworks display over Fielding Lake, hundreds of rapt faces turned skyward, oohing and wowing at the sizzling pinwheels and slow-blooming starbursts that lit up the darkness, reminding everyone of who they were and where they belonged and why it was all good. Today’s event—the first annual Departed Heroes’ Day of Remembrance and Reflection, to be precise—wasn’t going to be anything like that. Kevin could sense the somber mood as soon as he arrived at the high school, the invisible haze of stale grief and chronic bewilderment thickening the air, causing people to talk more softly and move more tentatively than they normally would at a big outdoor gathering. On the other hand, he was both surprised and gratified by the turnout, given the cool reception the parade had received when it was first proposed. Some critics thought the timing was wrong (“Too soon!” they’d insisted), while others suggested that a secular commemoration of October 14th was wrongheaded and possibly blasphemous. These objections had faded over time, either because the organizers had done a good job winning over the skeptics, or because people just generally liked a parade, regardless of the occasion. In any case, so many Mapletonians had volunteered to march that Kevin wondered if there’d be anyone left to cheer them on from the sidelines as they made their way down Main Street to Greenway Park.”
Tom Perrotta (Garwood, 13 augustus 1961)
De Surinaamse schrijver Rappa (pseudoniem van Robby Jonathan Parabirsing) werd geboren in Paramaribo op 13 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Rappa op dit blog.en ook mijn blog van 13 augustus 2010.
Uit: Boeler (Column)
“Aangezien het woord behalve als synoniem voor het veel vriendelijker klinkende ‘gay’, ook als scheldwoord wordt gebruikt, is het aan te raden voorzichtig te zijn met het gebruik hiervan. Iemand in het openbaar met dit woord uitschelden, leidt geheid tot heftige ruzie en kan zelfs tot een handgemeen leiden. Jaren geleden kwam er een nieuwe leerkracht, een vlotte jongeman, lesgeven op de middelbare school waar ik lesgaf. Ik kende zijn oudere broer goed, dus broertje en ik trokken al gauw met elkaar op en ik maakte hem wegwijs in de schoolcultuur. Ik merkte wel dat er gaandeweg opvallend veel giechelende meisjes naar ons keken als we in de pauze al babbelend op de gang liepen. Niet lang daarna nam een vrouwelijke collega me apart en zei: ‘Ik zie dat je goed kan opschieten met Raoul.’ ‘Ja’, zei ik, ‘ik vind hem een intelligente jongeman en hij praat echt verstandelijk en vol humor.’ ‘Ow, wat leuk’, zei ze, en toen boog zij zich naar me toe en zei fluisterend: ‘maar pas op, hij boelt; hij heeft het zelf aan een paar leerlingen gezegd.’ Er ging een lichte schok door me heen. Nu begreep ik die giecheltjes op de gang. Ik besloot, echt iets voor mij, wat olie op het vuur te gooien en zei even samenzweerderig terug: ‘Ik heb het ook gehoord. Maar ja, misschien heb ik na al die jaren ‘gevrouwd’ te hebben ook wel eens zin in een lekkere jongeman.’ Ik zal haar reactie nooit vergeten: ze sperde haar ogen wijd open en deinsde met een blik van opperst afgrijzen terug. En hoewel ik haar meteen zei dat het een grap was, heeft ze me vanaf die dag gemeden. Ik heb nooit begrepen waarom. Als het waar was wat ik had gezegd, zou ze toch niets van me te duchten hebben? En als het niet waar was, hoefde ze me toch niet te mijden als de pest?”
Rappa (Paramaribo, 13 augustus 1954)
Zie voor de schrijvers van de 13e augustus ook mijn blog van 13 augustus 2011 deel 2.
|