Dolce far niente
Summer in the city (Cityscape 12) door Darren Thompson, 2012
Late Summer
Before the moths have even appeared to orbit around them, the streetlamps come on, a long row of them glowing uselessly along the ring of garden that circles the city center, where your steps count down the dulling of daylight. At your feet, a bee crawls in small circles like a toy unwinding. Summer specializes in time, slows it down almost to dream. And the noisy day goes so quiet you can hear the bedraggled man who visits each trash receptacle mutter in disbelief: Everything in the world is being thrown away! Summer lingers, but it’s about ending. It’s about how things redden and ripen and burst and come down. It’s when city workers cut down trees, demolishing one limb at a time, spilling the crumbs of twigs and leaves all over the tablecloth of street. Sunglasses! the man softly exclaims while beside him blooms a large gray rose of pigeons huddled around a dropped piece of bread.
Jennifer Grotz (Canyon, 11 juli 1971) Canyon, Randall County Courthouse. Jennifer Grotz werd geboren in Canyon.
De Nederlandse schrijver en wetenschapper Hugo Brandt Corstius werd geboren in Eindhoven op 29 augustus 1935. Zie ook mijn blog van 29 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Hugo Brandt Cortius op dit blog.
Uit: Waarom God Van Frans Houdt
“Meestal maken de gewijzigde belangstellingen en opvattingen dat proza er na drie eeuwen verouderd uitziet, maar het opvallende van onze twee zwaarmoedige broeders is nu juist dat ze niet alleen over hetzelfde probleem nadachten, maar er ook eenzelfde soort oplossing voor vonden. Een oplossing overigens die door weinig van hun lezers begrepen en aanvaard wordt. Maar daarover straks. Blaise en Frans schrijven onverbloemd, keihard. Dat was in Frankrijk in de zeventiende eeuw gevaarlijker dan in Nederland in de twintigste eeuw. Hoewel, de manier waarop Kellendonk, een halve eeuw na de holocaust, over joden schreef, veroorzaakte minstens zoveel opschudding als de manier waarop Pascal dat deed in een tijd waarin antisemitisme even gewoon was als vaderlandsliefde en slavernij. Maar is Pascal niet een essayist en Kellendonk een romancier? Zo eenvoudig ligt het niet. Pascal is geen essayist in de zin waarin Montaigne en Voltaire dat zijn. Op de Franse scholen leer je dat Pascal tegen Montaigne en later Voltaire tegen Pascal schreef. De scepticus Montaigne en de cynicus Voltaire lijken rondom en tegenover een vrome Pascal te staan, maar ik hoop aan te tonen dat dit gezichtsbedrog is, en dat ze alledrie, ieder op hun manier, met het moeizame afscheid van de christelijke God bezig waren. Kellendonk schreef verhalen, novellen, en een roman, maar in al dat proza is veel essayistiek te vinden, vooral in zijn roman Mystiek lichaam. Typisch is dat de luidruchtige discussie over die roman niet ging over de literaire waarde, maar over de inhoud, en dat op een rare manier, waarbij de recensent Nuis met zijn idiote beschuldiging van ‘antisemitisme’ de toon zette, zoals Pascal in zijn tijd door zijn jezuïtische tegenstanders als een ketter en halve protestant werd verdacht gemaakt. Pascal was geen essayist in de letterlijke zin waarin Montaigne dat woord smeedde, omdat hij alleen maar schreef wat hij meende, en nooit voor de lol schreef. Zijn pregnante stijl, zijn voorbeelden, zijn hartstocht, maken hem tot een literator, en het is geen wonder dat Kellendonk zijn Pascal niet op de plank Filosofie had staan, maar op de plank Franse literatuur, zoals blijkt uit het ontroerende ‘In memoriam’ dat Ernst Braches schreef in de vorm van een beschrijving van het boekenbezit dat hij na Frans' dood in diens werkkamer aantrof.6 Kellendonk was geen romancier in de zin waarin Van Schendel of Vestdijk dat waren, omdat het bij hem altijd om zijn eigen problemen en gedachten ging. Verhalen die ‘voor de lol’ geschreven lijken, zijn in werkelijkheid als literaire kritiek te beschouwen. Zo is het schitterende ‘Achter het licht’ te zien als een poging om de problematiek van Harold Pinter met de pen van Bordewijk te beschrijven. Hij schreef wel voor geld, maar hij schreef uitsluitend over dingen die hem hoog zaten. Pascal had geld, en zou ook zijn leven als wiskundige en natuurkundige hebben kunnen vullen, maar door de aanvallen op zijn jansenistische vrienden voelde hij zich gedwongen te antwoorden (in Les Provinciales) en zijn eigen Gedachten op te schrijven.”
Hugo Brandt Corstius (29 augustus 1935– 28 februari 2014) Hier met zoon Jelle (links) in 2009
De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog en eveneens mijn blog van 29 augustus 2010.
Van dinsdag op woensdag
Geenszins van plan ook maar één minuut te twijfelen, slaat de klok twaalf. Ruitjes, die vol cijfers staan te gapen, totdat er een uitkomst op volgt. De dag, verdeeld in ruitjesschrifturen, met hier en daar een hiaat in de zwart witte orde. Kwetsuur, want zie je, mijn ‘n’ is gebroken... ...Bambivlek, zachte pijniging, die liefkozend bedoeld kan zijn, of is dit soms de geheime seconde, waarin de secondewijzer blijft hangen, totdat een naam verandert in een andere naam? Tussendeuren kreunen open. Een metalen klik dan een licht nazwaaien van genoegen en de onverklaarbare geur van warme vanille zweeft naar me toe
Op de duikplank, wankelend
I Juist. We zijn nu in Sittard. Deze keer hoeven we niet over te stappen, we kunnen door tot het eindpunt. Dat is ons doel namelijk; aankomen op het eindpunt! Hoor ik je daar ‘oeuvre’ zeggen, ‘Het Oeuvre van de Schrijver’? Maar dat is levensgevaarlijk! Als je ‘Het Oeuvre van de Schrijver’ zegt, zie je vanzelf al zijn boeken uitgestald in de etalage en dat betekent vaak: door de dood bijeen gegraaid! Leg je er nu maar bij neer! Soms zit er nu eenmaal in een dichter gewoon een totaal niet tegemoetkomende persoonlijkheid. Gelukkig voor de poëzie mag je wel zeggen, want de persoon van de dichter kan alles verpesten.
Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954) Cover
De Amerikaanse schrijver John Edward Williams werd geboren in Clarksville, op 29 augustus 1922. Zie ook alle tags voor John Edward Williams op dit blog.
Uit: Augustus
“Against Lucius Antonius at Perusia I led the victorious Roman legions, and against the Aquitanians at Gaul, and against the German tribes at the Rhine, for which service I refused a Triumph in Rome; and in Spain and Pannonia, too, were rebellious tribes and factions put down. By Augustus I was given title as commander in chief of our navy, and we saved our ships from the pirate Sextus Pompeius by our construction of the harbor west of the Bay of Naples, which ships later defeated and destroyed Pompeius at Mylae and Naulochus on the coast of Sicily; and for that action the Senate awarded me the naval crown. At Actium we defeated the traitor Marcus Antonius, and so restored life to the body of Rome. In celebration of Rome's delivery from the Egyptian treason, I had erected the Temple now called the Pantheon and other public buildings. As chief administrator of the city under Augustus and the Senate, I had repaired the old aqueducts of the city and installed new ones, so that the citizens and populace of Rome might have water and be free of disease; and when peace came to Rome, I assisted in the survey and mapping of the world, begun during the dictatorship of Julius Caesar and made at last possible by his adopted son. Of these things, I shall write more at length as these memories progress. But I must now tell of the time when these events were set into motion, the year after Julius Caesar's triumphant return from Spain, of which campaign Gaius Octavius and Salvidienus Rufus and I were members. For I was with him at Apollonia when the news came of Caesar's death. . . .”
John Edward Williams (29 augustus 1922 - 3 maart 1994) Cover Italiaanse uitgave
De Belgische dichter en schrijver Maurice Maeterlinck werd geboren op 29 augustus 1862 in Gent. Zie ook mijn blog van 29 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Maurice Maeterlinck op dit blog.
Ma mère, n’entendez-vous rien?
Ma mère, n’entendez-vous rien? Ma mère, on vient avertir... Ma fille, donnez-moi vos mains. Ma fille, c’est un grand navire...
Ma mère, il faut prendre garde... Ma fille, ce sont ceux qui partent... Ma mère, est-un grand danger? Ma fille, il va s’éloigner...
Ma mère, Elle approche encore... Ma fille, il est dans le port. Ma mère, Elle ouvre la porte... Ma fille, ce sont ceux qui sortent.
Ma mère, c’est quelqu’un qui entre... Ma fille, il a levé l’ancre. Ma mère, Elle parle à voix basse... Ma fille, ce sont ceux qui passent.
Ma mère, Elle prend les étoiles!... Ma fille, c’est l’ombre des voiles. Ma mère, Elle frappe aux fenêtres... Ma fille, elles s’ouvrent peut-être...
Ma mère, on n’y voit plus clair... Ma fille, il va vers la mer. Ma mère, je l’entends partout... Ma fille, de qui parlez-vous?
The Passions
Narrow paths my passions tread: Laughter rings there, sorrow cries; Sick and sad, with half-shut eyes, Thro' the leaves the woods have shed, My sins like yellow mongrels slink; Uncouth hyenas, my hates complain, And on the pale and listless plain Couching low, love's lion's blink. Powerless, deep in a dream of peace, Sunk in a languid spell they lie, Under a colourless, desolate sky, There they gaze and never cease, Where like sheep temptations graze, One by one departing slow: In the moon's unchanging glow My unchanging passions gaze.
Vertaald door Bernard Miall
Maurice Maeterlinck (29 augustus 1862 - 6 mei 1949) Borstbeeld door Odette Domergue
De Engelse dichter Thomson („Thom“) William Gunn werd geboren op 29 augustus 1929 in Gravesend, Kent. Zie ook mijn blog van 29 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Thom Gunn op dit blog.
Tamer And Hawk
I thought I was so tough, But gentled at your hands, Cannot be quick enough To fly for you and show That when I go I go At your commands.
Even in flight above I am no longer free: You seeled me with your love, I am blind to other birds— The habit of your words Has hooded me.
As formerly, I wheel I hover and I twist, But only want the feel, In my possessive thought, Of catcher and of caught Upon your wrist.
You but half civilize, Taming me in this way. Through having only eyes For you I fear to lose, I lose to keep, and choose Tamer as prey.
The Annihilation of Nothing
Nothing remained: Nothing, the wanton name That nightly I rehearsed till led away To a dark sleep, or sleep that held one dream.
In this a huge contagious absence lay, More space than space, over the cloud and slime, Defined but by the encroachments of its sway.
Stripped to indifference at the turns of time, Whose end I knew, I woke without desire, And welcomed zero as a paradigm.
But now it breaks—images burst with fire Into the quiet sphere where I have bided, Showing the landscape holding yet entire:
The power that I envisaged, that presided Ultimate in its abstract devastations, Is merely change, the atoms it divided
Complete, in ignorance, new combinations. Only an infinite finitude I see In those peculiar lovely variations.
It is despair that nothing cannot be Flares in the mind and leaves a smoky mark Of dread. Look upward. Neither firm nor free,
Purposeless matter hovers in the dark.
Thom Gunn (29 augustus 1929 – 25 april 2004) In 1988
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.
|