De Vlaamse schrijver Maurits Sabbe werd op 9 februari 1873 te Brugge geboren.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Een verwaarloosd Hoekje onzer Literatuur
Deze gewijzigde opvattingen wachten niet lang om zich te openbaren in de literatuur. Leo de Meyere in zijn Prosopopėe d'Anvers, in 1594 uitgegeven, laat reeds inzien hoe men in het Zuiden geen vereering meer koestert voor de helden der zestiendeeuwsche beroerten en hoe men Oranje voorstelt als de oorzaak van al de kwalen, die het land hadden getroffen. De staten waren in zijn handen maar een speelbal. Hij had den ondergang van Antwerpen bewerkt. L. de Meyere prijst daarentegen Philips II en de andvoogdes Margaretha van Parma, die het belang van land en godsdienst voorstonden. Zelfs Alva wordt geroemd. Zoo hij zwaard en vuur en galg gebruikte tegen de hydra van ketterij en opstand, dan was het zooals de geneesheer, die in erge gevallen ook genoodzaakt wordt de groote middelen te bezigen. Aartshertog Ernest wordt begroet als een schild en weer voor degenen, die trouw waren gebleven aan vorst en kerk.
In het Zuiden werd de hoop om de beide Nederlanden nog ooit te vereenigen al spoedig opgegeven en onder den drang der politiek-militaire gebeurtenissen werd de meerderheid onzer bevolking beslist anti-Hollandsch gezind. Holland en zijn bondgenoot Frankrijk, die in de 17e eeuw op onzen bodem zoo herhaaldelijk oorlog voerden, waren hier, de enkele jaren van het Bestand te nauwernood uitgezonderd, de groote vijanden.
Maurits Sabbe (9 februari 1873 12 februari 1938)
De Duitse schrijfster, actrice en danseres Rahel Sanzara (eig. Johanna Bleschke) werd geboren op 9 februari 1894 in Jena. In 1912 volgde zij een opleiding tot boekbinden in de Harz. In 1913 ging zij naar Berlijn waar zij de arts en schrijver Ernst Weiß leerde kennen, met wie zij 20 jaar lang samen bleef. In 1916 debuteerde zij als actrice in een film, waarna zij toneellessen ging volgen en tot 1924 als actrice bleef werken. In 1926 debuteerde zij als schrijfster met Das verlorene Kind. Vanwege het gevoelige thema van de moord op een vierjarig kind baarde het boek veel opzien. Het haalde binnen korte tijd verschillende oplages en werd in elf talen vertaald. Ze zou er de Kleist-Preis voor krijgen, maar weigerde die. Haar verdere literaire werk was minder succesvol.
Uit: Das verlorene Kind
Und doch geschah es, daß er, als er vierzehn Jahre alt war, im Dunkeln sich fürchtete. Es war eine sonderbare Furcht, ohne greifbaren Grund. Sie überfiel ihn zum erstenmal, als er, vor Freude über die Genesung eines lange und schwer erkrankten Kameraden schlaflos, in einer Nacht am Fenster des Schlafsaales stand. Sein Herz schlug; er fühlte noch die Berührung, mit der der Wiedergenesene seine Hand ergriffen und sie zart, aber freudig gedrückt hatte. In der Erschütterung, die diese Erinnerung in ihm hervorbrachte, bereitete sich in seinem Innern die große Ahnung der Liebe vor; der Knabe ahnte, daß nicht nur die Menschen ihm zu Freunden waren, sondern daß auch er Freund den Menschen bedeuten konnte, er begriff, daß er einmal als Mann lieben würde. Obwohl ihm diese Offenbarung aus reinstem Herzensgefühl kam, rührte sie doch mit ihrem Glück bis ins Tiefste auch seinen Körper auf. Und diesem zum erstenmal gefühlten Glück drängte sich plötzlich die zum erstenmal gefühlte Furcht entgegen. Finsternis erschreckte ihn. Es war eine mondlose Nacht. Um ihn schliefen die anderen, er sah sie nicht, er hörte nur ihren Atem. Dunkelheit war auch um sie, aber eine andere, hellere Dunkelheit als die, die um ihn stand. Er fühlte sie um seinen freudig erregten Körper geschmiegt, eng wie eine zweite Haut, in der er eingefangen war mit allen Strömen seines Blutes. Er fühlte sie als eine böse, drohende, wesenlose Macht, die sein mit Freude erfülltes Herz bezwang, es mit abgrundtiefer Furcht durchschauerte, aber es ließ ihn nicht fliehen, nicht an Gott denken, den gütigen Erfüller aller seiner Gebete, regungslos mußte er stehenbleiben, mußte der Furcht gehorchen, der entsetzten Traurigkeit seines Herzens sich hingeben. Am Tage war dann alles wieder heiter, eben und schön.
Rahel Sanzara (9 februari 1894 8 februari 1936)
De Britse advocaat en schrijver Sir Anthony Hope Hawkins werd geboren op 9 februari 1863 in Londen. Hij debuteerde met A Man of Mark (1890). Vanaf 1894 richt hij zich volledig op het schrijven. The prisoner of Zenda uit dat jaar werd een klassieker onder de avonturenromans. Hope werd in 1918 geridderd
Uit: The prisoner of Zenda
As soon as we reached the Ruritanian frontier (where the old officer who presided over the Custom House favoured me with such a stare that I felt surer than before of my Elphberg physiognomy), I bought the papers, and found in them news which affected my movements. For some reason, which was not clearly explained, and seemed to be something of a mystery, the date of the coronation had been suddenly advanced, and the ceremony was to take place on the next day but one. The whole country seemed in a stir about it, and it was evident that Strelsau was thronged. Rooms were all let and hotels overflowing; there would be very little chance of my obtaining a lodging, and I should certainly have to pay an exorbitant charge for it. I made up my mind to stop at Zenda, a small town fifty miles short of the capital, and about ten from the frontier. My train reached there in the evening; I would spend the next day, Tuesday, in a wander over the hills, which were said to be very fine, and in taking a glance at the famous Castle, and go over by train to Strelsau on the Wednesday morning, returning at night to sleep at Zenda.
Anthony Hope (9 februari 1863 8 juli 1933)
De Russische dichter en vertaler Vasily Andreyevich Zhukovsky werd geboren op 9 februari (29 januari) 1783 in Mishenskoe bij Tula. Hij introduceerde de Romantiek in Rusland, met name door zijn vertalingen van o.a. Engelse, Duitse en Franse dichters. In 1812 sloot hij zich aan bij het Russische leger in de strijd tegen Napoleon. Daarop volgend schreef hij o.a. de hymne God, behoed de tsaar! Zie ook mijn blog van 29 januari 2007.
The Boatman
Driven by misfortune's whirlwind, Having neither oar nor rudder, By a storm my bark was driven Out upon the boundless sea. "midst black clouds a small star sparkled; "Don't conceal yourself!" I cried; But it disappeared, unheeding; And my anchor was lost, too.
All was clothed in gloomy darkness; Great swells heaved all round; In the darkness yawned the depths I was hemmed in by cliffs. "There's no hope for my salvation!" I bemoaned, with heavy spirit... Madman! Providence Was your secret helmsman.
With a hand invisible, 'midst the roaring waves, Through the gloomy, veiled depths Past the terrifying cliffs, My all-powerful savior guided me. Then-all's quiet ! gloom has vanished; I behold a paradisical realm... Three celestial angels.
Providence - O, my protector! My dejected groaning ceases; On my knees, in exaltation, On their image I did gaze. Who could sing their charm? Or their power o'er the soul? All around them holy innocence And an aura divine.
A delight as yet untasted - Live and breathe for them; Take into my soul and heart All their words and glances sweet. O fate! I've but one desire: Let them sample every blessing; Vouchsafe them delight - me suffering; Only let me die before they do.
Vasily Zhukovsky (9 februari 1783 - 12 april 1852) Portret door Orest A. Kiprenski
De Duitse dichteres en schrijfster Karoline Louise Brachmann werd geboren op 9 februari 1777 in Rochlitz. Onderwijs kreeg ze van haar moeder die een ontwikkelde domineesdochter was. In Weißenfels leerde Brachmann Sidonie und Friedrich von Hardenberg (Novalis) kennen. Novalis zorgde ervoor dat enkele gedichten van haar in Schillers blad Horen gepubliceerd werden en Schiller gaf ook een bundeltje van haar uit. Toen haar ouders en zus overleden probeerde zij als schrijfster haar kost te verdienen. Uitblijvend succes en een ongelukkige liefde brachten haar ertoe zichzelf in de rivier de Saale te verdrinken.
Treue Liebe Laß stürmen hin, laß stürmen her, mein Herz und zage nicht! Sey ruhig wie der Fels im Meer, an dem die Woge bricht. Zwar trennt von ihr, für die du schlägst, Dich grausam das Geschick, sey dennoch ruhig, Herz! du trägst in dir dein Leid und Glück. Sie bleibt dein Theil, sie bleibt dein Gut, wie fern du von ihr bist. Wer raubte, was mit Felsenmuth ein liebend Herz umschließt! So wahr' es denn in tiefster Brust, dieß Kleinod fest und rein! Wenn alles du verlassen mußt, bleibt treue Lieb' allein. Sie ist dir Trost, sie ist dir Licht, wenn Alles dich verläßt, wenn Alles wankt und stürzt und bricht, steht sie doch ewig fest
Karoline Brachmann (9 februari 1777 17 september 1822)
|