De Brits-Poolse schrijver Joseph Conrad werd geboren op 3 december 1857 in Berdichev, Rusland in een gezin met Poolse ouders. Zie ook mijn blog van 3 december 2006 en ook mijn blog van 3 december 2007 en ook mijn blog van 3 december 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Herz der Finsternis (Heart of Darkness, vertaald door Sophie Zeitz)
Die Nellie, eine Hochseejacht, drehte sich ohne ein Flattern der Segel um den Anker und lag still. Die Flut hatte eingesetzt, es wehte kaum ein Wind und auf dem Weg flußabwärts blieb nichts anderes zu tun, als beizudrehen und den Wechsel der Gezeiten abzuwarten.
Der Unterlauf der Themse streckte sich vor uns aus wie der Anfang einer endlosen Wasserstraße. Draußen auf der offenen See verschmolzen Himmel und Meer fugenlos miteinander, und in dem leuchtenden Raum schienen die gegerbten Segel der mit der Flut herauftreibenden Boote in Trauben roten Tuchs stillzustehen, scharfe Spitzen getupft vom Gefunkel der lackierten Spriete. Dunst hing über den niedrigen Ufern, die zum Meer hin flach ausliefen und verschwanden. Über Gravesend war die Luft finster, und noch weiter oben schien sie sich zu einem trostlosen Schatten zu verdichten, der reglos über der größten und großartigsten Stadt der Erde brütete.
Der Director of Companies war unser Kapitän und unser Gastgeber. Wir anderen vier betrachteten voll Zuneigung seinen Rücken, während er am Bug stand und seewärts blickte. Auf dem ganzen Fluß war nichts, das auch nur halb so seemännisch wirkte wie er. Er glich einem Lotsen, für jeden Seemann
die Personifizierung der Zuverlässigkeit. Es war schwer zu glauben, daß seine Arbeit nicht dort draußen in der leuchtenden Mündung war, sondern hinter ihm, inmitten des brütenden Schattens.
Uns verband, wie ich schon einmal gesagt habe, die See. Ihr Band einte unsere Herzen selbst über längere Trennungszeiten und hatte außerdem den Effekt, uns nachsichtig zu machen gegen eines jeden Hirngespinsten ja, sogar Überzeugungen.
Der Anwalt, der beste aller Kameraden, hatte wegen seines hohen Alters und seiner vielen Tugenden das einzige Kissen an Bord und lag auf der einzigen Decke. Der Buchhalter hatte bereits einen Dominokasten hervorgeholt und spielte mit den Steinen Architekt. Marlow saß mit übereinandergeschlagenen Beinen rechts achtern gegen den Besanmast gelehnt. Seine Wangen waren eingefallen, das Gesicht war gelb, der Rücken gerade, seine ganze Erscheinung asketisch, und mit den herabhängenden Armen und nach vorn geöffneten Handflächen sah er aus wie ein Götzenbild. Nachdem sich der Director überzeugt hatte, daß der Anker griff, kam er nach achtern und
setzte sich zu uns. Träge wechselten wir ein paar Worte. Dann senkte sich Schweigen über das Deck der Jacht. Aus irgendeinem Grund begannen wir nicht mit dem Dominospiel. Wir wollten unseren Gedanken nachhängen und fühlten uns zu nichts anderem in der Lage, als friedlich vor uns hinzustarren.
Joseph Conrad (3 december 1857 3 augustus 1924)
Buste door Jacob Epstein, museum van Canterbury
De Vlaamse schrijver Henri (Hendrik) Conscience werd geboren in Antwerpen op 3 december 1812. Zie ook mijn blog van 3 december 2008.
Uit: De Leeuw Van Vlaanderen Of De Slag Der Gulden Sporen
De rode morgenzon blonk twijfelachtig in het oosten, en was nog met een kleed van nachtwolken omgeven, terwijl haar zevenkleurig beeld zich glinsterend in elke dauwdruppel herhaalde; de blauwe dampen der aarde hingen als een onvatbaar weefsel aan de toppen der bomen, en de kelken der ontwelkende bloemen openden zich met liefde om de jongste straal van het daglicht te ontvangen. De nachtegaal had zijn zoete liederen reeds meermalen gedurende de schemering herhaald, maar nu verdoofde het verwarde geschater van mindere zangers zijn verleidende tonen.
Een hoop ridders rende stilzwijgend door de velden van Roeselare. Het gerammel hunner uitrusting en de zware stappen hunner dravers verschrikten de vreedzame bewoners der wouden; want van tijd tot tijd wierp een hert zich uit het kreupelbos, en vluchtte sneller dan de wind voor dit nakend gevaar.
De kleding en de wapens dezer ridders waren zo kostelijk dat men, bij de eerste oogopslag, Graven en nog hogere heren eronder gissen kon. Een zijden Kolder hing hun met zwierige vouwen om het lichaam, terwijl een verzilverde helm hun het hoofd met purperen en lazuren vederen bekroonde.
Hun handschoenen, met ijzeren schelpen bedekt, en hun met goud doorwrochte knieplaten blonken ook niet weinig bij het morgenlicht. De schuimende en onrustige paarden wrongen het gebit met drift tussen de tanden, en dan bewogen de zilveren knopen en de zijden trossen huns tuigs zich liefelijk.
Alhoewel de uitrusting dezer reizigers niet ten oorloge geschikt was, mits zij geen harnassen droegen, kon men echter genoeg bemerken dat zij zich tegen vijanden voorzien hadden; want de mouwen van hun pantsers kwamen met hun armen door de kolders. Grote slagzwaarden hingen ook aan hun zadels, en de schildknapen voerden grote beukelaars achter hun meesters.
Elke ridder had zijn wapentekenen op de borst geborduurd, in zulker wijze dat men de stam van ieder herkennen mocht.--De koude des morgens had hun de lust tot spreken benomen, de klemmende nachtlucht bezwaarde hun oogleden; zij weerstonden de lastige vaak met moeite en bleven in een sluimerige ongevoeligheid verzonken.
Een jonge man ging te voet voor hen in de baan. Lange golvende haren rolden op zijn brede schouders; blauwe glinsterende ogen stonden vlammend onder zijn blonde wenkbrauwen, en een jonge baard krulde op zijn kin.--Een wollen kolder met een gordel was zijn kleedsel, en een kruismes in een lederen schede zijn wapen. Zichtbaar was het op zijn gelaat dat het gezelschap, aan hetwelk hij ten leidsman diende, hem niet aangenaam was. Er schuilde voorzeker iets geheims in zijn boezem, want hij wendde dikwijls de ogen met linkse blik naar de ridders. Lang van gestalte en buitengewoon sterk van leden, stapte de jongeling zo snel voort, dat de paarden moeite hadden om hem op een tred bij te houden.
Hendrik Conscience (3 december 1812 10 september 1883)
Portret door Jan Portaels
De Nederlandse schrijver Herman Heijermans werd geboren op 3 december 1864 in Rotterdam. Zie ook mijn blog van 3 december 2006 en ook mijn blog van 3 december 2007 en ook mijn blog van 3 december 2008.
Uit: Interieurs. Bep, die dwaze jongen
Hooger trok Bep z'n been op, in wrevel beluisterend het geanimeerd spreken der twee. Dadelaar zat met het hoofd leunend op de hand, knikkend in plezierig begrijpen. André, rood-frisch van de straat, blij in zijn herinneringen vertelde tusschen rookdampjes door.
.... Heel curieus geval.... Acute Ruggemergsaandoening bij 'n werkman... Verbàzend merkwaardig....
Hij werd gestoord door de huishoudster.
Zal ik opdoen, meneer?
Doe maar op. Doe maar op!
Luidruchtig vroolijk floot hij 'n wijsje uit de Zigeunerbaron.
Maar dan weer opgeruimd doorpratend....: Wat zeg ik?.... Eén aandoening? Twéé tegelijk, hahaha!.... Bij vader en zoon.... Volkomen zekerheid.... En 't prachtige is dat 't eene geval 't andere zoo heelemaal bevestigt!.... Weet je dat ze voor het nieuwe Viaduct bezig zijn onder water te werken?.... Die twee waren in dezelfde caisson om fundeering te metselen, nog niet eens bij veel atmosfeeren. Ongeveer twee. Allebei léélijk 'r aan toe....
Hé!
Stel je voor dat de moeder aan bloedvergiftiging geloofde! Stomme menschen. Eerst dacht ik niet aan 't ergste, niewaar? Bij twee tegelijk èn acúut. De zoon heeft Retentio urinae.... Frappant geval. . De vader volkomen paraplegie... Als ze 'n week vroeger om me gekomen waren, hè?.... De vader geef 'k geen twee dagen meer.
'k Zou ze naar 't Gasthuis laten brengen.
Jawel, de zoon. Die kan daar bèter behandeld worden. Natuurlijk heeft-ie al 'n Cystitis - maar de vader transporteer 'k niet. 'k Heb 'm voorloopig 'n strychnine-injectie gegeven.
Ik wil 'm morgen wel eens zien.
Verbazend-intressant. Als ze niet bij toeval met caissons onder water werken, heb je misschien nóóit gelegenheid zóó'n geval te zien.
Herman Heijermans (3 december 1864 22 november 1924)
|