De Nederlandse dichter, schrijver en criticus Charles Edgar (Eddy) du Perron werd geboren op 2 november 1899 in Jatinegara (West Java). Zie ook mijn blog van 2 november 2010 en eveneens alle tags voor E. du Perron op dit blog.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Het Land van Herkomst
September. - Ik heb het vorige hoofdstuk kort afgebroken om de komst van Wijdenes; het is zelfs of mijn pen vlugger is gegaan sinds ik besloten heb hem deze periode van mijn leven voor te leggen. Het manuskript ligt nu in zijn kamer in de Feuilleraie, maar na zijn pelgrimstocht naar Sils-Maria blijkt hij zelf van vele dingen vervuld. Hij had in de trein Der Antichrist bij zich en het Braunbuch. Dat de nazi's zich op Nietzsche beroepen, dat ook ditmaal het pruisiese misverstand zijn heros heeft opgeslokt om hem verminkt en als profeet van een zo vulgaire aanmatiging weer uit te braken, tast hem aan in zijn diepste, zijn intellektuele geweten. Drie jaar jonger dan ik en doktor in de wijsbegeerte, afvallig als zodanig of bijna, sinds hij Kant en Hegel heeft afgezworen om het te houden met degeen die aan iedere waarheid slechts een dichterlike waarde toekent en vooropstelt dat de filosoof altijd belangrijker is dan zijn stelsel, heb ik hem in de vier jaren van onze vriendschap zich steeds meer zien ontwikkelen in de richting van een relativisties positivisme; ik heb om hem moeten lachen en hem tegelijk bewonderd om zijn door-en-door polemiese natuur die zichzelf en anderen telkens weer trachtte te overtuigen dat hij aan geen enkele vaste waarde meer geloofde, daaraan zelfs geen behoefte had, alles in twijfel trok buiten het stromen van zijn bloed en het eigen belang, en dat het laatste bijgeloof dat hij bestreed de ridikule verering was van de geest. Kristelik grootgebracht daarbij, vrijzinnig protestant, sinds hij leerde denken ook daar afvallig, met een protestantse koppigheid vooral verachtend wat zich als vrijzinnig aandient.
Terwijl wij dan, de tuin overziend die er niets aanlokkelik meer uitziet in het grijze licht, met onze rieten stoelen naast elkaar, de koffie drinken waaraan ik te lang vooruit gedacht heb (op de derde stoel ligt weer het Braunbuch), komt hij langzamerhand los - aanvankelik in het soort nuanceloze boutade waarmee hij schijnt te willen verbergen dat hij eigenlik een slecht spreker is. Zijn Hollanders werkelik altijd slechte sprekers? heb ik mij dikwels afgevraagd, als ik met hem samen was geweest; het kontrast tussen zijn brieven en zijn konversatie was dan opvallend. Met Gerard Rijckloff, die ongetwijfeld geest bezit, kan men dagen lang samen zijn zonder te raken uit een soort superieure, d.w.z. beter-gestyleerde, mondaine roddelpraat, maar dan opeens vertelt hij een avontuur dat hem overkomen is met een zeer eigen en pakkend meesterschap.
E. du Perron (2 november 1899 14 mei 1940)
De Griekse dichter Odysseas Elytis (pseudoniem voor Odysseas Alepoudhelis) werd op 2 november 1911 te Iraklion op Kreta geboren. Zie ook mijn blog van 2 november 2010 en eveneens alle tags voor Odysseas Elytis op dit blog.
Beauty and the Illiterate
Often, in the Repose of Evening her soul took a lightness from
the mountains across, although the day was harsh and
tomorrow foreign.
But, when it darkened well and out came the priest's hand over
the little garden of the dead, She
Alone, Standing, with the few domestics of the nightthe blowing
rosemary and the murmur of smoke from the kilns
at sea's entry, wakeful
Otherly beauty!
Only the waves' words half-guessed or in a rustle, and others
resembling the dead's that startle in the cypress, strange
zodiacs that lit up her magnetic moon-turned head.
And one
Unbelievable cleanliness allowed, to great depth in her, the real
landscape to be seen,
Where, near the river, the dark ones fought against the Angel,
exactly showing how she's born, Beauty
Or what we otherwise call tear.
And long as her thinking lasted, you could feel it overflow the
glowing sight bitterly in the eyes and the huge, like an
ancient prostitute's, cheekbones
Stretched to the extreme points of the Large Dog and of the Virgin.
"Far from the pestilential city I dreamed of her deserted place
where a tear may have no meaning and the only light be
from the flame that ravishes all that for me exists.
"Shoulder-to-shoulder under what will be, sworn to extreme silence
and the co-ruling of the stars,
"As if I didn't know yet, the illiterate, that there exactly, in extreme
silence are the most repellent thuds
"And that, since it became unbearable inside a man's chest, solitude
dispersed and seeded stars!"
Vertaald door Olga Broumas
Drinking the sun of Corinth
Drinking the sun of Corinth Reading the marble ruins Striding across vineyards and seas Sighting along the harpoon A votive fish that slips away I found the leaves that the suns psalm memorizes The living land that passion joys in opening.
I drink water, cut fruit, Thrust my hand into the winds foliage The lemon trees water the summer pollen The green birds tear my dreams I leave with a glance A wide glance in which the world is recreated Beautiful from the beginning to the dimensions of the heart!
Vertaald door Edmund Keeley and Philip Sherrard
Odysseas Elytis (2 november 1911 18 maart 1996)
De Oostenrijkse schrijver Leo Perutz werd geboren op 2 november 1882 in Praag. Zie ook mijn blog van 2 november 2010 en eveneens alle tags voor Leo Perutz op dit blog.
Uit: St. Petri-Schnee
Als die Nacht mich freigab, war ich ein namenloses Etwas, ein unpersönlichesWesen, das die Begriffe »Vergangenheit« und »Zukunft« nicht kannte. Ich lag, vielleicht viele Stunden lang, vielleicht auch nur den Bruchteil einer Sekunde hindurch, in einer Art Starrheit, und sie ging dann in einen
Zustand über, den ich jetzt nicht mehr beschreiben kann.
Wenn ich ihn ein schattenhaftes, mit dem Gefühl einer völligen Bestimmungslosigkeit gepaartes Bewußtsein meiner selbst nenne, so habe ich das Besondere und Eigenartige an ihm nur unzureichend wiedergegeben. Es wäre leicht, zu sagen: Ich schwebte im Leeren, aber dieseWorte besagen nichts. Ich wußte nur, daß irgend etwas existierte, aber daß dieses »Irgendetwas« ich selbst war, das wußte ich nicht.
Ich kann nicht sagen, wie lange dieser Zustand währte und wann die ersten Erinnerungen kamen. Sie tauchten in mir auf und zerflossen sogleich wieder, ich konnte sie nicht halten. Eine von ihnen bereitete mir, so gestaltlos sie auch war, dennoch Schmerz oder sie machte mir Angst, ich hörte mich tief Atem holen, wie unter einem Alpdruck.
Die ersten Erinnerungen, die haftenblieben,waren durchaus gleichgültiger Natur. Der Name eines Hundes, den ich einstmals kurze Zeit hindurch besessen hatte, fiel mir ein. Dann, daß ich einen Band meiner Shakespeare-Ausgabe verliehen und nicht mehr zurückerhalten hatte. Ein Straßenname
und eine Hausnummer flogen mir zu, mit denen ich auch jetzt noch kein Ereignis meines Lebens in Verbindung bringen kann, und dann sah ich das Bild eines Motorradfahrers, der mit zwei erlegten Feldhasen auf dem
Rücken durch die menschenleere Dorfstraße , wann war das nur gewesen? Ich entsann mich, daß ich gestrauchelt war, als ich dem Mann mit den beiden Feldhasen auswich, und im Aufstehen hatte ich bemerkt, daß ich meine Taschenuhr in der Hand hielt, acht Uhr zeigte sie, und das Glas hatte ich im Fallen zerbrochen. Ich war mit der Taschenuhr in der Hand ohne Hut und Mantel aus dem Haus
Leo Perutz (2 november 1882 25 augustus 1957)
De Nederlandse dichter en vertaler Kees van den Heuvel werd geboren op 2 november 1960 in Mill. Zie ook mijn blog van 2 november 2009 en mijn blog van 10 februari 2010 en ook mijn blog van 2 november 2010
Jongensdroom
Ik droom al jarenlang dezelfde droom
Toch ga ik elke avond graag weer slapen
Want steeds is hij als nieuw, vol glans en kleur
Er stopt een bus bij mij met schone knapen
Het zijn er veertig (inclusief chauffeur)
Van wellust zijn ze bijna buiten zinnen
Een godsgeschenk! Ik open snel mijn deur
En laat de jongens opgetogen binnen
Meteen ontkleden zij zich zonder schroom,
Dan glip ik weg ik zie hun blik verzuren
Ik wou zo lang al eens een bus besturen.
Schone slaper
Een schemerduister koestert stil zijn leden Het drenkt zijn lome lijf in fijn pastel
En schenkt hem vreugde in zijn dromenspel
Want zie, hij glimlacht sluimerig tevreden
Omslachtig ben ik naar het bed gelopen
Ik neem hem bij de arm en zeg zijn naam
Hij kreunt getergd en draait zich van het raam
Wanneer ik fluks de jaloezieën open
Het zonlicht streelt nu langs zijn rug en billen
Zijn rosse haartjes gloeien vurig rood
Dit fraaie tafereel van jongensbloot
Doet zelfs het luidste stadslawaai verstillen
Maar mooi of niet je kunt ook overdrijven
Het loopt verdomme nou al tegen vijven.
Kees van den Heuvel (2 november 1960 11 januari 2010)
De Albanese dichter en schrijver Bilal Xhaferri werd geboren op 2 november 1935 in Ninat bij Konispol. Zie ook mijn blog van 2 november 2008 en ook mijn blog van 2 november 2009 en ook mijn blog van 2 november 2010
Cham Nights
The wolf pack holds its pace In the snowflake-salted night, Holds its pace near the herders silent camps, A savage pack from the Cham forests. No howl, no bleat is heard, No fires to be seen where the shepherds once dozed, Only the endless sea waves lashing at the banks, Only the moon, a lone sheep escaped from a pen, Erring oer solitary meadows in the clouds. The wolf pack holds its pace, Hearkens famished in the snow-dappled night.
Where are you, shepherds in your sheepskin cloaks? Where are your flocks bleating in the meadows? Where are your lambs and the clanking bells? Where the sheepdogs growling like lions? Grey ones, white ones, wolf dogs our ancient foes? Where are they, let us show them our pitchforks, How we struggle to survive.
Ravaged Chameria is hushed in the darkness, Ceaseless waves whip the submissive cliffs, Resounding far and wide in the Ionian night, To the howl of those starving wolves.
Vertaald door Robert Elsie
Bilal Xhaferri (2 november 1935 14 oktober 1986) Detail van een momument
Zie voor nog meer schrijvers van de 2e november ook mijn vorige blog van vandaag.
|