De Amerikaanse dichteres en schrijfster Ella Wheeler Wilcox werd geboren op 5 november 1850 in Johnstown, Wisconsin. Zie ook mijn blog van 5 november 2008 en ook mijn blog van 5 november 2009 en ook mijn blog van 5 november 2010.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Love is enough
Love is enough. Let us not ask for gold. Wealth breeds false aims, and pride and selfishness; In those serene, Arcadian days of old Men gave no thought to princely homes and dress. The gods who dwelt on fair Olympia's height Lived only for dear love and love's delight. Love is enough.
Love is enough. Why should we care for fame? Ambition is a most unpleasant guest: It lures us with the glory of a name Far from the happy haunts of peace and rest. Let us stay here in this secluded place Made beautiful by love's endearing grace! Love is enough.
Love is enough. Why should we strive for power? It brings men only envy and distrust. The poor world's homage pleases but an hour, And earthly honours vanish in the dust. The grandest lives are ofttimes desolate; Let me be loved, and let who will be great. Love is enough.
Love is enough. Why should we ask for more? What greater gift have gods vouchsafed to men? What better boon of all their precious store Than our fond hearts that love and love again? Old love may die; new love is just as sweet; And life is fair and all the world complete: Love is enough!
Does It Pay?
If one poor burdened toiler oer lifes road, Who meets us by the way, Goes on less conscious of his galling load, Then life, indeed, does pay.
If we can show the troubled heart the gain That lies always in loss, Why, then, we too are paid for all the pain Of bearing lifes hard cross.
If some despondent soul to hope is stirred, Some sad lip made to smile, By any act of ours, or any word, Then, life has been worth while.
Ella Wheeler Wilcox (5 november 1850 30 oktober 1919)
De Engelse dichter en schrijver James Elroy Flecker werd geboren op 5 november 1884 in Londen. Zie ook mijn blog van 5 november 2008 en ook mijn blog van 5 november 2009 en ook mijn blog van 5 november 2010.
Ballad of the Londoner
Evening falls on the smoky walls,
And the railings drip with rain,
And I will cross the old river
To see my girl again.
The great and solemn-gliding tram,
Love's still-mysterious car,
Has many a light of gold and white,
And a single dark red star.
I know a garden in a street
Which no one ever knew;
I know a rose beyond the Thames,
Where flowers are pale and few.
My Friend
I had a friend who battled for the truth
With stubborn heart and obstinate despair,
Till all his beauty left him, and his youth,
And there were few to love him anywhere.
Then would he wander out among the graves,
And think of dead men lying in a row;
Or, standing on a cliff observe the waves,
And hear the wistful sound of winds below;
And yet they told him nothing. So he sought
The twittering forest at the break of day,
Or on fantastic mountains shaped a thought
As lofty and impenitent as they.
And next he went in wonder through a town
Slowly by day and hurriedly by night,
And watched men walking up the street and down
With timorous and terrible delight.
Weary, he drew man's wisdom from a book,
And pondered on the high words spoken of old,
Pacing a lamplit room: but soon forsook
The golden sentences that left him cold.
After, a woman found him, and his head
Lay on her breast, till he forgot his pain
In gentle kisses on a midnight bed,
And welcomed royal-winged joy again.
When love became a loathing, as it must,
He knew not where to turn; and he was wise,
Being now old, to sink among the dust,
And rest his rebel heart, and close his eyes.
James Elroy Flecker (5 november 1884 3 januari 1915)
De Amerikaanse schilder en dichter Washington Allston werd geboren op 5 november 1779 in de buurt van Charleston, South Carolina. Zie ook mijn blog van 5 november 2008 en ook mijn blog van 5 november 2009 en ook mijn blog van 5 november 2010.
THE PAINT-KINGS (Fragment)
Fair Ellen was long the delight of the young,
No damsel could with her compare;
Her charms were the theme of the heart and the tongue.
And bards without number in extacies sung,
The beauties of Ellen the fair.
Yet cold was the maid; and tho' legions advanced,
All drill'd by Ovidean art,
And languish'd, and ogled, protested and danced,
Like shadows they came, and like shadows they glanced
From the hard polish'd ice of her heart.
Yet still did the heart of fair Ellen implore
A something that could not be found;
Like a sailor she seem'd on a desolate shore,
With nor house, nor a tree, nor a sound but the roar
Of breakers high dashing around.
From object to object still, still would she veer,
Though nothing, alas, could she find;
Like the moon, without atmosphere, brilliant and clear,
Yet doom'd, like the moon, with no being to cheer
The bright barren waste of her mind.
But rather than sit like a statue so still
When the rain made her mansion a pound,
Up and down would she go, like the sails of a mill,
And pat every stair, like a woodpecker's bill,
From the tiles of the roof to the ground.
One morn, as the maid from her casement inclin'd,
Pass'd a youth, with a frame in his hand.
The casement she clos'd--not the eye of her mind;
For, do all she could, no, she could not be blind;
Still before her she saw the youth stand.
Washington Allston (5 november 1779 9 juli 1843)
Portret in het The Hooper-Lee-Nichols House, Cambridge, Massachusetts
De Nederlandse schrijfster Anna Maria van Schurman werd geboren in Keulen op 5 november 1607. Zie ook mijn blog van 5 november 2010 en eveneens alle tags voor Anna Maria van Schurman op dit blog.
Uit: Brief aan Marie Jars de Gournay
Anna Maria van Schurman aan mevrouw De Gournay
Mevrouw,
Als ik blijk heb gegeven van de ontroering die ik voel met betrekking tot de voordelen die uw heroïsche deugden aan onze sexe hebben verschaft, dan was dat slechts geweest om me te ontslaan van een plicht die de gerechtigheid mij voorhoudt. Welnu, de brief die u zo goed was om aan mij te schrijven toont ons voldoende dat uw beschaafdheid zich nooit meet aan haar objecten en dat zij geen grenzen kent dan van haar zelf. Vandaar komt het dat u er niet op neerkeek om mij te bedanken voor wat u naar rechte toekomt, ware het niet dat u mij de hoop had gegeven dat mijn naam in de toekomst door de gunst van uw muze onsterfelijk zal worden. Zeker zou ik ook het geluk dat u mij zo snel en vrijgevig in het vooruitzicht stelt, waardig willen zijn en dat u aantreft in de harmonie en symmetrie tussen het verheven karakter van uw stijl en tussen de nederigheid van het onderwerp. Maar wat er ook van kome, ik beeld me door een zoete droom in dat de trekken van affectie die in de brief te lezen zijn, mij zonder twijfel niet minder tot eer zullen strekken dan de eer van een lof die ik volgens u zou hebben verdiend.
Wat betreft uw mening dat u vindt dat ik me teveel bezig houd met de studie van talen, kan ik u verzekeren dat ik er slechts de uren van mijn vrije tijd insteek en soms na tamelijk lange tussenpozen, indien u me toestaat om een uitzondering te maken voor de heilige taal. Want behalve dat zij als onderwerp het woord van God heeft die het belangrijkste voorwerp in onze gedachten moet zijn, is er geen vertaling die ons zo goed de ongekunsteldheid en de nadruk van deze heilige mysterieën uitdrukt.
Anna Maria van Schurman (5 november 1607 4 of 14 mei 1678)
Portret door Cornelis Janssens van Ceulen, 1657
De Duitse dichter en schrijver Hans Sachs werd op 5 november 1494 in Nürnberg geboren als zoon van een kleermaker. Zie ook mijn blog van 5 november 2010 en eveneens alle tags voor Hans Sachs op dit blog.
Das alphabet
In der hagenblütweis Heinrich Frauenlobs.
1.
Athenodorus weise, als der zu Rom was worden alt und heim begeret in sein vatterlande, Bat Augustum mit fleise, der gab im günstig des gewalt. also rüst er sich auf die reis zuhande. Als der weis den keiser gesegnet eben, da wolt er im noch zu gedenken geben ein ler, die im hülf, weil er het das leben.
2.
»Keiser hör zu der letze, sprach er, wan du in zoren brennst, solstu gar nichts reden oder fürhaben, Bis du nach meim gesetze heimlich bei dir zelst unde nennst die vier und zwenzig kriechischen buchstaben, das du nit etwas handelst on verstande.« der keiser zog den weisen bei der hande, sprach: »ich darf dein noch lenger in dem lande.«
3.
Behielt in noch ein jare als das Plutarchus uns beschreib. bei der geschicht ein weiser man sol merken, Das er nit herein fare, wan in sein zoren dreng und treib: gäh schnelle wort, die tun den zoren sterken, Sunder stilschweiget tu ein zeit lang beiten, weil man im sprichwort sagt in langen zeiten, wie das ein gäher man sol esel reiten.
Hans Sachs (5 november 1494 -19 janauari 1576)
Houtsnede door Michael Ostendorfer
|