De Nederlandse dichter en schrijver Hans Plomp werd op 29 januari 1944 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Hans Plomp op dit blog.
Als ik uit mijn droomland de wereld bezoek, bedek ik mijn lichaam met jas en met broek.
Daar mag je niet naakt zijn en niet zonder geld. Gebroken de wil, gekruisigd de held. Je dagen geteld.
Als ik uit mijn droomland de wereld bezoek, bedek ik mijn geest met de vacht van een beest.
Amor vincit
Zo kwetsbaar onze liefde, te bedenken dat zij alles is wat ons verbindt. Zo onsterfelijk deze droom, de kern van het bestaan.
Vriendschap
Ooit zullen we ont-slapen niet meer ontwaken hier maar daar waar alleen vrienden zijn nooit meer hoeven slapen.
Hans Plomp (Amsterdam, 29 januari 1944)
De Vlaamse schrijfster Saskia de Coster werd geboren in Leuven op 29 januari 1976. Zie ook alle tags voor Saskia de Coster op dit blog.
Uit: Wij en ik
“Nu zou ik u willen vragen, barmhartige God: laat Sarah gerust en neem mij. U weet dat ik heel dankbaar ben voor het leven dat ik gehad heb, voor een stukske ervan toch. Spaar Sarah en neem mij. Dat is alles. (…) Het gaat niet om mij, het gaat om mijn familie die niet helemaal mag doodbloeden. Al die ongelukken, dat moet gedaan zijn. Al die drama’s en al die doden, ik kan het nier meer aan. (…)
‘Waarom moet alles zo afgebakend zijn?’ vraagt Sarah aan Jules, die over het klavier van de computer gebogen zit. Jules draait zich naar haar toe. ‘Er is niets uit zichzelf afgebakend.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Afbakeningen bestaan alleen bij de gratie van mensen die ze nodig hebben omdat ze anders niet weten wat met hun leven aan te vangen. Een afbakening geeft structuur, een soort van ritme aan het leven. Maar fuck the rules, wij hebben ons eigen ritme.”
Saskia de Coster (Leuven, 29 januari 1976)
De Nederlandse schilder en dichter Willem Hussem werd geboren in Rotterdam op 29 januari 1900. Zie ook alle tags voor Willem Hussem op dit blog.
de populieren sidderen tegen de avondhemel de stilte gaat voorbij
*
sneeuw heeft de wind het zwijgen opgelegd de stilte spreekt
*
de zon loopt op stelten over de golven ik ga op schaduwbenen langs de branding naar huis
Willem Hussem (29 januari 1900 - 21 juli 1974) Willem Hussem, Abstract, 1958
De Nederlandse tekstdichter, columnist en schrijver Lennaert Nijgh werd geboren in Haarlem op 29 januari 1945. Zie ook alle tags voor Lennaert Nijgh op dit blog.
Vrede
Een doodgewone dag, ik zag de mensen als mussen zitten op een warm terras, onrustig en vol onvervulde wensen, zou iemand weten dat het vrede was?
Oorlog is een film in verre landen, of iets waar opa over zeurt de wereld is gewapend tot de tanden en wacht tot dat er eindelijk iets gebeurt.
Vrede wordt door niemand nieuws gevonden, gewoon onzichtbaar, zoals vensterglas, en niet voordat de scherven ons wonden, zullen wij weten dat er vrede was.
Vandaag weer niets gebeurt, ik zie de mensen, als mussen zitten op een warm terras, onrustig en vol onvervulde wensen, zou iemand weten dat het vrede was?
Lennaert Nijgh (29 januari 1945 - 28 november 2002) Cover
De Russische schrijver Anton Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in Taganrog, een havenstad in Zuid-Rusland. Zie ook alle tags voor Anton Tsjechov op dit blog.
Uit: Drie zusters (Vertaald door Michael De Cock)
Andrej “Waar is alles naartoe? Waar is mijn verleden naartoe? Toen ik nog jong was, gelukkig, slim. Toen ik nog kon dromen en briljante ideeën had. Toen er nog hoop op mijn dagen scheen. Waarom worden wij zo snel in ons leven al zo saai, zo grijs en oninteressant, zo lui, onverschillig, nutteloos en ongelukkig?... Onze stad bestaat tweehonderd jaar. Er wonen 100.000 mensen in deze stad en er is er niet één gelijk aan de andere. En toch is er niet één heilige, uit het verleden of van vandaag, niet één geleerde, niet één kunstenaar, niet één van al die mensen is inspirerend genoeg om jaloers op te zijn. Of om er passioneel naar te verlang en te zijn zoals hij. Ze eten, drinken, slapen en gaan dood. Anderen worden geboren. Ook zij eten, drinken, slapen, en om niet volledig afgestompt te geraken van verveling zoeken ze verstrooiing in vulgaire roddel, wodka, kaarten, vuile intriges. Vrouwen bedriegen hun mannen, mannen liegen en houden zich voor dat ze niets horen en niets zien, kinderen worden overspoeld door een verschrikkelijk vulgaire invloed, en de goddelijk sprankel die er als ze klein zijn nog is, wordt genadeloos verpletterd. Ze worden allemaal dezelfde, meelijwekkende, levende doden, gelijk hun vaders enmoeders.”
Anton Tsjechov (29 januari 1860 – 15 juli 1904) Scene uit een opvoering in Ashland, Oregon, 2012
De Poolse schrijfster Olga Tokarczuk is in Sulechów, dichtbij Zielona Góra, geboren op 29 januari 1962. Zie ook alle tags voor Olga Tokarczuk op dit blog.
Uit: Runners (Vertaald door Jennifer Croft)
« Kunicki ignores her sarcasm. “Alright, alright, continue.” “I found a little stone house. We fell asleep, it got dark…” “Just like that? It got dark? What happened to the whole day? What were you doing all day?” She presses on. “We had a nice morning. I thought that you might worry about us a little bit and actually remember that we exist. Like shock therapy. We ate grapes all the time and kept going swimming…” “You’re telling me you didn’t eat for three days?” “Like I say, we ate grapes all the time.” “What did you drink?” Kunicki urges. Here she grimaces. “Water from the sea.” “Why don’t you just tell me the truth?” “That is the truth.” Kunicki severs meticulously the fleshy little stems. “Okay, and then what?” “Nothing. We went back to the road and flagged down a car that took us to–” “After three days!” “So what?” He throws the knife down into the parsley. The cutting board crashes to the floor. “Do you have any idea how much trouble you caused? There was a helicopter out looking for you! The whole island was mobilized!”
Olga Tokarczuk (Sulechów, 29 januari 1962)
De Nederlandse dichter Hubert Kornelisz. Poot werd geboren in Abtswoude op 29 januari 1689. Zie ook alle tags voor Hubert K. Poot op dit blog.
Gelukkigh Ongeluk
Och, onder wat rampzaelge star Ben ik ter quader uur geboren! O uur, die ik verwenschen dar, Kost gy me in myn geboort niet smoren? Myn lief, de trekster van myn' zin, Veracht myn min.
Gewislyk heeft Lachees, niet stil, Myn' levensdraet, al t' onbezonnen, Op eene dikberoeste spil, Van zwarte jammerwol gesponnen: Myn lief, de trekster van myn' zin, Veracht myn min.
Gewislyk heeft een bange nacht, Vol spoox van helsche Razernyen, My, arrem schepsel, voortgebragt, In 's werelts allerdroefste tyen: Myn lief, de trekster van myn' zin, Veracht myn min.
Zoo klaegde ik, maer al heel niet lang; Want Febus en de Zanggodinnen Vertroostten my met dezen zang, Van Helikons bebloemde tinnen: Uw lief, de trekster van uw' zin, Verdient geen min.
Vaer wel dan, wreede; ik haet uw' naem. De hemel wil het my vergeven Dat ik uit min, die ik my schaem, Oit yvrigh t' uwaert plagh te streven. Een zoeter queekster van myn min Beheerscht myn' zin.
Hubert K. Poot (29 januari 1689 - 31 december 1733) Poot op dertigjarige leeftijd geschilderd door Thomas van der Wilt
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e januari ook mijn blog van 29 januari 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.
|