Dolce far niente – Het poëziemuseum op het Museumplein
View of the Rijksmuseum Amsterdam by night II door Erik Renssen, 2015
Het feest kan beginnen
De zee is kalm maar wie belooft ons nog geborgenheid, wie blijft bij de les. Voortekens staren ons in het gezicht, de duisternis heeft ons uitgespuugd. Alles is aan boord: zuurstof, specerijen, vrouwen, mannen, trage dieren, trotse dieren. Een kwestie slechts van overleven en het hoofd koel houden. Al dagen is ons tijdperk van subtiele metaforen afgesloten: een paard in het ruim van het schip dat ons aan land zal brengen, het proestte, snoof, brak los, door demonen opgejaagd, dan stormde het naar het achterdek en struikelde overboord. Het gehinnik verzoop in het bruisen onder de schroeven, in luttele seconden raakte iedereen in rep en roer. Voortekens staren ons in het gezicht, de duisternis heeft ons uitgespuugd. We zullen bossen kappen, een lichtend voorbeeld vinden, geboortesteden construeren zonder voorgeschiedenis, geactiveerd door aromatisch sentiment. Duisternis, voortekens. Er zullen vallen klappen als het stormt, zeezieke uren liggen voor de boeg maar onze droom bestaat. Nu alleen de timing nog.
Alfred Schaffer (Leidschendam, 16 september 1973)
Aan een klein meisje
Dit is een land waar grote mensen wonen. Je hoeft er nog niet in: het is er boos. Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen. En altijd is er weer wat anders loos.
En in dit land zijn alle avonturen. Hetzelfde, van een man en van een vrouw. En achter elke muur zijn andere muren. En nooit een eenhoorn of een bietebauw.
En alle dingen hebben hier twee kanten. En alle teddyberen zijn hier dood. En boze stukken staan in boze kranten. En dat doen boze mannen voor hun brood.
Een bos is hier alleen maar een boel bomen. En de soldaten zijn niet meer van tin. Dit is een land waar grote mensen wonen. Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.
Annie M.G. Schmidt (20 mei 1911 – 21 mei 1995)
Psyche
Ik las de Phaedo met mijn vijfde klas en in de tekst kwam het woord yuxh/ voor: ik legde, aan 't nog kinderlijk gehoor, uit waarom yuxh/ 'ziel' én 'vlinder' was.
Terwijl ik nóg eens de passage las was er ineens een ritseling, en een spoor van glanzen kwam, van 't raam, de ruimte door. Er zat een grote vlinder voor 't glas.
Het was een dagpauwoog. En ieder zag de purperen gloed, die op zijn vleugels lag; de ogen, waar het aetherblauw in brandt.
Ten laatste - hij zat rustig op de hand - bracht hem een jongen weg. Onaangerand, zei hij, was hij ontweken naar het blauw.
Ida Gerhardt (11 mei 1905 – 15 augustus 1997) Cover biografie
De Engelse schrijver Jonathan Coe werd geboren op 19 augustus 1961 in Birmingham. Zie ook alle tags voor Jonathan Coe op dit blog.
Uit: Expo 58 (Vertaald door Luud Dorresteijn en Otto Biersma)
“In een schrijven van 3 juni 1954 bracht de Belgische ambassadeur in Londen een uitnodiging over aan de regering van Hare Majes-teit, de koningin van het Verenigd Koninkrijk: een uitnodiging tot deelname aan een nieuwe wereldtentoonstelling die de Belgen 'de algemene wereldtentoonstelling te Brussel 1958' noemden. Vijf maanden later, op 24 november 1954, werd Hare Majesteits formele aanvaarding overgebracht aan de ambassadeur, tijdens een bezoek aan Londen van baron Moens de Fernig, de commis-saris-generaal die door de Belgische regering was aangesteld om de organisatie van de tentoonstelling op zich te nemen. Het zou de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog zijn dat een dergelijk evenement werd georganiseerd, in een tijd waarin de Europese landen die bij die oorlog betrokken waren geweest, zochten naar vreedzame samenwerking en zelfs een verbond; en tegelijkertijd was het ook een periode waarin de politieke verhou-dingen tussen de NAVO en de Oostbloklanden zich op een diepte-punt bevonden. De tentoonstelling zou worden gehouden in een tijd van ongekend optimisme over de recente ontdekkingen op het gebied van de nucleaire wetenschap, en in een periode waar-in dat optimisme werd getemperd door een ongebreidelde angst voor wat er zou gebeuren als die ontdekkingen zouden worden ingezet voor destructieve in plaats van constructieve doeleinden. Het symbool van deze grote paradox zou een reusachtige metalen constructie precies in het midden van het expositieterrein wor-den, het Atomium genaamd, een creatie van de Belgische ingeni-eur André Waterkeyn. Het zou ruim honderd meter hoog worden en het was een weergave van een elementair ijzerkristal, 165 mil-jard keer uitvergroot. In de oorspronkelijke uitnodiging werd het doel van de ten-toonstelling als volgt omschreven: 'het bevorderen van een ver-gelijking van de uiteenlopende activiteiten van de diverse naties op het gebied van kunst, wetenschap, economische aangelegen-lieden en technologie.”
Jonathan Coe (Birmingham, 19 augustus 1961)
De Amerikaanse dichter Li-Young Lee werd geboren op 19 augustus 1957 in Jakarta, Indonesië. Zie ook alle tags voor Li-Young Lee op dit blog.
Changing Places in the Fire (Fragment)
1 What’s The Word! she cries from her purchase on the iron finial of the front gate to my heart.
The radio in the kitchen is stuck in the year I was born. The capitals of the world are burning.
And this sparrow with a woman’s face roars in the burdened air — air crowded with voices, but no word, mobbed with talking, but no word, teeming with speech, but no word — this woman with the body of a bird is shrieking fierce buzzed volts in the swarming babble, What’s The Word!
This evening is the year of my birth. The country has just gained its independence. Social unrest grows rampant as the economy declines. Under a corrupt government of the army and the rich come years of mass poverty, decades of starving children and racially-fueled mayhem. Word is
armed squads raping women by the hundreds. Word is beheadings, public lynchings, and riots. Word is burning, looting, curfews, and shoot-to-kill orders. And word is more deadly days lie ahead.
Today, tomorrow, and yesterday, the forecast calls for more misery, more poverty, more starvation, more families fleeing their homes, more refugees streaming toward every border.
More horror is to come, that’s the word. More scapegoating is to come, that’s the word. More violence is to come on the roads, in the streets, in the homes, violence
in the churches, in the temples where they preach who to love and who to hate. How to get to heaven, and who to leave behind. How to don the fleece of the blameless and prosecute your neighbor.
Li-Young Lee (Jakarta, 19 augustus 1957)
De Vlaamse dichter Frederik Lucien De Laere werd geboren in Brugge op 19 augustus 1971. Zie ook alle tags voor Frederik Lucien De Laere op dit blog.
Hero en Leander
Het lijkt onmetelijk het lijkt onmogelijk het water doorhouwen in crawl een donkere massa doorkomen met klasse tot bij de fakkel het waauwgevoel bij het licht de lichte zeden het eden tot plots het vuur dooft en hij dobbert stuurloos en total loss aanziet een muur van water aanvaardt de diepte de dip definitief de liefde verstoord zijn lief mee in zee gestort.
Kraambed
Het gaat erom spannen. Er gaat een kanteling vooraf aan het kermen, geen erbarmen maar smart komt haar toe. De pijn ligt in de lijn van de uitzetting van in den beginne.
Het kind wacht op een voorstelling. De poort opent zich na een lange ontsluiting en het verbreken van de zegels. Het ziet prachtige dingen: gouden beelden, blauwe tegels, vazen in albast en meesterlijk gesneden hout.
Neen, het is geen droom, geen nachtmerrie met klinisch wit en mensen met groene maskers.
Frederik Lucien De Laere (Brugge, 19 augustus 1971)
De Nederlandse schrijver, dichter en vertaler Louis Th. Lehmann werd geboren op 19 augustus 1920 in Rotterdam. Zie ook alle tags voor Louis Th. Lehmann op dit blog.
Maastricht , 28 december 2000
Ik ging naar Maastricht om Moniek Toebosch*) te zien. Ik lees je hier, ik hoor je hier, ik zie je hier geprojecteerd op witte muren. En als pop zo groot als jij en in de juiste kleren. Ik lees op een andere muur meer woorden over meer daden dan ik van je gezien heb. Ik mis je grote plastic oor. Ik mis je antwoord. Ik besluit: Moniek Toebosch is niet Moniek Toebosch zonder Moniek Toebosch.
Portret
Voor Chris van Geel jr. Ik ben een ziener als een witte olifant, ik zie het vasteland al uitgestorven en zit aan zee met slechts de laatst verworven stenen en schelpen glijdend door mijn hand Ik voel met mens noch ding een enkle band, omdat 'k geen hartstocht ooit ben nagezworven. Een ieder heeft het snel bij mij verkorven, ik wens mijn stil gebied onaangerand. Maar ik vergeet en kan alleen verlangen gerespecteerd te blijven in mijn spel met kralen, veren of zelfs spoken, vrij in waar 'k mijn eenzaamheid mee vol wil hangen. Een wraak is nu alreeds wat ik vertel, want als ik dood ben speelt men ook met mij.
Louis Th. Lehmann (19 augustus 1920 – 23 december 2012)
De Amerikaanse dichter Frederic Ogden Nash werd geboren in Rye, New York, op 19 augustus 1902. Zie ook alle tags voor Ogden Nash op dit blog.
First Child ... Second Child
FIRST Be it a girl, or one of the boys, It is scarlet all over its avoirdupois, It is red, it is boiled; could the obstetrician Have possibly been a lobstertrician? His degrees and credentials were hunky-dory, But how's for an infantile inventory? Here's the prodigy, here's the miracle! Whether its head is oval or spherical, You rejoice to find it has only one, Having dreaded a two-headed daughter or son; Here's the phenomenon all complete, It's got two hands, it's got two feet, Only natural, but pleasing, because For months you have dreamed of flippers or claws. Furthermore, it is fully equipped: Fingers and toes with nails are tipped; It's even got eyes, and a mouth clear cut; When the mouth comes open the eyes go shut, When the eyes go shut, the breath is loosed And the presence of lungs can be deduced. Let the rockets flash and the cannon thunder, This child is a marvel, a matchless wonder. A staggering child, a child astounding, Dazzling, diaperless, dumbfounding, Stupendous, miraculous, unsurpassed, A child to stagger and flabbergast, Bright as a button, sharp as a thorn, And the only perfect one ever born. SECOND Arrived this evening at half-past nine. Everybody is doing fine. Is it a boy, or quite the reverse? You can call in the morning and ask the nurse.
The Romantic Age
This one is entering her teens, Ripe for sentimental scenes, Has picked a gangling unripe male, Sees herself in bridal veil, Presses lips and tosses head, Declares she's not too young to wed, Informs you pertly you forget Romeo and Juliet. Do not argue, do not shout; Remind her how that one turned out.
Ogden Nash (19 augustus 1902 – 19 mei 1971) Cover
Zie voor nog meer schrijvers van de 19e augustus ook mijn blog van 19 augustus 2017.
|