De Poolse schrijver Marek Hlasko werd geboren op 14 januari 1934 in Warschau. Hij had allerlei baantjes tot hij in 1955 groot opzien baarde met zijn eerste verhalen. Zijn schokkende taalgebruik maakte van hem de woordvoerder van een hele generatie. Van 1955 tot 1957 was hij redacteur van het weekblad "Po Prostu" , waarin de toonaangevende intelligentia publiceerde. In 1958 reisde hij naar Westeuropa. Toen zijn visum niet verlengd werd keerde hij niet naar Polen terug. Hij stierf al op 35-jarige leeftijd aan een overdosis tabletten en alcohol in Wiesbaden.
Uit: Piekni dwudziestoletni / The Beautiful Twenty-Year Olds (1966)
"I have come to know many cunning people in my life: I have known those who sold sugar for morphine, the sellers of Persian carpets which were made two hours earlier in Tel-Aviv's Ben-Jehuda Street; during the occupation I knew a guy who loaded himself with diamonds by selling flour to Jews and telling them it was poison that would save them from suffering when there was no way out
but I have never met a man as faultlessly cunning as Ford. I think I can write so with confidence, for I know how many people, ideas and films this man has wasted, being most cunning and foxy opportunist who pretended to be most embittered and infuriated by the stupidity of the authorities. 'Osmy dzien' was a bad story, yet could have been turned into a good film. But you need to be able to make good films. Ford, who knows Warsaw only through his car windows, moved the plot to the Old Town; Agnieszka wanders along sugary-sweet streets; those streets are filled with extras dressed in T shirts and pretending to be lumpenproletariat elements who accost her. The point of the story, which I unfortunately bungled, though I like its idea, was as follows: the girl who can see the grime and sleaze of it all wants only one thing for herself and her boyfriend - a beautiful start to their love. The idea of Ford's film is that people have nowhere to fuck, which is obviously untrue, for you can fuck anywhere
The film was to win him a Cannes award, recognition by the Marxist critics [who had made a spectacular, adaptive conversion after the "breakthrough"] and subtle criticism from party authorities. It turned out a piece of shit - unluckily for Ford, but luckily for myself.
Marek Hlasko (14 januari 1934 14 juni 1969)
De Joods-Amerikaanse schrijfster, dichteres en feministe Tillie Lerner Olsen werd geboren in Omaha (Nebraska) op 14 januari 1912. Olsen die een zeer linkse politieke overtuiging was toegedaan en onder meer allerlei vakbondsactiviteiten ondernam (ze kwam er zelfs een tijdje voor in de gevangenis), schreef over de beslommeringen van 'gewone' vrouwen en andere alledaagse sociale onderwerpen. Haar literaire werk diende tot inspiratie van diverse feministische schrijfsters. Alhoewel ze slechts weinig boeken heeft geschreven, worden het feministische "Tell Me a Riddle" uit 1961 (een bundel van vier korte verhalen) en het niet afgemaakte "Yonnondio: From the Thirties" uit 1974 (laatste gaat over de Grote Depressie) als klassieke meesterwerken beschouwd. Voor de eerste won ze de O. Henry Award.
i want you women up north to know
i want you women up north to know how those dainty children's dresses you buy at macy's, wannamakers, gimbels, marshall fields, are dyed in blood, are stitched in wasting flesh, down in San Antonio, "where sunshine spends the winter."
I want you women up north to see the obsequious smile, the salesladies trill "exquisite work, madame, exquisite pleats" vanish into a bloated face, ordering more dresses, gouging the wages down, dissolve into maria, ambrosa, catalina, stitching these dresses from dawn to night, in blood, in wasting flesh.
Tillie Olsen (14 januari 1912 1 januari 2007)
De Duitse dichter en schrijver Rudolf Hagelstange werd geboren op 14 januari 1912 in Nordhausen. Van 1931 tot 1933 studeerde hij filologie in Berlijn. In 1939 bezocht hij de Reichspresseschule. Tijdens WO II diende hij als inlichtingenofficier. In 1944 was hij oorlogsverslaggever in Frankrijk en Italië. Na de oorlog verscheen zijn eerste dichtbundel met 35 sonnetten: Venezianisches Credo. Behalve gedichten schreef hij ook essays en romans en was hij als uitgever werkzaam.
Uit: Venezianisches Credo.
Sonett 11
Wie faß ich ihn, den dreimal Hochgebauten,
den Alterslosen und Unbenennbaren!
Wo ist ein Wort, das seinen Urstand wahren
und seinen Glanz auffangen kann. Wir schauten
die Sterne an und wurden sein nicht inne;
und nicht des Mondes Strahl, der träumerische,
und nicht das Schuppenkleid der Fische
genügen ihm. Und der Gebirge Zinne,
die höchste, und des Adlers kühne Schwinge,
die Wolke und der Blitz - sie sind nur Blicke,
zu ihm gerichtet, ohne ihn zu sehn.
Er atmet aus den Winden, die ihm wehn,
und duftet aus der Rose, die ich pflücke,
Er ist die Melodie, nach der ich singe.
Rudolf Hagelstange (14 januari 1912 5 augustus 1984)
De Russische schrijver Anatoli Rybakov werd geboren op 14 januari 1911 in Tsjernihiv. Rybakov wijdde zich na de oorlog geheel aan de literatuur. De enige roman, die van hem in het Nederlands verscheen was 'Het zware zand' over het antisemitisme. 'De kinderen van de Arbat' betekende in de Sovjetunie een sensatie omdat dit grotendeels autobiografische werk een radicale afrekening met het stalinisme inhield. De Arbat is een bekende hoofdstraat in Moskou, waar enkele van de figuren uit het boek wonen. Het verhaal speelt in 1934 aan de vooravond van de grote politieke processen, waarbij bekende politieke leiders op instigatie van Stalin werden geliquideerd. Rybakov beschrijft het lot van een jonge student, die onschuldig in de gevangenis belandt en later naar Siberië wordt verbannen. Opmerkelijk is, dat in deze roman Stalin zelf als een van de hoofdfiguren optreedt.
Uit: The Children of the Arbatxml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />
Stalin put aside his book, got up, and paced around the room clutching his pipe. He stopped at the window and gazed out at the familiar sight of the yellow and white Arsenal building and the bronze cannons lined up along its facade.
The diplomat from Motovilikha! It wasn't an unarmed Germany that posed a threat, it was Japanese troops in Manchuria, in our rear in the Far East. Budyagin knew that perfectly well, however limited his outlook. He hadn't come to talk about Hitler.
He'd come to make it known that there were people in the Party who had their own point of view, and that they were defending their right to their point of view, and that at the proper time they would advance it against his point of view. Budyagin hadn't come on his own initiative, he was too unimportant. He'd come on instructions from the same people who had allegedly helped him, Stalin, to rout his enemies, the same people he was supposed to rely on, and was relying on, because he had to, otherwise they'd get rid of him the way they'd got rid of the others. They thought he was indebted to them for everything.
They were profoundly misguided. The true leader emerges by himself, he owes his power to himself alone. Otherwise he is not a leader, but a puppet. They hadn't chosen him, he had chosen them. They hadn't pushed him to the front, he had pulled them along behind him. It wasn't they who had helped him to consolidate himself, it was he who had raised them to the pinnacles of state power. They had become what they were solely because they had taken their places alongside him.
Anatoli Rybakov (14 januari 1911 23 december 1998)
De Duitse dichter en schrijver Werner Helwig werd op 14 januari 1905 in Berlijn geboren. De toenmalige jeugdbeweging is van grote invloed op zijn werk geweest. Helwig behoorde tot de Nerother Wandervogel en bracht midden jaren twintig lang door op de burcht Waldeck, waar het landelijke centrum van de Wandervogel gevestigd was. Ook maakte hij jarenlang trektochten door Scaninavië, Ijsland, Ierland, Spanje en Griekenland. De oorlogsjaren bracht hij door in Liechtenstein, daarna woonde hij tot aan zijn dood in Genève.Internationaal bekend werd Helwig met het eerste deel van zijn Hellas-trilogie: Raubfischer in Hellas uit 1939.
Uit: Raubfischer in Hellas
Ich gab nicht nach und hielt ihm entgegen, daß der Mensch, der in den Zentralen der Hochzivilisation lebe, sozusagen in der Urzelle seiner selbst bedroht sei. Die Luft sei nicht mehr in Ordnung, an den Nahrungsmitteln wirkten sich schädliche, kaum kontrollierbare Einflüsse aus, wegen der Übervölkerung nehme der Verkehr ständig zu. Man wisse nicht mehr, wohin das führen solle. Es sei keine Zukunft mehr da, der man geruhig und in Erwartung eines vergnüglichen Lebensabends entgegengedeihen könne. Man müsse von Moment zu Moment überleben und freue sich der erfochtenen Siege kaum. Denn schon wäre die nächste Sorge da und würde die Kraft von gestern und morgen zugleich verbrauchen. Er jedoch hätte sich in eine, wie er selbst dargestellt - Räubergesellschaft zurückgezogen, die sich, alles überspringend, an die Spitze des Vernichtungszuges gesetzt hätte, der, man wisse nicht wann, jedenfalls irgendwo im neunzehnten Jahrhundert, aufgebrochen sei, um der Welt die letzte ihrer Stunden aufzuzwingen. Was aber unternähme er, um diese Entwicklung zu stoppen? Während in den Städten Gegenmaßnahmen durchberaten und erprobt würden, hätten seine Freunde nichts Besseres im Sinn, als das Meer, die Lebensweide von einigen hunderttausend Wesen, lahmzulegen und der künftigen Weltverödung die ersten gelungenen Entwürfe zu liefern!
Werner Helwig (14 januari 1905 4 februari 1985)
De Finse dichter en schrijver Zacharias Topelius werd geboren in Nykarleby op 14 januari 1818. Topelius was zweedstalig, zoals destijds zovelen in de hogere maatschappelijke klassen, en hij schreef dan ook in het Zweeds. Wel zeer bijzonder in die tijd was dat hij het Fins ook goed beheerste. In 1831, op dertienjarige leeftijd, ging hij naar Helsinki, waar hij al snel in contact kwam met Johan Ludvig Runeberg, de belangrijkste Finse dichter van de 19e eeuw. Hij woonde zelfs enige tijd bij Runeberg thuis. Topelius haalde zijn eerste graad in 1840, en zijn licentiaat in 1844. In 1848 werd hij doctor in de filosofie. In 1854 werd hij benoemd tot rector de Universiteit van Helsinki. Ook gaf hij Geschiedenis, Zweeds en Statistiek op het lyceum van Helsinki. Van 1841 tot 1860 was hij tevens hoofdredacteur van de krant Helsingfors Gazette. Parallel aan zijn universitaire carrière hield Topelius zich bezig met literatuur. Hij was tamelijk veelzijdig; zo schreef hij honderden gedichten, sprookjes en liederen. Ook schreef hij het libretto voor de eerste Finse opera Kung Karls jakt (De jacht van koning Karel), alsmede de eerste Finse historische roman Hertiginnan af Finland (De Hertogin van Finland). Vandaag de dag worden vooral zijn sprookjes nog het meest gelezen.
Uit: The Birch and The Star
I still know an old story about a boy and a girl who throughout their life only wanted to reach one single goal. How many of us could say the same? Nearly two hundred years ago there was a big distress in Finland. The war raged around the country, towns and houses were burnt, the fields were trod and hundreds of thousands of people died of sword, of hunger, in exile and of frightening diseases. Then neither seen nor heard nothing else but sighs and tears, moans, sorrow, pain and blood; and those who had any hope remaining, could no longer know what to wish for, as the plague of God crossed our country disciplining it strictly; those memories are never forgotten. During this big distress many families were also divided so that a few were taken to the enemies' country, others fled into the forests and woods or to far-away Sweden; the wife knew nothing any more about her husband, the brother about his sister and the father and the mother did not know about their children if they were still alive or already dead. That´s why, when peace came at last and those still being alive returned home, only sparse could not miss a relative nor cry. It is told in a story of Knight Bluebeard that he sent his sister to the tower from which one could see far to the road and every little while was asking her: "Anna, my sister, do you see anyone coming ?" Likewise many asked each other when the cottage seemed gloomy and the dear ones did not arrive: "Is anybody coming?" And usually the answer was: "No one !"-But sometimes it happened as in the fairy-tale of Bluebeard that from far away a small dust cloud was seen on the road and at last a group of refugees who were lookig for their close relations was seen...
Zacharias Topelius (14 januari 1818 12 maart 1898)
De Nederlandse dichter en schrijver Isaäc da Costa werd geboren in Amsterdam op 14 januari 1798. Zie ook mijn blog van 14 januari 2007.
Uit: Bezwaren tegen den geest der eeuw
Verdraagzaamheid is mede een dier tooverwoorden, waarmede men het onnadenkende verstand van menig welmeenende begoochelt, en hem de verschriklijkste misbruiken onder den naam der heiligste deugden weet op te dringen; een dier leuzen, waarmede men een halve wereld te wapen roept, en ten strijde geleidt tegen alles wat aan de heerschzuchtige oogmerken van hen, die niets in den hemel noch op de aarde boven zich verdragen willen, den minsten tegenstand durft bieden. Zekerlijk noemen het de wolven verdraagzaamheid, wanneer de herders en de honden sluimeren, of zich sluimerend houden, en de schapen ten prooi
[p. 19]origineel laten aan het verscheurende gedierte, hetwelk zy verplicht waren van de kudde te weren en te verdrijven: en de bewoners van alle tucht en strafhuizen zouden het ongetwijfeld zeer verdraagzaam vinden, indien de Overheden de banden, waarin zy tot behoud der maatschappy wederhouden worden, goed vonden los te maken, en hun de vrije macht gaven om naar welgevallen te plonderen en te moorden. Zullen wy dit mede verdraagzaamheid heeten? Neen waarlijk! het staat niet in de macht, noch van weinigen, noch van velen, om door eene willekeurige en partydige naamgeving misbruiken en verkeerdheden tot deugden te heiligen.
Isaäc da Costa (14 januari 1798 28 april 1860)
Zie voor onderstaande schrijfster ook mijn blog van 14 januari 2007. De Duitse dichteres en strijdster voor vrouwenrechten Ida Dehmel werd geboren op 14 januari 1870 in Bingen.
|