De Franse kunstschilder, dichter en schrijver Francis Picabia werd geboren in Parijs op 22 januari 1879. Picabia was nauwelijks 15 jaar oud, toen zijn vader zijn eerste doek, Une rue aux Martigues, instuurde naar de Parijse Salon des Artistes Français. In 1897 ontdekte hij het Impressionisme van Alfred Sisley en in 1898 werd zijn enthousiasme nog groter, toen hij kennismaakte met de familie Camille Pissarro. Het werd het begin van een uitbundig vruchtbare werkperiode, die 10 jaar lang zou aanhouden. Een eerste expositie, in 1905, in de Galerie Haussmann was meteen een triomf. Van januari tot mei 1913 verbleef Picabia in New York als woordvoerder van de groep op de bekende Armory Show. Toen WO I uitbrak, werd de te Parijs gemobiliseerde Picabia, in 1915, naar Cuba op missie gestuurd. Het jaar daarop vond hij Marcel Duchamp en zijn vroegere vrienden terug en werd hij betrokken bij de uitgave van een avant-garde tijdschrift 291. Een tijdlang legde hij zelfs het penseel opzij en publiceerde hij de eerste van zijn Cinquante-Deux Miroirs te Barcelona, in 1917. In maart 1917 ging hij terug naar New York, nu voor een half jaar, en bracht daar zijn nu 391 geworden tijdschrift opnieuwe uit. Alweer met Marcel Duchamp nam hij er deel aan de eerste Exposition des Indépendants. 391 was aan zijn 14de nummer toe, toen Picabia zich van Dada verwijderde, in mei 1921. In juli van dat jaar publiceerde hij het nummer Pilhaou-Thibaou, dat een regelrecht anti-Dada-manifest werd. Terzelfdertijd benaderde hij André Breton, de paus van het Surrealisme.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eau Salée
Le palmier des épouses inondées, tourne vers moi la route prodige des épines sans café, qui chantent des bracelets liquides. Dans mon veston, au milieu des poches distendues par lhypothèse, les water-closet sur un doigt vide regardent les hésitations escabeaux des symboles faucons et du chapeau modèle. Hypothèse éplorée du grillon poisson de plaisir en pétales hâchés, les plantes du mari altérées en herbe ferment les yeux de lappareil spécialisé.
The Procession, Seville. 1912
PENSEES SANS LANGAGE (fragment)
aujourd'hui et depuis longtemps les ruisseaux ressemblent à des petites femmes une joie de vivre rêvant tout haut ça ne signifie rien pour regarder ailleurs religions égoïstes de l'humanité mon visage ressemble aux ruisseaux mais personne ne viendra almanach secret des grandes aventures dans l'escalier je ne vois rien mes amis savent tout feuilles publiques des potins fabricants de génies et d'imbéciles opération de toilette monstres assis dans des fauteuils illimités
Francis Picabia (22 januari 1879 30 november 1953)
De Belgische dichter, romanschrijver en psychoanalyticus Henry Bauchau werd geboren op 22 januari 1913 in Mechelen. Bauchau debuteerde pas op zijn 45ste in de letteren en publiceerde op zijn vijftigste zijn eerste roman. In de meeste van zijn boeken vermengt hij psycho-analyse, mythologie en verbeelding, waarbij vaak een innerlijke queeste centraal staat. Hij is sinds 1990 lid van de Académie royale de littérature de la Communauté française de Belgique (Koninklijke Literaire Academie van de franstalige gemeenschap in België). In 2002 kreeg hij de Prix International Union Latine de Littératures Romanes en in 2008 de Franse Prix du Livre Inter voor zijn roman Le Boulevard péripherique. Zijn romans verschenen in diverse vertalingen, maar amper in het Nederlands
Uit: L'Enfant bleu
Première année à l'hôpital de jour. Dès ma sortie du métro, à Richelieu-Drouot, je retrouve mon malaise. Je consulte ma montre. Après le long trajet depuis ma banlieue, je sais que je suis à l'heure et pourtant je me sens en retard. En retard sur le tumulte, l'urgence qui dominent ce quartier de la Bourse. En retard sur le monde, sur l'angoisse.
Je ne perds pas pied, je remonte lentement la rue Drouot , je me force à bien percevoir l'inégal échelonnement des gris et le dôme blanc de Montmartre qui les surmonte. Je suis présente, attentive, c'est le moment de changer de rue, d'aborder avec courage le porche un peu dégradé, l'escalier et l'écrasante banalité de l'entrée de l'hôpital de jour. Ensuite viennent le couloir, la salle des profs, ses tables, ses portemanteaux encombrés et l'accueil toujours méfiant de ceux qui m'ont demandé, le jour de mon arrivée, pourquoi on m'avait parachutée là.
J'ignorais alors les conflits qui troublaient la maison et j'ai répondu : « C'est la direction qui peut vous le dire, moi, je sais seulement que j'ai les qualifications nécessaires et que je dois gagner ma vie. » C'était peut-être la bonne réponse, depuis ils ne m'agressent plus, mais ils me tiennent à l'écart et je ne fais pas vraiment partie de l'équipe.
En arrivant je vois, affiché sur le mur par le professeur d'art, un dessin qui m'enchante et s'accorde à la détresse bien cachée que j'éprouve. C'est une très petite île, une île bleue, entourée de sable blond et couverte seulement de quelques palmiers. Cette île, son ciel, sa lumière, sa minuscule solitude protégée par une mer chaude expriment le désir, la douleur d'un cur blessé. Le dessin naïf, d'une manière fruste, toute pénétrée de rêve, me fait sentir avec force le silence, l'exil terrifié, la scandaleuse espérance dont il est né.
Henry Bauchau (Mechelen, 22 januari 1913)
De Britse schrijfster en actrice Mary Hayley Bell werd geboren op 22 januari 1911 in Shanghai, waar haar vader werkte in opdracht van de regering. Zij ontmoette er in de jaren dertig ook haar latere echtgenoot, de acteur John Mills. Als actrice speelde Mary Hayley Bell zelf in toneelstukken als 'Vintage wine' en 'Victoria regina'. In 1942 trouwde ze met John Mills en stopte met spelen. Bell begon zich toe te leggen op schrijven van toneelstukken en boeken. Haar roman 'Whistle down the wind' werd verfilmd met in de hoofdrol haar oudste dochter, Hayley Mills. Later bewerkte Andrew Lloyd Webber het boek tot een musical. Ook schreef Bell een autobiografie, 'What shall we do tomorrow?', deze verscheen in 1968.
Uit: What Shall We Do Tomorrow?
At Fernacres I started writing Angel -a play based on the Constance Kent murder in 1860. Binkie Beaumont said he would produce it, and Johnnie was to direct. On the day of the dress rehearsal, our Nanny gave in her notice; she wanted to become an air stewardess and had to catch the nine o'clock train! It was a nerve-racking morning, for Hayley, sitting thoughtfully upon her pot, wasn't in a co-operative mood.
'Do hurry up, Hayley! I urged.
'Can't! was all she would say, so we were not only late for rehearsal at the Strand Theatre, but we had to take the two girls with us. Bunch was happy enough playing about among the seats in the theatre and talking to herself, sometimes a little too loudly, but Hayley was a different matter. Too young to be interested for long, or able to sit still, I had to put her in charge of one of the lady character actresses in the cast, but during the morning I realized that the lady in question was now on the stage in a scene. I ran round to her dressing-room to collect Hayley, but there was no sign of her. No one had seen her! I asked the stage doorkeeper if he had seen what might have appeared to be a small dwarf, but he shook his head. She seemed to have disappeared and I was distraught with worry and fear. It was nearly an hour before she was discovered. She had walked straight out of the stage door and up the road to the next theatre, the Aldwych. Here she was found sitting on the lap of the stage doorkeeper, chatting away and having sardines levelled into her mouth on the end of a knife! No one, least of all Hayley, seemed in the least concerned.
Mary Hayley Bell (22 januari 1911 1 december 2005)
Met haar echtegenoot John Mills
De Amerikaanse dichter, schrijver en criticus Howard Moss werd geboren op 22 januari 1922 in New York. Hij studeerde aan de University of Michigan. Van 1948 tot aan zijn dood was hij poëzieredacteur van The New Yorker magazine. Hij was de ontdekker van enkele vooraanstaande Amerikaanse dichters als Anne Sexton en Amy Clampitt. In 1971 won hij de Pulitzer Prize for Poetry en in 1972 ontving hij de National Book Award voor zijn Selected Poems.
The Hand
I have watched your fingers drum Against each other: thumb against The fore- and middle-finger. When Tension leaves your hand alone, Your face slides back its screen, I see Such streams begin, such gardens grow That you must hide more than you hide, And I must know more than I know.
The Persistence of Song
Although it is not yet evening The secretaries have changed their frocks As if it were time for dancing, And locked up in the scholars' books There is a kind of rejoicing, There is a kind of singing That even the dark stone canyon makes As though all fountains were going At once, and the color flowed from bricks In one wild, lit upsurging.
What is the weather doing? And who arrived on a scallop shell With the smell of the sea this morning? -Creating a small upheaval High above the scaffolding By saying, "All will be well. There is a kind of rejoicing."
Is there a kind of rejoicing In saying, "All will be well?" High above the scaffolding, Creating a small upheaval, The smell of the sea this morning Arrived on a scallop shell. What was the weather doing In one wild, lit upsurging? At once, the color flowed from bricks As though all fountains were going, And even the dark stone canyon makes Here a kind of singing, And there a kind of rejoicing, And locked up in the scholars' books There is a time for dancing When the secretaries have changed their frocks, And though it is not yet evening,
There is the persistence of song.
Howard Moss (22 januari 1922 16 september 1987)
|