De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.
Wij spelen wasbord op de onderkaak
wij spelen wasbord op de onderkaak
van een dode koe
op de binnenplaats
klampt de zomerregen
zich vast aan de cactussen
schreeuwen de papegaaien
de veranda blank
waar de buurman met zijn barbecue
en ik maar controleren
of niet alles tegelijk vlam vat
omdat ik denk dat woorden
de vorm van een wolk
kunnen veranderen
omdat de zon
een meisjesgezicht
terwijl ik eigenlijk wil weten
of het wat uitmaakt
samen of apart verbranden
Je koude handen om de voorraad
de wieg en het vuur
de wieg in brand
de brand in de wieg
de wiegende brand
de brand aan je kont
de bliksem in je bol
de lach aan je kont
het velours trainingspak is een aardappelschil die je in een keer uit moet kunnen krijgen
in een keer de helix dat truttige liedje van haar natte lijf
de vrachtwagen
tegen de garagedeur
van het magazijn
van de supermarkt
de vrachtwagen
in de winter
jij wilt dat baantje hè
jij wilt dat baantje
met uitzicht op de dampende pan rijst
buitengezet door de vriendelijkste chinezen
om af te koelen in die open deur
van dat restaurant
onmogelijk
de mussen vlieren af en aan
je koude handen om het ijzer
de containers met voorraad
zijn handen in de winter
de containers met lege flessen
misschien wordt het wel knokken
Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)
Onafhankelijk van geboortedata
De Australische dichteres en schrijfster Judith Beveridge werd geboren in 1956 in Londen, Engeland. Zie ook alle tags voor Judith Beveridge op dit blog.
Mulla Mulla Beach
Voordat de zee een mijl verderop stopt,
hoor ik de schoepen van vissers die de rotsen raken
en hun haspels beginnen te knarsen als fietstandwielen.
Het zand is glad, op het wier na,
kwalachtig helder als chirurgische handschoenen.
Ik kijk naar de mannen die de hele dag vissen, ogen strak
op het water gericht, die geboren zijn met de zee altijd in hun oren.
Een plek sijpelt door in de stem
van elke inwoner. Ik loop waar sponzen groeien
als vochtige gist, een nieuwe wereld voor mij,
maar vertrouwd. Ik pers de zee eruit.
Een deel van die heldere stem sterft weg.
Het is het gesprek van mensen die hier het hele jaar door wonen,
die gewoon met rust gelaten willen worden.
Nu, bijna in het donker, kleeft er een dode confetti
van visschubben aan de rotsen.
Er is geen woord, behalve het geluid van de door zee en getijden gekeerde schelpen
die rustig heen en weer bewegen als oeverlopers:
hoewel er soms een lijn is, een gemurmel
dat zich in en uit de schelpen wikkelt.
Vertaald door Frans Roumen
Judith Beveridge (Londen, 1956)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 17 juli 2023 en ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.