De Vlaamse arts, dichter en toneelschrijver Eugène Van Oye werd geboren in Torhout op 3 juni 1840. Zie ook mijn blog van 1 mei 2007 en ook mijn blog van 3 juni 2007
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op het strand
Gij giet in hert en ziel, o zee,
met eeuwig smeekend smachten,
een zee mij van gevoelens en
een wereld van gedachten.
Wat is 't toch wat me droomen doet
vol weemoed en verlangen,
wanneer 'k in uw getoover lig
gebonden en gevangen?
Is 't de eeuwigheid? Is 't de eeuwigheid?
Het eindelooze leven?
Ik voele ze in mijn hert en ziel
en heel mijn wezen beven -
En dichtte ik duizend jaren nog,
't en waar' niet uitgezongen
hetgene me uit uw golven, zee,
is in de ziel gedrongen...
Eugène Van Oye (3 juni 1840 - 4 juni 1926)
De dichter, filosoof en schilder Carlo Michelstaedter werd geboren op 3 juni 1887 in Gorizia. Hij groeide op in een geletterde joodse familie in een klein dorp vlakbij Triëst, in die tijd deel van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Zijn overgrootvader van moeders kant was de eminente rabbi en geleerde Isacco Samuele Reggio. De moeder van Carlo Michelstaedter en zijn zusje Elda werden in de Tweede Wereldoorlog naar Auschwitz gedeporteerd en overleden aldaar. Na het gymnasium studeerde hij korte tijd aan de universiteit van Wenen (wiskunde en natuurwetenschap) maar niet veel later ging hij naar Florence om er kunstgeschiedenis te studeren. Na zijn overlijden werden zijn gedichten, brieven, filosofische werken en tekeningen gepubliceerd (Poesie, Il dialogo della salute e altri dialoghi, Opera grafica e pittorica, Epistolario en La persuasione e la rettorica). De novelle Un altro mare (Nederlandse vertaling Een andere zee) van de Italiaanse schrijver Claudio Magris is gebaseerd op het leven van Carlo Michelstaedter.
Uit: Persuasion and Rhetoric (Vertaald dsoor Russell Scott Valentino)
I know I want and do not have what I want. A weight hangs suspended from a hook; being suspended, it suffers because it cannot fall: it cannot get off the hook, for insofar as it is weight it suspends, and as long as it suspends it depends.
We want to satisfy it: we free it from its dependence, letting it go so that it might satisfy its hunger for what lies below, and it falls independently for as long as it is content to fall. But at none of the points attained is it content to stop; it still wants to fall, for the next point below continually overtakes in lowness that which the weight has just attained. Nor will any future point
be such as to render it content, being necessary to the weights life insofar, όφρα μένη αυτόν, as it awaits below; but every time a point is made present, it will be emptied of all attraction, no longer being below; thus does it want at every point the points below it, and those attract it more and more. It is always drawn by an equal hunger for what is lower, and the will to fall remains infinite with it always.
If at some point its will were finished and it could possess in one point the infinite
descent of the infinite future, at that point it would no longer be what it is a weight.
Its life is this want of life. If it no longer wanted but were finished, perfect, if it possessed its own self, it would have ended its existence. At that point, as its own impediment to possessing life, the weight would not depend on what is external as much as on its own self, in that it is not given the means to be satisfied. The weight can never be persuaded.
Carlo Michelstaedter (3 juni 1887 - 17 oktober 1910)
De Duitse dichter en schrijver Otto Erich Hartleben werd geboren op 3 juni 1864 in Clausthal. Vanaf 1886 studeerde hij in Berlijn en Leipzig rechten. Lang oefende hij zijn beroep als jurist niet uit. Vanaf 1890 leefde hij als zelfstandig schrijver, eerst in Berlijn, vanaf 1903 in Salò aan het Gardameer. Een doorslaand succes was in 1900 zijn officiersdrama Rosenmontag. Van de opbrengsten kocht hij de Villa Halkyone. Daar stichtte hij de Halkyonische Akademie voor niettoepaste wetenschappen, waar o.a. Peter Behrens, Otto Julius Bierbaum, Franz Blei, Gerhart Hauptmann, Alfred Kubin en Emil Orlik lid van waren.
Uit: Die Serényi
1. August 1886.
Warum fange ich erst jetzt an, ein Tagebuch zu schreiben?
Ich habe so viel erlebt: so viel Trauriges, so viel Buntes, und nie hatte ich das Bedürfnis, es für mich niederzuschreiben.
Erst heute!
Heute ist mein fünfundzwanzigster Geburtstag. Aber das ist es nicht. Diese runde Summe von einem Vierteljahrhundert sie imponiert mir gar nicht. Nein, es ist etwas anderes.
Mein Gatte o Gott! mein Gatte soll diese Blätter einst lesen.
Ich habe mich heute verlobt verlobt
Mein Herz ist voller und reicher denn je. Mit der Mutter hab ich bis jetzt geplaudert: wir haben uns geküßt und immer wieder geküßt. So froh sind wir selbst damals nicht gewesen, als ich meine ersten Triumphe feierte, meine ersten Kränze aufnahm ...
Aber nun bin ich allein. Und mein Herz ist noch immer nicht still: es muß noch immer jubeln und von seinem Glücke reden.
O meine liebe, gute Mutter! Was bist du mir gewesen, wie hast du mich geschirmt, wie hast du mich geliebt ...
Schlafe, mein Kind! Wache nicht mehr in deinem Zimmer: Dein Glück gehört dir auch noch morgen, so sagtest du zuletzt.
Ja, Mutter, ich will dir folgen. Ich lege mich nieder mein Glück gehört mir auch noch morgen!
Otto Erich Hartleben (3 juni 1864 11 februari 1905)
De Franse dichter, schrijver en librettist Philippe Quinault werd geboren in Parijs op 3 juni 1635. Quinault schreef een groot aantal toneelwerken en vanaf 1670 opera-libretto's voor Lully, met wie hij nauw samenwerkte. Quinault's opera-libretto's voor Lully werden het model voor de Franse tragédie lyrique. Quinauilt schreef o.a. libretto's naar teksten uit Ovidius' Metamorphoses, Euripides, Torquato Tasso's Gerusalemme liberata en Ludovico Ariosto's Orlando furioso. Zijn werk werd behalve door Lully o.a. op muziek gezet door Tommaso Traetta, Christoph Willibald Gluck, François Joseph Gossec, Niccolo Piccinni en Giovanni Paisiello.
Uit: Proserpine
La Paix
Héros, dont la valeur étonne l'univers,
Ah ! Quand briserez-vous nos fers ?
La discorde nous tient ici sous sa puissance ;
La barbare se plaît à voir couler nos pleurs ;
Soyez touché de nos malheurs,
Vous êtes dans nos maux notre unique espérance ;
Héros, dont la valeur étonne l'univers,
Ah quand briserez-vous nos fers !
La suite de la Paix repète ces deux derniers vers. La haine, la Rage, les Chagrins, la Jalousie, le Dépit, le Désespoir, et toute la suite de la Discorde, témoignent les douceurs qu'ils trouvent dans l'esclavage où ils ont reduit la Paix.
La Discorde
Soupirez, triste paix, malheureuse captive,
Gémissez, et n'espérez-pas
Qu'un héros que j'engage en de nouveaux combats
Écoute votre voix plaintive.
Plus il moissonne de lauriers,
Plus j'offre de matière à ses travaux guerriers.
J'anime les vaincus d'une nouvelle audace ;
J'oppose à la vive chaleur
De son indomptable valeur
Mille fleuves profonds, cent montagnes de glace.
La victoire empressée à conduire ses pas
Se prépare à voler aux plus lointains climats ;
Plus il la suit, plus il la trouve belle ;
Il oublie aisément pour elle
La paix et ses plus doux appas.
Philippe Quinault (3 juni 1635 - 26 november 1688)
|