Bij de keuze van paus
Franciscus Ixml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Sint Franciscus in
extase, Caravaggio, 1596
Zonnelied van Franciscus
Allerhoogste,
almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof,
de roem, de eer en alle zegen.
U alleen,
Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is
waardig uw naam te noemen.
Wees geprezen, mijn
Heer met al Uw schepselen,
vooral door
mijnheer broeder zon,
die de dag is en
door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en
straalt met grote pracht;
van U,
Allerhoogste, draagt hij het teken.
Wees geprezen, mijn
Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt
Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn
Heer, door broeder wind
en door de lucht,
bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het
leven van uw schepselen onderhoudt.
Wees geprezen, mijn
Heer, door zuster water,
die heel nuttig is
en nederig, kostbaar en kuis.
Wees geprezen, mijn
Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor
ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en
vrolijk, stoer en sterk.
Wees geprezen, mijn
Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en
leidt,
en allerlei
vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.
Wees geprezen, mijn
Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis
schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat
dragen in vrede,
want door U,
Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn
Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend
mens kan ontvluchten.
Wee hen die in
doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in
uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood
zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn
Heer,
en dank en dien Hem
in grote nederigheid.
Paus Franciscus I (Buenos
Aires, 17 december 1936)
|