De Vlaamse schrijver Peter
Terrin werd geboren in Tielt op 3 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Peter
Terrin op dit blog.
Uit: Post Mortem
Als een blinde zocht hij met gestrekte armen naar de
handdoek. Zijn ogen openen zou het prikken erger maken.
Hoe lang was het geleden dat hij shampoo in zijn ogen had gekregen? Hij kon het
zich niet herinneren. In zijn kindertijd, allicht. Misschien had hij wel vaker
shampoo in zijn ogen, betere shampoo, die niet prikte. Of was dit ouder worden,
kleinzerig? Zou hij straks de shampoo van Renée moeten gebruiken, geurend naar
aardbei?
Je bent veertig, dacht Emiel Steegman. Veertig is niet oud.
Tot overmaat van ramp hing niet één handdoek aan het verchroomde rekje boven de
radiator, binnen bereik. Steeds probeerde hij anderen, door het goede voorbeeld
te geven, door handdoeken op te hangen aan het rekje, duidelijk te maken hoe
zij hem met eenvoudige dingen een plezier konden doen. Hij faalde.
Zijn boodschap was niet duidelijk. Ze meenden dat hij steeds hún een plezier
deed. Op den duur vonden zij het normaal.
Wat zou Otto Richter hiertegen beginnen? De beroemde, bestverkopende schrijver
genoot vanzelfsprekend de voordelen van zijn gezegende leeftijd, wat echter
toen hij veertig was? Had hij dan al een jongere, onderdanige vrouw, die nauw
op dingen als handdoeken lette? Wat als het humeur van Richter door een
handdoek danig werd verstoord, dat de woorden hem de rest van de dag in de
steek lieten? Het was simpelweg ondenkbaar. Hij had een huishoudster in dienst.
Net zoals de weidse etage die hij toentertijd betrok in het rijkste kwartier
van de hoofdstad, maakte het niet uit of hij zich een huishoudster kon
veroorloven. Een schrijver, dat was toch iemand die de wereld naar zijn hand
zette?
Een flits van Tereza, zijn eigen vrouw, ze had een met
kant afgezette voorschoot om, een kapje op het hoofd, meer niet; ze kwam niet
voor de handdoek.
Hij wimpelde zijn gedachte af, er was geen tijd, maar hij voelde zich al minder
door haar nalatigheid ontzet dan voordien.
Peter Terrin
(Tielt, 3 oktober 1968)
De Amerikaanse
schrijver, dramaticus en essayist Gore Vidal werd geboren op 3 oktober 1925 in West Point, New
York. Zie ook mijn blog van 3 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Gore Vidal op dit blog.
Uit: Burr
[After the Great Fire of New York, December
17, 1835:] Like everyone else in the city, I was awake the whole night. Half
the First Ward has burned down.
It was Dante's Hell: ice and fire together. A
horrible racket of bells pealing, of fire-engines clattering, of houses
collapsing. At midnight the sky was like a red dawn. Today every New Yorker who
knows how to read mentions The Last
Days of Pompeii.
I am thankful that I won't be required to
describe what I saw. Memory too crowded with fiery images. Wall Street in
flames. A freezing wind full of fire--an anomaly.
Suddenly the new Merchants' Exchange vanishes
in a long wave of flame. A moment later I was able to see through the walls to
the statue beneath the dome of Alexander Hamilton [in the church graveyard.]
From nowhere, a half-dozen young sailors
raced into the building and tried to save the statue. They pulled the figure
off its pedestal but then the police forced them out of the building just in time
for with a hissing sigh the dome fell in and Hamilton was seen no more (his
would-be rescuer was a young officer from the Navy Yard--a banker's son, who
else?).
A group of Irish approached [Leggett and I]
and said, "They'll be making no more of them five-per-cent dividends, with
they now?".... Leggett grinned and gave [the speaker] a thumbs-up.
In the side streets the shopkeepers were
gloomily digging among the ashes to see what the fire had spared. In Pearl
Street there are miles of scorched cloth stacked on the side-walls. In Fulton
Street furniture. Nearly every street like an open bazaar of ruined good. The
poor steal whatever they can, particularly food...as do the pigs, who have
declared themselves a national holiday and are now rampant.... The only
contented sound in the city is their squeaking and snorting as they turn up
delicacies where once were taverns, grocery shops, homes."
Gore
Vidal (3 oktober 1925 31 juli 2012)
De Vlaamse
schrijver Stijn Streuvels, pseudoniem voor Frank Lateur werd geboren
in Heule op 3 oktober 1871. Zie ook mijn blog van 3 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Stijn Streuvels op dit blog.
Uit: De teleurgang van den
Waterhoek
Over de uitgestrekte meerschvlakte spreidt het
zonnelicht en de stilte, één geworden in het tijdelooze van den zomernamiddag.
Door de ruimte hoog en wijd - tusschen 't blauwe hemelveld en 't groen van den
bodem - wiebelt de aamlooze lucht als de deining van groot water, en op de
zonnesnaren gonst het leven als een verre droomzang. Alle dingen blijven aan
hun zelf overgelaten, in zware rust, broeiend in 't stoken der felle hitte.
De vent die stapaan den
gerswegel volgt, ontwaart eerst de Schelde wanneer hij vlak bij den oever
staat. Tusschen de toegetrechterde handen roept hij luide naar den overkant:
Aho! Aho!
Na een tijd wachtens
verschijnt de veerman, maakt de pont los en trekt, de handen beurtelings
overslaand, bij den ketting de boot naar den anderen oever toe. De reiziger
springt in, en onder 't varen meent hij iets te moeten zeggen, om de stilte te
breken.
Warm weer.... Eens dat
de brug er ligt, zal het toch veel gemak meebrengen.
Op dat woord snakt den
veerman den kop om:
Brug? Welke brug?
'k Heb mij laten
gezeggen dat hier eene brug over de Schelde komt.
Er zal nog veel water
voorbijstroomen eer dàt gebeurt, man.
Ik heb het alevel voor
de waarheid gehoord - van menschen die 't beweren te weten....
Da'k wist dat ge
waarheid spreekt, 'k smeet u hier bij uw verdommenis in 't water!
De man keek verwonderd
op, onthutst, reikte vreesachtig het veergeld en zoo gauw de pont tegen den
oever stiet, sprong hij aan wal, den barm op, en ging zonder om te kijken.
Zeg aan uwen
bruggemaker dat hij met deken Broeke zal te doen hebben.
In dien vreemden reiziger
zag Broeke ineens de verpersoonlijkte macht die uit 't onbekende, hier het werk
der destructie zou komen verrichten; dat stookte zijn wrok aan, en met die
dreiging meende hij 't kwaad dat hem beangstigde, te kunnen afweren.
Stijn
Streuvels (3 oktober 1871 15 augustus 1969)
Portret door Modest Huys,1915
De Franse schrijver Henri Alain--Fournier werd geboren op
3 oktober 1886 in Épineuil-le-Fleuriel (Cher). Zie ook mijn blog van 3
oktober 2010 en ook alle tags voor Alain-Fournier op dit blog.
Uit: Le Grand Meaulnes
Meaulnes, avec précaution, allait poser
d'autres questions, lorsque parut à la porte un couple charmant: une enfant de
seize ans avec corsage de velours et jupe à grands volants; un jeune personnage
en habit à haut col et pantalon à élastiques. Ils traversèrent la salle,
esquissant un pas de deux; d'autres les suivirent; puis d'autres passèrent en
courant, poussant des cris, poursuivis par un grand pierrot blafard, aux manches
trop longues, coiffé d'un bonnet noir et riant d'une bouche édentée. Il courait
à grandes enjambées maladroites, comme si, à chaque pas, il eût dû faire un
saut, et il agitait ses longues manches vides. Les jeune filles en avaient un
peu peur; les jeunges gens lui serraient la main et il paraissait faire la joie
des enfants qui le poursuivaient avec des cris perçants. Au passage il regarda
Meaulnes de ses yeux vitreux, et l'écolier crut reconnaître, complètement rasé,
le compagnon de M. Maloyau, le bohémien qui tout à l'heure accrochait les
lanternes.
Le repas était terminé. Chacun se levait.
Nicolas Duvauchelle en Jean-Baptiste Maunier in de
film Le Grand
Meaulnes uit 2006
Dans les couloirs s'organisaient des rondes
et des farandoles. Une musique, quelque part, jouait un pas de menuet...
Meaulnes, la tête à demi cachée dans le collet de son manteau, comme dans une
fraise, se sentait un autre personnage. Lui aussi, gagné par le plaisir, se mit
à poursuivre le grand pierrot à travers les couloirs du Domaine, comme dans les
coulisses d'un théâtre où la pantomime, de la scène, se fût partout répandue.
Il se trouva ainsi mêlé jusqu'à la fin de la nuit à une foule joyeuse aux
costumes extravagants. Parfois il ouvrait une porte, et se trouvait dans une
chambre où l'on montrait la lanterne magique. Des enfants applaudissaient à
grand bruit... Parfois, dans un coin de salon où l'on dansait, il engageait
conversation avec quelque dandy et se renseignait hâtivement sur les costumes
que l'on porterait les jours suivants...
Alain-Fournier (3 oktober 1886 - 22 september 1914)
De Russische
dichter Sergej Aleksandrovitsj Jesenin werd geboren op 3 oktober 1878 in het
dorpje Konstantinovo, bij Rjazan. Zie ook alle tags voor Sergej Jesenin op dit blog.
The Night
The tired day droops, slowly waning ,
The noisy waves are now tranquil.
The sun has set, the moon is sailing
Above the world, absorbed and still.
The valley listens to the babbles
Of peaceful river in the dale.
The forest, dark and bending, slumbers
To warbling of the nightingale.
The river, listening in and fondling,
Talks with the banks in quiet hush.
And up above resounds,а a-rolling,
The merry rustle of the rush.
The Stars
Stars little stars, youТre so high and so clear!
What have you got in you, so fascinating?
Stars, deep in thought, so discreet you appear,
What is the power that makes you so tempting?
Stars, little stars, youТre so dense and so solid!
What is it that makes you so great and alluring?
How can you,а heavenlyа bodies, afford it:
Stirring a thirst and desire for learning?
Why, as you shine, are youа nice and inviting
Into your wide open arms, on the instant?
Pleasing the heart, so benign and enticing,
Heavenly stars, so remote and so distant!
Vertaald door Alec Vagapov
Sergej
Jesenin (3 oktober
1878 - 28 december 1925)
Monument in Moskou
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e oktober ook mijn
blog van 3 oktober 2011 deel 1 en eveneens deel
2.
|