De Duitse schrijver Leopold Ritter von Sacher-Masoch werd geboren op 27 januari 1836 in Lemberg. Zie ook mijn blog van 27 januari 2007. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Mondnacht
Es war eine klare, warme Augustnacht. Ich kam vom Gebirge herab, die Flinte auf der Schulter, mein großer schwarzer englischer Wasserhund ging müde Schritt für Schritt hinter mir und ließ die Zunge hängen. Wir waren vom Wege abgekommen. Mehr als einmal stand ich still, blickte umher und suchte mich zurecht zu finden. Dann setzte sich mein Hund regelmäßig nieder und sah mich an.
Vor uns lag ein sanftes bewaldetes Hügelland. Ueber den blauschwarzen Bäumen stand der volle rothe Mond und warf ein grelles Feuer auf den dunkeln Himmel. Groß und ruhig floß der weiße Strom der Sterne von Osten gegen Westen, tief am nördlichen Horizonte stand der große Bär. Zwischen den nahen Weidenstämmen stieg ein leichter durchsichtiger Dunst von dem kleinen Sumpfe auf, welcher in mattem grünem Schimmer zitterte, eine Rohrdommel stöhnte im Schilf. Wie wir vorwärts schritten, füllte sich die Landschaft immer mehr mit Licht. Zu beiden Seiten traten die düsteren Baumwände langsam zurück und vor uns wogte die Ebene, ein grünes schimmerndes Meer, auf dem ein weißer Edelhof mit seinen großen Pappelbäumen wie ein Schiff mit vollen Segeln schwamm. Von Zeit zu Zeit zog ein sanfter Luftstrom durch Halme und Blätter und mit ihm ein wunderbarer Ton. Als ich näher kam, entfaltete er sich in schwermüthiger Schönheit. Es war ein gutes Piano und eine geübte feine Hand spielte die Mondscheinsonate von Beethoven. Mir war es, als werfe eine wunde Menschenseele ihre Thränen auf die Tasten. Eine verzweifelte Dissonanz dann schwieg das Instrument. Ich war kaum hundert Schritte von dem kleinen einsamen Edelhofe entfernt, dessen finstere Pappeln trübselig rauschten. Ein Hund rasselte traurig an seiner Kette, ein fernes Wasser sang einförmig, weinerlich durch die Nacht.
Leopold von Sacher-Masoch (27 januari 1836 9 maart 1895)
De Russische schrijver Mikhail Saltykov-Shchedrin werd geboren op 27 januari 1826 in Spas-Ugol, Tver. Zie ook mijn blog van 27 januari 2007.
Uit: How a Muzhik Fed Two Officials
Once upon a time there were two Officials. They were both empty-headed, and so they found themselves one day suddenly transported to an uninhabited isle, as if on a magic carpet.
They had passed their whole life in a Government Department, where records were kept; had been born there, bred there, grown old there, and consequently hadn't the least understanding for anything outside of the Department; and the only words they knew were: "With assurances of the highest esteem, I am your humble servant."
But the Department was abolished, and as the services of the two Officials were no longer needed, they were given their freedom. So the retired Officials migrated to Podyacheskaya Street in St. Petersburg. Each had his own home, his own cook and his pension.
Waking up on the uninhabited isle, they found themselves lying under the same cover. At first, of course, they couldn't understand what had happened to them, and they spoke as if nothing extraordinary had taken place.
"What a peculiar dream I had last night, your Excellency," said the one Official. "It seemed to me as if I were on an uninhabited isle."
Scarcely had he uttered the words, when he jumped to his feet. The other Official also jumped up.
"Good Lord, what does this mean! Where are we?" they cried out in astonishment. They felt each other to make sure that they were no longer dreaming, and finally convinced themselves of the sad reality.
Mikhail Saltykov-Shchedrin (27 januari 1826 10 mei 1889)
Portret door Ivan Kramskoi De Russische dichter en schrijver Ilja Ehrenburg werd geboren op 27 januari 1891 in Kiev. Zie ook mijn blog van 27 januari 2007.
1957
I could have lived a completely different life, and the soul was once created for some kind of Moscow dacha, where from the walls drips the dew. Where you walk awakened by the sunrise to the slope of the rivers shore, and to see how in the dreamy humidity little funny spiders run around. My dear, my distant, please relate, why have you become my torment, why I will never come to you, not able to come to you forever? ...
Ilja Ehrenburg (27 januari 1891 31 augustus 1967)
De Franstalige, maar oorspronkelijk Nederlandse schrijfster Neel Doff werd geboren in Buggenum op 27 januari 1858. Zie ook mijn blog van 27 januari 2007.
Uit: Keetje Tippel
Moeder was de hele morgen bezig geweest ons te wassen en aan te kleden en had geen tijd gehad om aardappels te koken; wij aten wat brood en dronken koffie. Om twee uur kwam ouwe Dientje, een buurvrouw, ons ophalen voor de kermis op de Nieuwmarkt. Wij gingen op stap, moeder met de baby en Dientje met Naatje op de arm; de groten - twee jongens en twee meisjes - liepen hand in hand voorop.
Hoe wij naar de Nieuwmarkt kwamen, die een heel eind van ons huis lag, herinner ik mij niet meer. Zoveel weet ik nog wel, dat wij ons onverhoeds midden in de menigte bevonden; dat voor de kermistenten dames in engelenjurken boven op paarden in geborduurde stroken zijde zaten; dat een man die in de meel was rondgerold met een schorre zangstem stond te lachen; dat de draaimolens, rondom versierd met bebloemde stoffen, ronddraaiden terwijl mannen en vrouwen arm in arm hosten en zongen bij het orgel, dat door trompetjes een wijsje uitschetterde: Hopla met de benen, het zijn geen molenstenen!
Hele troepen dienstmeisjes, met hun hoed over hun mutsje gestolpt en een omslagdoek over de schouders, liepen gearmd met werklui te zingen en te springen van hossen, hossen, hossen. Wit van angst stompte moeder mij voor zich uit: Hier blijven lopen, lelijke meid, als je niet oppast lopen ze ons nog onder de voet! Tenslotte deed ze zo lelijk tegen me, dat ik de hand van Hein losliet en langs een gracht wegrende. Maar opeens besefte ik in paniek dat ik daar alleen stond en de weg naar huis niet wist. Ik klampte een voorbijganger aan.
Als je hier langs de gracht blijft lopen, kom je bij de Amstel. Daar moet je linksaf en dan vind je je straat wel.
Neel Doff (27 januari 1858 14 juli 1942)
De Nederlandse schrijver Rudolf Geel werd geboren in Amsterdam op 27 januari 1941. Geel is docent taalbeheersing aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde de verhalenbundels Trage schaduwen (1991) en Een dichteres uit Los Angeles (1994), en de romans De paradijsganger (1988) en Dierbaar venijn (1992). Hij bezocht als gastdocent van het Instituut voor de Opleiding van Leraren enkele malen Suriname, en publiceerde daar ook de handleiding Het schrijven van leesbare teksten en brieven (1995). Ook in 1995 publiceerde hij de essaybundel Volmaakte schrijvers schrijven niet, over het scheppingspoces van literaire en andere teksten. Hij was redacteur van het algemeen-culturele tijdschrift De Gids en voorzitter van het Nederlandse Centrum van de internationale schrijversvereniging de P.E.N.
Uit: Het eerste artikel
Ik zou er heel wat voor over hebben als ik mijn allereerste stukje nog bezat. Het was helemaal niets. En toch stonden er woorden op papier. Die middag leerde ik versneld mijn eerste les: als je gaat schrijven, dan moet je wel een onderwerp hebben en daarnaast bij voorkeur geen pretenties. Veel schrijven levert niet alleen ervaring op, maar ook onderwerpen die bij een volgende gelegenheid soms in een geheel nieuw licht geplaatst kunnen worden. Een jaar na mijn debuut, dat ik niet inleverde, schreef ik overigens desnoods in mijn eentje het schoolblad vol. Dat kwam omdat ik, geholpen door de eerste ervaring, snel een tweede les leerde: er zijn onderwerpen te over, als je maar niet te ver van huis gaat. Mijn allereerste artikel ging natuurlijk over iets heel ingewikkelds. Waarom schreef ik die middag bij mijn grootouders niet over bijvoorbeeld jazzmuziek, waarover ik in die tijd volop meningen had? Een jaar later had ik dat beter begrepen.Vervolgens leerde ik een derde les, die ik schrijvers in spe nog graag voorhoud: alleen brutale mensen slagen in het schrijversvak. Al zijn ze als persoon nog zo aardig, achter de tekstverwerker moeten schrijvers veranderen in wolven. Als schrijverswolf mogen ze vervolgens uitsluitend bijten in mensen die in principe sterker zijn dan zij. Helaas wordt dit eenvoudige uitgangspunt, dat de trots uitmaakt van het vak, al te vaak genegeerd.
Rudolf Geel (Amsterdam, 27 januari 1941)
De Duitse schrijver Balduin Möllhausen werd geboren op 27 januari 1825 in Bonn. Zijn publicaties "Tagebuch einer Reise vom Mississippi nach den Küsten der Südsee" en "Reisen in die Felsengebirge Nordamerikas bis zum Hochplateau von Neu-Mexiko behoren tot de beste en populairste reisbeschrijvingen uit de 19e eeuw. Van hem stammen ook de eerste beelden van de Grand Canyon en van de daar levende Mohave- und Wallapai-Indianen. Hij werd gesteund door Alexander von Humboldt en was een kennis van Theodor Fontane. De ervaringen en herinneringen die hij tijdens zijn reizen opdeed verwerkte hij in meer dan veertig romans en talrijke verhalen en novellen.
Uit: Die Mandanenwaise
Der eisige Novembersturm streift die letzten braunen Blätter von den Bäumen und wirbelt sie mit vereinzelten kleinen Schneeflocken durcheinander. Bleifarbig hängt der Himmel über der öden Landschaft, als ob er sich in jedem Augenblick auf die Erde niedersenken wolle, um das letzte im Freien zurückgebliebene Leben gewaltsam zu erstarren.
Ohne Furcht oder Bedauern über meinen Entschluß sehe ich dem Winter entgegen, den langen einsamen Nächten und den kurzen Tagen. Ohne Furcht oder Bedauern stehe ich im Begriff, mich aus Monate in diese Wildniß zu vergraben, in eine Wildniß, in welcher keine menschliche Stimme an mein Ohr dringt, der Ton meiner eigenen Stimme von Niemand gehört, unheimlich in den endlosen Räumen verhallt.
Doch nein, ich darf nicht ungerecht sein; denn während ich die Geschichte meines wechselvollen Lebens niederschreibe, werde ich mit schüchterner Anhänglichkeit beobachtet, und wenn ich von meiner Arbeit zufällig emporschaue, blicke ich in die dunklen melancholischen Augen eines indianischen Kindes, meines Schützlings, wahrscheinlich einer der Letzten des einst so mächtigen und glücklichen Mandanenstammes.
Das arme Mädchen, welches mit dankbarem Herzen zu mir, wie zu einer Gottheit emporblickt, mildert das traurige Gefühl der gänzlichen Vereinsamung, welches mich bei dem Gedanken an den langen, unerbittlich strengen Winter beschleicht. Ich kann mir wenigstens sagen: »ich bin nicht allein;« und ist es mir auch nicht vergönnt, mit dem armen, von der ganzen Welt verlassenen Wesen eine meiner Vergangenheit entsprechende Unterhaltung anzuknüpfen, se vermag ich es doch zu belehren, zur Aufnahme in eine Mission vorzubereiten und damit einen guten Zweck zu erfüllen.
Balduin Möllhausen (27 januari 1825 28 mei 1905)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 27 januari 2008. De Duitse dichter en schrijver Bernd Jentzsch werd geboren op 27 januari 1940 in Plauen. Zie ook mijn blog van 27 januari 2007.
|