De Nederlands schrijfster Hella Haasse werd geboren op 2 februari 1918 in Batavia. Zie ook mijn blog van 2 februari 2007 en ook mijn blog van 2 februari 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Zelfportret als legkaart
Zodra de dag aanbreekt, meestal nog vóór het ogenblik waarop wij vanzelf opduiken uit de slaap, komt de kleine cavalcade uit de kinderkamer aan iedere vorm van geleidelijk ontwaken bij voorbaat paal en perk stellen. Twee paar snelle beentjes trappelen over het zeil, twee energieke kleine lichamen storten zich op ons. Ik houd mij slapende, maar zij laten zich niet voor de gek houden. Door mijn oogharen heen zie ik boven mij het onderzoekende waakzame gezichtje van de jongste: onder verwarde krullen breed voorhoofd, bolle wangetjes, twee blinkende bedrieglijk onschuldige ogen. Terwijl zij dromerig ea schalks tegelijk naar mij tuurt, als een van die barok-engeltjes bij wie zij in molligheid en buitelzucht niet achterstaat, knijptzij mij deskundig hard in mijn arm en eist: mamma opstaan, pap koken.
De oudste heeft een rutschbaan ontdekt, de dekenhelling tussen mijn opgetrokken knieën en het bed, en laat zich daar gillend van plezier met veel overbodig gespartel telkens opnieuw langs omlaagglijden. Er is geen ontkomen meer aan, wij moeten er iut. In de buizen van de waterleiding het ruisende en gorgelende geluid, signaal van ochtendacdviteit bij zij- en bovenburen. Op straat nadert het flessengerinkel van de melkboer. De kinderen trekken de overgordijnen open, melden dat de zon schijnt, dat er vogels in de tuin zitten. Het kleintje, wijdbeens voor de glazen deur, herhaalt tot in het oneindige de bezwerende tweetonige kreet in mineur die zij iedere ochtend tot de vogels richt: Duifie... kom nou...
Dit is het ogenblik waarop dromen en halfdromen verbannen, ideeën, visioenen en projecten die zich in de korte spanne tijds tussen slapen en waken op de voorgrond van het denken dringen, aandacht, vormgeving eisend, tijdelijk teruggewezen moeten worden. Nu komt, langzaam maar onafwendbaar, het oppermachtige mechaniek van de werkdag op gang, de motor die van pool tot pool door alle etmalen heen de menselijke bedrijvigheid aanzet. De vroege ochtend is nog chaos. In een onderdeel van een seconde moet de eerste beslissende slag geleverd worden om tegenzin en moedeloosheid, de afweerhouding van de onwillige geest voor de Sisyphus-arbeid die te wachten ligt, te overwinnen.
Hella Haasse (Batavia, 2 februari 1918)
De Ierse schrijver James Joyce werd geboren in Dublin op 2 februari 1882. Zie ook mijn blog van 2 februari 2007 en mijn blog van 16 juni 2006 en ook mijn blog van 2 februari 2008.
Uit: Dubliners
There was no hope for him this time: it was the third stroke. Night after night I had passed the house (it was vacation time) and studied the lighted square of window: and night after night I had found it lighted in the same way, faintly and evenly. If he was dead, I thought, I would see the reflection of candles on the darkened blind for I knew that two candles must be set at the head of a corpse. He had often said to me: "I am not long for this world," and I had thought his words idle. Now I knew they were true. Every night as I gazed up at the window I said softly to myself the word paralysis. It had always sounded strangely in my ears, like the word gnomon in the Euclid and the word simony in the Catechism. But now it sounded to me like the name of some maleficent and sinful being. It filled me with fear, and yet I longed to be nearer to it and to look upon its deadly work.
Old Cotter was sitting at the fire, smoking, when I came downstairs to supper. While my aunt was ladling out my stirabout he said, as if returning to some former remark of his: "No, I wouldn't say he was exactly . . . but there was something queer . . . there was something uncanny about him. I'll tell you my opinion. . . ." He began to puff at his pipe, no doubt arranging his opinion in his mind. Tiresome old fool! When we knew him first he used to be rather interesting, talking of faints and worms; but I soon grew tired of him and his endless stories about the distillery.
"I have my own theory about it," he said. "I think it was one of those . . . peculiar cases. . . . But it's hard to say. . . ." He began to puff again at his pipe without giving us his theory. My uncle saw me staring and said to me: "Well, so your old friend is gone, you'll be sorry to hear."
"Who?" said I.
"Father Flynn."
"Is he dead?"
"Mr. Cotter here has just told us. He was passing by the house."
I knew that I was under observation so I continued eating as if the news had not interested me. My uncle explained to old Cotter.
"The youngster and he were great friends. The old chap taught him a great deal, mind you; and they say he had a great wish for him."
"God have mercy on his soul," said my aunt piously.
James Joyce (2 februari 1882 13 januari 1941)
Standbeeld in Dublin
De Vlaamse dichter en schrijver Eriek Verpale werd geboren op 2 februari 1952 te Zelzate. Zie ook mijn blog van 2 februari 2007 en ook mijn blog van 2 februari 2008.
Hoog bezoek
Er is altijd een zonderling die mij wil spreken, bijvoorbeeld als ik uien sta te bakken, gezouten kaantjes of tout court spek. Die zonderling is God.
Hij belt nooit aan. Hij komt mijn keuken zomaar binnen, neemt mij de pan uit de handen. O Veni, Veni Creator! Alles brandt aan.
Want God houdt niet van orde, niet van regelmaat, heeft geen gezag. De vlam in de pan. Precies zijn schepping: te veel hartstocht en te weinig maat.
Eriek Verpale (Zelzate, 2 februari 1952)
De Canadese toneelschrijver Michel Marc Bouchard werd geboren op 2 februari 1958 in Saint Coeur-de-Marie, Quebec. Hij studeerde theaterwetenschappen aan de universiteit van Ottawa. Sinds zijn debuut in 1983 heeft hij al 25 stukken op zijn naam gebracht. Hij ontving o.a de Prix Journal de Montreal en de Prix du Cercle des critiques de l'Outaouais
Uit: Des Yeux de verre / Something In Their Eyes
"Les journalistes vont faire un maudit saut en me voyant. Le buffet va leur rester pris dans le gosier. « Chers journalistes
» Moi aussi, jsuis capable de parler à du monde qui sont pas là. « Chers journalistes, comme toutes les ptites filles, je veux me marier avec mon père. » Photos! Chers journalistes : « Je le veux! Pour le meilleur pis pour le pire pis disons que le pire est faite. Ça va être la première fois qu'une mariée va rentrer à l'église, pas au bras de son père, mais au bras de son futur mari, qui est son père!" Brigitte, troisième acte.
Michel Marc Bouchard (Saint Coeur-de-Marie, 2 februari 1958)
De Amerikaanse dichter en schrijver James Dickey werd geboren op 2 februari 1923 in Atlanta, Georgia. Zie ook mijn blog van 2 februari 2007 en ook mijn blog van 2 februari 2008.
The Dusk of Horses
Right under their noses, the green
Of the field is paling away
Because of something fallen from the sky.
They see this, and put down
Their long heads deeper in grass
That only just escapes reflecting them
As the dream of a millpond would.
The color green flees over the grass
Like an insect, following the red sun over
The next hill. The grass is white.
There is no cloud so dark and white at once;
There is no pool at dawn that deepens
Their faces and thirsts as this does.
Now they are feeding on solid
Cloud, and, one by one,
With nails as silent as stars among the wood
Hewed down years ago and now rotten,
The stalls are put up around them.
Now if they lean, they come
On wood on any side. Not touching it, they sleep.
No beast ever lived who understood
What happened among the sun's fields,
Or cared why the color of grass
Fled over the hill while he stumbled,
Led by the halter to sleep
On his four taxed, worthy legs.
Each thinks he awakens where
The sun is black on the rooftop,
That the green is dancing in the next pasture,
And that the way to sleep
In a cloud, or in a risen lake,
Is to walk as though he were still
in the drained field standing, head down,
To pretend to sleep when led,
And thus to go under the ancient white
Of the meadow, as green goes
And whiteness comes up through his face
Holding stars and rotten rafters,
Quiet, fragrant, and relieved.
James Dickey (2 februari 1923 19 januari 1997)
De Viëtnamese dichter Xuân Diệu werd geboren op 2 februari 1916 in Gò Bồi, gemeente Tùng Giản. Zie ook mijn blog van 2 februari 2007 en ook mijn blog van 2 februari 2008.
The Sea
I don't deserve to be the ocean blue But I want thee to be the white beach sand The sandy beach stretching calmly its hue Under the crystal sun.
The comely beach of yellow sand Extending to the rows of pine So dreamily and quietly For eons by the roaring brine.
Let me be the clear turquoise swells That kiss ceaseless thy yellow sand The gentle kiss that softly dwells The quiet kiss that has no end.
I will kiss thee again, again From here clear to eternity Till none of this wide world remains Before my heart can beat calmly.
There're times when I would fain surge in As if to crush thy edges dear It's when my billows roar passion To drown thee in ceaseless love sheer.
I don't deserve to be the ocean blue But want to be the turquoise sea To sing eternal songs by thee In endless love for dear thee true.
So when the foam comes boiling white And wind gusts in from everywhere, Insatiably I'll kiss with might 'Cause I love so thy sand edge bare.
Vertaald door Thomas D. Le
Xuân Diệu (2 februari 1916 - 18 december 1985)
|