De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Hij was het tweede kind van Salim en Houreyyah Darwish. Zijn vader, moslim, was landeigenaar. Zijn moeder was analfabete, zijn grootvader leerde hem lezen. Tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 werd hun dorp vernietigd en vluchtte de familie naar Libanon. Een jaar later keerden ze terug naar de omgeving van Akko, dat nu in Israël lag, en vestigden ze zich in Deir Al Asad. Darwish bezocht de middelbare school in Kafr Yasif. Daarna verhuisde hij naar Haifa. Hij publiceerde zijn eerste gedichtenbundel Asafir Bila Ajniha op negentienjarige leeftijd. In 1970 vertrok hij naar de Sovjet-Unie. Hij studeerde daar een jaar aan de Universiteit van Moskou, waarna hij naar Egypte en Libanon verhuisde. Toen Darwish in 1973 lid werd van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO, werd hem de toegang tot Israël ontzegd. In 1995 kreeg hij toestemming om er de begrafenis bij te wonen van zijn vriend Emile Habibi. Daarna kreeg hij van de Israëlische overheid de toestemming om te blijven. Hij ging toen in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever wonen. Darwish is tweemaal gehuwd en gescheiden. Zijn eerste echtgenote was de schrijfster Rana Kabbani. In 1985 trouwde hij met de Egyptische tolk Hayat Heeni. Darwish publiceerde meer dan dertig gedichtenbundels en acht prozawerken. Hij was uitgever van de bladen Al Jadid, Al Fajr, Shu'un Filistiniyya en Al Karmel (1981). Hij kreeg internationale erkenning voor zijn poëzie, waarin zijn affectie voor Palestina en zijn misprijzen voor de staat Israël centraal stond.In 2004 ontving Darwish de Prins Claus Prijs voor zijn oeuvre. Zijn werk werd in meer dan twintig talen vertaald.
Identity Card
Record ! I am an Arab And my identity card is number fifty thousand I have eight children And the nineth is coming after a summer Will you be angry?
Record ! I am an Arab Employed with fellow workers at a quarry I have eight children I get them bread Garments and books from the rocks... I do not supplicate charity at your doors Nor do I belittle myself at the footsteps of your chamber So will you be angry?
Record ! I am an Arab I have a name without a title Patient in a country Where people are enraged My roots Were entrenched before the birth of time And before the opening of the eras Before the pines, and the olive trees And before the grass grew.
My father.. descends from the family of the plow Not from a privileged class And my grandfather..was a farmer Neither well-bred, nor well-born! Teaches me the pride of the sun Before teaching me how to read And my house is like a watchman's hut Made of branches and cane Are you satisfied with my status? I have a name without a title !
Record ! I am an Arab You have stolen the orchards of my ancestors And the land which I cultivated Along with my children And you left nothing for us Except for these rocks.. So will the State take them As it has been said?!
Therefore ! Record on the top of the first page: I do not hate people Nor do I encroach But if I become hungry The usurper's flesh will be my food Beware.. Beware.. Of my hunger And my anger !
Psalm 9
O rose beyond the reach of time and of the senses
O kiss enveloped in the scarves of all the winds
surprise me with one dream
that my madness will recoil from you
Recoiling from you
In order to approach you
I discovered time
Approaching you
in order to recoil form you
I discovered my senses
Between approach and recoil
there is a stone the size of a dream
It does not approach
It does not recoil
You are my country
A stone is not what I am
therefor I do not like to face the sky
not do I die level with the ground
but I am a stranger, always a stranger
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 - 9 augustus 2008)
De Armeense dichter Yeghishe Charents werd geboren op 13 maart 1897 in Kars (toen Rusland, nu Turkije). In 1915 trok hij naar Moskou om zijn opleiding aan de universiteit verder te vervolgen. Hij werd getuige van de revolutie en werd door de ideologie ervan beïnvloed. In 1918 sloot hij zich aan bij het Rode Leger. In 1919 keerde hij terug naar Jerevan en werkte hij een tijd als leraar. Toen de communisten in 1922 Armenië bezetten ging hij opnieuw naar Moskou, maar keerde al snel weer terug om zich aan literatuur en cultuur te wijden. Hij publiceerde zes dichtbundels en een roman.
Uit: Poem For Everone (Fragment)
Part four
Yerevan.
That is to say - Nairi.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Crossroads of continents
Where East and West meet
Stands ancient Nairi
A blood-stained
Question mark
Erect
Like a dream
Driven deep into past
Is that not Nairi? . . . . .
The days are flying
Days of fire
Flying fast . . . .
Shall I grasp your soul
And hurl it like an iron disk
Hurl it into the future . . . .
They are now
Re-building the world -
Re-building it
Street by street -
A Muscovite workman
By the name of Ivan,
A Chung-Fu,
A Hans,
A Boghos -
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
EPILOGUE
Now -
Everywhere - Can you hear?
Bells ringing . . . .
Ringing with defiance!
I tell you the world has become
A street of universal joy
And a Chung-Fu from Peking
Drinks and shouts
To your health, Boghos!
And if my bright hopes
Were to turn to ashes
I shall continue to sing
Hosannas to you
Mighty iron-brother!
And if these days of fire
Were to end in disaster
I shall continue to sing
Sing your glorious deeds
I - a feeble
Final voice . . . .
Vertaald door Ara Baliozian
Yeghishe Charents (13 maart 1897 29 november 1937)
Portret door Martiros Saryan
De Turkse dichter Melih Cevdet (eig. Melih Cevdet Anday) werd geboren op 13 maart 1915 in Istanboel. Zie ook mijn blog van 13 maart 2007 en ook mijn blog van 13 maart 2008.
Deur
Ik loop langs de boom. Hij staat waar hij hoort, Maar als ik nu plotseling omkijk?
Ik loop over de koude stenen. Mijn hele lichaam wordt warm, Wat is dit voor hellevuur?
Ik neem de zon aan mijn zij, Leg de zee voor mij open. Boom, steen, zon, zee, Stuk voor stuk arm en ellendig.
Ik ben een van jullie. Ik sta waar ik hoor - als de boom, Ben koud als de steen, Warm als de zon, Kalm als de zee.
Op een dag zei ik tegen mezelf- 'Ik heb dus ook ogen Net als handen en voeten.' Dat bedacht ik met mijn verstand. Eerst kregen mijn handen en voeten verstand Toen kreeg mijn verstand handen en voeten. Alle werkverdeling verdween.
Deze deur heb ik zelf ingetrapt, Als een gek, als een wild beest. Ineens stond ik oog in oog Met dat gelukkige, trouwe, natuurlijke, Dat eerlijke, heldere, oorspronkelijke, Verloren heelal.
Vertaald door Erik Jan Zürcher
The Battle Of Kadesj
On one of the banks of River Orontes
Mutawallis stood among his soldiers
And stared without stirring.
On the opposite bank, the Pharaoh
Ramses had mounted his chariot:
He stared straight ahead.
This is all we know about it.
Even though history tells it at length
This look is all that remains or can remain.
Engelse vertaling door Talat Sait Halman
Melih Cevdet (13 maart 1915 28 november 2002)
De Duitse dichter Oskar Loerke werd geboren op 13 maart 1884 in Jungen. Zie ook Zie ook mijn blog van 13 maart 2007 en ook mijn blog van 13 maart 2008.
Der Silberdistelwald
Mein Haus, es steht nun mitten im Silberdistelwald. Pan ist vorbeigeschritten. Was stritt, hat ausgestritten in seiner Nachtgestalt.
Die bleichen Disteln starren im Schwarz, ein wilder Putz. Verborgne Wurzeln knarren: Wenn wir Pans Schlaf verscharren, nimmt niemand ihn in Schutz.
Vielleicht, daß eine Blüte zu tiefer Kommunion ihm nachfiel und verglühte: mein Vater du, ich hüte, ich hüte dich, mein Sohn.
Der Ort liegt waldinmitten, von stillstem Licht gefleckt. Mein Herz - nichts kam geritten, kein Einhorn kam geschritten - mein Herz nur schlug erweckt.
Oskar Loerke (13 maart 1884 24 februari 1941)
De Franse schrijver en diplomaat Paul Morand werd geboren op 13 maart 1888 in Parijs. Zie ook mijn blog van 13 maart 2007 en ook mijn blog van 13 maart 2008.
Uit: Les gratte-ciel
Les gratte-ciel ! Il y en a qui sont des femmes et d'autres des hommes ; les unssemblent des temples au Soleil, les autres rappellent la pyramide aztèque de laLune. Toute la folie de croissance qui aplatit sur les plaines de l'Ouest les villesaméricaines et fait bourgeonner à l'infini les banlieues vivipares s'exprime ici parune poussée verticale. Ces in-folios donnent à New-York sa grandeur, sa force, sonaspect de demain. Sans toits, couronnés de terrasses, ils semblent attendre desballons rigides, des hélicoptères, les hommes ailés de l'avenir. Ils s'affirmentverticalement, comme des nombres, et leurs fenêtres les suivent horizontalementcomme des zéros carrés, et les multiplient. Ancrés dans la chair vive du roc,descendant sous terre de quatre ou cinq étages, portant au plus profond d'eux-mêmes leurs organes essentiels, dynamos, chauffage central, rivetés au fer rouge,amarrés par des câbles souterrains, des poutrelles à grande hauteur d'âme, despylônes d'acier, il s'élèvent, tout vibrants du ballant formidable des étagessupérieurs ; la rage des tempêtes atlantiques en tord souvent le cadre d'acier, mais,par la flexibilité de leur armature, par leur maigreur ascétique, ils résistent. Lesmurs ont disparu, ne jouant plus aucun rôle de soutien ; ces briques creuses dont laconstruction est si rapide qu'on peut monter d'un étage par jour, ne sont qu'un abricontre le vent et ces granits, ces marbres qui garnissent la base des édifices n'ontque quelques millimètres d'épaisseur et ne constituent plus qu'un ornement ; lesplafonds en lattis sont simplement agrafés aux charpentes, le toit est fait de feuillesd'acier. »
Paul Morand (13 maart 1888 23 juli 1976)
De Oekraïense dichter en schrijver Yuri Andrukhovych werd geboren op 13 maart 1960 in Iwano-Frankiwsk. Zie ook mijn blog van 13 maart 2007 en ook mijn blog van 13 maart 2008.
Guess Who Was My Guest
From Songs For the Dead Rooster
Having hung on the door the triangular sign
with the words Do not disturb please
the hotel thief
locks himself in my room.
He is interested in money and valuables.
So am I, actually.
It turns out in this country they also
have thieves.
One of them at this very moment is perusing the drawers,
my photographs, address books
(why do I have two of them why the hell
didnt I file all the addresses together?),
delicately sifts through the contents of the suitcase,
delicately leaves in peace the most intimate things,
for example, a toy Chrysler car
a silly gift from festival sponsors.
Later he grabs from the bar a diet coke,
drinks it mechanically,
looks at Cyrillic letters in my books,
|