De IJslandse schrijver Halldór Laxness (eig. Halldór Guðjónsson) werd geboren in Reykjavik op 23 april 1902. Hij won de Nobelprijs voor de literatuur in 1955. De familie in 1905 naar Laxnes in Mosfellssveit. Veertig jaar later verhuisde hij naar Gljúfrasteinn even buiten Mosfellsbær. Op vroege leeftijd begon hij boeken te lezen en verhalen te schrijven, en toen hij 14 jaar was werd zijn eerste artikel geplaatst in Morgunblaðið onder de initialen H.G. Niet veel later schreef hij een artikel (over een oude klok) onder zijn eigen naam in dezelfde krant. Gedurende zijn carrière schreef hij 51 romans, poëzie, veel krantenartikelen, toneelstukken, reisverhalen, korte verhalen en meer. In 2005 ging in het IJslandse Nationale Theater een toneelstuk van Ólafur Haukur Símonarson in première, getiteld Halldór í Hollywood (Halldór in Hollywood) over de jaren die Laxness daar doorbracht.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Under the Glacier (Vertaald door Magnus Magnusson)
The bishop summoned the undersigned to his presence yesterday evening. He offered me snuff. Thanks all the same, but it makes me sneeze, I said.
Bishop: Good gracious! Well I never! In the old days all young theologians took snuff.
Undersigned: Oh, I'm not much of a theologian. Hardly more than in name, really.
Bishop: I can't offer you coffee, I'm afraid, because madam is not at home. Even bishops' wives don't stay home in the evenings any more: society's going to pieces nowadays. Well now, my boy, you seem to be a nice young fellow. I've had my eye on you since last year, when you wrote up the minutes of the synod for us. It was a masterpiece, the way you got all their drivel down, word for word. We've never had a theologian who knew shorthand before. And you also know how to handle that phonograph or whatever it's called.
Undersigned: We call it a tape recorder. Phonograph is better.
Bishop: All this gramophone business nowadays, heavens above! Can you also do television? That's even more fantastic! Just like the cinema-after two minutes I'm sound asleep. Where on earth did you learn all this stuff?
Undersigned: Oh, there's nothing much to making a tape recording, really. I got some practise as a casual worker in radio. But I've never done television.
Bishop: Never mind. Tape will do us. And shorthand. It's amazing how people can learn to scribble these rats'-tails! A bit like Arabic. It's about time you got ordained! But no doubt you've got a steady job?
Halldór Laxness (23 april 1902 8 februari 1998)
Portret door Einar Hákonarson
De Duitse dichter, schrijver, essayist en psychoanaliticus Richard Huelsenbeck (Hülsenbeck) werd geboren op 23 april 1892 in Frankenau, in de deelstaat Hessen in Duitsland. Hij bracht zijn jeugd door in Dortmund en studeerde medicijnen in Zürich en Parijs. Later studeerde hij filosofie, kunstgeschiedenis en germanistiek. Huelsenbeck vluchtte in februari 1916 als dienstweigeraar naar Zwitserland. Hij speelde een belangrijke rol in het oprichten van het Dadaïsme in Zürich en later, in Berlijn. In Zürich had Huelsenbeck contact met het befaamde 'Cabaret Voltaire' en hij schreef er de dichtbundel Phantastische Gebete (1916).
Huelsenbeck schreef in Berlijn - waar hij vanaf 1917 weer woonde - meerdere werken over de Dada-beweging en was daar de centrale figuur. Zijn belangrijkste werk was het concipiëren van de 'Dada Almanach' in 1920, een poging de Dada-beweging in een standaardwerk te omvatten. Hij schreef een geschiedenis van het dadaïsme in En avant Dada en de roman Doctor Billig am Ende (De ondergang van Dr. Billig, 1920, Ned. vert. 1996). Na de neergang van Dada werd Huelsenbeck scheepsarts en voer op Afrika, Amerika en het Verre Oosten. Hij was in die tijd tevens correspondent en schreef een aantal reisboeken. In 1936 emigreerde Huelsenbeck naar New York en werd Amerikaans staatsburger. Hij was daar de rest van zijn leven psychiater. Hij woonde de laatste jaren van zijn leven in Zwitserland, waar hij op 20 april 1974 in Muralto/Tessin overleed.
Uit: dadaistisches manifest
Der Expressionismus, der im Ausland gefunden, in Deutschland nach beliebter Manier eine fette Idylle und Erwartung guter Pension geworden ist, hat mit dem Streben tätiger Menschen nichts mehr zu tun. Der Unterzeichner dieses Manifests haben sich unter dem Streitruf
DADA!!!!
zur Propaganda einer Kunst gesammelt, von der sie die Verwirklichung neuer Ideale erwarten. Was ist nun der DADAISMUS?
Das Wort Dada symbolisiert das primitivste Verhältnis zur umgebenden Wirklichkeit, mit dem Dadaismus tritt eine neue Realität in ihre Rechte. Das Leben erscheint als ein simultanes Gewirr von Geräuschen, Farben und geistigen Rhythmen, das in die dadaistische Kunst unbeirrt mit allen sensationellen Schreien und Fiebern seiner verwegenen Alltagspsyche und in seiner gesamten brutalen Realität übernommen wird. Hier ist der scharf markierte Scheideweg, der den Dadaismus von allen bisherigen Kunstrichtungen und vor allem von dem FUTURISMUS trennt, den kürzlich schwachköpfe als eine neue Auflage impressionistischer Realisierung aufgefaßt haben. Der Dadaismus steht zum erstenmal dem Leben nicht mehr ästhetisch gegenüber, indem er alle Schlagworte von Ethik, Kultur und Innerlichkeit, die nur Mäntel für schwache Muskeln sind, in seine Bestandteile zerfetzt.
Richard Huelsenbeck (23 april 1892 - 20 april 1974)
De Franse schrijver en politicus Maurice Druon werd geboren op 23 april 1918 in Parijs. Hij schreef voornamelijk historische romans, maar ook een roman voor de jeugd Tistou les pouces verts,. Nadat zijn vader zelfmoord had gepleegd werd hij geadopteerd door zijn stiefvader, de notaris René Druon. Al op zijn 18e jaar begon hij met schrijven, eerst voor kranten en tijdschriften. In de periode 1973/1974 was hij minister van cultuur. Daarna zat hij nog in het parlement. Ook was hij secretaris van de Académie française.
Uit: Tistou mit den grünen Daumen
Da, wenige Schritte vor ihnen, standen die Blumentöpfe alle vor der Mauer aufgereiht, die Tistou vor kaum fünf Minuten mit Erde gefüllt hatte und sie waren voll blühender Blumen! Dass wir uns recht verstehen: Es handelte sich nicht nur um ein bisschen mageres Grünzeug oder um ein paar bleiche und schüchterne Triebe. Nein in allen Töpfen entfalteten sich herrliche, kräftige Begonien und alle diese Begonien zusammen bildeten einen dichten roten Busch. Das ist doch nicht zu glauben, murmelte der alte Gärtner, man braucht doch mindestens zwei Monate, um solche Begonien zu ziehen wie diese hier!
Maurice Druon (23 april 1918 14 april 2009)
De Duitse dichter Friedrich von Hagedorn werd geboren op 23 april 1708 in Hamburg. Vanaf 1726 studeerde hij rechten in Jena. Wegens een lichtzinnige levenswandel en geldgebrek moest hij de studie vroegtijdig afbreken. Als secretaris van een diplomaat verbleef hij twee jaar in Londen. Na zijn terugkeer werd hij secretaris van de handelsvereniging English Court in Hamburg en kon hij zich meer en meer aan het schrijven wijden. Von Hagedorn was een representant van de Duitse Rokoko.
An die Freude
Freude, Göttin edler Herzen!
Höre mich!
Laß die Lieder, die hier schallen,
Dich vergrößern, dir gefallen;
Was hier tönet, tönt durch dich.
Muntre Schwester süßer Liebe!
Himmelskind!
Kraft der Seelen! Halbes Leben!
Ach, was kann das Glück uns geben,
Wenn man dich nicht auch gewinnt?
Stumme Hüter toter Schätze
Sind nur reich.
Dem, der keinen Schatz bewachet,
Sinnreich scherzt und singt und lachet,
Ist kein karger König gleich.
Gib den Kennern, die dich ehren,
Neuen Mut,
Neuen Scherz den regen Zungen,
Neue Fertigkeit den Jungen,
Und den Alten neues Blut.
Du erheiterst, holde Freude!
Die Vernunft.
Flieh auf ewig die Gesichter
Aller finstern Splitterrichter
Und die ganze Heuchlerzunft!
Friedrich von Hagedorn ( 23 april 1708 28 oktober 1754)
|