De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2006 en ook mijn blog van 7 juni 2007 en ook mijn blog van 7 juni 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: De andere kleuren (Vertaald door Hanneke van der Heijden)
Tussen mijn zestiende en zesentwintigste was lezen een onderdeel van het proces om mezelf te maken tot wie ik was, mijn eigen ziel bewust vorm te geven. Wat voor iemand moest ik worden? Wat voor betekenis had de wereld? Wat waren de consequenties van de onderwerpen, de fantasieën, de plaatsen waarover ik zou kunnen nadenken, waarvoor ik me kon interesseren? Ik wist dat wanneer ik in verhalen en artikelen volgde wat anderen meemaakten, waarvan ze droomden, wat ze dachten, ik net als een klein kind dat voor de allereerste keer de bomen, bladeren of katten ziet, deze kennis in mijn geheugen zou opslaan, op een plek zo diep dat ik die nooit meer zou vergeten. Met de kennis die ik opdeed uit wat ik las, zou ik de weg uitstippelen die leidde naar de persoon die ik wilde worden
Omdat lezen op die leeftijd zo argeloos en onbevangen deel uitmaakte van de onderneming om mezelf te maken, vorm te geven, was het in die periode voor mij een intensieve en speelse activiteit, waar de nodige verbeeldingskracht bij kwam kijken. (..) Iets anders waardoor lezen voor ons iets is waar we gelukkig van worden, is de illusie dat we onszelf verdiepen. Als we een boek lezen, zit een deel van ons verstand niet ten volle bij de tekst maar is bezig ons ermee te complimenteren dat we lezen, dat we zoiets diepzinnigs en verstandigs doen. Proust beschrijft goed hoe een deel van onze geest zich niet zozeer openstelt voor het boek dat we aan het lezen zijn, als wel voor de lamp waarvan het licht op het doek valt of de tafel waar we aan zitten, voor de tuin waar we ons hebben geïnstalleerd of het landschap. Iets in deze aandacht feliciteert ons met onze eigen eenzaamheid, met de werking van onze verbeeldingskracht, het feit dat we diepzinniger zijn dan de anderen die geen boeken lezen.
Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)
De Duitse schrijfster Monika Mann werd als vierde kind van Thomas Mann geboren op 7 juni 1910 in München. Zie ook mijn blog van 7 juni 2007 en ook mijn blog van 7 juni 2008.
Uit: Das fahrende Haus
Diese Herren hier sie waren klein und geheimnisvoll sprachen überhaupt nur ungarisch.
Sie flüsterten hinter staubigen Barrieren mit Seitenblicken nach meiner Person, sie verschwanden und kamen wieder kopfschüttelnd, mit finster-listigem Grinsen, so schien mir, Namen aussprechend wie Rákosi und Búdapesti. Sie bedeuteten mir mit unheimlichem Händereiben in ihrer Sprache der Maikäfer, wiederzukommen, ein andermal vielleicht . . . Der Augenblick gab mir das Unfaßliche ein, daß dies in Menschen verwandelte Maikäfer waren, die über mein Schicksal entschieden. Ich ging und kam wieder, betrat das verborgene insektenhafte Konsulat.
Diesmal konnte jemand englisch, und mir wurde hinter der staubigen Barriere ein Stuhl offeriert, und mein Paß wurde auf einen Monat verlängert. Amerikanisches Exit-Visum, amerikanisches Reenter-Visum, Schweizer Einreisevisum, italienisches Durchreisevisum und scheele Blicke. Hafen- und Grenzoffiziere witterten eine kommunistische Spionin in mir. Auf dem ungarischen Generalkonsulat der Bundeshauptstadt Bern gewärtigte ich ein brummelndes Geschwader, das meinen Weg verdunkeln und bedrohen würde. Statt dessen empfing mich eine manierliche, sportliche, junge Dame eine Freundin der Literatur und überreichte mir einen nagelneuen feschen Sowjetpaß. Der Erfolg davon war, daß die Franzosen sich vor mir fürchteten und mir das Durchreisevisum verweigerten, das ich brauchte, um mit der Queen Mary «nach Hause zu fahren». (Wo ich doch keinerlei Absicht hatte, auf die Franzosen noch auf irgendwen ein Attentat zu verüben!) Ich habe vergessen, mit welchen Protektionen und Umwegen ich nach einem Jahr in der Schweiz aufs Schiff gelangte. Und das alles nannte sich Frieden.
Und da war die Sache mit Mexiko, die mich endlich beinahe alles verwünschen ließ. Mein unschuldiger und ökonomischer Plan war die unsinnige Hitze New Yorks fliehend , den Sommer
in den Bergen Mexikos zu verbringen. Ein dort lebender Schriftsteller schrieb mir von den Schönheiten jener Landschaft, von Gewittern und Sonnenpracht, die so dramatische und einmalige Kontraste in sie hineinspielen, und er schrieb mir von der Billigkeit es ließe sich dort für einen Dollar pro Tag besser leben als irgendwo. Meine magyarischen Maikäfer standen dem Plan nicht entgegen.
Monika Mann (7 juni 1910 17 maart 1992)
De Amerikaanse schrijfster Louise Erdrich werd geboren op 7 juni 1954 in Little Falls, Minnesota. Van vaders kant is zij van Duitse afkomst. Haar grootvader aan moeders kant was het ooperhoofd van de Chippewa indianen in North Dakota. Haar vader werkt in het Wahpeton-reservaat bij het bureau voor indianenvraagstukken. Erdrich groeide in het reservaat op. Van 1976 tot 1979 studeerde zij anthropologie aan de Johns-Hopkins universiteit. Na wat andere baanttjes werd zij redacteur voor het tijdschrift Circle. Haar romans spelen zich vaak af op een fictief reservaat in North Dakota. Haar eigen familiegeschiedenis wordt er in velerlei vorm in verwerkt. Zij debuteerde in 1984 met een bundel gedichten Jacklight. In hetzelfde jaar volgde de roman Love Medicine.
Uit: The Plague of Doves
In the year 1896, my great-uncle, one of the first Catholic priests of aboriginal blood, put the call out to his parishioners that they should gather at Saint Joseph's wearing scapulars and holding missals. From that place they would proceed to walk the fields in a long, sweeping row, and with each step loudly pray away the doves. His human flock had taken up the plow and farmed among German and Norwegian settlers. Those people, unlike the French who mingled with my ancestors, took little interest in the women native to the land and did not intermarry. In fact, the Norwegians disregarded everybody but themselves and were quite clannish. But the doves ate their crops the same.
When the birds descended, both Indians and whites set up great bonfires and tried driving them into nets. The doves ate the wheat seedlings and the rye and started on the corn. They ate the sprouts of new flowers and the buds of apples and the tough leaves of oak trees and even last year's chaff. The doves were plump, and delicious smoked, but one could wring the necks of hundreds or thousands and effect no visible diminishment of their number. The pole-and-mud houses of the mixed-bloods and the bark huts of the blanket Indians were crushed by the weight of the birds. They were roasted, burnt, baked up in pies, stewed, salted down in barrels, or clubbed dead with sticks and left to rot.
Louise Erdrich (Little Falls, 7 juni 1954)
De Amerikaanse dichteres Yolande Cornelia "Nikki" Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook mijn blog van 7 juni 2007 en ook mijn blog van 7 juni 2008.
Love Is
Some people forget that love is
tucking you in and kissing you
"Good night"
no matter how young or old you are
Some people don't remember that
love is
listening and laughing and asking
questions
no matter what your age
Few recognize that love is
commitment, responsibility
no fun at all
unless
Love is
You and me
Kidnap Poem
Ever been kidnapped
by a poet
if i were a poet
i'd kidnap you
put you in my phrases and meter
You to jones beach
or maybe coney island
or maybe just to my house
lyric you in lilacs
dash you in the rain
blend into the beach
to complement my see
Play the lyre for you
ode you with my love song
anything to win you
wrap you in the red Black green
show you off to mama
yeah if i were a poet i'd kid
nap you
Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)
De Amerikaanse schrijver Harry Crews werd geboren op 7 juni 1935 in Bacon County, Georgia. Zie ook mijn blog van 7 juni 2007 en ook mijn blog van 7 juni 2008.
Uit: Leaving Home for Home (Assault of Memory)
The house in which Mama was dying was layered with the smell of food: the quick touch of coconut cream pie, the fleshy fruit of ambrosia, the heavy, rich, overcooked odor of standing rib roast, and the thick sweet taste of honey-cured hams. Every surface that could hold anything was coveredwith fruit and cheese and meat and pies without end, all of it brought bytownspeople and blood kin who were arriving now more quickly than I could count.A discreet murmur barely above a whisper washed over the living room, the front porch, the den, the back porch, the backyard under the pecan tree that Mama had planted when this house was built. I, who had quit smoking, was burning one unfiltered Camel behind the other and obsessively thinking about going in search of a bottle of Jack Daniels, I, a recovering alcoholic, who had not had a drop of alcohol in nearly ten years. I felt made of thin rubber and overfilled with air, pumped so full that at any moment I might explode and splatter myself over every wall in the house. My brothers voice, soft as a whisper, solicitous, loving, thoughtful, and vicious, came from behind me over my shoulder. Why dont you git on outside if you gone smoke like that? I didnt kill him or explode or even look over my shoulder at him. Rather,I started easing my way through the crowded room toward the front doorwhen it occurred to me that I ought to at least tell him that the woman dying in the back room had never told me I couldnt smoke in this house, and it still belonged to her and not to him the last time I checked.
Harry Crews (Bacon County, 7 juni 1935)
|