De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook mijn blog van 16 juli 2006. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: De berg van licht
In den zoelen nacht van nazomer triltintelden over Emessa aan wijd effen hemel van wolkenlooze nachtkleur de duizende en duizende kristallen sterren, en tusschen de schitterendste vulde de hemelafgrond zich met fijner gepoeier van licht, terwijl daar omheen weêr kleinere dan die zongroote, maar grootere dan zoó poeierfijne geprikt waren in onbenaderbaren overdaad, als waren van starrenweelde de goden dronken geweest, als hadden zij allen, de goden, alle de starren uitgezaaid in zwijmelende lichtdronkenschap. En dwars over dien hemel van weelde blankte de breede en uitvloeiende Melkweg, nauwlijks als een sluier en meer als een glorie, en een pad van triomf voor den oppergod, gepoeierd met lichtstof, gestapeld met sterren, zoo vele, dat de
voeten der goden, welke er over heen zouden gaan, daar zeker in verzinken zouden als in een gouden zand, diep.
Onder zoo overdadige nazomernacht lijnden de tempelgebouwen breed, ver, en hoog op, met glans aangegeven kroonlijsten, en met afzonderlijken terrasvormigen toren, wiens top versmalde en vervaagde in het lichtelijke niets. In een dicht bladergeheim van tuinen, stille van wind, lagen in het wijde park de tempel-gebouwen verspreid, blankten nu aangelicht marmer of grauwden dof van graniet, streepten zuilen zich rank, en verloor zich het al in geboomte-schaduwen, waartegen, lichtovergoten van rijzende maan, reusachtige agaven opstaken hare zwaarden òf wit òf zwart, naar mate het maanlicht zijn glans veegde aan de lemmers dier bladeren, of dat zijzelve zich spietsten in schaduw en wègpriemden in nacht. Een oranjegeur zweefde als een wierook, zwaar en bijna onadembaar, en daartusschen hielden de Syrische rozen hare gillende kreten van lustverlangen làng aan....
Louis Couperus (10 juni 1863 16 juli 1923)
De joods-Amerikaanse schrijver Saul Bellow werd geboren op 10 juni 1915 te Lachine, een voorstad van Montreal.
Uit: Humboldt's Gift
He was waiting between the lions in front of the Institute, exactly as expected in the cloak and blue velvet suit and boots with canvas sides. The only change was in his hair which he was now wearing in the Directoire style, the points coming down over his forehead. Because of the cold his face was deep red. He had a long mulberry-colored mouth, and impressive stature, and warts, and the distorted nose and leopard eyes. Our meetings were always happy and we hugged each other. "Old boy, how are you? One of your good Chicago days. I've missed the cold air in California. Terrific! Isn't it. Well, we may as well start right with a few of those marvelous Monet's." We left attached case, umbrella, sturgeon, rolls, and marmalade in the checkroom. I paid two dollars for admission and we mounted to the Impressionist collection. There was one Norwegian winter landscape by Monet that we always went to see straightaway: a house, a bridge, and the snow falling. Through the covering snow came the pink of the house, and the frost was delicious. The whole weight of snow, of winter, was lifted effortlessly by the astonishing strength of the light. Looking at this pure snowy dusky light, Thaxter clamped his pincenez on the powerful twisted bridge of his nose with a gleam of glass and silver and his color deepened. He knew what he was doing. With this painting his visit began on the right tone.
Saul Bellow (10 juni 1915 - 5 april 2005)
De Nederlandse schrijfster Mensje van Keulen werd op 10 juni 1946 geboren in Den Haag.
Uit: De schriften wachten
Hoe vreemd het ook mag klinken, het zijn veelal de personages die me gaandeweg de details aanreiken en voor een onverwachte wending zorgen. Ik beleef een en ander zelfs fysiek. Zo kreeg ik herhaaldelijk koorts en werd door benauwdheid overvallen toen ik Van Lieverlede schreef, en na een passage over de snoeplust van Anton Hofman in Overspel zat ik met een tong rauw van het kauwen, al had ik niet de beschreven drop en chocola verorberd. Ik heb mededogen met ze, heb een aversie voor ze, walg van ze, houd van ze. Ik kan om ze en met ze woedend en sentimenteel zijn, maar ik kan ze ook met distantie bezien, al verkeren ze in nog zon penibele situatie. Ik ben ze dankbaar, ook of misschien juist als ze ver van me afstaan. Ik kan schik en vilein plezier in ze hebben, zoals in de oude kinderhater Ratti (in het kinderboek Meneer Ratti) en de jonge Maria (in De rode strik). Ook Florrie (in De laatste gasten) kon, al is ze als verteller niet voortdurend nadrukkelijk aanwezig, zon bezit van me nemen dat ik er verstrooid door raakte. Het verbaasde me daarom niet maar gaf me wel een rilling toen ik, niet ver voor het eind van de roman, in haar kleine zolderkamer, naast haar spaarzame bezittingen, een vertaling van Henry James spookverhaal The turn of the screw zag liggen.
Als mensen me vragen hoe ik er op kom of waar ik het allemaal vandaan haal, kan ik net zo goed kort en eerlijk antwoorden dat ik het lang niet altijd weet, dat het behoort tot het duistere terrein van de fantasie. Ik wil dat graag zo laten.
Mensje van Keulen (Den Haag, 10 juni 1946)
De Nederlandse schrijver Jan Brokken werd geboren op 10 juni 1949 in Leiden.
Uit: Afleiding is het brood van de schrijver (Interview met Remco Campert)
Die prijs zal het schrijven extra stimuleren. Jarenlang heb ik bijna niet kunnen schrijven. Ik had er geen zin meer in. Tegen het schrijven voelde ik een fysieke afkeer. Ik dacht er wel aan, maar ik werd geteisterd door een verlammende twijfel. Die column in HP was zo'n beetje het enige wat ik schreef, en ook dat kostte me soms moeite. Het schrijfvuur ontbrak, ik vroeg me af of ik ook de tweede helft van mijn leven met schrijven moest vullen. Aanvankelijk was het antwoord op die vraag: nee. Ik had geen zin meer in het gedoe. Maar na enige jaren kwam ik erachter dat het schrijven het enige is wat ik kan. En dat het een van de leukste dingen is om te doen.
Geen schrijver ontkomt aan zo'n crisis. Op een gegeven moment vraag je je af: waar ben je mee bezig? Niet iedere schrijver kan het zich permitteren aan zo'n crisis toe te geven, sommige schrijvers moeten, om de centen, doorgaan, ook al hebben ze er geen zin meer in. Ik kon het me godzijdank veroorloven een paar jaar te stoppen.
Ik ben jong begonnen, ik debuteerde op mijn achttiende. De eerste boeken heb ik argeloos geschreven, fris van de lever, ik heb nooit bij het creatieve proces stilgestaan. Ik schreef, het ging goed, en mijn boeken verkochten. Ja, god, het kostte geen enkele moeite. Het ging als vanzelfsprekend. Nu ben ik ouder geworden, het vuur van de jeugd is gedoofd, het einde van mijn leven komt in zicht.
Jan Brokken (Leiden, 10 juni 1949)
Zie voor de vier bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 10 juni 2006 en ook mijn blog van 10 juni 2007 en ook mijn blog van 10 juni 2008 en ook mijn blog van 10 juni 2009.
De Turkse dichter Oktay Rifat werd geboren op 10 juni 1914 in Trabzon. Zie ook mijn blog van 10 juni 2007 en ook mijn blog van 10 juni 2008.en ook mijn blog van 10 juni 2009.
The Cemetery For Turkish Soldiers
I
I'm a sailor in the navy,
fishes ate my eyes.
Seeing and weeping are over for me.
I was tall in my life,
if you don't believe me
look at my clothes.
Someone says -I'm a soldier too,
no different from the other dead.
Once we lived in houses.
Now we're outside the doors,
we pass through the wall.
And another says -
Don't believe them,
they're all liars,
we don't exist.
II
To enter my room with more ease
they come in the form of dead relations.
I look -it's an uncle or brother.
I look -it's a Polish sergeant
and at once he speaks.
I had a daughter five years old.
She's dead, now we're together.
She's fed-up here,
she can't roll a hoop,
she left her hands behind in Warsaw.
A voice says -
No potatoes to hoe,
no stones to break,
no burdens to carry to market,
I'm at peace here.
One is worried about his wife.
He asks me news from home.
When I died
they took my greatcoat.
I'm cold,
winter's ahead.
Then they speak as one.
Vertaald door Ruth Christie
Oktay Rifat (10 juni 1914 10 april 1988)
De Duitse schrijver Peter Kurzeck werd geboren op 10 juni 1943 in Tachau, Bohemen.
Uit: Oktober und wer wir selbst sind
Schächtelein sagt Carina zu den Lackkästchen. Kleiner als Bierdeckel und Zigarettenschachteln die Bilder mit den Flüssen, die groß wie der Himmel sind. Und manche Tage, besonders im Sommer, ist hier vor dem Laden und ringsum in allen Straßen so ein helles Licht. Überall in der Stadt und weit in das Land hinaus dieses Licht. Nicht nur die Vororte, Großbaustellen und Autobahnabfahrten ? die ganze Mainebene, Taunus, Wetterau, Spessart, Odenwald, Bergstraße. Weithin das Licht und du mußt eine Weile stehen bleiben und es dir für immer merken. Und wenn du dann weitergehst in diesem Licht, dann kommt dir vor, es ist das gleiche Licht wie auf den kleinen Bildern. Der Abglanz des Abends. Bilder, die nur aus kaum drei Strichen bestehen, also hauptsächlich Licht auf den Bildern. Wie kostbare Seide das Licht, wie sehr heller Tee. Darjeeling. Das gleiche Licht, in dem du manchmal am Abend müd heimgehst. Und einmal, das weißt du, einmal wirst du in so einem Licht aus der Stadt hinaus. Zu Fuß. Wie ein Wanderer auf einem Bild. Vielleicht als Kind einmal so ein Bild gesehen und den Wanderer auf dem Bild. Und ihm lang nachgesehen, weil er vorher mit dir gesprochen hat und dir zugenickt, bevor er dann weiterging in das Bild hinein. Aber kein Licht jetzt. Die Scheibe beschlagen. Nebel und Dämmerung. Und immer wieder große und kleine Monde an der Scheibe vorbei. Immer andere. Langsam. Halbmonde, Monde und Nebelsonnen. Einmal der Tee noch zu heiß. Einmal trinkst du ein Glas und gleich bleibt die Zeit stehen. Gleich auch so eine Nähe zu dir selbst. Du trinkst drei-vier Gläser in kaum fünf Minuten. Und stehst da, noch eben dein ganzes Leben im Gedächtnis und jetzt fällt nichtmal dein Name dir ein. Wer bin ich? Und warum hier?
Peter Kurzeck (Tachau, 10 juni 1943)
De Roemeense schrijver Ion Creanga werd geboren op 10 juni 1839 in Humuleşti.
Uit: Two money bags
"It was once an old woman and an old man. Hen eggs old woman is two times per day, and eat lots of eggs Baba and the old man did not give him any. One day the old man lost his patience and said: - Hey Baba, eat like the borough of Flint. Let me also take some eggs to even catch my appetite. - Yes' as not, "said the old woman who was very stingy. If you are craving eggs, and you beat your rooster to make eggs and eat them, so I knocked that chicken and eggs as a iacătă. Old man, greedy and greedy old woman is taken by mouth and rage comes rather quickly and rooster and giving him a good beating, saying: - Na! or you eggs, or go to my house, not to spoil the food for nothing. Rooster, as the old man escapes from his hands, go home and walk the roads, bezmetec. And as he went on the road, only two iaca found a bag with money.
Ion Creanga (10 juni 1839 31 december 1889)
Buste in Iasi
Zie voor de twee bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 10 juni 2009.
Onafhankelijk van geboortedata:
De Maltese dichter Norbert Bugeja werd geboren in Siġġiewi in 1980. Zie ook mijn blog van 10 juni 2009.
LAS RAMBLAS, 15.45 p.m.
The Sailor sits beneath the bastions of El Corte Ingles, a scrawny cat, gnawing at the sun with his vile oaths and unknotting the yarns that prod him in his sleep. The very shape of him, like waves of vintage radios stinks in between one country and another, snatches words uttered, and those slain, and then transmits the moral of the story an olive-skinned giggle, a filterless cigarette and two italians trailing a one-nighter.
Ola mujer, que pasa? Ostia puta.
If you come into the complex and start climbing one floor after another,you can look down and see him curse from every point of view: trussardi, zegna, fnac and valentino regard you with a slightly bizarre beard downing the sun beneath a scorching beer. . .
And if you get to the top floor and gaze, down at this city that loves you by the rate you may be late by then the Sailor will have picked the pick of tales to date.
Norbert Bugeja (Siġġiewi, 1980)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 10 juni 2007.
De Kroatische dichter en diplomaat Antun Mihanović werd geboren in Zagreb op 10 juni 1796.
|