De Nederlandse schrijver Willem Brakman werd geboren op 13 juni 1922 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 13 juni 2007. en mijn blog van 8 mei 2008. en ook mijn blog van 13 juni 2008 en ook mijn blog van 13 juni 2009.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Nadere kennismaking
heer. Het is nu ieder voor zich, vroeger ging dat allemaal anders en ongetwijfeld erger.
vrouw. Erger?
heer. Nu ja, begrijpt u mij niet verkeerd maar de voorschriften waren toen anders, men sloot de voeten aaneen, boog, lichtte de hoed en zei: neemt u mij niet kwalijk mejuffrouw, maar ik vermoed dat u hier niet toevallig staat, daarbij; grijs mantelpakje, handtasje in de linkerhand en zo precies op het tijdstip van de afspraak. Bent u misschien?
vrouw. Maar dat klinkt helemaal niet erg.
heer. Waarachtig wel en dat moet destijds zeer vervelend geweest zijn, vernederend en - eerlijk - het verdere voorspel is ook niet alles, zo'n oliegladde, suave man, al die geheimzinnige kaartjes op dat bureau. Het lot zelf, eindelijk eens even zichtbaar. Ik kan het niet helpen, maar ik bespeurde in de diepte van dat hoofd een diepe tevredenheid, sadisme en bankrekening.
vrouw. Ik weet niet, ik vind het wel vreemd wat u daar allemaal zegt.
heer. Ik zal het u straks allemaal uitleggen. Kijk goed uit. Kijk goed uit! als we deze oversteek overleven stel ik voor in dat restaurant daar op de hoek een kopje koffie te gaan drinken.
vrouw. In dat grote strenge?
heer. Het is niet groot en streng, het is juist stijlvol en intiem. Ik zit er vaak, lees er mijn krant en kijk daar vaak overheen naar dit kruispunt en ik mag wel zeggen dat ik zo mijn ongelukjes heb gezien. Laten we ons niet in die rij voegen. Gauw nu! Dank heilige Christofoor, hier moeten we zijn.
Vrouw.. Nou... u was gauw aan de overkant, ik ben buiten adem.
heer. Wat u hier hoort is muziek. Die is als de stem van God zelf, overal aanwezig, ook op de toiletten. Ik heb eens een man ontmoet die vertelde in Griekenland, op vakantie, in een prachtige baai te hebben rondgezwommen waarin ook Odysseus moet hebben gesparteld. Helaas op de Pastorale van Beethoven die uit de bergen op hem neerdaalde. Ik zeg dit alles maar opdat u zult begrijpen hoe flink we moeten zijn in de toekomst.
Willem Brakman (13 juni 1922 8 mei 2008)
De Frans-Canadese dichter Hector de Saint-Denys Garneau werd geboren op 13 juni 1912 in Montréal. Zie ook mijn blog van 13 juni 2007. en ook mijn blog van 13 juni 2008 en ook mijn blog van 13 juni 2009.
Les enfants
Ah ! les petits monstres Ils vous ont sauté dessus Comme ils grimpent après les trembles Pour les fléchir Et les faire pencher sur eux Ils ont un piège Avec une incroyable obstination Ils ne vous ont pas laissés Avant de vous avoir gagnés Alors ils vous ont laissés Les perfides vous ont abandonnés Se sont enfuis en riant. Il y en a qui sont restés Quand les autres sont partis jouer Ils sont restés assis gravement.
Il en est qui sont allés Jusqu'au bout de la grande allée Leur rire s'est suspendu Pendant qu'ils se retournaient Pour vous voir qui les regardiez Un remords et un regret Mais il n'était pas perdu Il a repris sa fusée Qu'on entend courir en l'air Cependant qu'eux sont disparus Quand l'allée a descendu.
Saules
La tête penchée Le vent peigne leurs chevelures longues Les saules au bord de l'onde Les agite au-dessus de l'eau Pendant qu'ils songent Et se plaisent indéfiniment Aux jeux du soleil dans leur feuillage froid Ou quand la nuit emmêle ses ruissellements
Hector de Saint-Denys Garneau (13 juni 1912 24 oktober 1943)
De Ierse dichter, toneelschrijver en mysticus William Butler Yeats werd geboren in Sandymount bij Dublin 13 juni 1865. Zie ook mijn blog van 13 juni 2006 en ook mijn blog van 13 juni 2007. en ook mijn blog van 13 juni 2008 en ook mijn blog van 13 juni 2009.
A Friend's Illness
SICKNESS brought me this
Thought, in that scale of his:
Why should I be dismayed
Though flame had burned the whole
World, as it were a coal,
Now I have seen it weighed
Against a soul?
A First Confession
I admit the briar
Entangled in my hair
Did not injure me;
My blenching and trembling,
Nothing but dissembling,
Nothing but coquetry.
I long for truth, and yet
I cannot stay from that
My better self disowns,
For a man's attention
Brings such satisfaction
To the craving in my bones.
Brightness that I pull back
From the Zodiac,
Why those questioning eyes
That are fixed upon me?
What can they do but shun me
If empty night replies?
Politics
HOW can I, that girl standing there,
My attention fix
On Roman or on Russian
Or on Spanish politics?
Yet here's a travelled man that knows
What he talks about,
And there's a politician
That has read and thought,
And maybe what they say is true
Of war and war's alarms,
But O that I were young again
And held her in my arms!
William Butler Yeats (13 juni 1865 28 januari 1939)
|