De Iers-Amerikaanse schrijver Frank McCourt werd geboren op 19 augustus 1930 in New York. Frank McCourt overleed op 19 juli van dit jaar. Zie ook mijn blog van 19 augustus 2009 en ook mijn In Memoriam van 19 juli 2009 en ook mijn blog van 19 augustus 2007 en ook mijn blog van 19 augustus 2008. en mijn blog van 19 augustus 2006.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Angela's Ashes
Out in the Atlantic Ocean great sheets of rain gathered to drift slowly up the River Shannon and settle forever in Limerick. The rain dampened the city from the Feast of the Circumcision to New Year's Eve. It created a cacophony of hacking coughs, bronchial rattles, asthmatic wheezes, consumptive croaks. It turned noses into fountains, lungs into bacterial sponges. It provoked cures galore; to ease the catarrh you boiled onions in milk blackened with pepper; for the congested passages you made a paste of boiled flour and nettles, wrapped it in a rag, and slapped it, sizzling, on the chest.
From October to April the walls of Limerick glistened with the damp. Clothes never dried: tweed and woolen coats housed living things, sometimes sprouted mysterious vegetations. In pubs, steam rose from damp bodies and garments to be inhaled with cigarette and pipe smoke laced with the stale fumes of spilled stout and whiskey and tinged with the odor of piss wafting in from the outdoor jakes where many a man puked up his week's wages.
The rain drove us into the church our refuge, our strength, our only dry place. At Mass, Benediction, novenas, we huddled in great damp clumps, dozing through priest drone, while steam rose again from our clothes to mingle with the sweetness of incense, flowers and candles.
Limerick gained a reputation for piety, but we knew it was only the rain.
My father, Malachy McCourt, was born on a farm in Toome, County Antrim. Like his father before, he grew up wild, in trouble with the English, or the Irish, or both. He fought with the Old IRA and for some desperate act he wound up a fugitive with a price on his head.
When I was a child I would look at my father, the thinning hair, the collapsing teeth, and wonder why anyone would give money for a head like that. When I was thirteen my father's mother told me a secret: as a wee lad your poor father was dropped on his head. It was an accident, he was never the same after, and you must remember that people dropped on their heads can be a bit peculiar.
Frank McCourt (19 augustus 1930 19 juli 2009)
Filmaffiche
De Vlaamse dichter Frederik Lucien De Laere werd geboren in Brugge op 19 augustus 1971. Zie ook mijn blog van 19 augustus 2008 en ook mijn blog van 19 augustus 2009.
Immuniteit
in onze bios baden beresterke berbers die de hel van de woestijn overleefden en zweefden op het manna en de mantra van de god die genadig gading schonk maar ook harde tafels en wetten van bloed om te ontvangen een gestel van kruppstaal een huid volgescholden tot een schild en binnenin zuur en slijm neutraliserend de nucleus van de vijand tot ongevaar de stress weggesist, met een list verbannen globulines als belles dames die hun prooien kooien -sans merci- en zich met hun hoofden tooien: een trail & error evolutionaire track naar een taai organisme met defense mode dat zich wel eens tegen zichzelf keert wanneer het zich verveelt, en dan teert op de suiker of de huid aantast met een tirade van vlekken maar het gaat doorgaans als volgt: er vormt zich een heilige triade van pijn, roodheid en warmte voor de indringer die zich in het lichaam dwingt maar al vlug is gesnapt, omringd door een zwerm, een dodelijk kapsel dat het vreemde capteert en dissecteert tot dolende fragmenten van een compact gevaar dat kan leiden tot een nooit geziene cataract die de geschiedenis van a tot z herschrijft in een onontcijferbare schijf, een vreemde code van een vreemd virus dat ons binnenrijft.
Frederik Lucien De Laere (Brugge, 19 augustus 1971)
De Poolse schrijver Jerzy Andrzejewski werd geboren in Warschau op 19 augustus 1909. Zie ook mijn blog van 19 augustus 2009.
Uit: As en diamant (Vertaald door W. A. Meyer)
Toen hij de vrouw ontwaarde, die door de straat in de richting van de brug te Sreniawa liep, zwenkte Podgorski opzij naar het trottoir en bracht de wagen bruusk tot stilstand. Twee jongere met stenguns gewapende politiemannen, die achterin de auto zaten, namen direct een waakzame houding aan. De districtssecretaris Szczuka, die naast Podgorski zat, ging daarentegen rechtop zitten en hief zijn zware, door een te korte slaap gezwollen oogleden naar de chauffeur. 'panne?' 'Neen. 'n Ogenblikje, kameraad secretaris'. Zonder de motor af te zetten, sprong hij uit de jeep, en met zijn beslagen laarzen luidt op de stenen tikkend, begon hij de vrouw na te rennen, die de brug reeds naderde. Het trottoir was nog niet hersteld, op deze plek was het stukgeslagen door granaten, zij moest dus op de rijweg lopen. Zij liep langzaam, met gebogen hoofd, de schouders ook ietwat naar voren en droeg in de linkerhand een volgeladen tas. 'Mevrouw Alice!' riep hij. Mevrouw Kossecka was zo in gedachten dat, toen zij zich omkeerde en de jonge man voor zich zag, gekleed in de militaire broek, met de hoge laarzen en de donkere trui oner de losgeknoopte leren jekker, zij de voormalige assistent van haar man het eerste ogenblik niet herkende. Maar Podgorski had teveel haast en was te zeer verheugd met deze onverwachte ontmoeting, om in de ogen van mevrouw Alice twijfel te ontdekken. 'Goedendag!' Hij kuste haar hand. 'Wat een geluk dat ik u vanuit de auto zag.' Nu pas herkende zij hem door zijn ietwat hese stem en de karakteristieke buiging van zijn om de slapen te smalle hoofd. Hij had zich sedert dagen niet geschoren en de schaduw van de baardgroei verdonkerde zijn magere gezicht. Zij zette de zwaargeladen tas op de grond en begon vriendelijk te glimlachen. Ondanks de grijze haren, de talrijke groeven op het voorhoofd en de vermoeidheid in haar ogen, had zij ee nog jeugdige glimlach...
Jerzy Andrzejewski (19 augustus 1909 19 april 1983)
Jerzy Andrzejewski in 1949
De Amerikaanse schrijver James Gould Cozzens werd geboren op 19 augustus 1903 in Chicago. Zie ook mijn blog van 19 augustus 2007 en ook mijn blog van 19 augustus 2008 en ook mijn blog van 19 augustus 2009.
Uit: Guard of Honor
Enemies of Woodys, a hostile clique trying to do-him-in, would have asked nothing better than a chance to make these attitudes and opinions of Colonel Woodmans known at AAF Headquarters. Woody made them known himself, in black and white, over his signature. Colonel Ross could not help thinking that the evidence showed, if anything, that there were certain parties at Headquarters who were still ready, for old times sake, to cover for Woody, to try and keep him out of trouble. An angry man (so Colonel Woodman thought a little wire-pulling could determine Air Staff decisions, did he?) might have walked across the hall, laid the message before the CG/AAF and watched the roof blow off. Even a mildly annoyed man might have supplied Fort Worth with an information copy and left Woody to explain. Instead Woody got a personal reply at Sellers Field. He was peremptorily ordered to make available at once one of the first ten subject articles delivered to him. He was curtly reminded that direct communication between Headquarters Sellers Field and Headquarters Army Air Forces was under no repeat no circumstances authorized.
Of course, Colonel Woodman had done irreparable damage to any remaining chances he might have had for advancement, or an important command. Still, there was such a thing as the good of the service; and Woody, making it certain that he had no future, might be promoting that.
James Gould Cozzens (19 augustus 1903 9 augustus 1978)
Boekomslag
|