De Nederlandse dichter Nyk de Vries werd geboren in Noordbergum op 2 januari 1971. Zie ook mijn blog van 2 januari 2009 en ook mijn blog van 2 januari 2010.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
België
Met veel bravoure verliet ik familie en vrienden om het helemaal te gaan maken in België, samen met mijn lieve Wendelien. Dat viel eerlijk gezegd nogal tegen en binnen korte tijd verloor onze liefde al haar glans. Op het laatst kwamen we terecht op een kartonfabriek waar onze chef het duidelijk had voorzien op mijn Wendelien. Ik was niet meer mezelf daar in België en tijdens een pauze sloeg ik hem keihard met een hooivork op zijn rug. Sommige collegas kwamen later naar me toe en zeiden: Die hooivork had daar ook helemaal niet mogen staan.
Kamp
Architecten verdedigen architecten. Advocaten verdedigen advocaten. Typisten verdedigen typisten. Kunstenaars verdedigen kunstenaars. Ik verdedigde jou, tot we uit elkaar gingen, je ervandoor ging met een stukadoor en we in verschillend kampen terechtkwamen. Ik voelde me ontwricht, maar ging ook de wereld zien. Ik zag verschillen en begreep plotseling waarom het land vol dezelfde huizen stond, de straten vol dezelfde autos. Ik verkoos het verdedigen te laten. Ik draaide de weg op en verliet het Friese subsidiecircuit.
Nyk de Vries (Noordbergum, 2 januari 1971)
De Britse dichter Peter William Redgrove werd geboren op 2 januari 1932 in Kingston upon Thames, Surrey. Zie ook mijn blog van 2 januari 2010.
Sleepers' Beach
Echoes of an Atlantic storm gentled by the distance travelled mingling with the echoes Re-echoing off the dark cliffs: they break in the longsand like the day's sleepiness; Somebody is dreaming this beach with the vibrant 'tubes' rolled in in their musical order, The invisible wings of this dreamer wafting sleep-breeze that slides over the sandhills Where a ruined oratory hides whose stones wear away into sleepy sand Full of balsam; now the stout and lively rain conjures over the dry sand Immense water-shadings which project a chill; the already glass-wet beach stretches away To the headland we call Skull Island and the clouds are white supersurf above Excelling the surfer's surf, who wear in the white water dark sea-tadpole-suits, And the red flag goes up to mark the perilous abysses that seek to come ashore.
Peter Redgrove (2 januari 1932 16 juni 2003)
De Franse schrijver Jean-Bernard Pouy werd geboren op 2 januari 1946 in Parijs. Zie ook mijn blog van 2 januari 2009 en ook mijn blog van 2 januari 2010.
Uit: 1280 âmes
- Vous connaissez Jim Thompson, bien sûr. - Quand même... - Et le numéro 1000 de la Série Noire. - 1275 âmes. Un chef-d'uvre. - Traduit par Marcel Duhamel himself. Titre anglais? - Pop 1280. - Voilà le problème. Soi-disant que ça sonnait mieux. Mais avec des conneraies comme ça, lors de cette traduction, cinq personnes ont disparu, cin habitant de la bourgade de Pottsville. - Ploucville, comme disait Duhamel. - Ça me taraude. Ça m'empêche de considérer cette littérature, la noire, comme parfaite, un truc comme ça. J'aimerais que vous me les retrouviez, ces passés à l'as, pour raison signifiante. Je vous en garderais une éternelle reconnaissance. J'ai réfléchi. Imparable comme demande. Légitime. Difficile à refuser. Pourtant, je n'étais pas un spécialiste absolu du grand Jim. Mais je pouvais compter sur tous les thuriféraires du polar et sur son autobiographie, Vaurien. Ça m'intéressait, ça me changerait des crypto-surréalistes avec qui je gagne au moins un tiers de mes émoluments.
Jean-Bernard Pouy (Parijs 2 januari 1946)
De Vlaamse schrijver Isidoor Teirlinck werd geboren in Zegelsem op 2 januari 1851. Zie ook mijn blog van 2 januari 2008 en ook mijn blog van 2 januari 2009 en ook mijn blog van 2 januari 2010.
Uit: Arm Vlaanderen
Het was een boom, die fier de kruin in de hoogte spreidde, met donkergroen loof nog - ofschoon in den herfst - en met dikke, roode vruchten, die in den schijn der slapengaande zon glansten. Zijne gezellen stonden schier naakt, hij was nog krachtig als in den zomer. Die boom kende een geheim - een schrikkelijk geheim. Was het misschien daarom, dat hij zulke malsche twijgen schoot, dat bloed zijne vruchten te kleuren scheen? Trotsch, hoogmoedig blikte hij over zijne gaardgenooten, die maar tot aan de helft zijner kruin reikten.... Had hij misschien zich zelven vooruit geholpen, zooals de man, die hem zoo roerloos aanstaarde?... Deze had zich ook in de wereld omhooggeworpen. Hij zegde 't aan wie het hooren wilde: iedereen moest, zonder iemands hulp, door eigene krachten, zich eenen weg banen, zich voorwaarts stooten. 't Was bij hem eene spreuk geworden. Doch nooit voegde hij er bij, hoe men het doen moest en - vooral niet, hoe hij het gedaan had.
Dit was het geheim zijns levens - ook het geheim van den appelaar!
Ja, reeds lang stond die man daar, immer op dezelfde plaats. Zijne trekken wijzigden zich niet, er kwam geene verandering in zijn oog - zelfs nu niet, dat door zijne tanden een spottende, tartende lach klonk, juist alsof hij onzichtbare vijanden uitdaagde zijn geluk te storen. En zegepralend, doch dreigend stak hij den zwaren gaanstok naar den appelboom uit.
En nochtans was het hier een eenzaam plekje. Geen weg liep er voorbij en zelden werd er de rust gestoord. Alhoewel de man het dorp niet bewoonde, was er geen enkel dorpeling, die ooit zoo lang en zoo dikwijls op deze plaats had vertoefd als hij; niemand ter wereld had ooit zooveel aandacht aan dien appelaar geschonken.
Isidoor Teirlinck (2 januari 1851 - 27 juni 1934)
Zegelsem
De Oostenrijkse schrijver Gerhard Amanshauser werd geboren op 2 januari 1928 in Salzburg. Zie ook mijn blog van 2 januari 2007 en ook mijn blog van 2 januari 2009 en ook mijn blog van 2 januari 2010.
Uit: Was wissen wir vom Schi-Menschen?
Das Interesse am Schi-Menschen wird hauptsächlich durch ein unversehrtes Exemplar wachgehalten, das heute im Museum von a-Villa in einem Transparent-Würfel aufbewahrt ist. Als er gefunden wurde, war der Schi-Mensch in kompaktes Eis eingeschlossen, wie man annimmt, fiel er in ca. 3000 m Höhe einem Unfall zum Opfer. Ein seltener Glücksfall führte dazu, dass er einfror und im Eis auf ähnliche Art konserviert wurde wie manche Insekten in Bernstein. Wir müssen uns nun fragen, was der Schi-Mensch in einer Höhe von 3000 m vorhatte, wo er sich offenbar in einem lebensfeindlichen Milieu bewegte? Es handelt sich, wie wir aus zahlreichen Funden wissen, um keinen Einzelfall. Das Vorkommen von uniformierten Schi-Menschen in Höhen über 2000 m kann als erwiesen gelten: Tausende von Fundstücken beweisen es. Unter Berücksichtigung alles dessen, was wir von den Urmenschen wissen, wurden zwei Theorien vorgebracht: l) Der Schi-Mensch suchte in den höheren Bergregionen nach einem lebenswichtigen Material, das in seiner gewohnten Umgebung nicht oder nicht in ausreichender Menge verfügbar war. Diese Interpretation wird durch den Umstand nahegelegt, dass auf dem Schi (dem länglichen Kunststoffteil an den Füßen) die Schrift Atomik erscheint. Wir kennen lediglich die Bedeutung des Wortes Atom; über das angehängte ic (eine Nachsilbe?) gibt es einander widersprechende Auslegungen. Wir wissen, dass in der Zeit vor der Verfinsterung der Begriff des Atoms im Zentrum einer quasi-wissenschaftlichen Mythologie stand. Ebenso wie der Mythos von Prometheus, der noch früher anzusetzen ist, war der Atom-Glaube mit der Erzeugung von Energie verbunden. Man suchte nach gewissen Atomen (Uran usw.), d.h. also nach Brennstoffen. Wie einst behauptet worden war, man habe den Göttern das Geheimnis des Feuers geraubt, sagte man damals (siehe Papyrus 314159), man habe der Sonne das Geheimnis ihrer Strahlung entrissen.
Gerhard Amanshauser (2 Januar 1928 - 2 September 2006)
De Franse dichter en schrijver Luc Decaunes werd geboren op 2 januari 1913 in Marseille. Zie ook mijn blog van 2 januari 2009 en ook mijn blog van 2 januari 2010.
Pour ces gens
Il y a ceux qui se promènent
très tard, quand le ciel s'est fermé,
Ceux qui rêvent dans les cafés,
Somnambules de la lumière.
Il y a ceux qui sont perdus,
Qui cherchent sur les bords du fleuve
Une Ariane au coeur de veuve,
A qui donner plus que son dû.
Il y a ceux qui désespèrent,
Que l'ombre tourmente et qui n'ont,
Pour rassurer leur coeur sans nom,
Que le feu noir d'un réverbère.
Ceux qui vont s'asseoir sur un banc
Pour épier la vie nocturne,
Les affamés, les taciturnes,
Les sans-amour, les sans talent...
E tous ces gens forment la chaîne
D'un espoir dont on ne dit rien:
Les hommes sont comme les chiens,
Ils attendent du jour qui vient,
Une caresse qu'ils comprennent.
Luc Decaunes (2 januari 1913 - ? 2001)
|