De Nederlandse journalist, toneelschrijver, filmacteur en televisiepresentator Ischa Meijer werd geboren in Amsterdam op 14 februari 1943. Zie ook mijn blog van 14 februari 2008. en ook mijn blog van 14 februari 2009 en ook mijn blog van 14 februari 2010.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Een jongetje dat alles goed zou maken
Israel.
De Dikke Man zat deze zomerse namiddag op zijn favoriete bank in het stadsparkje van de betrekkelijke koelte te genieten, toen naast hem een vage joodse kennis plaatsnam.
Wat een gedonder nou weer, hè, Met die bom in Argentinië, de Israëli's en de Palestijnen- bedoel ik,' sprak Die Vage Joodse kennis.
Het houdt ook nooit op.'
De Dikke man glimlachte maar wat.
En het begon indertijd zo mooi, herinner ik me,' vervolgde de Vage Joodse Kennis.
O ja,' barstte De Dikke Man inenen, bijkans tomeloos, los.
Ik herinner me nog die avond in mei'48. Mijn vader kwam huilend van vreugde thuis- omdat de Staat Israël was gesticht. En er hing een sfeer van puur vreugdevolle hoop- dat alles goed zou komen; enkel en alleen omdat we nu een eigen land hadden- een eigen land, met eigen postzegels.'
Jaja- die postzegels, grinnikte de vage Joodse Kennis, in fijne herinnering verzonken.
En die foto's van de Jonge Staat.'
Nou en of!' riep De Dikke Man, bijkans met overslaande stem.
Voormalige hoogleraren in de filosofie uit Duitsland, die op tractoren gezeten Het Nieuwe Land beploegden. Vrolijke jongelui met onveranderlijk stralende gezichtsuitdrukkingen, die onophoudelijk de horra dansten.'
O, ja, mijmerde de Vage Joodse Kennis. Die horra! En de eerste Joodse sinaasappeltjes.'
Onze eigen, onvolprezen Jaffa!' exclameerde De Dikke Man.
Mijn hemel- wat smaakten die best! Als je eenmaal zo'n joodse citrusvrucht hebt geproefd, begreep je gewoonweg niet meer hoe de niet-joden het in hun hoofd durfden te halen door te gaan met hun productie.'
Achja- Israël', murmelde De Vage Joodse Kennis.
Ischa Meijer (14 februari 1943 14 februari 1995)
De Duitse schrijver en regisseur Alexander Kluge werd op 14 februari 1932 geboren in Halberstadt. Zie ook mijn blog van 14 februari 2010.
Uit: Die Kunst, Unterschiede zu machen
Die Gallier, die Kelten also, haben gelernt zu erzählen, einen Kokon zu spinnen, um die Wirklichkeit zu versüßen, sie so zu verschönern, daß sie kommunikationsfähig ist. Die unangenehmsten Ereignisse werden durch Erzählung schön, mitteilbar, uminterpretiert, gefälscht. Deswegen gibt es nicht nur Facts, sondern Fakes. Das ist eine Notwendigkeit. Behauptet einer, er könne mit Fakten umgehen, ohne sich etwas dazuzudenken, ohne zu fälschen, dem glaube ich nicht. Aber aus einem, der lügt, aus dessen Lügen, kann ich immer noch ein Stück Fakt herausentwickeln.
Es gibt eine Unterscheidung zwischen >vertrauenswürdig< und >nicht vertrauenswürdig<. Ovid beschreibt in seinen >Metamorphosen<, daß Lebewesen, die leiden, sich lieber verwandeln, als weiter zu leiden. Das ist die ganze Geschichte der Metamorphosen. Natürlich sind das alles Fiktionen, Göttergeschichten. Wissenschaftlich, historisch überprüft, stimmt keine dieser Geschichten. Es ist nicht wahr, daß Daphne sich in einen Lorbeerbaum verwandelte, nur weil ein gieriger Apoll hinter ihr her war. Als er sie fassen wollte, wurde sie ein Baum, der die Regionen des Mittelmeers erfreut. Diese Geschichte ist mit Intensität erdacht, mit notwendigem falschen Bewußtsein erzeugt worden.
Ovid ist Montaignes Gott, Heiner Müllers und auch meiner.
Jede dieser Geschichten, dieser Märchen in den >Metamorphosen< von Ovid ist vertrauenswürdiger als eine Nachrichtensendung von heute, in der zumindest alles äußerst verkürzt erzählt wird.
Alexander Kluge (Halberstadt, 14 februari 1932)
De Nederlandse dichter en predikant Piet Paaltjens werd geboren in Leeuwarden op 14 februari 1835. Zie ook mijn blog van 14 februari 2007 en ook mijn blog van 14 februari 2008 en ook mijn blog van 14 februari 2009 en ook mijn blog van 14 februari 2010.
Immortelle XVI
Zijn goudblonde lokken en knevel,
Zijn geestvolle neus en mond,
Zijn vergeetmijnietblik, zijn tenorstem
En zijn New-Foundlandsche hond,
Ik moet er gedurig aan denken; Zelfs adem ik soms nog flauw
Den geur in van zijn sigaren.
Hij kocht ze gewoonlijk bij Blaauw.
Ruik ik opnieuw die sigaren,
Dan word ik eensklaps zoo raar.
Is 't, omdat hij ze rookte,
Of was de tabak mij te zwaar?
Aan Rika
Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die den trein,
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.
En toch, zij duurde lang genoeg, om mij
Het eindloos levenspad met fletsen lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.
Waarom ook hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe oogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!
En waarom mij dan zoo voorbijgesneld,
En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?
Piet Paaltjens (14 februari 1835 19 januari 1894)
Standbeeld door Auke Hettema in Leiden
De Amerikaanse schrijver Robert Shea werd geboren op 14 februari 1933 in New York. Zie ook mijn blog van 14 februari 2008 en ook mijn blog van 14 februari 2009 en ook mijn blog van 14 februari 2010.
Uit: The Illuminatus! Trilogy (samen met Robert A. Wilson)
Then, say, for a while at least, that I have found an identity as ringmaster; but that crown sits uneasily on my head (if I have a head) and I must warn you that the troupe is small for a universe this size and many of us have to double or triple our stints, so you can expect me back in many other guises. Indeed do many things come to pass.
For instance, right now, I am not at all whimsical or humorous. I am angry. I am in Nairobi, Kenya, and my name is, if you will pardon me, Nkrumah Fubar. My skin is black (does that disturb you? it doesn't me), and I am, like most of you, midway between tribalism and technology; to be more blunt, as a Kikuyu shaman moderately adjusted to city life, I still believe in witchcraft-I haven't, yet, the folly to deny the evidence of my own senses. It is April 3 and Fernando Poo has ruined my sleep for several nights running, so I hope you will forgive me when I admit that my business at the moment is far from edifying and is nothing less than constructing dolls of the rulers of America, Russia, and China. You guessed it: I am going to stick pins in their heads every day for a month; if they won't let me sleep, I won't let them sleep. That is Justice, in a sense.
In fact, the President of the United States had several severe migraines during the following weeks; but the atheistic rulers of Moscow and Peking were less susceptible to magic. They never reported a twinge. But, wait, here is another performer in our circus, and one of the most intelligent and decent in the lot-his name is unpronounceable, but you can call him Howard and he happens to have been born a dolphin. He's swimming through the ruins of Atlantis and it's April 10 already-time is moving; I'm not sure what Howard sees but it bothers him, and he decides to tell Hagbard Celine all about it. Not that I know, at this point, who Hagbard Celine is. Never mind; watch the waves roll and be glad there isn't much pollution out here yet. Look at the way the golden sun lights each wave with a glint that, curiously, sparkles into a silver sheen; and watch, watch the waves as they roll, so that it is easy to cross five hours of time in one second and find ourselves amid trees and earth, with even a few falling leaves for a touch of poetry before the horror. Where are we?
Robert Shea (14 februari 1933 10 maart 1994)
De Canadees-Duitse schrijver en vertaler Frederick Philip Grove werd geboren als Felix Paul Greve op 14 februari 1879 in Radomno, Westpruisen. Zie ook mijn blog van 14 februari 2007 en ook mijn blog van 14 februari 2009 en ook mijn blog van 14 februari 2010.
Uit: Settlers of the Marsh
At this point the road leapt the Muddy River and passed through its sheltering fringe of bush to strike out over a sheer waste of heath-like country covered with low, creeping brush. The wind which had been soughing through the tree tops had free sweep here; and an exceedingly fine dust of dry, powdery ice-crystals began to fly you could hardly call it snow so far.
It did not occur to Niels to utter or even harbour apprehensions. His powerful companion knew the road; where he went, Niels could go.
They swung on, for the most part in silence.
The road became a mere trail; but for a while longer it was plainly visible in the waning light of the west; in the smooth ruts a film of white was beginning to gather.
The wind came in fits and starts, out of the hollow north-west; and with the engulfing dark an ever thickening granular shower of snow blew from the low-hanging clouds. As the trail became less and less visible, the very ground underfoot seemed to slide to the south-east.
By that time they had made about half the distance they intended to make. To turn back would have given them only the advantage of going with, instead of against, the gathering gale. Both were eager to get to work again: Nelson had undertaken to dig wells for two of the older settlers in the bush country; and he intended to clear a piece of his own land during the winter and to sell the wood which he had accumulated the year before.
They came to a fork in the trail and struck north-east. Soon after the turn Nelson stopped.
Remember the last house? he asked.
Yes, said Niels, speaking Swedish.
From there on, for twenty miles north and for ten miles east the land is open for homestead entry. But it is no good. Mere sand that blows with the wind as soon as the brush is taken off.
Frederick Philip Grove (14 februari 1879 19 augustus 1948)
De Iers-Engelse schrijver, publicist, uitgever en redacteur Frank Harris werd geboren op 14 februari 1856 in Galway, Ierland. Zie ook mijn blog van 14 februari 2009 en ook mijn blog van 14 februari 2010.
Uit: My Life and Loves
Early in this century when I was about 45, I made up my mind to go around the world again as I had done twenty-odd years before and study those parts of it--India, China and Japan--which I had missed before. By this time in my life I realized distinctly that I liked young girls more than I ought to like them. The girlish form before the characteristics of sex become mature attracts me intensely.
One evening in London, a friend advised me to visit India, assuring me that my peculiarity was dominant there. I started for India determined to see all there was to be seen and, if my friend was indeed correct, to indulge myself whenever the temptation became overpowering.
Going through the Red Sea in September, the heat was terrific; the women passengers for the most part chose to sleep on deck in armchairs and, as the temperature rose, their clothing grew slighter and slighter. I had got to know a Mrs. Wilson and her daughter of eighteen going out to join the husband and father, a civil servant in Bombay. Mrs. Wilson was pretty, well-read and enthusiastic about my writings, with which she was familiar. The girl, Winnie, was far prettier with an adolescent figure on the verge of womanhood and the loveliest dark brown eyes. I thought her almost a perfect beauty, with her girlish outlines and entrancing face. How to win her! Naturally I began by paying attention to her and dispensing compliments of all sorts at every opportunity. I found she loved music, so I talked to her of Wagner and Liszt for an hour at a time. One day I stated the thesis that perfect beauty such as hers must be the outward and visible sign of a perfect soul. "You must live up to it," I said, "and in ten yearsyou will be famous. You will make all men adore you. We all long for perfection and never find it--it is the passion of the soul."
We soon became friends, till one day Mrs. Wilson took me to task: "You are turning Winnie's head," she said, "and it really isn't fair of you."
"I shall do her no harm, I promise you," I said. "I only tell her she must make her spirit as perfect as her face.
"She is pretty, isn't she?" said the mother.
"A charming girl," we both agreed. All the while I was thinking about how I could win her.
Frank Harris (14 februari 1856 27 augustus 1931)
Zie voor nog meer schrijvers van de 14e februari ook mijn vorige blog van vandaag.
|