De Vlaamse schrijver Cyriel Buysse werd geboren op 20 september 1859 in Nevele. Zie ook mijn blog van 20 september 2007. Zie ook mijn blog van 20 september 2007 en ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Mea Culpa
Liefste René,
Als ge mij de waarheid geschreven hebt; als ge D. verlaten hebt op het uur en met den trein die ge mij aanduidt; en als die trein noch derailleerde noch zijne correspondentie miste met de verdere treinen die gij moest nemen; kortom, als gij geen hinderpaal of ramp op uwe baan ontmoet hebt, dan moet gij, op dit oogenblik, thuis terug zijn en er reeds dezen brief gevonden hebben, die u, - aangename of vervelende verrassing, - onmiddellijk in een gezelschap van vrienden komt opeischen. Wij hebben voor morgen namiddag een uitstapje naar het kasteel van Lauwegem belegd. Wij zullen een heel troepje zijn: Clara Sioen; Andrée Nicaise; Marie, Christine en Marguerite Jocquier; Blanche Serruijs met haar verloofde; de heeren Wennemackers, Liefmans en Lateur; Bébé Lechat, uw vriend Hody en ons beidjes met mevrouw Blondiaux als chaperone (tschjijperône, hoor, op zijn Engelsch) voor gansch de bende.
Zooals gij ziet, niet waar? zijn daar meer dan genoeg elementen tot pleizier vereenigd. En voor ons beiden zal het genoegen, zooals immer, dubbel zijn: wij zullen deelnemen in de algemeene vreugd en, terzelfdertijd, nog eens het fijn vermaak hebben allerlei karakteristieke waarnemingen op te doen, études de moeurs te maken, gelijk gij het met een ietwat dédaigneuse - wat al te dédaigneuse ironie, vind ik - soms noemt, en met elkander onze indrukken wisselen.
Wij zullen met den trein van drie ure vertrekken en met dien van negen terugkeeren. Het is ook besloten geweest, dat een ieder zijn proviand zal meebrengen en dat men zal lunchen op het gras, aan den boord van den vijver, die zich vóór het prachtig kasteel uitstrekt. Maar aangezien gij door het vertrek van Henri en Suzanne naar Oostende bij uwe terugkomst het huis ledig zult gevonden hebben, en dat ik van hier uw verbijstering zie bij de enkele gedachte aan die proviand, welke gij u zoudt moeten aanschaffen en die gij niet zoudt vinden, heb ik medelijden met u gehad en besloten zelve uw deel met het mijne meê te brengen. Gij hoeft u dus met die gewichtige zaak niet te bemoeien. Men vergt maar uwe tegenwoordigheid; maar deze vergt men bepaald. Gij zult ons rekenschap geven van uwe reis in Duitschland; gij zult ons de streken beschrijven die gij bezocht hebt, en de stad waar gij verbleven zijt. Gij zult ons in 't lang en met bijzonderheden over de personen spreken, welke gij ginds ontmoet hebt; en ons ook, uit het geheugen, de merkwaardige redevoering voordragen, die gij, met zooveel bijval, op een der zittingen van het congres van Crimineele Anthropologie aan de leden voorgelezen hebt.
Cyriel Buysse (20 september 1859 - 25 juli 1932)
Buysses geboortehuis in Nevele
De Engelse dichteres en schrijfster Stevie (eig. Florence Margaret) Smith werd geboren op 20 september 1902 in Kingston upon Hull. Zie ook mijn blog van 20 september 2009.
Autumn
He told his life story to Mrs. Courtly
Who was a widow. 'Let us get married shortly',
He said. 'I am no longer passionate,
But we can have some conversation before it is too late.'
In the Night
I longed for companionship rather,
But my companions I always wished farther.
And now in the desolate night
I think only of the people i should like to bite.
Bag-Snatching in Dublin
Sisely
Walked so nicely
With footsteps so discreet
To see her pass
You'd never guess
She walked upon the street.
Down where the Liffey waters' turgid flood
Churns up to greet the ocean-driven mud,
A bruiser in fix
Murdered her for 6/6.
Stevie Smith (20 september 1902 7 maart 1971)
De Amerikaanse schrijver Upton Beall Sinclair werd geboren op 20 september 1878. Zie voor onderstaande schrijver mijn blog van 20 september 2006 en ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.
Uit: The Jungle
Jurgis heard of these things little by little, in the gossip of those who were obliged to perpetrate them. It seemed as if every time you met a person from a new department, you heard of new swindles and new crimes. There was, for instance, a Lithuanian who was a cattle-butcher for the plant where Marija had worked, which killed meat for canning only; and to hear this man describe the animals which came to his place would have been worth while for a Dante or a Zola. It seemed that they must have agencies all over the country, to hunt out old and crippled and diseased cattle to be canned. There were cattle which had been fed on whiskey-malt, the refuse of the breweries, and had become what the men called steerlywhich means covered with boils. It was a nasty job killing these, for when you plunged your knife into them they would burst and splash foul-smelling stuff into your face; and when a mans sleeves were smeared with blood, and his hands steeped in it, how was he ever to wipe his face, or to clear his eyes so that he could see? It was stuff such as this that made the embalmed beef that had killed several times as many United States soldiers as all the bullets of the Spaniards; only the army beef, besides, was not fresh canned, it was old stuff that had been lying for years in the cellars.
Then one Sunday evening, Jurgis sat puffing his pipe by the kitchen stove, and talking with an old fellow whom Jonas had introduced, and who worked in the canning-rooms at Durhams; and so Jurgis learned a few things about the great and only Durham canned goods, which had become a national institution. They were regular alchemists at Durhams; they advertised a mushroom-catsup, and the men who made it did not know what a mushroom looked like. They advertised potted chicken,and it was like the boarding-house soup of the comic papers, through which a chicken had walked with rubbers on. Perhaps they had a secret process for making chickens chemicallywho knows? said Jurgiss friend; the things that went into the mixture were tripe, and the fat of pork, and beef suet, and hearts of beef, and finally the waste ends of veal, when they had any.
Upton Sinclair (20 september 1878 25 november 1968)
Sinclair op de cover van Time, 22 oktober 1934
De Duitse dichter en schrijver Hanns Cibulka werd geboren op 20 september 1920 in Jägerndorf, in het toenmalige Tsjechoslowakije. Zie ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.
Uit: Das Buch Ruth
Der Morgen war kühl. Wir kamen von Sättelstädt. In den Vorgärten blühten die Osterglocken, die Rosenstöcke zeigten ihr erstes Grün. Ein breiter sonniger Feldweg führte uns durch die Wiesen bergauf. Der ganze Berg lag in dieser frühen Morgenstunde noch in einem hellen wässerigen Grün.
Der Hörselberg ist ein mächtiger Kalksteinblock: im Süden steilwandige Abstürze, im Norden geht er in eine weite, wenig bewegte Hügellandschaft über. Er ist dem Hochland als selbständiger Bergrücken trabantenartig vorgelagert. Obwohl er mit den anderen Erhebungen des Thüringer Waldes kaum vergleichbar ist, seine Höhe liegt unter der Fünfhundertmetergrenze, gibt ihm seine isolierte Lage, sein jähes Ansteigen aus dem Tal ein gewaltiges Ansehen.
Je näher wir an den Kalksteinriesen herankamen, desto schneller verloren sich seine malerischen Umrisse. Kulissenartig schob sich der Wald in das Blickfeld, andere Bildgruppierungen traten auf, die Horizontale des Berges zog sich zurück, wir sahen nur noch den schroffen bewaldeten Bergfuß, der hinter der Autobahn steil nach oben steigt ...
Hanns Cibulka (20 september 1920 20 juni 2004)
|