Foto
Foto
E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

            Romenu          

Romenu is een blog over gedichten, literatuur en kunst Maar Romenu is ook een professionele freelance vertaler
Du-Ne en Ne-Du
http://www.roumen-vertalingen.nl/

Blog als favoriet !
   Romenu op Twitter       

Follow Romenu on Twitter

          Google          

Mijn favorieten
  • Buddenbrookhaus
  • Thomas Mann
  • Hans Warren
  • Paul Celan
  • Georg Trakl
  • Roumen Vertalingen
  • In Letterland
  • Frédéric Leroy
  • Romenu I
  • Yang
    Foto
    Georg Trakl    

    Georg Trakl werd op 3 februari 1887 in het conducteurshuis aan de Waagplatz 2 in Salzburg geboren. Zijn vader, Tobias Trakl, was een handelaar in ijzerwaren en zijn moeder, die ook psychische problemen had, was Maria Catharina Trakl, (meisjesnaam Halik). Voorts had hij nog drie broers en drie zussen. Margarethe (doorgaans Grethe genoemd) stond hem het naast, zelfs zodanig dat sommigen een incestueuze verhouding vermoeden. Zijn jeugd bracht hij door in Salzburg. Vervolgens bezocht hij van 1897 tot 1905 het humanistische gymnasium. Om toch een academische opleiding te kunnen volgen, werkte hij tot 1908 in de praktijk bij een apotheker. Sommigen vermoedden dat hij dit vooral deed om zichzelf opiaten te kunnen verschaffen. Bij het uitbreken van WO I werd Trakl als medicus naar het front in Galicië (heden ten dage in Oekraïne en Polen) gestuurd. Zijn gemoedsschommelingen leidden tot geregelde uitbraken van depressie, die verergerd werden door de afschuw die hij voelde voor de verzorging van de ernstig verwonde soldaten. De spanning en druk dreven hem ertoe een suïcidepoging te ondernemen, welke zijn kameraden nochtans verhinderden. Hij werd in een militair ziekenhuis opgenomen in Kraków, alwaar hij onder strikt toezicht geplaatst werd.Trakl verzonk daar in nog zwaardere depressies en schreef Ficker om advies. Ficker overtuigde hem ervan dat hij contact moest opnemen met Wittgenstein, die inderdaad op weg ging na Trakls bericht te hebben ontvangen. Op 4 november 1914, drie dagen voordat Wittgenstein aan zou komen, overleed hij echter aan een overdosis cocaïne
    Foto
    Paul Celan   

    Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Paul Celans ouders waren Duitssprekende joden die hun zoon joods opvoedden en hem naar Duitse christelijke scholen stuurden. In 1942 werden Celans ouders door de Duitse bezetter naar een werkkamp gedeporteerd en daar vermoord. Hijzelf wist aanvankelijk onder te duiken, maar moest vanaf juli 1942 in een werkkamp dwangarbeid verrichten. Celan overleefde de oorlog. Via Boekarest en Wenen vestigde Celan zich in 1948 in Parijs. Daar was hij werkzaam als dichter, vertaler en doceerde hij aan de prestigieuze Ecole Normale Supérieure. Vermoedelijk op 20 april 1970 beëindigde hij zijn leven zelf door in de Seine te springen.

    Gerard Reve   

    Gerard Reve over: Medearbeiders ”God is in de mensen, de dieren, de planten en alle dingen - in de schepping, die verlost moet worden of waaruit God verlost moet worden, door onze arbeid, aangezien wij medearbeiders van God zijn.” Openbaring ”Tja, waar berust elk godsbegrip op, elke vorm van religie? Op een openbaring, dat wil zeggen op een psychische ervaring van zulk een dwingende en onverbiddelijke kracht, dat de betrokkene het gevoel heeft, niet dat hij een gedachte of een visioen heeft, maar dat een gedachte gedachte of visioen hem bezit en overweldigt.”

    Foto
    Foto
    Simon Vestdijk   

    Simon Vestdijk (Harlingen, 17 oktober 1898 – Utrecht, 23 maart 1971) was een Nederlands romancier, dichter, essayist en vertaler. Zijn jeugd te Harlingen en Leeuwarden beschreef hij later in de Anton Wachter-cyclus. Van jongs af aan logeerde hij regelmatig bij zijn grootouders in Amsterdam, waar hij zich in 1917 aan de Universiteit van Amsterdam inschrijft als student in de medicijnen. Tijdens zijn studie die van 1917 tot 1927 duurde, leerde hij Jan Slauerhoff kennen.Tot 1932 is hij als arts in praktijken door heel Nederland werkzaam. In 1932 volgt zijn officiële schrijversdebuut met de uitgave van de bundel Verzen in De Vrije Bladen. Doorslaggevend voor Vestdijks uiteindelijke keuze voor de literatuur is zijn ontmoeting in 1932 met Eddy Du Perron en Menno ter Braak. Deze ontmoeting had tot resultaat dat hij redactielid werd van het tijdschrift Forum Kort daarop, in 1933, wordt zijn eerste novelle, De oubliette, uitgegeven. In hetzelfde jaar schrijft hij Kind tussen vier vrouwen, dat, eerst geweigerd door de uitgever, later de basis zal vormen voor de eerste drie delen van de Anton Wachter-romans. In 1951 ontvangt Vestdijk de P.C. Hooftprijs voor zijn in 1947 verschenen roman De vuuraanbidders. In 1957 wordt hij voor het eerst door het PEN-centrum voor Nederland voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Literatuur, die hij echter nooit zal krijgen. Op 20 maart 1971 wordt hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kan ontvangen overlijdt hij op 23 maart te Utrecht op 72-jarige leeftijd. Vestdijk was auteur van ca. 200 boeken. Vanwege deze enorme productie noemde de dichter Adriaan Roland Holst hem 'de man die sneller schrijft dan God kan lezen'. Andere belangrijke boeken van Simon Vestdijk zijn: "Kind van stad en land" (1936), "Meneer Visser's hellevaart" (1936), "Ierse nachten" (1946), "De toekomst de religie" (1947), "Pastorale 1943" (1948), "De koperen tuin" (1950), "Ivoren wachters" (1951), "Essays in duodecimo" (1952) en "Het genadeschot" (1964).
    Foto
    K.P. Kavafis   

    K.P. Kavafis werd als kind van Griekse ouders, afkomstig uit Konstantinopel, geboren in 1863 in Alexandrië (tot vandaag een Griekse enclave) waar hij ook het grootste deel van zijn leven woonde en werkte. Twee jaar na de dood van zijn vader verhuist het gezin in 1872 naar Engeland om na een verblijf van vijf jaar naar Alexandrië terug te keren. Vanwege ongeregeldheden in Egypte vlucht het gezin in 1882 naar Konstantinopel, om na drie jaar opnieuw naar Alexandrië terug te gaan. In de jaren die volgen maakt Kavafis reizen naar Parijs, Londen en in 1901 zijn eerste reis naar Griekenland, in latere jaren gevolgd door nog enkele bezoeken. Op de dag van zijn zeventigste verjaardag, in 1933 sterft Kavafis in Alexandrië. De roem kwam voor Kavafis pas na zijn dood, dus postuum. Deels is dat toe te schrijven aan zijn eigen handelswijze. Hij was uiterst terughoudend met de publicatie van zijn gedichten, liet af en toe een enkel gedicht afdrukken in een literair tijdschrift, gaf in eigen beheer enkele bundels met een stuk of twintig gedichten uit en het merendeel van zijn poëzie schonk hij op losse bladen aan zijn beste vrienden.
    Foto
    Thomas Mann    


    Thomas Mann, de jongere broer van Heinrich Mann, werd geboren op 6 juni 1875 in Lübeck. Hij was de tweede zoon van de graankoopman Thomas Johann Heinrich Mann welke later één van de senatoren van Lübreck werd. Zijn moeder Julia (geboren da Silva-Bruhns) was Duits-Braziliaans van Portugees Kreoolse afkomst. In 1894 debuteerde Thomas Mann met de novelle "Gefallen". Toen Thomas Mann met 21 jaar eindelijk volwassen was en hem dus geld van zijn vaders erfenis toestond - hij kreeg ongeveer 160 tot 180 goldmark per jaar - besloot hij dat hij genoeg had van al die scholen en instituties en werd onafhankelijk schrijver. Kenmerkend voor zijn stijl zijn de ironie, de fenomenale taalbeheersing en de minutieuze detailschildering. Manns reputatie in Duitsland was sterk wisselend. Met zijn eerste roman, Buddenbrooks (1901), had hij een enorm succes, maar door zijn sceptische houding tegenover Duitsland na de Eerste Wereldoorlog veranderde dit volledig. Stelde hij zich tot aan de jaren twintig apolitiek op (Betrachtungen eines Unpolitischen, 1918), meer en meer raakte hij bij het Politiek gebeuren betrokken. Zijn afkeer van het nationaal socialisme groeide, zijn waarschuwingen werden veelvuldiger en heftiger. In 1944 accepteerde hij het Amerikaanse staatsburgerschap. Tussen 1943 en 1947 schreef Mann Doktor Faustus (zie Faust), de roman van de 'Duitse ziel' in de gecamoufleerd geschilderde omstandigheden van de 20ste eeuw. In 1947 bezocht hij voor het eerst sinds de Oorlog Europa, twee jaar later pas Duitsland. In 1952 vertrok hij naar Zwitserland. Op 12 augustus 1955 stierf hij in Zürich. Twintig jaar na zijn dood, in aug. 1975, is zijn literaire nalatenschap geopend: dagboekaantekeningen van 15 maart 1933 tot 29 juli 1955, alsmede notities uit de jaren 1918 tot en met 1921.Belangrijke werken zijn: Der Zauberberg, Der Tod in Venedig, Dokter Faustus , Joseph und seine Brüder en Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull.
    Foto
     Rainer Maria Rilke   

    Rilke werd op 4 december 1875 geboren in Praag. Hij had al naam gemaakt als dichter met zijn bundels Das Stundenbuch en Das Buch der Bilder, toen hij de literaire wereld versteld deed staan en wereldfaam verwierf met de publicatie van zijn twee delen Neue Gedichte in 1907 en 1908. Hij verzamelde daarin het beste werk uit een van zijn vruchtbaarste periodes, die hij grotendeels doorbracht in Parijs. Rilke was daar diep onder de indruk gekomen van Rodin, bij wie hij een tijdlang in dienst was als particulier secretaris. Rodin, zei hij later, had hem leren kijken. Dit kijken kwam neer op intense concentratie, om het mysterie te kunnen zien ‘achter de schijnbare werkelijkheid'. Latere en rijpere werken als Duineser Elegien (1912-1923) en het ronduit schitterende Die Sonette an Orfeus (1924) illustreren Rilkes metafysische visie op het onzegbare, dat haar verwoording vindt in een hermetische muzikale taal. Op 29 december 1926 overlijdt Rilke in het sanatorium in Val-Mont aan de gevolgen van leukemie. Enkele dagen later wordt hij, overeenkomstig zijn wens, begraven op het kerkhof van Raron.
    * * * * * * * * * * * * *  * * *   
    Romenu
    Over literatuur, gedichten, kunst en cultuur
    12-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hans Werner Richter, Juana Inés de la Cruz, Michael Ende, Oskar Panizza, Jacobus Bellamy

    De Duitse dichter en schrijver Hans Werner Richter werd geboren op 12 november 1908 in Bansin op het eiland Usedom. Zie ook mijn blog van 12 november 2006.

     

    Uit: Hans Prescher, Künste im Aufbruch

     

    „Aus der US-Kriegsgefangenschaft ließ sich Hans Werner Richter, gelernter Buchhändler und wie Koeppen aus Pommern stammend, nach München entlassen. Er gab dort zusammen mit Alfred Andersch 1946/47 die legendäre Zeitschrift »Der Ruf« heraus, die der US-Besatzungsmacht wegen ihrer kritischen Haltung so mißfi el, daß die beiden Herausgeber gefeuert wurden und Erich Kuby die Nachfolge antrat. Mit »Ruf«-Mitarbeitern initiierte Richter die »Gruppe 47«, zu deren Treffen er Schriftsteller an wechselnde Orte zu Lesungen einlud – nie aber nach München.

    Als Mentor und Moderator der Gruppe verband er laut Heinrich Böll »die Strenge des Vaters mit der Güte der Mutter«. Richter hat mit der Gruppe 47 einem Gutteil der westdeutschen Literatur nach 1945 auf den Weg geholfen. Durch die Auszeichnung mit dem Preis der Gruppe fanden zwischen 1951 und 1955 Autoren wie Günter Eich, Heinrich Böll, Ilse Aichinger, Ingeborg Bachmann und Martin Walser erstmals breitere Beachtung. Die 50er Jahre galten als die große Zeit der Gruppe, später entwickelte sie sich mehr zu einer »Literaturbörse«, wie Günter Herberger kritisierte, auf der »sich auch Kritiker eitel selbst darstellten«. Marcel Reich-Ranicki urteilte, trotz einer ganzen Anzahl eigener Buchveröffentlichungen Richters bleibe die Gruppe 47 dessen »Hauptwerk«.

    Richters Bücher sind durch ihre Themen wie durch ihren literarisch wenig ambitionierten, eher journalistischen Stil primär von zeitgeschichtlichem Interesse. »Die Politik interessierte ihn mehr als die Literatur«, so Reich-Ranicki. Richters 1949 erschienener, stark beachteter Roman »Die Geschlagenen« basiert auf eigenen Erfahrungen und erzählt in nüchternem Realismus von einem wenig nazibegeisterten Obergefreiten, der mörderische Kämpfe um Monte Cassino überlebt und später den Schikanen führergläubiger Vorgesetzter im US-Kriegsgefangenenlager ausgesetzt ist. Mit diesem in mehrere Sprachen übersetzten, von Friedrich Sieburg »das bisher beste Kriegsbuch« genannten Roman begann Richters Zusammenarbeit mit dem Münchner Verleger Kurt Desch, der auch seine nächsten Bücher herausbrachte.

    Der dokumentarische Roman »Sie fi elen aus Gottes Hand«, der 1951 folgte, zeichnet eindringlich das Los von einem Dutzend Vertriebener und Entwurzelter nach, Strandgut aus dem Untergang des »Dritten Reichs«. Sie alle, ob Polen oder Spanier, Russen oder Letten, hatten sich anzupassen gesucht, um zu überleben. »Wir wählten stets das kleinere Übel und enden im großen«, sagt einer der Männer, ein anderer fügt hinzu: »Man läuft von einer Seite zur anderen, und immer ist man auf der falschen Seite.«

     

     

     

    Richter
    Hans Werner Richter (12 november 1908 – 23 maart 1993)

     

     

     

     

     

     

    De Mexicaanse dichteres en moniaal. Juana Inés de la Cruz de Asbaje y Ramírez, ook bekend als Sor Juana, werd geboren in San Miguel Nepantla op 12 november 1648 of 1651. Zie ook mijn blog van 12 november 2006.

     

    Vol Liefde

     

    Vol liefde zoek ik wie mij wreed ontvlucht

    en wreed ontvlucht ik wie mij volgt vol liefde;

    ik blijf vol liefde trouw aan wie mij griefde,

    ik grief wie naar mijn liefde trouw verzucht.

     

    Voor mijn geliefde ben ik louter lucht,

    en hij is louter lucht voor zijn geliefde,

    beducht bekijk ik wie mijn hart doorkliefde,

    en ik doorklief het hart van wie mij ducht.

     

    Als ik hem loon, verlies ik mijn verlangen;

    als ik hem bid, krenk ik mijn eer als bruid;

    zo moet ik tussen beiden blijven hangen.

     

    Wat kies ik mij als doel in ’t leven uit?

    liever door wie ik niet bemin gevangen

    dan van hem die me niet bemint de buit.

     

     

     

    Sor_Juana_Ines_de_la_Cruz_GTC
    Juana Inés de la Cruz (12 november 1648 of 1651 - 17 april 1695)

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Michael Ende werd geboren in Garmisch-Partenkirchen op 12 november 1929. Hij was de enige zoon van Edgar Ende, een surrealistische schilder, wie het schilderen later verboden werd door de Nazi's. Op zijn zesde verhuisde hij naar München, waar hij het gymnasium volgde. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog dook hij onder om aan de dienstplicht te ontsnappen. Na de oorlog voltooide hij zijn opleiding en ging studeren aan de kleinkunstacademie. Via baantjes als acteur en radiopresentator werd Michael Ende uiteindelijk auteur. Hij schreef proza, toneelstukken, liedjes, filmscripts en kritieken. Sommige werken van Ende dragen het stempel van zijn antroposofisch wereldbeeld, zoals De Toverdrank en Momo. Hij begon met het het schrijven van kinderboeken door toedoen van een vriend, die hem vroeg de tekst te schrijven bij een boek dat deze illustreerde. Zo kwam het eerste kinderboek van Michael Ende tot stand: Jim Knoop en Lucas de machinist (1960).

    In 1971 verhuisde Ende met zijn vrouw naar Italië, en keerde pas in 1985, na haar dood, terug. In 1989 trouwde hij met de Japanse vertaalster van Het oneindige verhaal. Momo en Het oneindige verhaal werden ook verfilmd.

     

    Uit: Momo

     

    »Ja, mach, daß du wegkommst!« rief Nino ihm nach.»Du hättest erst gar nicht zu kommen brauchen. Ichversöhne mich doch nicht mit einem Verbrecher!«Nicola fuhr herum. Sein Gesicht war puterrot vor Zorn.»Wer ist hier ein Verbrecher?« fragte er drohend undkam wieder zurück.»Sag das noch mal!«»Sooft du nur willst!« schrie Nino. »Du glaubst wohl,weil du stark und brutal bist, wagt niemand, dir die Wahrheit ins Gesicht zu sagen? Aber ich, ich sage siedir und allen, die sie hören wollen! Ja, nur zu, kommdoch her und bring mich um, wie du es schon mal tunwolltest!«»Hätt' ich's nur getan!« brüllte Nicola und ballte dieFäuste. »Aber da siehst du, Momo, wie er lügt undverleumdet! Ich hab' ihn nur beim Kragen genommenund in die Spülwasserpfütze hinter seiner Spelunkegeschmissen. Da drin kann nicht mal eine Ratteersaufen.« Und wieder zu Nino gewandt, schrie er:»Leider lebst du ja auch noch, wie man sieht! «Eine Zeitlang gingen die wildesten Beschimpfungenhin und her und Momo konnte nicht schlau darauswerden, worum es überhaupt ging und weshalb diebeiden so erbittert aufeinander waren. Aber nach undnach kam heraus, daß Nicola diese Schandtat nurbegangen hatte, weil Nino ihm zuvor in Gegenwarteiniger Gäste eine Ohrfeige gegeben hatte. Dem warallerdings wieder vorausgegangen, daß Nicola versuchthatte, Ninos ganzes Geschirr zu zertrümmern.»Ist ja überhaupt nicht wahr!« verteidigte sich Nicolaerbittert. »Einen einzigen Krug hab' ich an die Wandgeschmissen, und der hatte sowieso schon einenSprung!« »Aber es war mein Krug, verstehst du?«erwiderte Nino. »Und überhaupt hast du kein Recht zuso was!« Nicola war durchaus der Ansicht, in gutemRecht gehandelt zu haben, denn Nino hatte ihn inseiner Ehre als Maurer gekränkt.»Weißt du, was er über mich gesagt hat?« rief erMomo zu. »Er hat gesagt, ich könne keine geradeMauer bauen, weil ich Tag und Nacht betrunken sei.Und sogar mein Urgroßvater wäre schon so gewesen,und er hätte am Schiefen Turm von Pisa mitgebaut!«

    »Aber Nicola«, antwortete Nino, »das war doch nurSpaß!«»Ein schöner Spaß!« grollte Nicola. »Über so waskann ich nicht lachen. «Es stellte sich jedoch heraus, daß Nino damit nur einenanderen Spaß Nicolas zurückgezahlt hatte. EinesMorgens hatte nämlich in knallroten Buchstaben aufNinos Tür gestanden: »Wer nichts wird, wird Wirt«.Und das fand wiederum Nino gar nicht komisch.Nun stritten sie eine Weile todernst, welcher von denbeiden Späßen der bessere gewesen sei und redetensich wieder in Zorn. Aber plötzlich brachen sie ab.Momo schaute sie groß an, und keiner der beidenkonnte ihren Blick so recht deuten. Machte sie sich imInneren lustig über sie? Oder war sie traurig? IhrGesicht verriet es nicht.“

     

     

     

    Ende
    Michael Ende (12 november 1929 – 28 augustus 1995)

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver en satiricus Oskar Panizza werd geboren op 12 november 1853 in Kissingen. In zijn geschriften viel hij de Wilhelmijnse overheidsstaat aan en leverde hij kritiek op de katholieke kerk, sexuele taboes en de burgerlijke moraal. Als literaire individualist neemt hij een uitzonderingspositie in de Duitse literatuurgeschiedenis in. Panizzas hoofdwerk is het in 1894 verschenen satirische drama Das Liebeskonzil. Zijn bizarre verhalen, waarin hij realisme en fantasie combineerde, zijn evenees van belang.

     

    Uit: Das Liebeskonzil

     

    Der Himmel; ein Thronsaal; drei Engel in schwanenweissen federdaunartigen Anzügen mit enganliegenden, durch Schleifen gehaltenen Kniehosen, Wadenstrümpfen, kurzen Amorettenflügeln, weissgepuderten, kurzgeschnittenen Haaren, weissen Atlasschuhen; sie haben Flederwische in der Hand zum Abstauben.

    Erster Engel. Heut steht ER wieder spät auf.

    Zweiter Engel. Seid froh! Dieses Gehust', dieses wasserblaue Geglotz', dieses Schleimfliessen, Fluchen, Spucken den ganzen Tag - man kommt zu keinem gesunden Augenblick.

    Dritter Engel. Ja, es ist merkwürdig da heroben!

    Erster Engel. A propos! Ist der Thron festgemacht?

    Zweiter Engel. Ja, um Gottes willen! Ist der Thron festgemacht? Er wackelte gestern.

    Dritter Engel. Wer wackelte gestern?

    Erster Engel. Der Thron, dummes Gänschen!

    Dritter Engelverwundert. Der Thron? - Warum wackelt der Thron?

    Erster Engel. Enfin, er wackelt eben.

    Dritter Engel. Wie? Wackelt denn hier heroben überhaupt etwas?

    Ersterundzweiter Engellaut auflachend. Ha, ha, ha, ha! -

    Dritter Engelimmer ernster und erstaunter. Ja, warum wackelt der heilige Thron?

    Erster Engelenergisch. Dummes Gänschen! Weil hier sowieso alles aus dem Leim geht und lidschäftig wird, Götter und Möbel, Fransen und Tapeten.

    Dritter Engelinnerlich erbebend. Gott, wenn das meine Mutter wüsste!

    Zweiter Engelstirnrunzelnd und höhnisch. Deine Mutter? - Was willst du denn mit deiner Mutter, Fratz?

    Dritter Engel. Ach, sie liess doch heute die sechzigste Seelenmesse für mich lesen!

    Ersterundzweiter Engelmit wachsender Verwunderung. Für dich?! -Beide laut auflachend. Ja, wie alt bist denn du?

    Dritter Engelsich besinnend und dann mit Pathos zitierend. »Vor Gott sind tausend Jahre wie ein Tag, und ein Tag wie tausend Jahre!«

    Ersterundzweiter Engelihr abwinkend und sie zur Räson bringend; sehr breit. Ja, ja, ja, - is schon recht; das wissen wir schon! - Aber wie alt warst du denn drunten?

    Dritter Engelkindlich. Knapp vierzehn Jahre!

    Erster Engellachend. Und da brauchst du Seelenmessen?

    Dritter Engelzaghaft. Ach, ihr wisst ja nicht, ich bin ja gestorben!

    Ersterundzweiter Engelnoch lauter lachend. Ha, ha, ha! Hi, hi! - No, natürlich, sonst wärst du ja nicht hier! -

    Dritter Engelmit unverrückbarem Ernst. Ach, ihr wisst ja nicht, ich bin ja in Sünden gestorben!

     

     

     

     

    Panizza2
    Oskar Panizza (12 november 1853 – 28 september 1921)

     

     

     

     

     

    De Nederlandse dichter Jacobus Bellamy werd geboren in Vlissingen op 12 november 1757. Aan het einde van 1781, na 2 jaar privélessen van rector Didericus van Cruysselbergen, werd Jacobus toegelaten op de universiteit van Utrecht. In Utrecht wist hij in 1782 zijn eerste dichtbundel te laten uitgeven onder de titel Gezanger mijner jeugd. In 1784 werd Bellamy redacteur van letterkundig tijdschrift, Proeven voor het verstand, den smaak en het hart. Het tijdschrift was een initiatief van zijn vriend dominee Willem Anthony Ockerse. In de tweede uitgave van dit blad plaatste hij een aantal gedichten waaronder zijn bekende vertelling "Roosje".

     

     

    Het gebrek in Chloris

     

    Natuur gaf aan mijn Chloris

    Haar allerschoonste gaven.

    Zij gaf haar schone leden,

    Zij gaf haar tintelende oogjes,

    En blosjes op de wangen,

    Zij gaf haar, trots der mannen,

    Een vlug vernuft, en oordeel.

    In ’t kort, zij gaf haar alles,

    Wat maagden kan versieren.

    Maar jammer is ‘t – zij weet het

     

     

     

     

     

    jacobus_bellamy
    Jacobus Bellamy (12 november 1757 - 11 maart 1786)



     

    12-11-2008 om 00:00 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andreas Reimann, Luigi Malerba, Noah Gordon, Louis de Bougainville, Christina Guirlande

    De Duitse dichter, schrijver en graficus Andreas Reimann werd geboren in Leipzig op 11 november 1946. Nadat zijn vader in 1953 naar West-Berlijn was gevlucht en zijn moeder zelfmoord had geplegd kwam hij in een kindertehuis. Vanaf 1956 woonde hij bij zijn grootmoeder in Leipzig. Hij volgde een opleiding tot drukker en begon in 1965 aan een studie literatuur aan het Institut für Literatur »Johannes R. Becher«. Wegens zijn afwijzende houding tegenover de cultuurpolitiek van de DDR werd hij daarvan weer uitgesloten. Hij moest in dienst en werd daarvan vervolgens na een zelfmoordpoging weer vrijgesteld. Vanaf toen werkte hij als zelfstandig schrijver en lector. In 1968 werd hij veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens opruiing tegen de staat. Hij ging werken in de transport sector, in een brouwerij en als boehouder. Twee bundels verschenen van hem in de jaren zeventig en daarna niets meer tot 1989.

     

     

    Vor der Reise

     

    Ich hab gepackt, und mich das reisefieber.

    Verlorn sind hopfen da und baldrian...

    wer gerne hier ist, wär woanders lieber:

    ward nicht der kiesel, den wir übersahn

    auf unserm pfad, uns stets zum stolperstein?

    Doch wo die flüsse scheinbar südwärts fließen,

    erblick ich ihn und hör verzückt mich schrein:

    Oh, heb ihn auf! Nimm diesen mit! Und diesen!

     

    Die sterne, hier: nur apfelsinenkerne...

    Und früchte dort, wo hinter widernissen

    der himmel groß ist: wie uns zugewandt.

     

    Ja, reisen: jetzt! Mir bangt nicht vor der ferne. –

     

    Ich fürchte nur: Ich werd vielleicht vermissen

    nach meiner heimkehr das gesehne land...

     

     

     

     

    Die umwege der augen

     

    Den einen zu lieben ist schön. – Aber, ach:

    es laufen die augen den anderen nach,

    den breiteren schultern, vollendeter rund.

    Den strengeren lippen, dem weicheren mund.

    Dem längeren haar, dem geschorenen pelz.

    Dem wankenden rohr, dem gestandenen fels.

    Den nachtbrunnen-augen, den blicken wie zinn.

    Dem sanftren profil, dem entschiedneren kinn.

    Den mai-boys, bekleidet nur andeutungsweis.

    Den müden athleten, besprenkelt mit schweiß.

    Dem lüsternen, lauernden, zockenden typ.

    Dem in-sich-versunknen ich-habe-mich-lieb.

    Dem hochmütig-fremden, der kostbar sich dünkt.

    Dem, der mich er-männlicht. Dem, der mich verjüngt.

    Den hintern wie früchte, verschieden und prall...:

     

    Dem einzigen stern und dem gänzlichen all

    gehn nach keine augen, kehrn wieder und gehen.

     

    Aber den einen zu lieben, ist schön.

     

     

     

     

     

    Andreas_Reimann
    Andreas Reimann (Leipzig, 11 november 1946)

     

     

     

     

     

     

    De Italiaanse schrijver Luigi Malerba werd geboren op 11 november 1927 in Berceto. Hij studeerde rechten en had ook jarenlang een reclamebureau. Samen met Umberto Eco richtte hij de literaire Gruppo 63 op. Malerba begon als schrijver van draaiboeken, In zijn novellen en verhalen ontwikkelde hij een satirisch-groteske stijl. Thema’s van hem waren macht, corruptie, schijn en werkelijkheid.

     

    Uit: La scoperta dell’alfabeto (Discovering the alphabet, vertaald door Anamaría Crowe Serrano)

     

    “In the evening Ambanelli would stop working and go sit in front of the house with the owner’s son because he wanted to learn to read and write.

    “Let’s start with the alphabet”, said the boy who was eleven years old.

    “Let’s start with the alphabet”.

    “First you have A”.

    “A”, said Ambanelli patiently.

    “Then B”.

    “Why does one come first and then the next one?” asked Ambanelli.

    The owner’s son didn’t know why.

    “They just put them in that order, but you can use them in whatever order you want”.

    “I don’t understand why they put them in that order”, said Ambanelli.

    “It’s easier”, replied the boy.

    “I’d like to know whose job this was”.

    “That’s how the alphabet is”.

    “It doesn’t mean, then”, said Ambanelli, “that if I say B comes first and then A, anything changes?”

    “No”, said the young lad.

    “Right. Keep going, so”.

    “Then you have C which you can pronounce in two different ways”.

    “Whoever made this up must have had nothing better to do with his time”.

    The boy didn’t know what to say to this.

    “I want to learn to sign my name”, said Ambanelli, “I don’t want to write a cross whenever I have to sign a letter”.

    The boy took the pencil and a piece of paper and wrote “Ambanelli Federico”, then showed the page to the peasant.

    “This is your name”.

    “Right. Let’s start from the beginning, so, with my name”.

    “First you have A”, said the owner’s son, “then M”.

    “You see?” said Ambanelli, “now we’re getting somewhere”.

    “Then you have B and then A again”.

    “Same as the first one?” asked the peasant.

    “Exactly the same”.

    The boy was writing one letter at a time and then he went over it with the pencil guiding the peasant’s hand with his own.

    Ambanelli kept wanting to skip the second A which to his mind served no purpose, but after a month he had learnt to write his name and in the evenings he would write it in the ashes in the hearth so as not to forget it.

    When the people came to collect the grain and they asked him to sign the docket, Ambanelli licked the tip of the indelible pencil and wrote his name. The page was too narrow and his signature too long, but the people from the lorry were happy with “Amban” and maybe because of that from then on many took to calling him Amban, even though little by little he learnt to sign his name smaller and could make it fit in full on the collection dockets.

     

     

     

     

    Malherbe
    Luigi Malerba (11 november 1927 – 8 mei 2008)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver Noah Gordon werd geboren op 11 november 1926 in Worcester, Massachusetts. Hij studeerde journalistiek en Engelse taal aan de Boston University en werkte daarna lange tijd bij de Boston Herald. Nadat hij verschillende verhalen had gepubliceerd kwam in 1965 het grote succes met zijn eerste roman The Rabbi. Ook succesvol zijn de romans rond de familie van medici Cole, The Physician,  Shaman en Matters Of Choice.

     

    Uit: Der Katalane (The Bodega, vertaald door Klaus Berr)

     

    Er hatte gerade einen neuen Haufen in Brand gesetzt, und als er den Kopf hob, sah er Léon Mendès quer durch den Weinberg auf sich zukommen, ohne mit einem der vier anderen Arbeiter ein Wort zu wechseln.

    »Monsieur«, sagte er respektvoll, als Mendès dann vor ihm stand.

    »Senyor.« Es war ein kleiner Witz zwischen den bei­den, dass der Besitzer Josep ansprach, als wäre er der Be­sitzer und nicht der Arbeiter, aber Mendès lächelte nicht. Er war, wie immer, höflich, aber direkt. »Ich habe heute Morgen mit Henri Fontaine gesprochen, der erst kürz­lich aus Katalonien zurückgekehrt ist. Josep, ich habe eine schlechte Nachricht. Dein Vater ist tot.«

    Josep fühlte sich, als wäre ein Knüppel auf ihn nieder­gesaust, und brachte kein Wort heraus. Mein Vater? Wie kann mein Vater tot sein? Schließlich fragte er einfältig: »Was war die Ursache?«

    Mendès schüttelte den Kopf. »Henri hat nur gehört, dass er Ende August gestorben ist. Mehr weiß er nicht.«

    »Dann muss ich nach Spanien zurück, Monsieur.«

    »Aber ist es da auch ... sicher für dich?«, fragte Mendès sanft.

    »Ich glaube schon, Monsieur. Ich denke schon lange über eine Rückkehr nach. Ich danke Ihnen für Ihre Freundlichkeit. Dass Sie mich aufgenommen haben. Und mich so vieles gelehrt haben.«

    Mendès zuckte die Achseln. »Das ist doch nichts. Beim Wein hört man nie auf zu lernen. Den Tod deines Vaters bedaure ich sehr, Josep. Ich meine mich zu erin­nern, dass du noch einen älteren Bruder hast. Ist das nicht so?«

    »Ja. Donat.«

    »Wo du herkommst, erbt da der Älteste? Wird Donat den Weinberg deines Vaters bekommen?«

    »Wo ich herkomme, ist es der Brauch, dass der älteste Sohn zwei Drittel erbt und alle jüngeren Söhne sich den Rest teilen und eine Arbeit erhalten, die ihnen den Lebens unterhalt sichert. Aber in unserer Familie ist es der Brauch – weil wir so wenig Land besitzen –, dass alles an den ältesten Sohn geht. Mein Vater hatte mir immer zu verstehen gegeben, dass meine Zukunft in der Armee oder in der Kirche liegen würde ... Leider eigne ich mich für beides nicht.«

     

     

     

     

    Noah_Gordon
    Noah Gordon (Worcester, 11 november 1926)

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver, ontdekkingsreiziger, wereldreiziger en militair Louis Antoine de Bougainville werd geboren in Parijs op 11 november 1729. Bougainville begon zijn reis door de wereld in 1766. In januari 1768 voer hij door de Straat Magellaan. In 1769 naderde hij Australië, maar hij durfde Groot Barrièrerif niet over te steken.In 1771 verscheen zijn uitvoerige reisverslag Voyage autour du monde par la frégate du roi La Boudeuse et la flûte L'Étoile. Als bekende persoonlijkheid en geheel in de geest van de Verlichting hielp hij met zijn geïdealiseerde beeld van de eilandbewoners in de Zuidzee als edele wilden de theorie van Jean-Jacques Rousseau aan een nog grotere populariteit.

     

    Uit: Voyage autour du monde

     

    « Dès que nous fûmes mouillés, je fis mettre à la mer un de mes canots et un de l’Étoile. Nous nous y embarquâmes au nombre de dix officiers armés chacun de nos fusils, et nous allâmes descendre au fond de la baie, avec la précaution de faire tenir nos canots à flot et les équipages dedans. À peine avions-nous pied à terre que nous vîmes venir à nous six Américains à cheval et au grand galop. Ils descendirent de cheval à cinquante pas et sur-le-champ accoururent au-devant de nous en criant chaoua. En nous joignant, ils tendaient les mains et les appuyaient contre les nôtres. Ils nous serraient ensuite entre leurs bras, répétant à tue-tête chaoua, chaoua, que nous répétions comme eux. Ces bonnes gens parurent très joyeux de notre arrivée. Deux des leurs, qui tremblaient en venant à nous, ne furent pas longtemps sans se rassurer. Après beaucoup de caresses réciproques, nous fîmes apporter de nos canots des galettes et un peu de pain frais que nous leur distribuâmes et qu’ils mangèrent avec avidité. À chaque instant leur nombre augmentait ; bientôt il s’en ramassa une trentaine parmi lesquels il y avait quelques jeunes gens et un enfant de huit à dix ans. Tous vinrent à nous avec confiance et nous firent les mêmes caresses que les premiers. Ils ne paraissaient point étonnés de nous voir et, en imitant avec la voix le bruit de nos fusils, ils nous faisaient entendre que ces armes leur étaient connues. Ils paraissaient attentifs à faire ce qui pouvait nous plaire. M. de Commerson et quelques-uns de nos messieurs s’occupaient à ramasser des plantes ; plusieurs Patagons se mirent aussi à en chercher, et ils apportaient les espèces qu’ils nous voyaient prendre. L’un d’eux, apercevant le chevalier du Bouchage dans cette occupation, lui vint montrer un œil auquel il avait un mal fort apparent et lui demander par signe de lui indiquer une plante qui le pût guérir. Ils ont donc une idée et un usage de cette médecine qui connaît les simples et les applique à la guérison des hommes. C’était celle de Macaon, le médecin des dieux, et on trouverait plusieurs Macaon chez les sauvages du Canada. […]”

     

     

     

     

    bougainville
    Louis de Bougainville (11 november 1729 - 20 augustus 1811)

     

     

     

     

     

    De Belgische schrijfster Christina Guirlande werd als Godelieve De Beule geboren te Moerzeke bij Dendermonde op 11 november 1938. Zie ook mijn blog van 11 september 2006.

     

     

    De Verlatene

     

    Bij het achtste lied "La Delaïssado" uit de "Chants d'Auvergne" van J. Canteloube

    (1879-1957)

     

    Misschien eindigt wel alles

    met het vuur van een vulkaan,

    het monotoon uitgestorte groen

    dat geen vermoeden heeft

    van schaduw of van bomen.

     

    Hoe ver ik kijk

    nadat de slaap mij weer

    het dal heeft ingegooid

    spreiden de uren

    hun tentakels uit.

    Ik ben hun dagelijkse bruid

    en zing alleen

    met binnensmondse woorden.

    Ik leg mezelf verloren

    een klaaglied in de wind

    als was ik tweemaal kind.

    Dat ik je mis

    kom je wel nooit te horen.

     

    Alleen de echo op de helling

    roept mij na

    van verre herders uit de land

    Arcadia.

     

     

     

     

    Guirlande

    Christina Guirlande (Moerzeke, 11 november 1938)



     

    11-11-2008 om 20:38 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hans Magnus Enzensberger, Mircea Dinescu, Carlos Fuentes, Kurt Vonnegut, Nilgün Yerli

    De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook mijn blog van 11 september 2006 en ook mijn blog van 11 november 2007.

     

     

    ins lesebuch für die oberstufe

     

    lies keine oden, mein sohn, lies die fahrpläne:

    sie sind genauer. roll die seekarten auf,

    eh es zu spät ist. sei wachsam, sing nicht.

    der tag kommt, wo sie wieder listen ans tor

    schlagen und malen den neinsagern auf die brust

    zinken. lern unerkannt gehn, lern mehr als ich:

    das viertel wechseln, den pass, das gesicht.

    versteh dich auf den kleinen verrat,

    die tägliche schmutzige rettung. nützlich

    sind die enzykliken zum feueranzünden,

    die manifeste: butter einzuwickeln und salz

    für die wehrlosen. wut und geduld sind nötig,

    in die lungen der macht zu blasen

    den feinen tödlichen staub, gemahlen

    von denen, die viel gelernt haben,

    die genau sind, von dir.

     

     

     

     

    Privilegierte Tatbestände

     

    Es ist verboten, Personen in Brand zu stecken.

    Es ist verboten, Personen in Brand zu stecken, die im Besitz

    einer gültigen Aufenthaltsgenehmigung sind.

    Es ist verboten, Personen in Brand zu stecken, die sich an

    die gesetzlichen Bestimmungen halten und im Besitz

    einer gültigen Aufenthaltsgenehmigung sind.

    Es ist verboten, Personen in Brand zu stecken, von denen

    nicht zu erwarten ist, daß sie den Bestand und die

    Sicherheit der Bundesrepublik Deutschland gefährden.

    Es ist verboten, Personen in Brand zu stecken, soweit sie

    nicht durch ihr Verhalten dazu Anlaß geben.

    Es ist insbesondere auch Jugendlichen, die angesichts

    mangelnder Freizeitangebote und in Unkenntnis der

    einschlägigen Bestimmungen sowie aufgrund von

    Orientierungsschwierigkeiten psychisch gefährdet sind,

    nicht gestattet, Personen ohne Ansehen der Person in

    Brand zu stecken.

    Es ist mit Rücksicht auf das Ansehen der Bundesrepublik

    Deutschland im Ausland dringend davon abzuraten.

    Es gehört sich nicht. Es ist nicht üblich.

    Es sollte nicht zur Regel werden.

    Es muß nicht sein.

    Niemand ist dazu verpflichtet.

    Es darf niemandem zum Vorwurf gemacht werden, wenn

    er es unterläßt, Personen in Brand zu stecken.

    Jedermann genießt ein Grundrecht auf Verweigerung.

    Entsprechende Anträge sind an das zuständige

    Ordnungsamt zu richten.

     

     

     

    Nota bene. Wer diesen Text in eine andere Sprache überträgt, wird gebeten, an Stelle der Bundesrepublik Deutschland versuchsweise die offizielle Bezeichnung seines eigenen Landes einzusetzen. Diese Fußnote sollte auch in der Übersetzung stehenbleiben. (HME)

     

     

     

     

     

    Enzensberger
    Hans Magnus Enzensberger (Kaufbeuren,11 november 1929)

     

     

     

     

     

    De Roemeense dichter en schrijver Mircea Dinescu werd geboren op 11 november 1950 in Slobozia. Zie ook mijn blog van 11 september 2006.

     

     

    EXILE

    As the potato flowers are in bloom
    You take the road which ever us do part?
    Now that the sky is grey and overcast
    And tears confound the country and the doom?

    The grief will be for you the new abode
    Perhaps a warmer grave and newer ethos
    We shall unearth those emerald potatoes
    Those precious stones dug out from where we hoed.

    What kind of God preserved in secret heavens
    May still be glad to gather our bones
    With you, with us we cry on our tombs
    With you with us a story ends in ruins.

     

     



     

    “THE METAPHYSICAL CAT”

    You catch that cat, shouted the Regent,
    For it the Law can’t be so linient,
    The foreign cat which does not give a dime
    The Balkan cat, illegal and supine
    Politically incorrect feline -
    The hungry Balkan cat!
    The metaphysics cat in search of trysts
    Congenitally anti-communist
    Consumerist who never tried alone
    To strip a salmon fillet off the bone
    Who never listened to the BBC
    Who never went to Harrods for a spree.
    How come that we inherited such cat?
    Maybe from sermons of Adam Bhayat?
    Or was it from some petty bourgeois gal
    As surely not from the Neanderthal?
    For Goodness’ sake do something with that cat!
    Do kill it with a stroke of cricket bat
    The Government will surely not complain
    So long as it will not affect its gain
    The bad-luck, idle cat and poor achiever
    Which purrs and purrs whilst you all slog like beaver
    Its languid manner shows its true disdain…
    You Celtic ancestors, in overalls,
    Do come and rescue us, heed our calls!

     

     

     

     

    Vertaald door  Constantin Roman

     

     

     

     

    mircea-dinescu
    Mircea Dinescu (
    Slobozia, 11 november 1950)  

     

     

     

     

     

     

    De Panamese dichter en schrijver Carlos Fuentes Macías werd geboren op 11 november 1928 in Panama-Stad. Zie ook mijn blog van 11 september 2006.

     

    Uit: The Years with Laura Diaz

     

    „I KNEW THE STORY. What I didn't know was the truth. In a way, my very presence was a lie. I came to Detroit to begin a television documentary on the Mexican muralists in the United States. Secretly, I was more interested in capturing the decay of a great city -- the first capital of the automobile, no less, the place where Henry Ford inaugurated mass production of the machine that governs our lives more than any government.

     

    One proof of the city's power, we're told, is that in 1932 it invited the Mexican artist Diego Rivera to decorate the walls of the Detroit Institute of Arts. And now, in 1999, I was here -- officially, of course -- to make a TV series on this and other Mexican murals in the United States. I would begin with Rivera in Detroit, then move on to Orozco at Dartmouth and in California, and then to a mysterious Siqueiros in Los Angeles, which I was instructed to find, as well as lost works by Rivera himself: the mural in Rockefeller Center, obliterated because Lenin and Marx appeared in it; and other large panels which had also disappeared.

     

    This was the job I was assigned. I insisted on beginning in Detroit for one reason. I wanted to photograph the ruin of a great industrial center as a worthy epitaph for our terrible twentieth century. I wasn't moved either by the moral in the warning or by any apocalyptic taste for misery and deformity, not even by simple humanitarianism. I'm a photographer, but I'm neither the marvelous Sebastiao Salgado nor the fearsome Diane Arbus. I'd prefer, if I were a painter, the problem-free clarity of an Ingres or the interior torture of a Bacon. I tried painting. I failed. I got nothing out of it. I told myself that the camera is the paintbrush of our age, so here I am, contracted to do one thing but present -- with a presentiment, maybe -- to do something else very different.“

     

     

     

     

    Fuentes
    Carlos Fuentes (Panama-Stad, 11 november 1928)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver en schilder Kurt Vonnegut werd op 11 november 1922 geboren in Indianapolis. Zie ook mijn blog van 11 september 2006.

     

    Uit: Cat's Cradle

     

    „The Day the World Ended

     

    Call me Jonah. My parents did, or nearly did. They called me John.

    Jonah--John--if I had been a Sam, I would have been Jonah still--not because I have been unlucky for others, but because somebody or something has compelled me to be certain places at certain times, without fail. Conveyances and motives, both conventional and bizarre, have been provided. And, according to plan, at each appointed second, at each appointed place this Jonah was there.

    Listen:

    When I was a younger man--two wives ago, 250,000 cigarettes ago, 3,000 quarts of booze ago . . .

    When I was a much younger man, I began to collect material for a book to be called The Day the World Ended.

    The book was to be factual.

    The book was to be an account of what important Americans had done on the day when the first atomic bomb was dropped on Hiroshima, Japan.

    It was to be a Christian book. I was a Christian then.

    I am a Bokononist now.

    I would have been a Bokononist then, if there had been anyone to teach me the bittersweet lies of Bokonon. But Bokononism was unknown beyond the gravel beaches and coral knives that ring this little island in the Caribbean Sea, the Republic of San Lorenzo.

    We Bokononists believe that humanity is organized into teams, teams that do God's Will without ever discovering what they are doing. Such a team is called a karass by Bokonon, and the instrument, the kan-kan, that bought me into my own particular karass was the book I never finished, the book to be called The Day the World Ended.

     

     

    Chapter Two

     

    Nice, Nice, Very Nice

    "If you find your life tangled up with somebody else's life for no very logical reasons," writes Bokonon, "that person may be a member of your karass."

    At another point in The Books of Bokonon he tells us, "Man created the checkerboard; God created the karass." By that he means that a karass ignores national, institutional, occupational, familial, and class boundaries.

    It is as free-form as an amoeba.

    In his "Fifty-third Calypso," Bokonon invites us to sing along with him:

    Oh, a sleeping drunkard

    Up in Central Park,

    And a lion-hunter

    In the jungle dark,

    And a Chinese dentist,

    And a British queen--

    All fit together

    In the same machine.

    Nice, nice, very nice;

    Nice, nice, very nice;

    Nice, nice very nice--

    So many different people

    In the same device.

     

     

     

     

     

    vonnegut_nar
    Kurt Vonnegut (11 november 1922 – 11 april 2007)

     

     

     

     

     

    De Turks-Nederlandse schrijfster Nilgün Yerli werd op 11 november 1969 geboren in Kirsehir,Turkije. Op haar tiende verhuisde ze met haar ouders naar Nederland. Ze groeide op in het Friese plaatsje Steenwijkerwold. Haar ouders keerden terug naar Turkije toen Yerli vijftien jaar was. Ze verhuisde naar Haarlem, waar ze de HEAO ging volgen, en voorzag in haar onderhoud met verschillende bijbaantjes. Met een vriendin begon ze het duo Turkish Delight. In 2000 stond Yerli met haar soloprogramma 'Wat zeg ik?' in het theater en in 2001 met de show 'Vreemde vreemdgangers'. In de afgelopen twee jaar verloor Nilgün Yerli haar vader en vond ze haar levenspartner. Ze had onder andere een column in Het Parool. Bundelingen hiervan zijn uitgegeven onder de titels 'Turkse Troel' en 'Acht jaargetijden'. De biografische roman 'De garnalenpelster' uit 2001 was een verkoopsucces.

     

     

    Uit: De garnalenpelster

     

    „Mijn eerste schooldag in Nederland zal ik nooit vergeten. (..) Ik werd voorgesteld aan de leraar. Ik mocht meteen plaatsnemen en met de les meedoen. Ik dacht even dat ik geluk had omdat het tekenles was, maar toen wist ik nog niet hoe moeilijk communicatie kon zijn. Ik kreeg houtskool in mijn handen en moest daarmee tekenen. Tekenen met houtskool kenden we in Turkije ook.

    Ik begon heftig dat A-viertje in te kleuren. Ik zie nu nog de blik van die leraar voor me. Hij zie: nee, nee nee, Nou, dat woord kende ik al, dus ik begreep wat hij bedoelde, maar hoe moest ik hem uitleggen wat ik bedoelde? Ik pakte mijn gum en liet hem zien. Hij dacht waarschijnlijk dat ik alles wilde uitgummen en gaf me een nieuw vel wit papier. Ik begon weer heftig te kleuren, en hij werd boos. Ik wilde hem alleen maar mijn techniek laten zien, maar slaagde daar niet in, hij gaf me weer een nieuw vel papier. Ik dacht als ik weer ga kleuren dan wordt hij vast nog bozer en dan zit ik niet met de gebakken maar aangebakken peren. Die techniek die ik in Turkije had geleerd was eerst het tekenpapier volledig zwart maken met houtskool en vervolgens met een gummetje figuurtjes tekenen, een witte tekening op een zwarte achtergrond. Maar ik heb het niet uit kunnen leggen

     

     

     

     

    nilgun
    Nilgün Yerli (
    Kirsehir, 11 november 1969)

     

    11-11-2008 om 00:00 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    10-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Friedrich Schiller, Aka Morchiladze, Arnold Zweig, Rick de Leeuw, Jan van Nijlen

    De Duitse dichter en schrijver Johann Christoph Friedrich von Schiller werd geboren op 10 november 1759 in Marbach. Zie ook mijn blog van 10 november 2006 en ook mijn blog van 10 november 2007.

     

    Uit: Wilhelm Tell

     

    Erste Szene

    Hohes Felsenufer des Vierwaldstättersees, Schwyz gegenüber.

    Der See macht eine Bucht ins Land, eine Hütte ist unweit dem Ufer, Fischerknabe fährt sich in einem Kahn. Über den See hinweg sieht man die grünen Matten, Dörfer und Höfe von Schwyz im hellen Sonnenschein liegen. Zur Linken des Zuschauers zeigen sich die Spitzen des Haken, mit Wolken umgeben; zur Rechten im fernen Hintergrund sieht man die Eisgebirge. Noch ehe der Vorhang aufgeht, hört man den Kuhreihen und das harmonische Geläut der Herdenglocken, welches sich auch bei eröffneter Szene noch eine Zeitlang fortsetzt.

    Fischerknabesingt im Kahn: Melodie des Kuhreihens
    Es lächelt der See, er ladet zum Bade,
    Der Knabe schlief ein am grünen Gestade,
        Da hört er ein Klingen,
        Wie Flöten so süss,
        Wie Stimmen der Engel
        Im Paradies.
    Und wie er erwachet in seliger Lust,
    Da spülen die Wasser ihn um die Brust,
        Und es ruft aus den Tiefen:
        Lieb Knabe, bist mein!
        Ich locke den Schäfer,
        Ich zieh ihn herein.

    Hirteauf dem Berge: Variation des Kuhreihens
        Ihr Matten lebt wohl,
        Ihr sonnigen Weiden!
        Der Senn muss scheiden,
        Der Sommer ist hin.
    Wir fahren zu Berg, wir kommen wieder,
    Wenn der Kuckuck ruft, wenn erwachen die Lieder,
    Wenn mit Blumen die Erde sich kleidet neu,
    Wenn die Brünnlein fliessen im lieblichen Mai
        Ihr Matten lebt wohl,
        Ihr sonnigen Weiden!
        Der Senne muss scheiden,
        Der Sommer ist hin.

    Alpenjägererscheint gegenüber auf der Höhe des Felsen: Zweite Variation
    Es donnern die Höhen, es zittert der Steg,
    Nicht grauet dem Schützen auf schwindlichtem Weg,
        Er schreitet verwegen
        Auf Feldern von Eis,
        Da pranget kein Frühling,
        Da grünet kein Reis;
    Und unter den Füssen ein neblichtes Meer,
    Erkennt er die Städte der Menschen nicht mehr,
        Durch den Riss nur der Wolken
        Erblickt er die Welt,
        Tief unter den Wassern
        Das grünende Feld.

    Die Landschaft verändert sich, man hört ein dumpfes Krachen von den Bergen, Schatten von Wolken laufen über die Gegend.

    Ruodi der Fischer kommt aus der Hütte, Werni der Jäger steigt vom Felsen, Kuoni der Hirte kommt, mit dem Melknapf auf der Schulter. Seppi, sein Handbube, folgt ihm.

    Ruodi:
    Mach hurtig Jenni. Zieh die Naue ein.
    Der graue Talvogt kommt, dumpf brüllt der Firn,
    Der Mythenstein zieht seine Haube an,
    Und kalt her bläst es aus dem Wetterloch,
    Der Sturm, ich mein, wird dasein, eh wir's denken.

    Kuoni:
    's kommt Regen, Fährmann. Meine Schafe fressen
    Mit Begierde Gras, und Wächter scharrt die Erde.

     

     

     

     

     

    Schiller_Berger
    Friedrich Schiller (10 november 1759 - 9 mei 1805)

    Portret door Helmut Berger

     

     

     

     

     

     

    De Georgische schrijver Aka Morchiladze werd geboren op 10 november 1966 in Tbilisi. Daar studeerde hij ook geschiedenis aan de plaatselijke universiteit. Na zijn examen in 1988 werkte hij enige tijd aan de Hogeschool. Begin jaren negentig was hij parlementair journalist voor de krant Resonansi. Tegenwoordig is hij de meest gelezen schrijver van Georgië.

     

    Werk o.a. (Titels in het Engels) "Dogs of Paliashvili Street" (1995), "Flight over Madatov island and back"(1998), "To Disappear on Madatov Island" (2001),"Whale on Madatov island"(2004), "Witches of Christmas Eve"(2001), “To Play a Patience in August" (2001), "The Other" (2002), "Christmas Night Witches" (2002), "Old Refugee Shop" (2003), "Santa Esperanza" (2004),"Mr Deaxley's Silent box "(2005) "Maid in Tiflis" (2007), "Secret keeper's Belt" (2008).

     

    Uit: Santa Esperanza

     

    1. White booklet

    CHEST FOR WANDERING, PLAYING CARDS AND

    SOME OTHER ODDS AND ENDS

     

    “To be searched through with utmost care by those who have decided to undertake the trouble of reading these notebooks. Therein the searchers will find the contents of the book made out of these notebooks. Without the contents, they will never be able to make head or tail of the book itself (though, on the other hand, they might not necessarily need to be able to, after all).

     

    For the first time I visited Santa Esperanza (the same as St. John's Isles) in 1997. I stayed there for only four days, as it was quite a sudden decision of mine to visit the place, on my way from Istanbul, with too little money in my pocket, and even less time at my disposal. The simplified immigration rules were all in my favor: as is typical of most holiday resorts, one could peacefully stay there without any visa for a fortnight. But as soon as the fortnight's period of time expired, one had to rush to the nearest police station, equipped with one's passport and a good excuse, in order to generously explain to the local authorities the aim of one's arrival, and indicate the duration of his/her stay. If, meanwhile, one was happy enough to get some sort of a temporal job, one had to produce the contract as well, etc.

    Anyway, I didn't stay in Santa City (or St. John's Citadel) for more than four days then. But seven years later, I went there again; this time facing a lot more complications than I had experienced before.

    Well, it was not that the holiday resort immigration rules were no longer in force, but they were valid for the British citizens only, and for those from Europe without Borders. The rest of the ordinary tourists had to have their preliminary visas, or else they would never be allowed to stay at the place for even a fortnight.

    It seems very likely that Europeans have long forgotten about their visas whatsoever, while freely drifting from place to place all over their continent. But those who are the owners of the Georgian passports, have to fill in a huge amount of silly papers every time they feel like going somewhere. Sometimes they even have to certify the colour of their own eyes, to say nothing of the fact that they are to truly confess who has packed their personal belongings –their wife or their mistress – while they themselves were watching her carefully to avoid the terrible consequences of hiding a bomb, or some sort of poisonous capsules, in the remotest side-pockets of their traveling-bag” 

     

     

     

    morchiladze
    Aka Morchiladze (Tbilisi, 10 november 1966)

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Arnold Zweig werd op 10 november 1887 in een gematigd religieuze joodse familie geboren in Glogau, Neder-Silezië (nu Głogów, Polen). In 1907 ging hij in Breslau studeren. Later ging hij naar München, Berlijn, Göttingen, Rostock en Tübingen.  Zijn literaire debuut verscheen in 1912, Novellen um Claudia. In 1915 werd Zweig soldaat. Van Pruisisch-nationaal werd hij in de Eerste Wereldoorlog, waarin hij in Servië, België en bij Verdun moest vechten, pacifist. Vanaf 1917 werkte Zweig bij de persafdeling van de opperbevelhebber van het Oosten. Daar kwam de seculiere jood Zweig in aanraking met de oost-joden, voor hem een onvergetelijke ervaring.

    Na WO I vestigde Zweig zich als schrijver aan de Starnberger See. Hij raakte er bevriend met Lion Feuchtwanger en met Sigmund Freud. In essays, toneelstukken en verhalen gaf Zweig zijn oorlogservaringen vorm en ook zijn opinies over het jodendom. Na de Bierkellerputsch van 1923 moest Zweig Starnberg verlaten. Hij ging naar Berlijn, waar hij als redacteur van de Jüdische Rundschau ging werken. Door zijn contact met Martin Buber, dat al tijdens de oorlog was ontstaan, kwam Zweig ook het zionisme nabij. In 1927 verscheen Zweigs bekendste werk, de roman Der Streit um den Sergeanten Grischa, die tot de cyclus Der große Krieg der weißen Männer behoort, waarvan de andere delen zijn Junge Frau von 1914 (1931), Erziehung vor Verdun (1935), Einsetzung eines Königs (1937), Die Feuerpause (1954) en Die Zeit ist reif (1957). Arnold Zweigs roman De Vriendt kehrt heim is losjes gebaseerd op het leven van en de moord op Jacob Israël de Haan, gepleegd door een joodse nationalist, Avraham Tehomi.

    Na de machtsovername door de nazi's werden Zweigs boeken openlijk verbrand. Zweig vluchtte eerst naar Tsjechoslowakije, dan naar Zwitserland en tenslotte naar het Franse Sanary-sur-Mer. Zijn zionistische instelling voerde hem van daar verder in ballingschap naar Palestina, waar hij zich in 1934 in Haifa vestigde.

     

    Uit: Das Beil von Wandsbek

     

    “Geschehnisse, wie sie hier abrollen werden, um in einem viermal geschwungenen Beil, einem Revolverschuß und dem Zuziehen einer eingeseiften Schlinge zeitgemäß zu gipfeln, beginnen oft mit einer unscheinbaren Bewegung. Diese hier bestand in dem energischen Hineinstoßen des Federhalters ins Tintenfläschchen, ausgeführt von der kräftigen Hand Albert Teetjens, eines schönen blonden Mannes von zweiundvierzig Jahren, mit einem geschwungenen Schnurrbart über würzigen Lippen und mit verschwommen blickenden Augen von norddeutsch blaugrauem Glanz und weiten Lidern.

    Er saß, die Hemdärmel aufgekrempelt, am ovalen Tisch seines Wohn- und Eßzimmers, den seine Frau nach dem Abendbrot mal schnell trocken abgerieben hatte, eine große Zeitung als Unterlage benutzend, das Hamburger Fremdenblatt vom Freitag, 27. August 1937. Ein Firmament von durchsichtigem Grünblau spannte sich über die hohen Hinterwände der Häuser, in deren Erdgeschoß Teetjens Laden und Wohnung untergebracht waren, aber er sah nicht auf. Stine Teetjen hingegen verharrte, das Gesicht schräg emporgehoben und den rotblonden Haarknoten infolgedessen tief im Nacken, am geöffneten Fenster. Die Hände mit dem Wischtuch auf dem Rücken verschränkt, ließ sie ihre großen, grauen Augen mit dem Ausdruck verschämten Entzückens in den Abendhimmel schweifen, durstig atmend. Von links über ihnen und von gegenüber her musizierten die Lautsprecher, beide in der gleichen Kammermusik schwelgend, die der Hamburger Sender zusammen mit ganz Deutschland von der Großsendestelle Königswusterhausen empfing. Stine wußte nicht, was für einer Musik sie zuhörte, und daß es Mozarts Klarinettenquintett war, dem da gleichzeitig die Petersens im Vorderhaus und die Lawerenzens im gegenüberliegenden Seitenflügel lauschten. Aber was da in sie einströmte, eingeatmet gleichsam mit dem türkisfarbenen Licht, das gefiel ihr sehr. Blaugrüne Musik, dachte sie, Vergißmeinnicht und Rittersporn und Erika im Borsteler Moor. Mittendrinsitzen im warmen Kraut, sich zurücklegen; ach, wie gut das riecht! Und dann ist der Albert da, der bisher mit seinem Spazierstock in Mauselöchern, Maulwurfshaufen und einem verlassenen Fuchsbau herumgestochert hat, sonst kein Mensch weit und breit, bloß ein Flugzeug brummt nach Gotland, und ich kann meinen Rock ausziehen, damit er nicht zerdrückt wird. Albert aber dreht seine Gedanken weg von seinem Tick, wie's wohl im Innern der Erde aussieht, freut sich über meine Beine und ...”

     

     

     

     

    Zweig
    Arnold Zweig (10 november 1887 – 26 november 1968)

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse dichter schrijver, zanger en producer Rick de Leeuw werd geboren in Haarlem op 10 november 1960. Zie ook mijn blog van 10 november 2007.

     

     

    HET DIEPE

    of toch liever als
    die beschonken zeeman daar
    laverend halverwege
    bakzeil en nieuw verlangen
    voeten vooruit het diepe in en
    ja ik weet het
    altijd weer die wetten

    maar misschien nu het diepe
    en pas morgenochtend
    uniform gescheurd
    bloed geronnen pet vol kots
    het besef dat in de kelder
    ook het berouw woont

     

     

     

     

    Rick_de_Leeuw-klein
    Rick de Leeuw (Haarlem, 10 november 1960)

     

     

     

     

    De Vlaamse dichter en schrijver Jan van Nijlen werd geboren op 10 november 1884 in Antwerpen. Zie ook mijn blog van 10 november 2006.

     

     

    Volle zomer

           

    Er waait een wind van verre zuiderkust
    strelend en zacht en zoel en die bij pozen
    fijngeurig draalt; de gulden kever rust
    in het fluwelen schrijn der rode rozen.

           

    Het haverveld is van papavers rood,
    van korenbloemen blauwt het hoge koren,
    de ijsvogel flikkert over gracht en sloot
    waar nenufaar bloeit, gele naast ivoren.

     

    Nu heeft natuur haar droom van licht gebouwd,
    van lust en liefde en jeugd: gezonde blijheid;
    en wie slechts eenmaal 't wonder heeft aanschouwd,

           

    voelt zich voor altijd vreemdeling in de stad,
    treurt om die lieve en onbeperkte vrijheid,
    en heeft voor eeuwig heimwee naar dien schat.

     

     

     

     

    Geloof

     

    Nu alles faalt, heeft dit alleen nog waarde
    Voor mij, die nooit één waarheid heeft ontdekt;
    Ik zal van U niet scheiden als deze aarde
    Mijn pover lichaam dekt.

     

    Ik heb maar één geloof: nooit gaat verloren
    Wat eens de liefde zalig heeft bevrucht,
    En waar er twee elkander toebehoren
    Is zelfs de dood geen vlucht

     

     

     

     

    jan_van_nijlen
    Jan van Nijlen (10 november 1884 – 14 augustus 1965)



     

     

    10-11-2008 om 20:35 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacob Cats, August De Winne, Willem Penning, Pieter Frans van Kerckhoven, Oliver Goldsmith

    De Nederlandse dichter en schrijver Jacob Cats werd geboren op 10 november 1577 in Brouwershaven. Zie ook mijn blog van 10 november 2006. 

     

     

    ’t Is kunst te leven

     

    Zie, hoe de wereld gaat: waar twee gezellen vissen:
    Heeft dikmaal een het nut, en d’ander moet het missen:
    Een lacht er in de vuist, gans blijde met de vang,
    En d’ander schreit er om, en jammert uren lang;

     

    Daar is een zeker greep om dit en gint te raken,
    Niet ieder is bekwaam tot allerhande zaken;
    Wat dezen heeft verrijkt, heeft genen uitgeput,
    ’t Was ieder even na, maar geenszins even nut.

     

     

     

     

     

    ’t Zijn sterke benen, die weelde dragen

     

    Wanneer het ijzer gloeit te midden in de kolen,

    Bevochten van de vlam, en in het vuur verholen,

    Dan buigt het als een was, maar raakt ’t in het nat,

    Straks heeft 't wederom zijn harde aard gevat.

     

    Hoe dwee is ons de ziel, wanneer gewisse slagen

    Ons treffen aan de geest, of in de leden plagen!

    Wij leven naar de tucht zo lang de roede slaat:

    De mens is allerbest wanneer ’t hem kwalijk gaat.

     

     

     

     

     

    Jacob_Cats
    Jacob Cats (10 november 1577 – 12 september 1660)

    Portret door Michiel Jansz van Mierevelt

     

     

     

     

     

     

    De Belgische schrijver August De Winne werd geboren in Brussel op 10 november 1861. De Winnes vader was zelf afkomstig uit Ninove. "Een gat van verdriet" noemt de auteur deze provinciestad. Zijn vader was er spinner en verhuisde om den brode naar Brussel, waar hij als marmerbewerker voor een hongerloon ging werken. Auguste volgde in Brussel onderwijs - uiteraard - in het Frans. Hij werd onderwijzer van opleiding. In 1891 wordt De Winne redacteur van Le Peuple. Na de Eerste Wereldoorlog wordt hij er directeur. In 1921 werd hij hoofdredacteur van deze krant. In hetzelfde jaar werd hij tevens schepen van sociale zaken in de Brusselse gemeente St.-Gillis, wat hij tot zijn dood bleef. August De Winne was de auteur van het - vooral in Vlaanderen - gekende boek Door Arm Vlaanderen. Dat het boek nog leesbaar is en een hoge documentaire (onder meer dankzij de foto's) waarde heeft, bewijzen de, relatief recente, Nederlandstalige uitgaven (1982, 2001). Het dagblad De Standaard gaf in 2001 de reeks – in vertaling – opnieuw uit.

     

    Uit: Door arm Vlaanderen

     

    “Verleden maandag heb ik mij naar Brugge begeven, om de Heilig Bloedprocessie te zien. Ik ben er niet gegaan om het verleden te herleven of kunstindrukken te zoeken, zooals vele andere ongeloovigen, maar om eene der grootste godsdienstige uitingen van Vlaanderen bij te wonen. Berragan had mij wel willen vergezellen.

    Het regende. Sombere wolken dreven over de droefgeestige stad. Aan de gevels der huizen hingen de overgroote driekleurige vlaggen in deerlijken toestand. Maar de straten werden buitengewoon levendig gemaakt door het heen en weer loopen eener menigte, die uit alle hoeken van Vlaanderen gekomen was. Volgens de klerikale dagbladen, waren dien dag zestig duizend vreemdelingen in de stad.

    De buitenlieden van West-Vlaanderen zijn er het talrijkst. De mannen plassen lomp in de modder; de vrouwen met opgenomen rokken, de hoeden versierd met vreemdsoortige bloemen en vruchten, lezen rozenhoedjes of prevelen gebeden. In omgekeerde richting doorloopen zij den weg, die straks door de processie zal gevolgd worden. Het schijnt dat deze oefening zeer welgevallig is aan den God der katholieken. Er zijn Christenen die de godheid op eene zeer belachelijke en treurige wijze opvatten.

     

    Wij treden de hoofdkerk binnen. Zij is met eene luidruchtige en veeleer afgetrokkene menigte gevuld. De doorgangen, tusschen de stoelen vrij gelaten, zijn opgepropt met lieden die verbaasd de schilderijen, de heiligenbeelden en het zonderlinge kladwerk bezien, waaronder zeer schoone steenen verborgen zitten.

    Aan het altaar doet de bisschop van Brugge den kerkdienst. Aan zijne zijden bevinden zich vier gendarmen, in eene stijve militaire houding, met de bajonet op het geweer. Is het een zinnebeeld, en heeft men willen beduiden dat de godsdienst, dien Christus, zijn stichter, slechts door overreding en zachtheid wilde verspreiden, nu de brutale macht noodig heeft om zijn rijk staande te houden?

    - Ziet eens, zegt Berragan, de voeten van Christus zijn niet gekruist, en een der voeten schijnt gedraaid.”

     

     

     

     

    winne
    August De Winne (10 november 1861 – 23 mei 1935

    Een werkerswijk te Gent (Illustratie uit het boek), geen portret beschikbaar.

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijver en dichter Willem Levinus Penning werd geboren in Schiedam op 10 november 1840. Hij woonde ruim veertig jaar in zijn geboorteplaats en was daar onder meer werkzaam in het notariaat en in de administratie. Dit werk moest hij opgeven doordat zijn gezichtsvermogen door een oogkwaal steeds verder achteruit ging. In de latere jaren van zijn leven was hij geheel blind. Penning was een van de voorlopers van de Beweging van Tachtig.

     

     

    Onder de herberg-linde (fragment)

     

    Weer - nachtegaal, tot uw verbazen! -

    Weer knalde een kurk, en uit de hooge glazen

    Stoof ziedende óp, was gretig al gesust,

    De teuge schuims die brand sticht beide en bluscht....

    Mij - rooker - drong 't gelag tot keurig kringen blazen;

    Neef, die nooit rookte, tot oreeren zonder rust.

     

    Wijn, schenker, varinas daarneven,

    Graag had ik allen voor één geestverwant gegeven

    In dezen luwen, slaapvergeten nacht:

    Een feestbevolking vrijbuitte in de dreven,

    Verlaten nu door 't menschelijk geslacht.

     

    Bij jubelgalm, 't seringenloof ontstegen,

    Huwde aard en hemel, - kwam der Mei

    De Zomer in den arm gezegen,

    Omringd van dartelend gelei....

     

    Daar was een trillen, suizen, gonzen!

    Daar zwierde een schemerende vlucht

    Danszieke vlerkjes op de donzen

    Uit alle bloeisel lepperende lucht!

     

     

     

     

    Penning
    Willem Penning (10 november 1840 – 29 februari 1924)

     

     

     

    De Vlaamse schrijver Pieter Frans van Kerckhoven werd geboren in Antwerpen op 10 november 1818. Van Kerckhoven was tijdens zijn jeugdjaren net als de rest van zijn familie erg religieus. Nadat Van Kerckhoven in 1836 aan het Antwerpse atheneum was afgestudeerd, ging hij geneeskunde studeren in Italië, aan de universiteit van Bologna. In Italië was Van Kerckhoven directe ooggetuige van de onrustige en rebelse Risorgimento-tijd. De confrontatie met het daar aanwezige liberale en anti-klerikale Risorgimento-klimaat was bepalend voor zijn latere progressief-liberale oriëntering. Van Kerckhoven evolueerde in een mum van tijd van een vrome katholiek naar een vurige en overtuigde liberaal. Terug in Antwerpen zette Van Kerckhoven zijn geneeskundige studies nog even voort aan het Sint-Elisabeth Ziekenhuis, maar hij zou ze snel weer opgeven. Tijdens die opleiding maakte hij namelijk kennis met medestudenten Jan de Laet en Hendrik Conscience, die vrijwel meteen zijn artistieke gaven herkenden en hem introduceerden in het romantische artiestenmilieu van de Scheldestad. Tijdens zijn korte leven schreef Van Kerckhoven een buitengewoon omvangrijk oeuvre bijeen: behalve politieke en polemische geschriften vooral romans en verhalen, poëzie en toneel, kritiek en essays. Zijn werk wordt gekenmerkt door een verrassende mengeling van romantiek en realisme.

     

    Uit: Jaek, of een arm Huisgezin

     

    ‘Zy waren nog allen in die soort van bedwelming welke de groote geestontsteltenis opvolgt, wanneer jaek binnentrad. Men vergenoegde zich met hem te zeggen, dat er geen bystand te bekomen was, en de rede dier weigering. Van het overige sprak men niet: want men vreesde den oploopenden aerd des jongelings en de verschrikkelyke gevolgen, welke uit zyne woede hadden kunnen ontstaen.

    Jaek was met eene vergenoeging op het gelaet binnengetreden, welke men sedert lang by hem niet meer bespeurd had. Die vergenoeging verdween niet by het hooren der nutteloosheid van de poogingen zyner zuster. Hy scheen zelfs weinig aendacht aen het verhael te verleenen en sprak geen enkel woord.

    Op eens stapte hy tot by het bed zyner moeder, en, zich op de knieën werpende, zegde hy op statigen toon: Moeder, uw zoon verzoekt uwen zegen: een zegen zoo als de laetste, dien gy aen uwe kinderen zoudt geven....’

    ‘De vrouw verschrikte by deze woorden, en een sints lang ongewoon vuer gloeide in hare oogen:

    “Myn zoon,” sprak zy, “myne ziekte is immers nog zoo ver niet gekomen, dat ik u eenen eeuwigen vaerwel moet zegggen, en van deze droevige aerde mag verhuizen?.... Doch ik schrik u te begrypen; gy wilt ons verlaten....”

    ]“Uw zegen, moeder, uw zegen!” herhaelde de jongeling, “geef my uwen zegen!”

    De moeder gehoorzaemde en zegende haren zoon. Dan keerde deze zich tot zynen vader en verzocht hem dezelfde gunst.

    “Myn zoon, ik zegen u dagelyks in myne gebeden: wat wilt gy meer hebben?”

    Doch jaek bleef geknield en zweeg stil.”

     

     

     

     

    kerckhoven
    Pieter Frans van Kerckhoven (10 november 1818 - 1 augustus 1857)

     

     

     

     

     

     

    De Ierse dichter en schrijver Oliver Goldsmith werd geboren in Pallas (Ierland) op 10 november 1730. Goldsmith was de zoon van een Anglicaanse geestelijke. Zijn geboortedatum staat niet met zekerheid vast: dit kan geweest zijn op 10 november van elk jaar tussen 1727 en 1731, hoewel nu uitgegaan wordt van bovengenoemde datum. Hij studeerde theologie en rechten in Dublin en daarna medicijnen in Edinburgh en Leiden. Vervolgens reisde hij door Europa en vestigde zich na terugkeer als medicus in Londen. Dit werk leverde hem weinig op en omdat hij voortdurend schulden had, schreef hij vele artikelen voor diverse bladen. In 1761 ontmoette hij Samuel Johnson, met wie hij bevriend raakte voor de rest van zijn leven. Dankzij Johnsons invloed wist hij zijn roman The Vicar of Wakefield (1766) gepubliceerd te krijgen. Het boek werd zeer populair. Na enkele non-fictiewerken schreef hij het toneelstuk The Goodnatur'd Man (1768), in 1773 gevolgd door het succesvollere She stoops to conquer. In 1771 verscheen het lange gedicht The deserted village, dat gezien wordt als een van de belangrijkste gedichten uit de 18e eeuw.

     

     

     

    When Lovely Woman Stoops To Folly

     

    When lovely woman stoops to folly,

    And finds too late that men betray,

    What charm can soothe her melancholy,

    What art can wash her guilt away?

     

    The only art her guilt to cover,

    To hide her shame from every eye,

    To give repentance to her lover,

    And wring his bosom, is—to die.

     

     

     

     

    Memory

      

    O MEMORY, thou fond deceiver,

    Still importunate and vain,

    To former joys recurring ever,

    And turning all the past to pain:

     

    Thou, like the world, th' oppress'd oppressing,

    Thy smiles increase the wretch's woe:

    And he who wants each other blessing

    In thee must ever find a foe.

     

     

     

     

    Oliver_Goldsmith
    Oliver Goldsmith (10 november 1730 - 4 april 1774)

     

     

    10-11-2008 om 20:31 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    09-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ivan Toergenjev, Velemir Chlebnikov, Erika Mann, Raymond Devos, Anne Sexton

    De Russische schrijver Ivan Sergejevitsj Toergenjev werd geboren op 9 november 1818 in Orjol, in de Oekraïne. Zie ook mijn blog van 9 november 2006 en ook mijn blog van 9 november 2007.

     

    Uit: Väter und Söhne

     

    “Nikolaus Petrowitsch, sein Sohn, war in Südrußland geboren, ebenso dessen älterer Bruder Paul, auf den wir noch zu sprechen kommen. Er war bis zum Alter von 14 Jahren von Hofmeistern erzogen worden, je billiger, desto besser, umgeben von knechtisch willfährigen Adjutanten und anderen Individuen von der Intendanz oder dem Generalstab. Seine Mutter, eine geborene Koliasin, die unter dem väterlichen Dach Agathe geheißen, hatte verheiratet den Namen Agathokleia Kuzminischna angenommen und verleugnete in nichts das Auftreten, welches die Frauen der höheren Offiziere charakterisiert; sie trug prachtvolle Hüte und Hauben, rauschende seidene Roben, trat in der Kirche immer zuerst vor, um das Kreuz zu küssen, sprach viel und sehr laut, reichte alle Morgen ihren Kindern die Hand zum Kuß und gab ihnen jeden Abend ihren Segen; mit einem Wort – sie war die große Dame der Provinzialhauptstadt. Obwohl Nikolaus Petrowitsch für eine Memme galt, so wurde er doch als der Sohn eines Generals gleich seinem Bruder Paul zum Militärdienst bestimmt, allein am selben Tage, an dem er zum Regiment einrücken sollte, brach er ein Bein und hinkte von da an sein Leben lang, nachdem er zwei Monate im Bett zugebracht hatte. Somit gezwungen, auf die Wahl der Soldatenkarriere für seinen Sohn zu verzichten, blieb dem Vater nur übrig, ihn in den Zivildienst zu bringen; er führte ihn nach zurückgelegtem achtzehnten Jahr nach Petersburg, um dort in die Universität einzutreten. Paul erhielt im nämlichen Jahr den Offiziersrang in einem Garderegiment. Die beiden jungen Leute nahmen eine gemeinschaftliche Wohnung und lebten dort unter der keineswegs strengen Überwachung eines Oheims von mütterlicher Seite, eines höheren Beamten. Ihr Vater war wieder zu seiner Division und seiner Frau zurückgekehrt. Von fernher sandte er seinen Söhnen ganze Stöße grauen Papiers zu, bedeckt mit einer Schrift, welche die geübte Hand eines Regimentsschreibers verriet. Am Ende jedes Briefes las man aber in einem sorgfältig ausgezirkelten Namenszug die Worte: »Peter Kirsanoff, Generalmajor«. Im Jahre 1835 verließ Nikolaus Petrowitsch die Universität mit dem Titel eines Kandidaten, und in demselben Jahre übersiedelte der General, der nach einer unvorhergesehenen Inspektion in den Ruhestand versetzt worden war, mit seiner Frau dauernd nach Petersburg. Er hatte sich nahe dem Taurischen Garten ein Haus gemietet und war im Englischen Klub zugelassen worden, als ihn plötzlich ein Schlaganfall seiner Familie entriß. Agathokleia Kuzminischna folgte ihm bald nach; sie konnte sich in das zurückgezogene Leben, das sie in der Hauptstadt nun zu führen hatte, nicht finden. Der Verdruß, sozusagen sich nun selbst in den Ruhestand versetzt zu sehen, führte sie rasch dem Grabe zu. Was Nikolaus Petrowitsch anbelangt, so hatte er sich noch bei Lebzeiten seiner Eltern und zu ihrem großen Bedauern in die Tochter des Hauseigentümers, eines Subalternbeamten, bei dem er wohnte, verliebt. Sie war eine junge Person von angenehmen Gesichtszügen und einem nicht ungebildeten Geist; sie las in den »Revuen« die ernsthaftesten Artikel der »wissenschaftlichen Abteilung«. Bald nach beendeter Trauerzeit wurde die Hochzeit gefeiert, und der glückliche Nikolaus Petrowitsch zog sich, nachdem er die ihm durch väterliche Protektion verschaffte Stelle im Ministerium der Domänen quittiert hatte, mit seiner Mascha in ein Landhaus nahe dem Wasserbau- und Forstinstitut zurück; später mietete er sich in der Stadt eine kleine hübsche Wohnung mit einem etwas kalten Salon und einer wohlgehaltenen Treppe; endlich zog er sich ganz aufs Land zurück, wo ihn seine Frau bald mit einem Sohn beschenkte. Die beiden Gatten führten ein ruhiges und glückliches Leben; sie verließen sich fast nie, spielten vierhändig auf dem Piano und sangen Duette.”

     

     

     

     

    Turgenev_Perov
    Ivan Toergenjev (9 november 1818 – 3 september 1883)

     

     

     

     

     

    De Russische dichter en schrijver Velemir Chlebnikov werd geboren op 9 november 1885 in Tundotovo. Zie ook mijn blog van 9 november 2006.

     

     

    Midnight estate, Genghis Khanerate

     

    Midnight estate, Genghis Khanerate!

    Rustle, blue birches.

    Bright sunset, Zarathustrate!

    And you, blue sky, Mozartate!

    You twilight-cloud, be Goya!

    And you at night, cloud,  rainate!

    A whirlwind of smiles just flew by,

    Laughing with claws of shrieking,

    Then I saw the hangman

    And surveyed boldly the midnight hush.

    And I called you, bold-featured,

    And he brought the drowned back from the river.

    "Their forget-me-not is louder than a scream," -

    I told the sail of night.

    The earth's axis splashed out another day,

    Night's bulk is closing in.

    I dreamed I saw a salmon-girl

    In the waves of a midnight waterfall.

    The pines are Tatared by the tempest

    And the Mongol rainclouds move,

    Yet words close in, Cains of silence, -

    And these saints are fallen.

    And with his guard blue Hasdrubal

    Walked heavily to the stone ball.

     

     

     

    Wind is song

     

    Wind is song

    Of whom and of what?

    Of the sword's longing

    To be the word.

    People cherish the day of death

    Like a favorite daisy.

    Believe that the strings of the great

    Are strummed by the East these days.

    Perhaps we'll be given new pride

    By the wizard of those shining mountains,

    And I, of many souls captain,

    Will wear a white snowcap of reason.

     

     

     

     

    Chlebnikow
    Velemir Chlebnikov (9 november 1885 - 28 juni 1922)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijfster Erika Mann werd geboren op 9 november 1905 in München als oudste dochter van de Duitse schrijver Thomas Mann. Zie ook mijn blog van 9 november 2006.

     

    Uit: Wenn die Lichter ausgehen

     

    „EIN FREMDER ging durch die Stadt. Er kannte dort einen Menschen, und er wußte auch nicht, wohin die Straßen führten. Er spazierte durch die enge Glockenstraße und stieß unerwartet auf den alten Marktplatz mit seinen Giebelhäusern und dem Reiterstandbild. Er war von der schläfrigen Anmut und der außergewöhnlichen Stille beeindruckt. Abends um halb zehn kam sie ihm dennoch seltsam vor. Nur die roten Fahnen an allen Fenstern raschelten leise im Wind. Irgendwo bellte ein Hund. Oder war es eine menschliche Stimme, die aus einem fernen Lautsprecher kam?

    Der Fremde setzte sich auf die Stufen des Denkmals und sah hinauf zum Himmel. Die Oktobernacht  war kalt und klar. Die farbigen Heiligenbilder im Schaufenster des gegenüberliegenden Eckladens glänzten silbern im Mondlicht.

    Es gab kaum ein anderes Licht auf dem Marktplatz; die Laternen waren gelöscht; vielleicht aber hatte man sie gar nicht erst angezündet. Der Fremde hatte noch immer den Lärm der Reise in den Ohren und die Unruhe von Abfahrt und Ankunft im Herzen. Umso mehr sog er nun die friedliche Luft ein.

    Das ist Deutschland, dachte er. So sind sie, die alten deutschen Städte, so lieblich und bezaubernd. Gestern in Berlin war es ganz anders. Dort konnte man den mächtigen Puls fühlen, die unermüdliche Energie dieser Menschen, die die Nacht zum Tag macht und dieses Land einmal mehr aus dem Ruin zu Macht und Größe führt. Berlin war strahlendhell und voller Trubel; die Restaurants waren bis auf den letzten Platz mit lachenden Menschen besetzt, und niemand schien Sorgen zu haben. Nirgendwo

    gab es Anzeichen von Angst. Ich hasse dieses Gerede – hier schüttelte er ärgerlich den Kopf –, ich hasse all die dummen Sprüche über den «Terror der Diktatur». Dieser Hitler hat Großes geleistet, und selbst wenn er den Deutschen zu große Opfer abverlangte, sie ließen es sich nicht anmerken. Wie hübsch die roten Fahnen aussehen.

    Auch über dem kleinen Laden mit den Heiligenbildern weht das Hakenkreuz. Ich bin froh, daß ich hier bin, und ich werde sicher zwei, drei Tage bleiben, auch wenn ich in dieser Stadt nichts Bestimmtes vorhabe. Der Wind ist erfrischend, so als käme er direkt aus den Bergen. Und die sind tatsächlich nicht weit; man kann in wenigen Stunden dort sein. Jetzt kommen auch noch ein paar Leute.

    Sie gehen im Gleichschritt – sind das Soldaten, die hier im Mondlicht marschieren?

    Zwei SA-Männer, stämmige Kerle in schmucken braunen Uniformen, kamen die Marktstraße herunter, überquerten den Marktplatz und gingen auf den Fremden zu. Der blieb ruhig auf den Stufen sitzen.

    «Heil Hitler!» riefen sie und stellten sich vor ihm auf.“

     

     

     

     

    erika_mann
    Erika Mann (9 november 1905 - 27 augustus 1969)

     

     

     

     

     

    De Belgische humorist, cabaretier en schrijver Raymond Devos werd geboren in Moeskroen op 9 november 1922. Eigenlijk had hij een Fransman moeten zijn omdat hij op een steenworp van Frankrijk uit Franse ouders werd geboren maar zijn vader had verzuimd hem als zodanig te laten registreren op het Franse consulaat. Hij verhuisde op jeugdige leeftijd naar het land van zijn ouders en trok vanaf 1964 volle zalen met zijn solovoorstellingen die uitblonken door subtiel woordgebruik. Zowel in Frankrijk als in Wallonië was hij bijzonder populair. Naast zijn cabaretwerk schreef hij ook een aantal boeken. Devos werd in 2003 benoemd tot Commendeur de la légion d'honneur. Hij overleed op 83-jarige leeftijd. In Rochefort staat er een standbeeld met als opschrift: Raymond DEVOS, jongleur de mots. Que te spectacle continue.

     

     

    Matière à rire


    Vous savez que j'ai un esprit scientifique.
    Or récemment, j'ai fait une découverte bouleversante !
    En observant la matière de plus près ...
    j'ai vu des atomes ...
    qui jouaient entre eux ...
    et qui se tordaient de rire !
    Ils s'esclaffaient !
    Vous vous rendez compte ...
    des conséquences incalculables que cela peut avoir ?
    Je n'ose pas trop en parler, parce que j'entends d'ici les savants !
    - Monsieur, le rire est le propre de l'homme !
    Eh oui ! ...
    Et pourtant !
    Moi, j'ai vu, de mes yeux vu ...
    des atomes qui: "
    Ha, ha, ha !"
    Maintenant, de quoi riaient-ils ?
    Peut-être de moi ?
    Mais je n'en suis pas sûr !
    Il serait intéressant de le savoir.
    Parce que si l'on savait ce qui amuse les atomes,
    on leur fournirait matière à rire ...
    Si bien qu'on ne les ferait plus éclater que de rire.
    Et que deviendrait la fission nucléaire ?
    Une explosion de joie !

     

     

     

     

    devos
    Raymond Devos (9 november 1922 - 15 juni 2006)

     

     

     

     

     

     

    De Engelse dichteres en schrijfster Anne Sexton werd geboren op 9 november 1928 in Newton, Massachusetts. Ze volgde een opleiding aan de Garland School in Boston, waar zij haar eerste gedichten schreef. Zij werkte daarna als model en als verkoopster. In 1956 ondergaat zij voor het eerst een psychiatrische behandeling. Haar ervaringen in het ziekenhuis leidden tot haar eerste bundel To Bedlam and Part Way Back die in 1960 verscheen.In de tussentijd bezocht zij een poëzie college van Robert Lowell, waarbij zij Sylvia Plath leerde kennen. In 1967 ontving zij de Pulitzerpreis voor Live Or Die.In 1974 verscheen nog de bundel The Death Notebooks, maar op 4 october van dat jaar pleegde zij zelfmoord.

     

     

    Angels of the Love Affair

      

     

      'Angels of the love affair, do you know that other,

    the dark one, that other me? '

     

    1. ANGEL OF FIRE AND GENITALS

     

    Angel of fire and genitals, do you know slime,

    that green mama who first forced me to sing,

    who put me first in the latrine, that pantomime

    of brown where I was beggar and she was king?

    I said, 'The devil is down that festering hole.'

    Then he bit me in the buttocks and took over my soul.

    Fire woman, you of the ancient flame, you

    of the Bunsen burner, you of the candle,

    you of the blast furnace, you of the barbecue,

    you of the fierce solar energy, Mademoiselle,

    take some ice, take come snow, take a month of rain

    and you would gutter in the dark, cracking up your brain.

     

    Mother of fire, let me stand at your devouring gate

    as the sun dies in your arms and you loosen it's terrible weight.

     

     

     

    2. ANGEL OF CLEAN SHEETS

     

    Angel of clean sheets, do you know bedbugs?

    Once in the madhouse they came like specks of cinnamon

    as I lay in a choral cave of drugs,

    as old as a dog, as quiet as a skeleton.

    Little bits of dried blood. One hundred marks

    upon the sheet. One hundred kisses in the dark.

    White sheets smelling of soap and Clorox

    have nothing to do with this night of soil,

    nothing to do with barred windows and multiple locks

    and all the webbing in the bed, the ultimate recoil.

    I have slept in silk and in red and in black.

    I have slept on sand and, on fall night, a haystack.

     

    I have known a crib. I have known the tuck-in of a child

    but inside my hair waits the night I was defiled.

     

     

     

     

    sexton
    Anne Sexton (9 november 1928 – 4 october 1974)

    &mnsp;

    09-11-2008 om 20:38 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karin Kiwus, Roger McGough, Mohammed Iqbal, Imre Kertész, Carl Sagan

    De Duitse dichteres en schrijfster Karin Kiwus werd geboren op 9 november 1942 in Berlijn. Zij studeerde publicistiek, germanistiek en politicologie in Berlijn. Van 1971 tot 1973 was zij wetenschappelijk assistente aan de Berlijnse Akademie der Künste, daarna werkte zij tot 1975 als lector bij uitgeverij Suhrkamp en vanaf 1975 gaf zij leiding aan de afdeling literatuur van de Akademie der Künste in Berlijn. Na aanstellingen in Austin, VS, Hamburg en aan de universiteit van Berlijn keerde zij in 1987 weer terug aan de Akademie. Zij debuteerde in 1976 als dichteres met de bundel Von beiden Seiten der Gegenwart.

     

     

    Fragile

     

    Wenn ich jetzt sage

    ich liebe dich

    übergebe ich nur

    vorsichtig das Geschenk

    zu einem Fest das wir beide

    noch nie gefeiert haben

     

    Und wenn du gleich

    wieder allein

    deinen Geburtstag

    vor Augen hast

    und dieses Päckchen

    ungeduldig an dich reißt

    dann nimmst du schon

    die scheppernden Scherben darin

    gar nicht mehr wahr

     

     

     

     

     

    Karin-Kiwus-2
    Karin Kiwus (Berlijn, 9 november 1942)

     

     

     

     

     

     

    De Engelse dichter en schrijver Roger Joseph McGough werd geboren op 9 november 1937 in Litherland, Lancashire. Hij volgde een opleiding aan de University of Hull. In de vroege 1960s keerde hij terug naar Merseyside waar hij Mike McCartney en John Gorman ontmoette. Samen vormden zij het comedy gezelschap The Scaffold. McGough schreef ook de meeste van de dialogen in de The Beatles' animatie-film Yellow Submarine. Met Adrian Henri en Brian Patten gaf hij twee bundels uit met de titel The Mersey Sound. Hij werd een van de bekendste van de Liverpool poets uit de jaren zestig en zeventig.

     

     

    Let Me Die a Youngman's Death

      

    Let me die a youngman's death

    not a clean and inbetween

    the sheets holywater death

    not a famous-last-words

    peaceful out of breath death

     

    When I'm 73

    and in constant good tumour

    may I be mown down at dawn

    by a bright red sports car

    on my way home

    from an allnight party

     

    Or when I'm 91

    with silver hair

    and sitting in a barber's chair

    may rival gangsters

    with hamfisted tommyguns burst in

    and give me a short back and insides

     

    Or when I'm 104

    and banned from the Cavern

    may my mistress

    catching me in bed with her daughter

    and fearing for her son

    cut me up into little pieces

    and throw away every piece but one

     

    Let me die a youngman's death

    not a free from sin tiptoe in

    candle wax and waning death

    not a curtains drawn by angels borne

    'what a nice way to go' death

     

     

     

     

     

     

    You and I

      

     I explain quietly. You

    hear me shouting. You

    try a new tack. I

    feel old wounds reopen.

     

    You see both sides. I

    see your blinkers. I

    am placatory. You

    sense a new selfishness.

     

    I am a dove. You

    recognize the hawk. You

    offer an olive branch. I

    feel the thorns.

     

    You bleed. I

    see crocodile tears. I

    withdraw. You

    reel from the impact. 

     

     

     

     

     

    rmcgough
    Roger McGough (Litherland, 9 november 1937)

     

     

     

     

     

     

    De Indische dichter en schrijver Mohammed Iqbal werd geboren op 9 november 1877 in Sialkot in het tegenwoordige Pakistan. Zie ook mijn blog van 9 november 2006.

     

     

     

    Uit: ARMAGHAN-I-HIJAZ

     

     

    THE SATAN’S ADVISORY COUNCIL

    THE SATAN

     

    An old game of needs this mean world’s tact,

    To heavenly host hopes a cold blood act.

     

    That Great Maker bent to wreck earth soon,

    Who gave it a name of ‘KAF’ and ‘NOON’.

     

    To Europe I gave the kingship’s dream,

    I broke the spell of church and mosque’s team.

     

    I taught to the poor a lesson of fate,

    To the wealthy I gave the wealth’s craze great.

     

    Who can put out that fire’s big blaze,

    Of riots whome Satan had set ablaze.

     

    To plants we watered, caused to be trees,

    Who can bring that old tree to knees.

     

     

     

     

    FIRST ADVISOR

     

    The Satan’s order is firm every where,

    The masses too like the servitude snare.

     

    The bows were writ for the poor in fate,

    A pray without stay their nature’s trait.

     

    Either in his heart a wish does not lie,

    If wakes up ever, would be raw and die.

     

    Isn’t this a marvel of constant push’ hence,

    That Mullah is tied with kingship fence.

     

    A best booze it was to Eastern nature then,

    No lesser vice singing to ‘eloquence’ ken.

     

    The Haj and Ka’aba Rounds yet a rite though,

    The nude sword of Moniin is blunt I know.

     

    On whose despair he formed a queer view,

    "On Muslim war is banned in this age new"

     

     

     

    Vertaald door Q. A. Kabir

     

     

     

     

    Iqbal
    Mohammed Iqbal (9 november 1877 – 21 april 1938)

     

     

     

     

     

     

    De joods-Hongaarse schrijver Imre Kertész werd geboren op 9 november 1929 in Boedapest. Zie ook mijn blog van 9 november 2006.

     

    Uit: Kaddish for a Child Not Born

     

    “Auschwitz must have been hanging in the air for a long, long time, centuries, perhaps like a dark fruit slowly ripening in the sparkling rays of innumerable ignominious deeds, waiting to finally drop on one's head. . . .

     

    And please stop saying, I most probably said, that Auschwitz cannot be explained, that Auschwitz is the product of irrational, incomprehensible forces, because there is always a rational explanation for wrongdoing: it's quite possible that Satan himself, like Iago, is irrational; his creations, however, are rational creatures indeed; their every action is as soluble as a mathematical formula: it can be solved by reference to an interest, greed, sloth, desire for power, lust, or cowardice; to one or another self-indulgence, and if to nothing else then, finally to some madmen, paranoia, sadism, lust, masochism, demiurgic or other megalomania, necrophilia or to — what do I know — some other perversity or perhaps to all of them simultaneously. On the other hand, I then probably said, and this is important, what is really irrational and what truly cannot be explained is not evil but, contrarily, the good. . . .

     

    Occasionally, like a drab weasel left over after a thorough process of extermination, I run through the city. I listen to a noise, notice an image here or there, as if the smell of occasional memories from the outside set siege to my petrified, sluggish senses. . . . I want to flee but something holds me back. Under my feet the sewer lines roar as if the filthy flow of memories tried to break out of its hidden channels to sweep me away.”

     

     

     

    kertesz
    Imre Kertész (Boedapest, 9 november 1929)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver, astronoom en populariseerder van de wetenschap Carl Edward Sagan werd geboren in New York op 9 november 1934. Hij was in de jaren 1970-'90 een van de bekendste televisiepersoonlijkheden in de westerse wereld.Sagan verkreeg zijn bekendheid onder het grote publiek vooral door zijn televisieserie Cosmos uit 1980 en verder door zijn vele populair-wetenschappelijke boeken. Ook trad hij dikwijls op in discussieprogramma's en praatshows op de televisie. Ook was Sagan een van de eersten die een studie maakten van de klimatologische gevolgen van een kernoorlog en introduceerde hiermee het begrip nucleaire winter. Sagan zag als een van zijn belangrijkste taken het vechten tegen bijgeloof, volgens hem vertegenwoordigd in de vorm van de geïnstitutionaliseerde wereldgodsdiensten en nieuwe pseudo-religies als New Age en 'alternatieve wetenschappen'. Ook was hij tegen het creationisme dat nog steeds veel invloed heeft in de VS (vooral onder de vele streng gelovige Amerikanen) en een propagator van de evolutietheorie. Hij was atheïst volgens zijn critici maar anderen vermelden dat hij meer een 'zoeker' was en dat de term agnost juister is.

     

    Uit: A Pale Blue Dot

     

    „The Earth is a very small stage in a vast cosmic arena. Think of the rivers of blood spilled by all those generals and emperors so that, in glory and triumph, they could become the momentary masters of a fraction of a dot. Think of the endless cruelties visited by the inhabitants of one corner of this pixel on the scarcely distinguishable inhabitants of some other corner, how frequent their misunderstandings, how eager they are to kill one another, how fervent their hatreds.

    Our posturings, our imagined self-importance, the delusion that we have some privileged position in the Universe, are challenged by this point of pale light. Our planet is a lonely speck in the great enveloping cosmic dark. In our obscurity, in all this vastness, there is no hint that help will come from elsewhere to save us from ourselves.

    The Earth is the only world known so far to harbor life. There is nowhere else, at least in the near future, to which our species could migrate. Visit, yes. Settle, not yet. Like it or not, for the moment the Earth is where we make our stand.

    It has been said that astronomy is a humbling and character-building experience. There is perhaps no better demonstration of the folly of human conceits than this distant image of our tiny world. To me, it underscores our responsibility to deal more kindly with one another, and to preserve and cherish the pale blue dot, the only home we've ever known.“

     

     

     

     

    Sagan_Cosmos
    Carl Sagan (9 november 1934 – 20 december 1996)



     

    09-11-2008 om 20:32 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    08-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kazuo Ishiguro, Peter Weiss, Martha Gellhorn, Detlef Opitz, Zinaida Gippius, Margaret Mitchell, Bram Stoker

    De Japanse schrijver Kazuo Ishiguro werd op 8 november 1954 geboren in Nagasaki. Zie ook mijn blog van 8 november 2006 en ook mijn blog van 8 november 2007.

     

    Uit: When We Were Orphans

     

    “It was the summer of 1923, the summer I came down from Cambridge, when despite my aunt's wishes that I return to Shropshire, I decided my future lay in the capital and took up a small flat at Number 14b Bedford Gardens in Kensington. I remember it now as the most wonderful of summers. After years of being surrounded by fellows, both at school and at Cambridge, I took great pleasure in my own company. I enjoyed the London parks, the quiet of the Reading Room at the British Museum; I indulged entire afternoons strolling the streets of Kensington, outlining to myself plans for my future, pausing once in a while to admire how here in England, even in the midst of such a great city, creepers and ivy are to be found clinging to the fronts of fine houses.

     

    It was on one such leisurely walk that I encountered quite by chance an old schoolfriend, James Osbourne, and discovering him to be a neighbour, suggested he call on me when he was next passing. Although at that point I had yet to receive a single visitor in my rooms, I issued my invitation with confidence, having chosen the premises with some care. The rent was not high, but my landlady had furnished the place in a tasteful manner that evoked an unhurried Victorian past; the drawing room, which received plenty of sun throughout the first half of the day, contained an ageing sofa as well as two snug armchairs, an antique sideboard and an oak bookcase filled with crumbling encyclopaedias -- all of which I was convinced would win the approval of any visitor. Moreover, almost immediately upon taking the rooms, I had walked over to Knightsbridge and acquired there a Queen Anne tea service, several packets of fine teas, and a large tin of biscuits. So when Osbourne did happen along one morning a few days later, I was able to serve out the refreshments with an assurance that never once permitted him to suppose he was my first guest.”

     

     

     

     

    KazuoIshiguro
    Kazuo Ishiguro (Nagasaki, 8 november 1954)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Peter Weiss werd geboren op 8 november 1916 in Nowawes (het tegenwoordige Neubabelsberg) bij Berlijn. Zie ook mijn blog van 8 november 2006.

     

    Uit: Die Ästhetik des Widerstands

     

    “„Unsre Kultur, das ist das Tragen, Ziehn und Heben, das Aneinanderknüpfen und Befestigen. Diese Kultur tritt mir entgegen, sagte er [mein Vater], wenn ich sehe, wie einer das gehackte Holz aufschichtet, die Sense schleift, das Netz flickt, die Balken zum Dachstuhl zusammenfügt, die Kolben der Maschine poliert. Er wolle dies nicht idealisieren, fügte er hinzu, aber er sehe keine andre Möglichkeit, etwas von dem wachzurufen, was uns mit der Gesamtheit von Können und Wissen einer Epoche verbinde. Das Merkwürdige sei ja, sagte er, dass erst die künstlerische Abbildung einer Näherin, einer Spitzenklöpplerin, eines Mähers und Dreschers, einer Magd bei der Traubenernte oder eines Schmieds unsrer Arbeit einen Wert verleiht. Nur im Kunstwerk besäße die Arbeit kulturelle Bedeutung, dort sei sie zu Kunst geworden, während die Ausführenden ranglos blieben. Ich entsann mich dieses Gesprächs so deutlich, weil es zusammenhing wiederum mit einem Bild, dem zweieinhalb Meter breiten Gemälde des Eisenwalzwerks von Menzel. Anhand eines Farbdrucks hatte mein Vater mir erklärt, wie jetzt, da durch das Heranwachsen einer bewussten Arbeiterklasse auch in der anerkannten offiziellen Kunst ein Platz für sie eingeräumt wurde, auf dem sie sich zur Geltung bringen durfte, und wie gleichzeitig die Großzügigkeit des Etablissements mit geschickter Handhabung zurückgenommen wurde. Allgemein wurde dieses Bild, dessen Original wir uns später in der Nationalgalerie ansahn, eine Apotheose der Arbeit genannt. Die Atmosphäre der Schwerindustrie war überzeugend mit großer technischer Sachkenntnis wiedergegeben worden. Der Dampf, das Dröhnen der Hämmer, das Kreischen der Kräne und Zugketten, das Rotieren der Schwungräder an den Maschinen, die Hitze der Feuer, die Weißglut des Eisens, die Anspannung der Muskeln, dies alles war in der Malerei zu verspüren. Zum Bildzentrum hin schob die Gruppe der Schmiede den glühenden Metallblock vom angehobnen Karren unter die Walze, rechts, abgedeckt durch eine zerbeulte Blechscheibe, zusammengesunken unter Rohren und Ketten, rasteten ein paar Männer, löffelten aus Näpfen, hoben eine Flasche zum Mund, und am linken Bildrand, mit nacktem Oberkörper, wuschen sich Leute der abgelösten Schicht Hals und Haare. jede Handhabung, jede Drehung und Beugung über den Werkzeugen und auch das müde, erschlaffte Dasitzen in der Ecke war Bestandteil der riesigen Halle, eingezwängt in das Gestänge, das Tageslicht, das entfernt an ein paar

    Stellen durch den Dunst schimmerte, schien unerreichbar. Die Schilderung dieses unaufhörlichen, verschwitzten Ineinandergreifens sagte nichts andres aus, als dass hier hart und widerspruchslos gearbeitet wurde. Die Wucht im Hochstemmen und Ausschwingen, geregelt und beherrscht, der Augenblick größter Konzentration beim Griff um die Zangen, die Wachsamkeit des bärtigen Vorarbeiters am Hebel, beim Entgegennehmen des Walzstücks, das Abschrubben der verrußten Körper, das Erloschensein in kurzer Pause, wies auf ein einziges Thema hin, auf die Arbeit, auf das Prinzip der Arbeit, und es war ein bestimmtes Prinzip, dessen Art sich erst nach eingehender Beobachtung definieren ließ.“

     

     

     

     

    weiss
    Peter Weiss (8 november 1916 - 10 mei 1982)

     

     

     

     

     

    De Amerikaans schrijfster en oorlogscorrespondente Martha Ellis Gellhorn werd geboren in St. Louis, Missouri op 8 november. Martha Gellhorn was de belangrijkste vrouwelijke oorlogscorrespondent van de twintigste eeuw. Een moedige vrouw die op zoveel mogelijk fronten aanwezig wilde zijn en kritisch en sociaal bewogen schreef over de invloed van de oorlog op burgers en soldaten. Een enigszins zwart-witte politieke visie stond haar niet in de weg en zij werd wereldberoemd. Van eind jaren dertig tot in de jaren tachtig was ze actief. Van de politionele acties in Indonesië tot - in 1983 nog - de burgeroorlog in El Salvador. Pas toen de oorlog in Bosnië in 1992 uitbrak besloot ze dat ze te oud was om andermaal naar het front af te reizen. Hoogtepunten in haar carrière waren de Spaanse Burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog en de oorlog in Vietnam. Daarnaast bezocht ze fronten in China, het Midden-Oosten, Finland en Midden-Amerika. Gellhorn reisde met Ernest Hemingway in 1937 naar Spanje om er de burgeroorlog te verslaan. Later in 1940 trouwden ze (haar tweede, zijn derde huwelijk), maar de twee grote en ambitieuze ego’s verdroegen elkaar niet erg goed. Zij was een beter journalistiek schrijver, hij was een getalenteerd romanschrijver. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verslechterde hun relatie ingrijpend, zij verliet hem en ze scheidden in 1945. Martha Gellhorn trouwde nog een derde keer, in 1954, met de hoofdredacteur van Time, T.S. Matthews. Het huwelijk duurde negen jaar. Hoewel bekend door haar carrière als oorlogsverslaggever was zij geen onverdienstelijk fictieschrijver die vijf romans, veertien novellen en twee verhalenbundels schreef.

     

    Uit: Travels with Myself and Another

     

    „I was seized by the idea of this book while sitting on a rotten little beach at the western tip of Crete, flanked by a waterlogged shoe and a rusted potty. Around me, the litter of our species. I had the depressed feeling that I spent my life doing this sort of thing and might well end my days here. This is the traveller's deep dark night of the soul and can happen anywhere at any hour. No one suggested or recommended this sewer. I found it unaided, studying a map on the cheap night flight to Heraklion. Very pleased with myself too because I'd become so practical; before leaping into the unknown I actually telephoned the Greek Tourist Office in London and received a map of Crete, a list of hotels and the usual travel bumpf written in the usual purple prose. Reading matter for the plane.

     

    Way off there, alone on a bay, was a place named Kastelli with one C Class hotel. Just the ticket; far from the beaten track, the C Class hotel was sure to be a sweet little taverna, clean, no running water, grape arbour. I pictured Kastelli as an unspoiled fishing village, sugar cube houses clustered behind a golden beach. All day I would swim in lovely water, the purpose of the journey; at night I would drink ouzo in the grape arbour and watch the fishermen lollop about like Zorba under the moon.

     

    It took as long to get from Heraklion to Kastelli, by three buses, as from London to New York by Jumbo Jet. All buses sang Arab-type Musak. Kastelli had two streets of squat cement dwellings and shops; the Aegean was not in sight. The C Class hotel was a three-storey cement box; my room was a cubby-hole with a full compliment of dead flies, mashed mosquitoes on the walls and hairy dust balls drifting around the floor. The population of Kastelli, not surprisingly, appeared sunk in speechless gloom, none more so than the proprietor of the C Class hotel where I was, also not surprisingly, the only guest. On the side of the Post Office, across from my room, a political enthusiast had painted a large black slogan. Amepikanoi was the first word, and I needed no Greek to know that it meant Yank Go Home. You bet your boots, gladly, cannot wait to oblige; but there was no way out until the afternoon bus the next day“

     

     

     

     

    GellhornHemingway
    Martha Gellhorn (8 november 1908 - 16 februari 1998)

    Met Hemingway op hun huwelijksreis in Honolulu in 1940

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Detlef Opitz werd geboren op 8 november 1956 in Steinheidel-Erlabrunn. Na zijn opleiding tot monteur werkte hij tussen 1975 en 1982 als technisch assistent in een bibliotheek, als poppenspeler, verkoper, ober en postbode in Halle. In 1980 werd hij toegelaten tot de literatuurstudie in Leipzig, maar door toedoen van de veiligheidsdienst van de DDR weer uitgesloten van de studie. Ook werd het hem onmogelijk gemaakt om te publiceren. Sinds 1982 woont Opitz in de Berlijnse wijk Prenzlauer Berg en maakt hij deel uit ban de Oost-Berlijnse literatuur- en cultuurscene. Tot 1989 publiceerde hij in „ondergrondse“ tijdschtiften als Ariadnefabrik, Entwerter Oder, Mikado, en Schaden und Verwendung.Wegens zijn betrokkenheid bij de oppositie werd hij verschillende keren gearresteerd en in 1985 wegens "gesellschaftlichen Missverhaltens" tot vier jaar verbanning uit Berlijn veroordeeld. Zijn advocaten in die tijd waren Gregor Gysi und Lothar de Maizière.

     

    Der Büchermörder 

     

    "...nicht allein, daß der alte Kaufmann Schmidt angefallen worden war, vorne beim Marktplatz, und ausgeräubert, auch nicht allein die brachiatische Wuth, wie man ihm das Eisen über den Schädel gezogen, nein, erst der Kaltsinn des gottlosen Schurken - mög er sich zum griechischen Pi schern, der Hunt! -, erst der vornehme Anstand seines Benehmens just nach der greulichen That war es, der vor allem die Gemüther erhitzte. Noch Wochen nach dem affrösen Uiberfall, als der recht gar zu bedauernde Kaufmann endlich seinen letzten schmerzhaften Atemzug gethan im April, und seinem verschorften Kopfe dieser gräßliche Druck entwichen war, wie die Seele einem strengen Gefängniß, noch dann mochte wohl dieser oder jener fiebrigen Küchenmamsell das Zünglein in bedenckliche Ventilirung gerathen seyn, auch hätte bis in den Sommer hinein, bis die Sache sich wieder abgestillet, manch artiger Mann auf der Straße sich mit Dolchen und Äxten versehen, immer auf der Acht, daß, wenn in der Dunckelheit ihm einer begegnet, mit der langen Nase einer, dem man es sonst nie ansieht...

    Auch wir, frags Gott, sind ob der kaltschnäuzigen Art noch heute und wann immer sie uns in den Sinn tritt so aufgeregt und hin- und hochgerissen, als daß es uns schwer fallen will, Euch die Geschichte ihrem natürlichen Habitus nach zu relationiren. So mag vielleicht ein Gläschen fürnher uns das Blut etwas binden und hülfreich sein, die Gedancken zu entzwirrn.

    Der Kaufmann Friedrich Wilhelm Schmidt stand im 72sten Jahr seines Alters. Er wohnte drei Treppen hoch in der Grimmaischen Gasse vier, seinem eigenthümlichen Hause, grad gegenüber vom Naschmarkt. Das ist, wir wissen, liebe Fräundin, wie sehr Euch die Litteratur doch so am Herzen beliegt, das ist nur zwey Häuser entfernt von Nº 6, des erst unlängst mit Tod abgegangenen Dichters Seume letzten Quartiers. So unser Herr aber kaum mehr den Geschäften anhing und dessenstatt als Rentier ein commodes Auskommen besaß, so verließ er auch nur ungern noch sein Logis - mochten es die Tücken und Krimmen des Alters seyn, wer weiß das schon, in diesem 11/12er Winter zumal, an dessen klirrende Kälte denn auch viele sich noch erinnern mögen - bis in den März hinein lag in den Straßen fußhoch der Schnee. Das Jahr schrieb sich aber erst den 28sten Januarius in die Kalender, Diensttag, die Uhren hatten des Tages 10te Stunde geschlagen, als der Schmidtischen Hausmagd, der Concordie Marie Vetter, doch gleich so sinister zumuthe war, wie sie ihrem langwierigen Dienstherrn einen Besucher vermeldete, einen, der in Geschäften ein Unterreden begehrte und darob extra aus Hamburg herbeigereist kam.

    Aus Hammaburg? sann der greise Kaufmann, selbst aus dem Norden gebürtig, und schlug sogleich ein längst erledigtes Bordereau zu, über welchem er in schönster Erinnerung jener guten alten Tage gebeugt saß, als noch die täglichen Geschäfte seinem Leben der Quell warn. - ›Nur zu! Tritt er ein!‹ rief er darauf in Richtung Vorsaal, durchaus erfreut über den Ruf, den er wohl noch weithin besaß. ›Tritt er ein! Nur zu, der Herr! Was macht der Blanke Hanns?‹

     

     

     

     

    Opitz
    Detlef Opitz (Steinheidel-Erlabrunn, 8 november 1956)

     

     

     

     

     

     

    De Russische dichteres en schrijfster Zinaida Gippius werd geboren op 8 november 1869 in Beljov in de buurt van Tula. Gippius en haar man, de Russische filosoof Merezhkovsky waren aanhangers van de revoluties van 1905 en van 1917, maar de machtsovername door de bolsjewieken wezen zij af. Op 24 december 1919 vluchtten zij richting Polen en bleven een tijdje in Minsk en Warschau, waar ze lezingen hielden en politieke pamfletten schreven. Aanvankelijk bleef Gippius wat in de schaduw van haar man. Wel organiseerdehet echtpaar literaire salons, waarin zij snel het middelpunt van jong talent vormden. Lang leefde het echtpaar in een ménage à trois, eerst met de homosexuele publicist Dmitri Filossofov, later met de jonge dichter Wladimir Slobin. De tragedie van het leven en werken van een schrijver in ballingschap is een hoofdthema van haar werk.

     

     

    Freedom

     

    1904

     

    I hate to submit to the people’s desire.

    Who likes a yoke of a slave?

    Trough whole our life we’re in permanent trial,

    After – we lay in a grave.

     

    I can’t submit to the Heavenly Low

    If Lord are my love and my light.

    He gave me the ways on the earth, I’ve to go,

    How I can step aside?

     

    I break all nets by which people are drawn –  

    Dreams, deepest sadness and bliss.           

    We are not slaves, we are children His own,

    Children are free as He is.

     

    I pray my God, who produced all the living,

    Using the name of His Son:

    Father, let our unambiguous willing

    Ever be righteous and one!

     

     

    Festivity

     

    1917

     

    The vomit of the war – the feast of the October!

    From all this wine, that desperately stinks,

    Oh, how loathsome was later your hangover,

    My country, sunk in poverty and sins!            

     

    To please which dogs or swarms of awful demons,

    To what a dream of what an evil sleep,

    The people killed their freedom in their madness,

    And even didn’t killed  – just flogged to death by a weep?

     

    The dogs and imps laugh o’er a fishy bone

    And guns, too, laugh, through their mouths-spans …

    You’ll soon be penned by sticks into your pigsty, old, --

    The people, not respecting own saints.

     

     

     

     

    Vertaald door Yevgeny Bonver

     

     

     

     

    gippius
    Zinaida Gippius (8 november 1869 – 9 september 1945)

     

     

     

     

     

    De Ameikaanse schrijfster Margaret Mitchell werd geboren op 8 november 1900 in Atlanta, Georgia. Zie ook mijn blog van 8 november 2006.

     

    Uit: Gone with the wind

     

    „The next morning Scarlett's body was so stiff and sore from the long miles of walking and jolting in the wagon that every movement was agony. Her face was crimson with sunburn and her blistered palms raw. Her tongue was furred and her throat parched as if flames had scorched it and no amount of water could assuage her thirst. Her head felt swollen and she winced even when she turned her eyes. A queasiness of the stomach reminiscent of the early days of her pregnancy made the smoking yams on the breakfast table unendurable, even to the smell. Gerald could have told her she was suffering the normal aftermath of her first experience with hard drinking but Gerald noticed nothing. He sat at the head of the table, a gray old man with absent, faded eyes fastened on the door and head cocked slightly to hear the rustle of Ellen's petticoats, to smell the lemon verbena sachet.

     

    As Scarlett sat down, he mumbled: "We will wait for Mrs. O'Hara. She is late." She raised an aching head, looked at him with startled incredulity and met the pleading eyes of Mammy, who stood behind Gerald's chair. She rose unsteadily, her hand at her throat and looked down at her father in the morning sunlight. He peered up at her vaguely and she saw that his hands were shaking, that his head trembled a little.

     

    Until this moment she had not realized how much she had counted on Gerald to take command, to tell her what she must do, and now -- Why, last night he had seemed almost himself. There had been none of his usual bluster and vitality, but at least he had told a connected story and now -- now, he did not even remember Ellen was dead. The combined shock of the coming of the Yankees and her death had stunned him. She started to speak, but Mammy shook her head vehemently and raising her apron dabbed at her red eyes.

     

    "Oh, can Pa have lost his mind?" thought Scarlett and her throbbing head felt as if it would crack with this added strain. "No, no. He's just dazed by it all. It's like he was sick. He'll get over it. He must get over it. What will I do if he doesn't? -- I won't think about it now. I won't think of him or Mother or any of these awful things now. No, not till I can stand it. There are too many other things to think about -- things that can be helped without my thinking of those I can't help."

     

    She left the dining room without eating, and went out onto the back porch where she found Pork, barefooted and in the ragged remains of his best livery, sitting on the steps cracking peanuts. Her head was hammering and throbbing and the bright sunlight stabbed into her eyes. Merely holding herself erect required an effort of will power and she talked as briefly as possible, dispensing with the usual forms of courtesy her mother had always taught her to use with negroes.

     

     

     

     

    Margaret_Mitchell
    Margaret Mitchell (8 november 1900 – 16 augustus 1949)

     

     

     

     

     

     

    De Ierse schrijver Bram Stoker werd geboren op 8 november 1847 in Clontarf, een wijk van Dublin in Ierland. Zie ook mijn blog van 8 november 2006.

     

    Uit: Dracula

     

    „Jonathan Harker's Journal 3 May. Bistritz.--Left Munich at 8:35 P.M., on 1st May, arriving at Vienna early next morning; should have arrived at 6:46, but train was an hour late. Buda-Pesth seems a wonderful place, from the glimpse which I got of it from the train and the little I could walk through the streets. I feared to go very far from the station, as we had arrived late and would start as near the correct time as possible. The impression I had was that we were leaving the West and entering the East; the most western of splendid bridges over the Danube, which is here of noble width and depth, took us among the traditions of Turkish rule. We left in pretty good time, and came after nightfall to Klausenburgh. Here I stopped for the night at the Hotel Royale. I had for dinner, or rather supper, a chicken done up some way with red pepper, which was very good but thirsty. (Mem. get recipe for Mina.) I asked the waiter, and he said it was called "paprika hendl," and that, as it was a national dish, I should be able to get it anywhere along the Carpathians. I found my smattering of German very useful here, indeed, I don't know how I should be able to get on without it. Having had some time at my disposal when in London, I had visited the British Museum, and made search among the books and maps in the library regarding Transylvania; it had struck me that some foreknowledge of the country could hardly fail to have some importance in dealing with a nobleman of that country. I find that the district he named is in the extreme east of the country, just on the borders of three states, Transylvania, Moldavia, and Bukovina, in the midst of the Carpathian mountains; one of the wildest and least known portions of Europe. I was not able to light on any map or work giving the exact locality of the Castle Dracula, as there are no maps of this country as yet to compare with our own Ordance Survey Maps; but I found that Bistritz, the post town named by Count Dracula, is a fairly well-known place. I shall enter here some of my notes, as they may refresh my memory when I talk over my travels with Mina.“

     

     

     bram-stoker

    Bram Stoker (8 november 1847 – 20 april 1912)


    08-11-2008 om 20:14 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    07-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Albert Camus, Albert Helman, Antonio Skármeta, Vladimir Volkoff

    De Franse schrijver en filosoof Albert Camus werd geboren op 7 november 1913 in Mondovi, Algerije. Zie ook mijn blog van 7 november 2006 en ook mijn blog van 7 november 2007.

     

    Uit: La Peste

     

    “Rieux marchait toujours. À mesure qu'il avançait, la foule grossissait autour de lui, le vacarme s'enflait et il lui semblait que les faubourgs, qu'il voulait atteindre, reculaient d'autant. Peu à peu, il se fondait dans ce grand corps hurlant dont il comprenait de mieux en mieux le cri qui, pour une part au moins, était son cri. Oui, tous avaient souffert ensemble, autant dans leur chair que dans leur crâne, d'une vacance difficile, d'un exil sans remède et d'une soif jamais contentée. Parmi ces amoncellement de morts, les timbres des ambulances, les avertissements de ce qu'il est convenu d'appeler le destin, le piétinement obstiné de la peur et la terrible révolte de leur coeur, une grande rumeur n'avait cessé de courir et d'alerter ces êtres épouvantés, leur disant qu'il fallait retrouver leur vraie patrie. Pour eux tous leur vraie patrie se trouvait au-delà des murs de cette ville étouffée. Elle était dans les broussailles odorantes sur les collines, dans la mer, les pays libres et le poids de l'amour. Et c'était vers elle, c'était vers le bonheur, qu'ils voulaient revenir, se détournant du reste avec dégoût.

     

    Quant au sens que pouvait avoir cet exil et ce désir de réunion, Rieux n'en savait rien. Marchant toujours, pressé de toutes parts, interpellé, il arrivait peu à peu dans des rues moins encombrées et pensait qu'il n'est pas important que ces choses aient un sens ou non, mais qu'il faut voir seulement ce qui est répondu à l'espoir des hommes.

     

    Lui savait désormais ce qui est répondu et il l'apercevait mieux dans les premières rues des faubourg, presque désertes. Ceux qui, s'en tenant au peu qu'ils étaient, avaient désiré seulement retourner dans la maison de leur amour, étaient quelquefois récompensés. Certes, quelques uns d'entre eux continuaient de marcher dans la ville, solitaires, privés de l'être qu'ils attendaient. Mais d'autres comme Rambert, que le docteur avait quitté le matin même en lui disant "Courage, c'est maintenant qu'il faut avoir raison », avaient retrouvé sans hésiter l'absent qu'ils avaient cru perdu. Pour quelques temps au moins, ils seraient heureux. Ils savaient maintenant que s'il est une chose qu'on puisse désirer toujours et obtenir quelquefois, c'est la tendresse humaine.“

     

     

     

     

    albert_camus
    Albert Camus (7 november 1913 – 4 januari 1960)

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijver Albert Helman werd geboren op 7 november 1903 in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 7 november 2006.

     

    Uit: De laaiende stilte

     

    „Neen, ik ben niet kuis. Ik beef terwijl ik deze eerste regel van mijn dagboek neerschrijf, maar ik heb mijzelf beloofd meedogenloos te zijn jegens mijn eigen ziel en eerlijk jegens ieder over wie ik mogelijk hier een oordeel uitspreek. Veroordelen zal ik stellig niemand, nu ik begonnen ben mijzelf te vonnissen. Ik ben niet kuis. De ongerepte Agnès d'Esternay, is zij ooit kuis geweest? Zo lang ik mij herinneren kan, heb ik begeerd, onvormelijk eerst en vaag, daarna... Geen van die dromen ben ik ooit meer kwijtgeraakt; ze vloeiden in elkander over, werden één, een nieuwe werkelijkheid waarin ik mij beweeg en handel als de ergste zondares, terwijl een ieder denkt, neen, weet met al de zekerheid die feiten kunnen geven, dat ik de ongerepte, ingetogen middelste der drie gezusters ben. De vrolijkste misschien [in schijn] van alle drie, maar zeker niet hun mindere wat deugd betreft [ook weer in schijn]. Of is dit hoogmoed, domheid, zo verzekerd van de dunk van anderen te zijn? Doorzien ze mij? Ik denk van niet. En deze huichelarij, de noodzaak anderen jezelve anders voor te doen dan men in werkelijkheid zichzelve weet, geeft mij dit knagende gevoel van mijn verworpenheid, van al sinds eeuwigheid niet te zijn toegelaten tot de liefde Gods. Verdoemd te zijn. Want ware deugd en wijlen in de liefde Gods is weten dat men staat, en

    [p. 10]vallend alreeds overeind komt, van nature overeind te zijn en niet terneergesmeten, niet voortdurend, dag en nacht te worstelen met het boze, in de greep van de Verleider die je in zijn ene arm vol heerlijkheid omklemd, houdt en je met zijn andere onderwijl betovert, achterover dringt en dan...

     

    Te weten zou gemakkelijk zijn. Hoe gruwelijk en ondoorgrondelijk wreed het ook zou wezen, alles ware beter dan de onzekerheid, dat het misschien toch mogelijk is langs duistere kronkelpaden te ontdekken, dat je niet voorgoed verdoemd bent, niet bent voorbestemd ten ondergang. Wie weet dat hij niets te verwachten heeft van het Hiernamaals kan zijn leven daar- op inrichten, genieten voorzover er te genieten valt en in de roes zichzelf bedwelmen, heel een leven lang. Maar folterpijn is dit, de ongewisheid, het besef van ondergang, van weggeworpen-zijn, nochtans vol vage hoop, vol wroeging en vol schuldbesef, dat een verlangen lijkt naar het zuiverste geluk terwijl je in de mest graait. Ik zou dit alles niet zo boudweg kunnen schrijven, als ik niet het wezenlijkste hier met cijfers kon verbergen, cijfers die veel schuldelozer zijn dan woorden en waarvan geen sterveling zal achterhalen wat zij aan gedachten en gevoelens, aan verlangens, wanhoop en vertwijfeling verbergen. Maar het is goed dat het hier staat en dat ik het ook nu en dan herlezen kan, ofschoon ik het eerst zelf weer moet ontraadselen, zoals een bankroetier berekent hoe groot zijn schulden al geweest zijn, jaren her; maar dan weer wéét waar hij aan toe is.“

     

     

     

     

    helman_vanrees
    Albert Helman (7 november 1903 - 7 oktober 1996)

    Portret van Albert Helman door Otto van Rees, 1924

     

     

     

     

     

     

     

    De Chileense schrijver Antonio Skármeta werd geboren op 7 november 1940 in Antofagasta. Als aanhanger van Salvador Allendes moest hij in 1973 zijn land verlaten en hij leefde in ballingschap in Berlijn, waar hij draaiboeken schreef voor Duitse films. In 1989 keerde hij naar Chili terug. Zijn bekendste boek is de roman Ardiente Paciencia (Duits: Mit brennender Geduld) die hij zelf in 1983 als film regiseerde, maar die onder de verfilming van Michael Radford uit 1994 als Il Postino wereldberoemd werd. Boek en film gaan over de vriendschap tussen een postbode en de Nobelprijswinnaar Pablo Neruda. Toen de militairen inChili het veld hadden geruimd was Skármeta korte tijd ambassadeur in Berlijn. Tegenwoordig presenteert hij ook een tv-programma over literatuur in Chili.

     

    Uit: Der Dieb und die Tänzerin (El baile de la Victoria, vertaald doorWilli Zurbrüggen)

     

    „Am 13. Juni, dem Tag des heiligen Antonius von Padua, erließ der Präsident eine Amnestie für alle Strafgefangenen.

    Bevor Ángel Santiago entlassen wurde, ließ der Gefängnisleiter den jungen Mann zu sich kommen. Er trat mit der Schlacksigkeit und der brutalen Schönheit seiner zwanzig Jahre ein, hielt die Nase hoch, eine Haarsträhne fiel über die linke Wange, und er schaute den Direktor herausfordernd an. Die Körner eines Hagelschauers schlugen gegen die Fensterscheiben hinter den Gittern und zerrissen die dicke Staubschicht, die darauf lag.

    Nachdem er ihn einen Wimpernschlag lang gemustert hatte, senkte der Gefängnisleiter den Blick auf das unterbrochene Schachspiel, strich sich nachdenklich über das Kinn und überlegte, welches jetzt der geschickteste Zug sei.

    »Du verläßt uns also, mein Junge«, sagte er mit einem Hauch von Wehmut in der Stimme, ohne jedoch den Blick vom Schachbrett zu nehmen. Dann hob er den König und schob das kleine Kreuz der Krone bedächtig in die Lücke zwischen seine oberen Schneidezähne. Er trug seinen Mantel und einen braunen Schal aus Alpacawolle, Schuppen hingen schwer in seinen Augenbrauen.

    »So ist es, Herr Direktor. Zwei Jahre hab’ ich abgesessen.«

    »Du wirst nicht behaupten wollen, daß sie wie im Flug vergangen sind.«

    »Sie sind nicht wie im Flug vergangen, Señor Santoro.«

    »Etwas Positives solltest du dieser Zeit abgewonnen haben.«

    »Ich habe einige recht interessante Pläne.«

    »Legale?«

    Der Junge trat mit der Fußspitze spielerisch gegen den Rucksack, in dem er seine wenigen Habseligkeiten verstaut hatte, reinigte mit dem Finger seinen Augenwinkel und grinste so spöttisch, daß jeder Anspruch auf Wahrheit in seiner Antwort von vornherein ausgelöscht wurde.

    »Vollkommen legal. Warum haben Sie mich kommen lassen, Herr Direktor?«

    »Zwei Kleinigkeiten«, sagte der Gefängnisleiter und tippte sich mit der Figur des Königs an die Nase. »Ich spiele die Weißen und bin am Zug. Was mache ich, um schnell das Schachmatt von Schwarz herbeizuführen?«

    Der Junge warf einen verächtlichen Blick auf das Schachbrett und rieb mißmutig

    seine Nasenspitze.

    »Was wäre die zweite Kleinigkeit, Herr Direktor?«

    Der Mann stellte den König auf sein Feld zurück und zeigte ein Lächeln von so überwältigender Traurigkeit, daß seine Lippen aufquollen, als wollte er gleich in Tränen ausbrechen.

    »Das weißt du doch.«

    »Das weiß ich nicht.«

    »Dein Plan ist, mich umzubringen«, sagte der Direktor lächelnd.

    »Sie nehmen in meinem Leben keine so bedeutende Stellung ein, daß Sie sagen

    könnten, es sei mein Plan, Sie umzubringen.«

    »Also wirst du mich umbringen.«

     

     

     

     

    skarmeta
    Antonio Skármeta (Antofagasta, 7 november 1940)

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver Vladimir Volkoff werd geboren in Parijs op 7 november 1932 als zoon van Russische emigranten. Hij behaalde een licentie in klassieke talen en een doctoraat in de wijsbegeerte. Na zijn studies was hij eerst leraar Engels te Amiens. Van 1957-1962 diende hij in het Franse leger en streed mee in de Algerijnse oorlog. Na zijn demobilisatie trok hij naar de Verenigde Staten waar hij eerst als vertaler werkte en later Frans en Russisch doceerde (1966-1977). In 1979 keerde hij terug naar Frankrijk en werkte sindsdien alleen nog als schrijver. Volkoff was bedreven in diverse literaire disciplines; hij schreef zowel romans, toneelwerken, essays, geschiedenis als biografieën. Zijn anti-communistische overtuiging stak hij niet onder stoelen of banken. In totaal publiceerde hij een honderdtal boeken. Meermaals mocht hij letterkundige prijzen in ontvangst nemen o.a. Prix Chateaubriand, Prix Jules Verne, Grand Prix du roman de l'Académie française, en de Prix Daudet, die in 2003 aan hem werd toegekend door de luisteraars van Radio Courtoisie. Volkoff was practizerend Katholiek en anti-modernistisch. Hij zette zich fel af tegen decadentie en alles wat naar marxisme neigde. In de Franse rechterzijde was hij een graag gezien figuur.

     

    Uit: Manuel du politiquement correct

     

    „L'enracinement, au sens où l'entendait Simone Weil, est la chose la plus politiquement incorrecte du monde. Naître enraciné dans une famille , dans une nation , dans une civilisation que l'on n'a pas choisie et pousser la bassesse jusqu'à les assumer, les revendiquer, les faire siennes et donc devenir le leur, rien n'est plus répugnant. L'individu politiquement correct se doit d'être "fils de personne" , comme le formulait Montherlant, "voyageur sans bagages" , comme l'exprimait Anouilh, ni l'un ni l'autre ne pouvant pourtant être considérés comme des prophètes de la pensée politiquement correcte.

    Les seuls enracinements politiquement corrects sont ceux qui tiennent du hobby plus que de l'héritage.

    Par exemple, il est permis de se vouloir occitan, à condition d'inventer une langue "occitane" qui possède une morphologie et une syntaxe mais que personne ne parle. En revanche, les véritables habitants du Sud-Ouest qui parlent leurs patois sont politiquement suspects, parce que leur patois les isole tant soit peu de l'influence politiquement correcte. Cependant on peut les encourager dans cette voie parce que :

     

    - d'une part, ils ne sont pas vraiment dangereux;

    - d'autre part, toute action qui vise, si peu que ce soit, à la dislocation de la nation doit être considérée comme bénéfique.“

     

     

     

     

    Volkoff
    Vladimir Volkoff (7 november 1932 - 14 september 2005)




     

     

    07-11-2008 om 20:45 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Friedrich zu Stolberg-Stolberg, Johann Gottfried Schnabel, Gédéon Tallemant des Réaux, Auguste Villiers de L'Isle-Adam

    De Duitse dichter, vertaler en jurist Graaf Friedrich Leopold zu Stolberg-Stolberg werd geboren op 7 november 1750 in Bramstedt, in het in die tijd Deense Holstein. Hij is vooral bekend gebleven als dichter.De aristocraat was een zoon van Graaf Christian Günther zu Stolberg-Stolberg.  Hij was de jongere broer van de eveneens dichtende Christian Graf Stolberg-Stolberg (1748 - 1821). Stolberg schreef revolutionair-pathetische gedichten die men in de literatuurgeschiedenis tot de periode en stijl der Sturm und Drang rekent. Zijn werk, waaronder het bekende gedicht "Auf dem Wasser zu Singen" werd in 1783 door Heinrich Christian Boie gepubliceerd. Een aantal gedichten waaronder ook "Auf dem Wasser zu Singen" werd door Franz Schubert voor piano en zangstem (sopraan) bewerkt. Stolberg studeerde rechten aan de universiteiten van Halle en Göttingen waar beide broers in 1772 in de “Göttinger Hain”, een groep of genotschap van dichters werden opgenomen. Tot deze kring behoorden ook Hans Christian Boie en Johann Heinrich Voß.

     

     

    Lied auf dem Wasser zu singen

     

    Mitten im Schimmer der spiegelnden Wellen

    Gleitet, wie Schwäne, der wankende Kahn:

    Ach, auf der Freude sanftschimmernden Wellen

    Gleitet die Seele dahin wie der Kahn;

    Denn von dem Himmel herab auf die Wellen

    Tanzet das Abendrot rund um den Kahn.

     

    Über den Wipfeln des westlichen Haines

    Winket uns freundlich der rötliche Schein;

    Unter den Zweigen des östlichen Haines

    Säuselt der Kalmus im rötlichen Schein;

    Freude des Himmels und Ruhe des Haines

    Atmet die Seel im errötenden Schein.

     

    Ach, es entschwindet mit tauigem Flügel

    Mir auf den wiegenden Wellen die Zeit;

    Morgen entschwinde mit schimmerndem Flügel

    Wieder wie gestern und heute die Zeit,

    Bis ich auf höherem strahlendem Flügel

    Selber entschwinde der wechselnden Zeit.

     

     

     

     

    Stolberg
    Friedrich Leopold zu Stolberg-Stolberg (7 november 1750 - 5 december 1819)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Johann Gottfried Schnabel werd geboren op 7 november 1692 in Sandersdorf bij Bitterfeld. Sinds 1694 was hij een wees die bij familie en bekenden opgroeide. Hij volgde onderwijs in Halle en een opleiding tot barbier. Tot 17717 diende hij in verschillende legers als huursoldaat. In 1719 werd hij meester barbier in Querfurt. In 1724 verhuisde hij met zijn familie naar Stolberg in de Harz, waar hij van 1731 tot 1738 uitgever was van de krant Stolbergische Sammlung Neuer und Merckwürdiger Welt-Geschichte. In dezelfde tijd publiceerde hij zijn hoofdwerk Wunderliche Fata einiger See-Fahrer. Na het jaar 1750 is niets meer over hem bekend.

     

    Uit: Wunderliche Fata einiger Seefahrer absonderlich Alberti Julii

     

    „Ob denenjenigen Kindern, welche um die Zeit geboren werden, da sich Sonnen- oder Mondfinsternissen am Firmamente präsentieren, mit Recht besondere Fatalitäten zu prognostizieren sein? Diese Frage will ich den gelehrten Naturkündigern zur Erörterung überlassen, und den Anfang meiner vorgenommenen Geschichtsbeschreibung damit machen: wenn ich dem geneigten Leser als etwas Merkliches vermelde: daß ich Eberhard Julius den 12. Mai 1706 eben in der Stunde das Licht dieser Welt erblickt, da die bekannte große Sonnenfinsternis ihren höchsten und fürchterlichsten Grad erreicht hatte. Mein Vater, der ein wohlbemittelter Kaufmann war, und mit meiner Mutter noch kein völliges Jahr im Ehestande gelebt, mochte wegen gedoppelter Bestürzung fast ganz außer sich selbst gewesen sein; jedoch nachdem er bald darauf das Vergnügen hat meine Mutter ziemlich frisch und munter zu sehen, mich aber als seinen erstgebornen jungen, gesunden Sohn zu küssen, hat er sich, wie mir erzählet worden, vor Freuden kaum zu bergen gewußt.

     

    Ich trage Bedenken von denenjenigen Tändeleien viel Wesens zu machen, die zwischen meinen Eltern als jungen Eheleuten und mir als ihrer ersten Frucht der Liebe, in den ersten Kinderjahren vorgegangen. Genung! ich wurde von ihnen, wiewohl etwas zärtlich, jedoch christlich und ordentlich erzogen, weil sie mich aber von Jugend an dem Studieren gewidmet, so mußte es keinesweges an gelehrten und sonst geschickten Lehrmeistern ermangeln, deren getreue Unterweisung nebst meinen unermüdeten Fleiße so viel würkte, daß ich auf Einraten vieler erfahrner Männer, die mich examiniert hatten, in meinem siebzehnten Jahre nämlich um Ostern 1723 auf die Universität Kiel nebst einem guten Anführer reisen konnte. Ich legte mich auf die Jurisprudenz nicht sowohl aus meinem eigenen Antriebe, sondern auf Begehren meiner Mutter, welche eines vornehmen Rechtsgelehrten Tochter war. Allein ein hartes Verhängnis ließ mich die Früchte ihres über meine guten Progressen geschöpften Vergnügens nicht lange genießen, indem ein Jahr hernach die schmerzliche Zeitung bei mir einlief, daß meine getreue Mutter am 16. Apr. 1724 samt der Frucht in Kindesnöten Todes verblichen sei.“

     

     

    Schabel_frontispice
    Johann Gottfried Schnabel (7 november 1692  - tussen 1751 en 1758)

    Frontispice (geen portret beschikbaar)

     

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver Gédéon Tallemant des Réaux werd geboren op 7 november 1619 in La Rochelle. Geen van zijn werken werd tijdens zijn leven gepubliceerd. Hij schreef tragedies, epigrammen, rondeaus en talrijke gelegenheidsgedichten. Beroemd is hij echter door zijn Historiettes, een verzameling van anakdoten over zijn tijdgenoten. Aan talrijke personen uit de aristocratie, literatuur en wetenschap is een historiette gewijd: Hendrik IV, kardinaal Richelieu, Blaise Pascal en vele anderen.

    De bezitter van het oorspronkelijke handschrift gaf het werk in 1834/1835 uit. Dat zorgde voor een schandaal omdat de weinig vlijende beschrijvingen in de Historiettes contrasteerden met het idealistische beeld van Frankrijks „Grand Siècle“. In de 20e eeuw werd Gédéon Tallemant des Réaux echter gerehabiliteerd.

     

    Uit: MESDAMES DE ROHAN

     

    „(...) Mlle Anne de Rohan, bonne fille, fort simple, quoyqu’elle sceüst du latin et que toute sa vie elle eust fait des vers ; à la vérité, ils n’estoient pas les meilleurs du monde.

    Mlle de Rohan la bossue,

    Sa soeur la bossue, avoit bien plus d’esprit qu’elle : j’en ay déjà escrit un impromptu. Elle avoit une passion la plus desmesurée qu’on ayt jamais veûe pour Mme de Nevers, mere de la reyne de Pologne. Quand elle entroit chez cette princesse, elle se jettoit à ses piez, et les luy baisoit. Mme de Nevers estoit fort belle, et elle ne pouvoit passer un jour sans la voir, ou luy escrirre si elle estoit malade : elle avoit tousjours son portrait, grand comme la paume de la main, pendu sur son corps de robe, à l’endroit du coeur. Un jour, l’esmail de la boiste se rompit un peu ; elle le donna à un orfèvre à racommoder, à condition qu’elle l’auroit le jour mesme. Comme il travailloit à sa boutique, lesmail s’envoila, comme ils disent, parce qu’une charrette fort chargée, en passant là tout contre, fit trembler toute la boutique. Elle y alla pour le r’avoir, et fit des enrageries espouvantables à ce pauvre homme, comme si c’eust esté sa faute que ce portrait n’estoit pas raccommodé; on le luy rendit en l’estat qu’il estoit, et le lendemain elle le renvoya.

    Elle pensa se jetter par les fenestres quand Mme de Nevers mourut, et on dit qu’elle heurloit comme un loup. Quand elle mourut, on l’enterra avec ce portrait.

    Elle disoit : « Je voudrois seulement estre mariée pour un jour, pour m’oster cet opprobre de virginité ». On dit qu’elle y avoit mis bon ordre.“

     

     

     

     

    Tallemant
    Gédéon Tallemant des Réaux (7 november 1619 – 10 november 1692)

     

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver Auguste Villiers de L'Isle-Adam werd geboren op 7 november 1838 in Saint-Brieuc. Zie ook mijn blog van 7 november 2006.

     

    Uit: LE CONVIVE DES DERNIÈRES FÊTES

     

    „Depuis quelques instants nous admirions, à travers la poussière, la mosaïque tumultueuse des masques hurlant sous les lustres et s'agitant. sous l'archet sabbatique de Strauss.

    Tout à coup la porte de la loge s'ouvrit : trois dames, avec un froufrou de soie, s'approchèrent entre les chaises lourdes et, après avoir ôté leurs masques, nous dirent :

    “ Bonsoir ! ” C'étaient trois jeunes femmes d'un esprit et d'une beauté exceptionnels. Nous les avions parfois rencontrées dans le monde artistique de Paris. Elles s'appelaient :

    Clio la Cendrée, Antonie Chantilly et Annah Jackson.

    “ Et vous venez faire ici l'école buissonnière, mesdames ? demanda C*** en les priant de s'asseoir.

    - Oh ! nous allions souper seules, parce que les gens de cette soirée, aussi horribles qu'ennuyeux, ont attristé notre imagination, dit Clio la Cendrée.

    - Oui, nous allions nous en aller quand nous vous avons aperçus ! dit Antonie Chantilly.

    - Ainsi donc, venez avec nous, si vous n'avez rien de mieux à faire, conclut Annah Jackson.

    - Joie et lumière ! vivat ! ” répondit tranquillement C***.

    Élevez-vous une objection grave contre la Maison Dorée ?

    - Bien loin cette pensée ! dit l'éblouissante Annah Jackson en dépliant son éventail.

    - Alors, mon cher, continua C*** en se tournant vers moi, prends ton carnet, retiens le salon rouge et envoie porter le billet par le chasseur de Miss Jackson :

    - C'est, je crois, la marche à suivre, à moins d'un parti pris chez toi ?

    - Monsieur, me dit Miss Jackson, si vous vous sacrifiez jusqu'à bouger pour nous, vous trouverez ce personnage vêtu en oiseau phénix - ou mouche - et se prélassant au foyer. Il répond au pseudonyme transparent de Baptiste ou de Lapierre. - Ayez cette complaisance ? - et revenez bien vite nous aimer sans cesse. ” Depuis un montent je n'écoutais personne. Je regardais un étranger placé dans une loge en face de nous : un homme de trente-cinq ou trente-six ans, d'une pâleur orientale ; il tenait une lorgnette et m'adressait un salut.

    “ Eh ! c'est mon inconnu de Wiesbaden ! ” me dis-je tout bas, après quelque recherche.

    Comme ce monsieur m'avait rendu, en Allemagne, un de ces services légers que l'usage permet d'échanger entre voyageurs (oh ! tout bonnement à propos de cigares, je crois, dont il m'avait indiqué le mérite au salon de conversation), je lui rendis le salut. »

     

     

     

     

    Villiers de L'Isle-Adam
    Auguste Villiers de L'Isle-Adam (7 november 1838 - 18 april 1889)



     

    07-11-2008 om 20:44 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    06-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Robert Musil, Michael Cunningham, Nelleke Noordervliet, Bea Vianen, Bert Vanheste

    De Oostenrijkse schrijver Robert Musil werd geboren op 6 november 1880 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 6 november 2006 en ook mijn blog van 6 november 2007.

     

    Uit: Der Mann ohne Eigenschaften

     

    „Der Vergleich der Welt mit einem Laboratorium hatte in ihm nun eine alte Vorstellung wiedererweckt. So wie eine grosse Versuchsstätte, wo die besten Arten, Mensch zu sein, druchgeprobt und neue entdeckt werden müssten, hatte er sich früher oft das Leben gedacht, wenn es ihm gefallen sollte. Dass das Gesamtlaboratorium etwas planlos arbeitete und dass die Leiter und die Theoretiker des Ganzen fehlten, gehörte auf ein anderes Blatt. Man konnte ja wohl sagen, dass er selbst so etwas wie ein Fürst und Herr des Geistes hätte werden wollen: Wer allerdings nicht? Es ist so natürlich, dass der Geist als das Höchste und über allem Herrschende gilt. Es wird gelehrt. Was kann, schmückt sich mit Geist, verbrämt sich. Geist ist, in Verbindung mit irgendetwas, das Verbreitetste,

    was es gibt. Der Geist der Treue, der Geist der Liebe, ein männlicher Geist, ein gebildeter Geist, der grösste Geist der Gegenwart, wir wollen den Geist dieser und jener Sachen hochhalten, und wir wollen im Geiste unserer Bewegung handeln; wie fest und unanstössig klingt das bis in die untersten Stufen. Alles übrige, das alltägliche Verbrechen oder die emsige Erwerbsgier, erscheint daneben als das Uneingestandene, der Schmutz, den Gott aus seinen Zehennägeln entfernt.

    Aber wenn Geist allein dasteht, als nacktes Hauptwort, kahl wie ein Gespenst, dem man ein Leintuch borgen möchte, - wie ist es dann? Man kann die Dichter lesen, die Philosophen studieren, Bilder kaufen und nächteweise Gespräche führen: aber ist es Geist, was man dabei gewinnt? Angenommen, man gewönne ihn: aber besitzt man ihn dann? Dieser Geist ist so fest verbunden mit der zufälligen Gestalt seines Auftretens! Er geht durch den Menschen, der ihn aufnehmen möchte, hindurch und lässt nur ein wenig Erschütterung zurück. Was fangen wir mit alle dem Geist an? Er wird auf Massen von Papier, Stein, Leinwand in geradezu astronomischen Ausmassen immer von neuem erzeugt, wird ebenso unablässig unter riesenhaftem Verbrauch von nervöser Energie aufgenommen und genossen: Aber was geschieht mit ihm? Verschwindet er wie ein Trugbild? Löst er sich in Partikel auf? Entzieht er sich dem irdischen Gesetz der Erhaltung? Die Staubteilchen, die in uns hinabsinken und langsam zur Ruhe kommen, stehen in keinem Verhältnis zu dem Aufwand. Wohin, wo, was ist er? Vielleicht würde es,

    wenn man mehr davon wüsste, beklommen still werden um dieses Hauptwort Geist?!

    Es war Abend geworden; Häuser wie aus dem Raum gebrochen, Asphalt, Stahlschienen bildeten die erkaltende Muschel Stadt. Die Muttermuschel, voll kindlicher, freudiger, zorniger Menschenbewegung. Wo jeder Tropf als Tröpfchen anfängt, das sprüht und spritzt; mit einem Explosiönchen beginnt, von den Wänden aufgefangen und abgekühlt wird, milder, unbeweglicher wird, zärtlich an der Schale der Muttermuschel hängen bleibt und schliesslich zu einem Körnchen an ihrer Wand erstarrt. "Warum" dachte Ulrich plötzlich "bin ich nicht Pilger geworden?" Reine, unbedingte Lebensweise, zehrend frisch wie ganz klare Luft, lag vor seinen Sinnen; wer das Leben nicht bejahen will, sollte wenigstens das Nein des Heiligen sagen: und doch war es einfach unmöglich, ernsthaft daran zu denken.“

     

     

     

    musil
    Robert Musil (6 november 1880 – 15 april 1942)

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver Michael Cunningham is geboren in Cincinnati, Ohio op 6 november 1952. Zie ook mijn blog van 6 november 2006  en ook mijn blog van 6 november 2007.

     

    Uit: The Hours

     

    “She hurries from the house, wearing a coat too heavy for the weather. It is 1941. Another war has begun. She has left a note for Leonard, and another for Vanessa. She walks purposefully toward the river, certain of what she'll do, but even now she is almost distracted by the sight of the downs, the church, and a scattering of sheep, incandescent, tinged with a faint hint of sulfur, grazing under a darkening sky. She pauses, watching the sheep and the sky, then walks on. The voices murmur behind her; bombers drone in the sky, though she looks for the planes and can't see them. She walks past one of the farm workers (is his name John?), a robust, small-headed man wearing a potato-colored vest, cleaning the ditch that runs through the osier bed. He looks up at her, nods, looks down again into the brown water. As she passes him on her way to the river she thinks of how successful he is, how fortunate, to be cleaning a ditch in an osier bed. She herself has failed. She is not a writer at all, really; she is merely a gifted eccentric.

    Patches of sky shine in puddles left over from last night's rain. Her shoes sink slightly into the soft earth. She has failed, and now the voices are back, muttering indistinctly just beyond the range of her vision, behind her, here, no, turn and they've gone somewhere else. The voices are back and the headache is approaching as surely as rain, the headache that will crush whatever is she and replace her with itself. The headache is approaching and it seems (is she or is she not conjuring them herself?) that the bombers have appeared again in the sky. She reaches the embankment, climbs over and down again to the river. There's a fisherman upriver, far away, he won't notice her, will he? She begins searching for a stone. She works quickly but methodically, as if she were following a recipe that must be obeyed scrupulously if it's to succeed at all. She selects one roughly the size and shape of a pig's skull. Even as she lifts it and forces it into one of the pockets of her coat (the fur collar tickles her neck), she can't help noticing the stone's cold chalkiness and its color, a milky brown with spots of green.

     

     

     

     

    MichaelCunningham
    Michael Cunningham (Cincinnati, 6 november 1952)

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet werd op 6 november 1945 in Rotterdam geboren. Zie ook mijn blog van 6 november 2006. 

     

    Uit: Snijpunt

     

    “Zonlicht flitste in het vlindermes. De jongen deed een stap vooruit, Nora – net te laat – een stap achteruit. Met haar arm weerde ze de aanval af. Verrast zag ze bloed op haar mouw verschijnen. Koud zweet stond onmiddellijk op haar bovenlip, droop langs haar rug, ze vloekte. De schrik ijlde na, zette haar lichaam onder stroom. Heel even stonden ze roerloos tegenover elkaar, de leerling en zij, niet wetend hoe dit verder moest.

     

    Weg, dacht Nora, weg. En terwijl hij nog het mes geheven hield, verbaasd bijna om het gevolg van zijn daad, zocht zij blindelings de deur en liep trillend de gang op, een spoor bloeddruppels achterlatend.

     

    Haar aankomst in de lerarenkamer zette het ‘incidentenscenario’ in werking: opvang slachtoffer, opsporing dader, aangifte bij politie, gecontroleerde doorvoer van informatie aan leerlingen. Nora liet zich beduusd naar het ziekenhuis brengen door een nerveuze collega, maar wist op de vraag hoe het was gekomen alleen te zeggen: ‘Ik weet het niet, ik weet het niet.’ Ze zag almaar het mes. Was ze blijven staan, dan had het mes de plek onder haar linkerborst gevonden, waar haar leven klopte.

     

    Ze voelde hoe de huid daar weerstand bood en dan om het mes heen sprong alsof het staal werd binnengezogen. Ze kromp ineen van angst voor wat niet was gebeurd, kokhalsde, slikte toen de paniek weg. Het is niet het mes, zei ze tegen zichzelf, het is niet het mes, het is de haat. Ja, ook het mes natuurlijk, maar minder het mes dan de haat. Ik ben onthutst door de haat.“

     

     

     

     

    NellekeNoordervliet
    Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 6 november 1945)

     

     

     

     

     

    De Surinaamse schrijfster Bea Vianen werd geboren in Paramaribo op 6 november 1935. Zie ook mijn blog van 6 november 2006. 

     

    Uit: Terug naar Bethel

     

    „De volgende morgen schrok Christina wakker door de aflopende wekker wat niet nodig was geweest, omdat het nog vroeg was en bovendien zondag. Zonder te kijken tastte ze onder het bed en drukte het pinnetje in. Maar het licht dat door het open raam naar binnen viel, kon ze niet tegenhouden.

     

    De vroege zonnestralen vielen door het open raam op haar gezicht en gestoord in haar dankbare slaap deed ze met tegenzin haar ogen open. Ze keek de kamer onderzoekend rond alsof ze iets nieuws wilde ontdekken, maar niets was veranderd na gisterenavond; alles stond nog op zijn plaats, haar toiletartikelen, de schoenen en naast haar bed op de vloer de asbak vol sigarettenpeukjes. Sommige waren tot aan de filter gerookt, andere voor de helft; restanten van de offers aan de verwachting dat Livio zou komen.

     

    Langzaam kwam ze overeind en ging op de rand van het bed zitten met haar hoofd gesteund op haar linkerarm, terwijl ze haar ogen uitwreef. Livio was nog steeds niet teruggekomen! Wat! Haastig haalde ze het beduimelde pakje sigaretten onder de kussens weg en merkte dat haar vingers beefden. Ze had niet lang geslapen, want toen ze na uren denken het wachten op Livio had opgegeven, merkte ze dat het één uur was geworden. Die vervelende wekker. Ze werd misselijk van de rook en smeet de sigaret uit het raam. Tja, het was ijdele hoop geweest dat Livio toch nog zou komen. Maar waarom was hij weggebleven zonder haar te waarschuwen of zelfs voor te bereiden? Of moest ze zijn wegblijven opvatten als het natuurlijk gevolg van een vergissing van zijn kant? Een vergissing! Of volgde zo'n vergissing gewoonlijk als straf op een verliefdheid op het eerste gezicht? Of?

     

    Livio had het eerste alleenzijn met haar geen bijzondere gelegenheid gevonden, want hij had geen bijzondere dingen gezegd, ofschoon dit samenzijn met haar hem zeer zeker geen last bezorgde, anders had hij haar kunnen vermijden voor het tot een afspraak kwam. En de veronderstelling dat hij niet verliefd op haar zou zijn omdat hij geen bijzondere dingen tegen haar had gezegd, was belachelijk. Je hoeft tenslotte niets te zeggen.... Had hij haar niet met een tederheid omhelsd, die niet alleen op hartstocht berustte en hadden zijn ogen achter lange, steile wimpers niet warm naar haar gekeken. Zo warm dat ze een ogenblik gedacht had dat hij nog een jongen was?“

     

     

     

     

    BeaVianen
    Bea Vianen (Paramaribo, 6 november 1935)

     

     

     

     

     

    De Vlaamse literatuurwetenschapper en auteur Gilbert (Bert) Vanheste werd geboren in Pervijze op 6 november 1937. Hij schreef fictie onder het pseudoniem Bert Brouwers. Vanheste groeide op in Pervijze. Hij promoveerde in 1971 aan de Katholieke Universiteit Leuven op een proefschrift over de betekenis van de revolutie van 1848 voor de Vlaamse letterkunde. Van 1972 tot 2002 was hij hoofddocent Vlaamse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij stond bekend als kenner van het werk van Louis Paul Boon. Bert Vanheste was de initiatiefnemer van het Vlaams Cultureel Kwartier, een Vlaams cultureel centrum in Nijmegen.

     

    Uit: Nescio in Nijmegen. Een (on)hollandse leeswandeling

     

    „En ineens stond ze op, nam haar hoed uit ’t rek, stak er vlug de pennen door en met haar beide handen aan haar hoed, de voeten wat van elkaar om stevig te staan, lachte ze ineens overmoedig met al haar tanden, als een kwaaie meid, haar oogen in de zijne: ‘Aan mijn lijf geen Bovenkerk.’ Toen leunde ze haar bovenlijf uit ’t raampje en keek naar Nijmegen, dat daar lag op de heuvels aan de rivier, zoo on-Hollandsch, zwak romantisch, huizen boven huizen en boomen boven boomen, en zong tegen den wind en ’t gerammel van den trein over de brug.

     

    Voor wie een eeuw later in Nescio’s spoor Nijmegen (her)ontdekt, is er veel veranderd maar ook veel gebleven. Zo verwelkomt Nijmegen de bezoeker nog steeds op haar mooist als hij haar over de spoorbrug, zeg maar de Nesciobrug, benadert. In Nescio’s jonge jaren was ook het vervolgwelkom, een paar minuten later op het station, prachtig. Al maakt de schrijver daar geen melding van. In Dichtertje laat hij zijn personages zonder overgang koffie drinken in Lent, ‘over ’t water, in ’t gezicht van de stad en de heuvels’. Zijn lezers, die niet alleen Nijmegen willen zien met zijn ogen maar die ook door te wandelen in zijn Nijmegen dichter willen komen bij het ritme en de betekenis van zijn teksten, moeten ook de stappen zetten die Nescio heeft verzwegen. Zij komen aan op of lopen even binnen in het station en betreuren dat dit, ook na de zoveelste renovatie, het niet haalt bij het vroegere station zoals ze dat kennen van oude foto’s en waarvan ze weten dat het tijdens het bombardement van 1944 verwoest werd. Natuurlijk weten zij dat Nescio zijn hele, zowel reële als literaire, leven talloze Hollandse en onhollandse landschappen bewonderde, maar slechts zelden oog had voor gebouwen, eigenlijk alleen als onderdeel van een stadslandschap. Toch blijft de vraag hangen waarom hij in 1951 geen gebenedijd woord schreef over de verwoesting van het station. Het antwoord lijkt simpel: Nescio maakte maar heel weinig woorden vuil aan de oorlog. Schijn bedriegt echter: wie Nescio indringend leest, komt tot het inzicht dat de oorlog, zoals tal van andere facetten van de sociale werkelijkheid, in zijn verhalen ondergedoken is. Een enkel woord, een terzijde, een motto verraadt de verborgen aanwezigheid ervan.“

     

     

     

     

    Vanheste
    Bert Vanheste (6 november 1937 - 23 februari 2007)



     

    06-11-2008 om 20:28 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bodenski, James Jones, Galaktion Tabidze, Johannes Jørgensen, Jonas Lie

    De Duitse dichter, componist en musicus Bodenski (eig. Michael Boden) werd geboren op 6 november 1965 in Potsdam. Van 1991 tot 1996 studeerde hij aan de Universiteit van Potsdam germanistiek en sociologie. In 2005 begon hij met de uitgeverij Michael Boden en publiceerde hierin zijn eerste dichtbundel Inniglich. Sinds 1995 schrijft hij Duitse teksten voor zijn band Subway to Sally, nadat hij zich eerst op het Engels had geconcentreerd.

     

     

    Ich singe dir ein Lied von mir

     

    Ich singe dir ein Lied von mir

     

    Wirst du mich hören

    Leg dein Ohr dicht an meinen Mund

    Es wird genügend Verschwiegenes bleiben

    Was du aus dir ergänzen musst

    Ich weiss, dass ich viel verlange

    Aber du wirst den Atem anhalten müssen

     

    Auf dem schmalen Grad

    Zwischen Schlafen und Wachen

    Musst du das Gleichgewicht suchen

     

    Wer auuser mir ruft mich bei meinem Namen

     

     

     

     

     

    Sag dem Teufel guten Tag

     

    Du bist immer gut zu Tieren

    deine Kleidung ist adrett

    du bist artig, still und leise

    und zu alten Damen nett

     

    du bist einfühlsam und freundlich

    hast nie einen Tag verschenkt

    du läufst immer vor dem Karren

    den ein andrer für dich lenkt

     

    zeig mir deine dunkle Seite

    die ist, was ich an dir mag

     

    sag dem Teufel in dir guten Tag

     

    hinterm Haus im wilden Garten

    unterm alten Eichenbaum

    wo die Disteln auf dich warten

    hast du manchmal einen Traum:

     

    dann bist du nicht gut zu Tieren

    bist nicht sauber und adrett

    bist nicht artig, still und leise

    und zu keinem Menschen nett

     

    zeig mir deine schwarze Seele

    die ist, was ich an dir mag

     

    sag dem Teufel in dir guten Tag

     

     

     

     

     

    Bodenski2
    Bodenski (Potsdam, 6 november 1965)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver James Jones werd geboren op 6 november 1921 in Robinson, Illinois. Hij maakte als soldaat de aanval op Pearl Harbor en de slag om Guadalcanal mee. De aanval op Pearl Harbor vormde de raamvertelling in de uit 1951 stammende roman From Here to Eternity. Hij won er de National Book Award mee in 1952. In The Thin Red Line worden zijn ervaringen uit de slag om Guadalcanal beschreven.

     

    Uit: From Here to Eternity

     

    „This is the song of the men who have no place, played by a man who has never had a place, and can therefore play it. Listen to it. You know this song, remember? This is the song you close your ears to every night, so you can sleep. This is the song you drink five martinis every evening not to hear. This is the song of the Great Loneliness, that creeps in like the desert wind and dehydrates the soul. This is the song you'll listen to on the day you die. When you lay there in the bed and sweat it out, and know that all the doctors and nurses and weeping friends dont mean a thing and cant help you any, cant save you one small bitter taste of it, because you are the one thats dying and not them; when you wait for it to come and know that sleep will not evade it and martinis will not put it off and conversation will not circumvent it and hobbies will not help you to escape it; then you will hear this song and, remembering, recognize it. This song is Reality. Remember? Surely you remember?

    "Day........ is done . . .

    Gone....... the sun . . .

    From-the-lake

    From-the-hill

    From-the-sky

    Rest in peace

    Sol jer brave

    God......... is.......... nigh . . ."

    And as the last note quivered to prideful silence, and the bugler swung the megaphone for the traditional repeat, figures appeared in the lighted sallyport from inside of Choy's. "I told you it was Prewitt," a voice carried faintly across the quadrangle in the tone of a man who has won a bet. And then the repeat rose to join her quivering tearful sister. The clear proud notes reverberating back and forth across the silent quad. Men had come from the Dayrooms to the porches to listen in the darkness, feeling the sudden choking kinship bred of fear that supersedes all personal tastes. They stood in the darkness of the porches, listening, feeling suddenly very near the man beside them, who also was a soldier, who also must die. Then as silent as they had come, they filed back inside with lowered eyes, suddenly ashamed of their own emotion, and of seeing a man's naked soul.“

     

     

     

     

    Jones
    James Jones (6 november 1921 – 9 mei 1977)

     

     

     

     

     

    De Georgische diichter en schrijver Galaktion Tabidze werd geboren op 6 november 1891 in Chqvishi, in de buurt van Vani. Zijn vader stierf twee maanden voor zijn geboorte. Van 1900 toto 1910 kreeg Tabidze een opleiding aan de seminaries van Kutaisi en Tbilisi en later werkte hij als leraar. Hoewel zijn eerste boek, onder invloed van het symbolisme geschreven, goed werd ontvangen duurde het toch wat langer voordat hij algemene erkenning kreeg. Gedurende de repressie onder Stalin werd hij samen met zijn vrouw naar Siberië verbannen, waar zij in 1944 stierf. Titsian Tabidze, een neef en ook dichter werd ook gearresteerd en ter dood gebracht. Galaktion Tabidze kreeg te lijden van depressies en alcoholisme, maar door zijn lange zwijgen ontsnapte hij aan de zuiveringen, Hij publiceerde nieuwe gedichten, maar zijn leven lag in puin. Nadat hij was opgenomen in een psychiatrische kliniek pleegde hij zelfmoord door uit een raam te springen.

     

     

     

    Sweeping Wind

     

    Sweeping wind, sweeping wind, sweeping wind,

    Brushing leaves, rushing up, gusting through…

    Rows of trees, whole armies, bow and bend

    Where are you, where are you, where are you?

    First it rains, then it snows, then it snows.

    Where you are, I’ll never know, never know!

    Everywhere, haunting me, is your face.

    Every day, all the time, every place…

    An endless sky sifts its misty musings in

    Sweeping wind, sweeping wind, sweeping wind…

     

     

     

     

    The Fields

     

    Swaying, a slender figure appears

    walking alone, sickle in hand,

    singing a song, her voice is the pasture

    at village’s edge, where an old outpost stands.

    The song is a soulful hymn of farewell

    sung to a row of cranes facing the sea,

    while the sun, like a spider is closing itself

    in the delicate criss-crossing thicket of trees.

    But what does the soul know of slavery? Nothing!

    The rustle and braying of sheep fill the streets:

    a young village virgin and flock are returning.

    And the Virgin will soon return to the huts.

     

     

     

    Vertaald door Christopher Michel

     

     

     

     

    Galaktion
    Galaktion Tabidze
    (6 november 1891 – 17 maart 1959)

     

     

     

     

     

    De Deense schrijver Johannes Jörgensen werd geboren in Svendborg op 6 november 1866 geboren. Hij was een leerling van Joris Brandes, die in Denemarken de gedichten van Byron, Heine, Ibsen invoerde. In zijne eerste werken gaf hij blijk van een afkeer van alle godsdienst, zedenleer en staatsinstellingen, Maar in 1892, met Stemninger (gedichten in proza en vers) en Livetstrae (een roman) bekeerde hij zich. In 1894 gaf hij Hjemve uit en korts daarna Bekendelse, en deze bekentenissen van zijn terugkeer naar godsdienstige gevoelens deden een storm van protest tegen hem oprijzen. Die storm vermeerderde met de verschijning, in 1895, van Reisebogen, en lin 1896 met Livslögn og Livssandhed. Tegenwoordig is hij nog hoofdzakelijk bekend wegens zijn levensbeschrijvingen van heiligen.

     

    Uit: Levensleugen en levenswaarheid (Vertaald door M.E. Belpaire)

     

    “Dat gij, de diep overtuigde Darwinist - gij, die meer dan wij allen, wortel geschoten hadt in den warmen grond der Natuur - dat gij christen zijt geworden, dit is mij onzeggelijk leed. Het steekt mij zóó tegen, dat ik het schier niet over mijn hart kan krijgen om u het domme, walglijke woord “Christen” neer te schrijven.

    Lieve, lieve vriend, waarom kondet gij u zelf  niet blijven? - Waarom was u dit heilig aardsche leven niet genoeg? - Waarom wildet gij andere goden hebben dan den éénen waren: uwen Ik, uwe ziel?’

    Zoo staat er in den brief, dien ik dezen morgen ontvang, en die brief is onderteekend met een van de beste namen - den geliefden naam eens vriends... En ik sta daar, met dezen brief in mijne hand en tuur in den nevelachtigen najaarsmorgen. Tusschen het geel gebladerte van den hof, schitteren de roode trossen van den lijsterbessenboom. De musschen vliegen met flauw getjilp van den eenen vochtigen struik op den anderen. Het heeft den ganschen nacht geregend. De wegen zijn zwart en doorweekt. Het gras van de weide ligt er verward over. De lucht is koud en vochtig, en bezwangerd met een flauwen geur van verrotte bladeren.

    Vele andere brieven kwamen mij toe in den laatsten tijd - brieven en dagbladen. Nu eens verklaart een jonge, maar rijpe esthetiker, van uit de hoogte eener twee oordjes gazet, dat ik ‘meer en meer onzinnig’ word, naarmate ik mij verwijder van zijne gedachten.”

     

     

     

    Jorgensen
    Johannes Jørgensen (6 november 1866 -  29 mei 1956)

     

     

     

     

     

    De Noorse schrijver Jonas Laurits Idemil Lie werd geboren op 6 november 1833 in Eiker bij Drammen. Hij groeide op als zoon van een ambtenaar in Tromsø en studeerde van 1851 tot 1858 rechten in Kristiania. Daar leerde hij Henrik Ibsen en Bjørnstjerne Bjørnson kennen. Na zijn studie werkte Lie van 1858 tot 1869 als advocaat in Kongsvinger. In 1866 verscheen zijn bundel "Digte", die hem de eerste populariteit verschafte. Daarna gaf hij zijn beroep op en werkte als journalist. In 1870 verscheen de novelle "Den Fremsynte" die hem financieel onafhankelijk maakte.  Met de roman "Tremasteren Fremtiden" brak hij in 1872 ook internationaal door.

     

    Uit: One of Life's Slaves

     

    "Like a prince in his cradle," you say, "with invisible fairies and the innocent peace of childhood over him!"

    What fairy stood by the cradle of Barbara's Nikolai it would be difficult to say. Out at the tinsmith's, in the little house with the cracked and broken window-panes in the outskirts of the town, there was often a run of visitors, generally late at night, when wanderers on the high road were at a loss for a night's lodging. Many a revel had been held there, and it was not once only that the cradle had been overturned in a fight, or that a drunken man had fallen full length across it.

    Nikolai's mother was called Barbara, and came from Heimdalhögden, somewhere far up in the country--a genuine mountain lass, shining with health, red and white, strong and broad-shouldered, and with teeth like the foam in the milk pail. She had heard so much about the town from cattle-dealers that came over the mountain, that a longing and restlessness had taken possession of her.

    And then she had gone out to service in the town.

    She was about as suitable there as a tumble-down haystack in a handsome town street, or as a cow on a flight of stairs--that is to say, not at all.

    She used to waste her time on the market-place by all the hay loads. She must see and feel the hay--_that_ was not at all like mountain grass.

    "No indeed! Mountain grass was so soft, and then, how it smelt! Oh dear no!"

    But her mistress had other uses for her servant than letting her spend the morning talking to hay-cart drivers. So she went from place to place, each time descending both as regarded wages and mistress. Barbara was good-natured and honest; but she had one fault--the great one of being totally unfit for all possible town situations.“

     

     

     

    Jonas_Lie_(engraving_by_H_P_Hansen)
    Jonas Lie (6 november 1833 – 5 juli 1908)

    Gravure door H. P. Hansen

     

    06-11-2008 om 20:27 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    05-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hanns-Josef Ortheil, Ulla Berkéwicz, Joyce Maynard, Anna Maria van Schurman

    De Duitse schrijver Hanns-Josef Ortheil werd geboren op 5 november 1951 in Keulen. Zie ook mijn blog van 5 november 2006 en ook mijn blog van 5 november 2007.

     

    Uit: Die geheimen Stunden der Nacht

     

    “GEORG VON HEUKEN verläßt sein Haus kurz nach neun, es ist ein herbstlicher Montag, Wochenbeginn also, einer dieser Tage, an denen es auf seine Anwesenheit ankommt, mittags gegen zwölf zum Beispiel während der großen Konferenz mit den Lektoren des Verlages, den von Heuken seit erst zwei Jahren leitet. Auf dem Weg zur Garage schaut er kurz hinunter zum Rhein, das Haus liegt kaum zweihundert Meter vom Ufer entfernt in Rodenkirchen, einem südlichen Stadtteil von Köln. Jeden Morgen scheint das bekannte Bild für einen kurzen Vertrautheits-Moment stillzustehen: der graublaue Fluß-Fries mit dem Wellenrelief, der milchige Dunst des anderen Ufers mit seinen fleckigen Wiesen, wo längst die Jogger von ihren herumeilenden Hunden eingekreist werden.
    Der Rhein hier bei Köln mit dem dicht gestaffelten Parcours der Brücken und den darunter hergleitenden Schiffen ist eines der frühsten Kindheitsbilder, das von Heukens Leben begleitet, nicht weit von diesem Ufer, im nobleren Stadtteil Marienburg, wurde er vor zweiundfünfzig Jahren geboren, manchmal verbindet das Rheinbild sich mit einem schwachen Ölgeruch, der vom Ufer heraufflackert, dann sind die Szenen der Kindheit plötzlich da: barfuß mit den Geschwistern am schimmernden Ufer, die Hosen hochgekrempelt, ein scharfes Sonnenätzen im Nacken und das weiße Unterhemd, das ein Windzug manchmal kurz aufbläht.

    Heute morgen aber ist keine Zeit für sentimentale Schübe, von Heuken schaut wieder zu Boden, wie er es oft tut bei diesen wenigen ersten Schritten am Morgen ins Freie, am liebsten wäre er unsichtbar zu dieser Uhrzeit oder höchstens ein blasser Schatten, dem ein paar stumme Helfer alle Handgriffe abnehmen. Das Tor der Garage springt langsam und schwerfällig auf, von Heuken duckt sich und drängt sich leicht gebückt in den kühlen, etwas zu niedrigen Bau, wo der neue rote Mazda RX mit seinen schwarzroten glänzenden Ledersesseln nur auf ihn wartet, er steht da wie ein exotisches fettes Insekt, das in solchen Standboxen auf ideale Weise gedeiht und bei Sonnenlicht ausrastet. Vier Türen, vier Sitze - das war der Kompromiß, auf den von Heuken sich gerade noch eingelassen hatte, dafür ist der Wagen für seinen Geschmack immer noch Sportwagen genug, auf den Punkt getrimmt und mit einem leicht arroganten Design, durchaus also etwas für Fahrer, die ihre Runden auch einmal allein drehen wollen.
    Er startet den Wagen und läßt ihn aus der Garage rollen, er glaubt förmlich zu spüren, wie scharf dieses Auto darauf ist, loszubrausen, und wie es sich denn doch zurückhält, um fast lautlos auf die schmale Straße vor seinem Haus zu gleiten. Neun Uhr vier, denkt von Heuken, exakt in der Zeit, in seinem Büro schaltet Joana jetzt das Schreibtisch-Licht ein und stimmt es mit dem Dimmer ab auf das mulmige Dunkel des Herbstes. Der Glaspalast des Konzerns, der aussieht, als habe man einen gewaltigen Haufen glänzender Gelatine mitten in eine wüste Leere gestellt, liegt im Kölner Norden, vom frühen Morgen an bekommen die Mitarbeiter die Veränderungen des Wetters bis in jedes Detail mit, das ist lästig und kostet nur Zeit, insgeheim war von Heuken immer gegen solche angeblich radikalen Extravaganzen, Pa aber war davon begeistert, Pa mit seinem koreanischen Star-Architekten, der ihm etwas von Transparenz und Klarheit vorgeschwärmt hatte, jetzt war es zu spät, und Transparenz und Klarheit waren nichts anderes als lächerlich gewordene Begriffe eines asiatischen Snobs, der nicht einmal an das Kölner Wetter gedacht hatte.“

     

     

     

    Ortheil
    Hanns-Josef Ortheil (Keulen, 5 november 1951)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijfster, uitgeefster en actrice Ulla Berkéwicz werd geboren op 5 november 1948 in Gießen als Ursula Schmidt. Na het gymnasium bezocht zij de toneelschool en de Hogeschool voor Muziek in Frankfurt am Main. In de jaren zeventig werkte zij als actrice bij verschillende theaters in München, Stuttgart, Köln, Hamburg, Bochum en West-Berlijn. In die tijd vertaalde zij verschillende stukken van Calderón, Shakespeare en Synge. In 1980 vestigde zij zich als zelfstandig schrijfster in Frankfurt am Main. Na haar eerste huwelijk hertrouwde zij met de uitgever Siegfried Unseld en werd na diens dood in de leiding van uitgeverij Suhrkamp opgenomen.

     

    Werk o.a.: 1988: Maria, Maria, 1992: Engel sind schwarz und weiß, 1999: Der Golem in Bayreuth, 1999: Ich weiß, daß du weißt

     

    Uit: Überlebnis (2008)

     

    „Die einzige Angst, die ich jetzt noch habe, ist die, zu vergessen. Vergessen ist eine Frage der Zeit. Jenseits des Vergessens ist die Zeitlosigkeit. Jenseits der Zeit die Ewigkeit.

    Ich hatte ihm meine Swatch geschenkt, weil seine Rolex stehngeblieben war. Er hat sie anbehalten. Jetzt tickt sie in seinem Grab. Die Zeit tickt. Die Zeit setzt aus und nie wieder ein. Erinnern

    und Erwarten aber lebt alles Sterben auf, und die Gegenwartsgewalt bringt mich doch nicht um die Ecke, oder?

    Seit ich aufgestanden war aus unserm alten Bett, fünf Stunden oder sechs nach unserm Zeitende, war die Einsicht dagewesen, die Aufsicht, Übersicht: Der irdische Schauplatz, der Ort der Handlung, hing wie ein Spielkreis, eine kleine, grell erleuchtete Arena im dunklen Riesenraum vor, hinter, unter mir. Theater, eine Bühne, Epidavros, wo er vor gar nicht lange noch gesessen, wo er gehört, gesehn, wie ich da in der heiligen Mitte Mätzchen für ihn mache, wo die Stecknadel, die der Spieler in den Kreis wirft, noch den letzten Rang erschauern läßt, wo kurz vor Torschluß der Eukalyptushaine kein Sterblicher mehr unterwegs ist, nur er und ich, nur wir, und ich in meiner Spielkreismitte flüstre ihm alles, was ich habe, zu.

    Ob der Spielspieler hier, vom wundesten Punkt aus, wo es krankt und stirbt, auch gehört wird, wenn er Hilfe schreit, dort oben in den Rängen? Die Arena grellt, die Welt ist in vollem Gange. Und während Klingeln schrillen, Kameras aus den Büschen blitzen, während Leute, überweltigt, wie sie sind, durch

    Türen brechen, an mir zerren, reißen und mich trösten: »Das Schlimmste kommt erst noch, du wirst sehr einsam sein«

    während ich in der Morgenfrühe nach der Todesstille meinen zitternden Mund nicht in den Griff kriege und meine Hand mir wehtut

    während der Klingelsturm ausschrillt und sie sich trollen

    ohne Witwenbeute

    während die Windgardinen wehn und ich in meinem roten Jäckchen im Durchzug stehe und weiß, daß ich vergessen habe, mein schwarzes anzuziehn

    während es stiller wird im Haus und sich die Schmerzgemeinschaft rottet

    während es dunkler wird und sich die Angstgemeinschaftduckt

    während die Swatch tickt und die Fenster schlagen

    während es klirrt und bricht im Haus, während sie heulen und ihn anschaun, ihm ins Gesicht schaun, in die offenen Hände

    während die Swatch an seiner Linken immer lauter tickt, sie wegtickt, raustickt, damit sie ihm nichts abschaun, damit sein Bild, das Abbild, das sich von ihm gebildet hat, nicht abgeschaut wird, abgenutzt, damit es nicht verbraucht wird und verdaut und ausgeschieden wie alles sonst auf dieser Welt

    während die Swatch zu schlagen anfängt

    während sie aus der Tür schlägt, was nicht ins Haus

    gehört

    während die letzten sich geschlagen geben, der Wind auf Sturm steht, die Sturmgardinen wehn, die Polenmädchenvor dem Bettrand knien

    während die Hand tickt und es stürmt im Haus, die Swatch wehtut, die Polenmädchenzöpfe stürmen

    während ich weiß, nur weil er nicht mehr ist, kann es ihm ähnlich sehn, und ihm das Laken übern Kopf hochziehe, so daß die schönen großen Füße, die Füße, deren Nägel ich geschnitten habe, die Nägel, die jetzt weiterwachsen, ohne daß ich sie weiterschneiden kann, die weiterwachsen wie der Bart, obwohl wir endlich einen Türken haben, der gut balbiert

    während die schönen großen Füße da sind, fängt alles an, ohne ihn zu sein”.

     

     

     

    Berkewicz
    Ulla Berkéwicz (Gießen, 5 november 1948)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijfster Joyce Maynard werd geboren op 5 november 1953 in Durham, New Hampshire en volgde een opleiding aan de Phillips Exeter Academy. In 1971 ging zij naar Yale en stuurde zij een selectie van haar werk naar de The New York Times Magazine. Haar werd gevraagd een artikel te schrijven en dat werd ook geaccepteerd en verscheen als “An Eighteen Year Old Looks Back On Life”. Het artikel baarde veel opzien en trok ook de aandacht van de schrijver J. D. Salinger. Er volgde een lange briefwisseling en Maynard verliet Yale om bij Salinger in te trekken. Daar schreef zij haar eerste boek, Looking Back. Vlak voor het verschijnen ervan verbrak Salinger de relatie met haar. Zij wilde kinderen en de 53 jaar oude schrijver vond zich daar te oud voor. In 1992 had zij groot succes met haar boek To Die For, dat in 1995 werd verfilmd met Nicole Kidman, Matt Dillon en Joaquin Phoenix. In de late jaren negentig werd Joyce Maynard een van de eerste schrijvers die dagelijks via internet communiceerde met haar lezers op het forum The Domestic Affairs Message Board.

     

    Uit: Where Love Goes

     

    “They were the only two people in the world that day who could understand all the thousands of things that contributed to the dizzying sadness of this moment. They had stopped at a VFW hall on their first date and danced the polka and an old man named Heinz had bought Sam a shot of whiskey and told him "There's nothing better in life, son, than the love of a good woman." He raised his glass with the prayer that they'd be dancing the polka on their fiftieth anniversary one day. Downed his drink in a single gulp.

     

    Walking home through the streets of Ann Arbor with Sam that night, something had possessed Claire to say to him, "Show me a trick." Why she asked him that she still doesn't know. It's not a question she asked any other man, before or since.

     

    "Alright," he said. There in the middle of the street he stood on his right leg and held the other, bent in front him, with his right hand. Then he jumped , lifting his right leg off the ground and through the hoop his other leg and arm had formed , and he landed solidly on the other side. Sometimes Claire actually thinks that was the moment she decided to marry him.

     

    The first time she cooked him dinner she made potato chips from scratch. Twelve of them. He painted their names on the mailbox at the end of their road: Mr. and Mrs. Sam Temple. For their first anniversary he gave her a card with a rose on the front and the words "To My Treasured Wife".

     

    He was the only other person who had been there that night they lay in each other's arms and he whispered, "I want to have a baby with you" and she whispered back, "Me too." She can still see him walking through the rooms of their old house in the middle of the night while Sally screamed inconsolably, singing her "You Picked a Fine Time to Leave Me Lucille".

     

    She remembered the day they were so broke they couldn't buy diapers, and she was crying, and he had taken out his paintbrush and made a stack of thousand- dollar bills that he showered over her head like confetti. He knew, if he remembered, what her body looked like before babies. She had seen him catch a flyball in deep center field, in mid air, to make the third out of his softball league's championship game.”

     

     

     

    Maynard
    Joyce Maynard (Durham, 5 november 1953)

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse schrijfster Anna Maria van Schurman werd geboren in Keulen op 5 november 1607. Zie ook mijn blog van 5 november 2006.  

     

    Uit: Franse brief aan prinses Anne de Rohan

     

    „Ce seroit une grande presomption de vouloir attribuër à mon merite, et non pas à vostre pure bonté, qu' il vous a plû de recevoir si gracieusement les offres de mon tres-humble service, et, qui plus est, de les recompenser d'une lettre de vostre main, laquelle porte autant de marques de vos illustres faveurs qu' elle a de lignes, et de periodes. Que si Mons. Rivet m'a peint d'un pinceau d'Appelles; et y a donné quelques beaux traits de son eloquence, il faut pardonner à l'affection d'un tel ami, lequel s'est servi, peut estre, de cest artifice, pour m'acquerir la vostre; d'autant qu' il n' y avoit pas d'apparence de pouvoir l'attirer par l'objet des choses vulgaires. Quoy qu' il en soit, puis que ny la loy de la prudence, ny celle de la sincerité ne me commandent de decouvrir une erreur, dont la cognoissance ne sçauroit accroistre le contentement de personne, mais bien diminuer le nostre, je n' ay garde de me defigurer moy-mesme, afin que pour une verité non necessaire, je ne coure hasard de perdre vos bonnes graces. C'est là un tresor, dont je fais plus d'estat que des richesses de l'Orient et de l'Occident. Et si je me le puis conserver, je seray riche et heureuse mesme parmy les disgraces de ce monde.“

     

     

     

    schuurman
    Anna Maria van Schurman (5 november 1607 – 4 of 14 mei 1678)



     

    05-11-2008 om 20:40 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hans Sachs, Washington Allston, Mikhail Artsybashev, James Elroy Flecker, Ella Wheeler Wilcox

    De Duitse dichter en schrijver Hans Sachs werd op 5 november 1494 in Nürnberg geboren als zoon van een kleermaker. Zie ook mijn blog van 5 november 2006. 

     

    Der Teufel beim Tanz.

     

    (8. Mai 1544.)

     

    Einmal der Teufel kam zur Erd',

    Zur Ruhe eine Stätt' begehrt',

    Ging aus zu suchen stillen Ort;

    Das ging nach seinem Willen.

        Er kam an eines Fürsten Hof,

    Da spielte man, flucht', hurt' und soff,

    Trieb Schinderei, Krieg, Raub und Mord,

    Der Fürst sah durch die Brillen.

        Der Teufel dacht': »Da ist gut sein,

    Weil all' in Sünden schweben!«

    Doch sah er ein'ge Räth' allein

    Dem Uebel widerstreben,

    Zu reformiren alle Ständ'

    Dort in des Fürsten Regiment –

    Von Hofe sich der Teufel stahl

    (Mocht' nicht bei Guten leben)

     

    Und schnell zum Hof des Bischofs kam:

    Viel gottlos Wesen er wahrnahm,

    Die Pfaffen hatten Dirnen viel,

    Die Gottesfurcht war kleine;

    Er fand Wucher und Simonei,

     

     

    Viel abgöttischer Gleißnerei;

    Dem Teufel alles dies gefiel

    Doch kränkt ihn das alleine:

    Ein Theil, der fragt' nach Gottes Wort;

    Da ward sein' Freud' zu nichte.

    Drum sucht' er einen andern Ort,

    Kam an das Stadtgerichte:

    Da fand er Arglist und Meineid,

    Betrug und Lug zu seiner Freud';

    Doch waren welche gerecht und fromm,

    Nicht lügnerische Wichte.

     

    Das konnt' er auch nicht leiden ganz

    Und kam zu einem Abendtanz:

    Da ist Hochfahrt und Uebermuth,

    Unkeuschheit viel gewesen;

    Da fand er Eifer, Neid und Haß,

    Unzucht und Buhlen, über das

    Auch Zorn und Hader bis aufs Blut

    Und alles üble Wesen.

    Von den Zuschauern jedermann

    Thät gift'ge Nachred' treiben,

    Hing jedem eine Schelle an;

    Bei Männern und bei Weiben

    Ersah der Teufel Gutes nit

    Und setzt' sich in der Tänzer Mitt';

    Dort seine volle Ruh' er fand

    Und thut noch jetzt dort bleiben.

     

     

     

     

    sachs2
    Hans Sachs (5 november 1494 -19 janauari 1576)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schilder en dichter Washington Allston werd geboren op 5 november 1779 in de buurt van Charleston, South Carolina. Zie ook mijn blog van 5 november 2006.  

     

     

    ON A FALLING GROUP IN THE LAST JUDGMENT OF MICHAEL ANGELO,

    IN THE CAPPELLA SISTINA

     

    HOW vast, how dread, overwhelming is the thought

    Of Space interminable! to the soul

    A circling weight that crushes into nought

    Her mighty faculties! a wond'rous whole,

    Without or parts, beginning, or an end!

    How fearful then on desp'rate wings to send

    The fancy e'en amid the waste profound!

    Yet, born as if all daring to astound,

    Thy giant hand, oh Angelo, hath hurl'd

    E'en human forms, with all their mortal weight,

    Down the dread void--fall endless as their fate!

    Already now they seem from world to world

    For ages thrown; yet doom'd, another past,

    Another still to reach, nor e'er to reach the last!

     

     

     

     

    Allstone
    Washington Allston (5 november 1779 – 9 juli 1843)

    Portret door Edward Greene Malbone

     

     

     

     

     

     

    De Russische schrijver Mikhail Artsybashev werd geboren op 5 november 1878 in Dubroslavovka als zoon van een provincie-ambtenaar. Hij wilde oorspronkelijk schilder worden, maar wijdde zich tenslotte toch aan het schrijven en werd met zijn psychologische romans, novellen en dramatisch werk als een belangrijke Jong-Russische schrijver gevierd. Zijn bekendste roman Sanine baarde in 1907 groot opzien door de titelheld die alle sociale conventies negeerde en door de beschrijvingen van de vrije liefde en werd in veel landen verboden. Zijn latere werk wordt eerder gekenmerkt door pessismisme, nihilisme en erotische frustratie. Artsybashev was een fervent tegenstander van het Bolsjevisme. In 1923 emigreerde hij naar Polen waar hij een krant uitgaf waarin het Sovjet-regime kritisch bejegend werd.

     

    Uit: Sanine (Vertaald door Percy Pinkerton)

     

    “That important period in his life when character is influenced and formed by its first contact with the world and with men, was not spent by Vladimir Sanine at home, with his parents. There had been none to guard or guide him; and his soul developed in perfect freedom and independence, just as a tree in the field.

    He had been away from home for many years, and, when he returned, his mother and his sister Lida scarcely recognized him. His features, voice, and manner had changed but little, yet something strange and new, and riper in his whole personality gave a light to his countenance and endowed it with an altered expression. It was in the evening that he came home, entering the room as quietly as if he had only left it five minutes before. As he stood there, tall, fair, and broad- shouldered, his calm face with its slightly mocking expression at the corners of the mouth showed not a sign of fatigue or of emotion, and the boisterous greeting of his mother and sister subsided of itself.

    While he was eating, and drinking tea, his sister, sitting opposite, gazed steadfastly at him. She was in love with him, as most romantic girls usually are with their absent brother. Lida had always imagined Vladimir to be an extraordinary person, as strange as any to be found in books. She pictured his life as one of tragic conflict, sad and lonely as that of some great, uncomprehended soul.

    "Why do you look at me like that?" asked Sanine, smiling.

    This quiet smile and searching glance formed his usual expression, but, strange to say, they did not please Lida. To her, they seemed self- complacent, revealing nought of spiritual suffering and strife. She looked away and was silent. Then, mechanically, she kept turning over the pages of a book.

    When the meal was at an end, Sanine's mother patted his head affectionately, and said:

    "Now, tell us all about your life, and what you did there."

    "What I did?" said Sanine, laughing. "Well, I ate, and drank, and slept; and sometimes I worked; and sometimes I did nothing!"

    It seemed at first as if he were unwilling to speak of himself, but when his mother questioned him about this or that, he appeared pleased to narrate his experiences. Yet, for some reason or other, one felt that he was wholly indifferent as to the impression produced by his tales. His manner, kindly and courteous though it was in no way suggested that intimacy which only exists among members of a family.”

     

     

     

    artzybashev
    Mikhail Artsybashev (5 november 1878 – 3 maart 1927)

     

     

     

     

     

    De Engelse dichter en schrijver James Elroy Flecker werd geboren op 5 november 1884 in Londen. Hij kreeg een opleiding aan de Dean Close School, in Cheltenham, waar zijn vader hoofdonderwijzer was en studeerde later aan het Trinity College, in Oxford en het Caius College in Cambridge. In Oxford geraakte hij onder de invloed van de esthetische beweging van John Addington Symonds. Zijn bekendste gedicht is “To a poet a thousand years hence".

     

     

    TO A POET A THOUSAND YEARS HENCE

     

    WHO am dead a thousand years,

    And wrote this sweet archaic song,

    Send you my words for messengers

    The way I shall not pass along.

     

    I care not if you bridge the seas,

    Or ride secure the cruel sky,

    Or build consummate palaces

    Of metal or of masonry.

     

    But have you wine and music still,

    And statues and a bright-eyed love,

    And foolish thoughts of good and ill,

    And prayers to them who sit above?

     

    How shall we conquer? Like a wind

    That falls at eve our fancies blow,

    And old Mæonides the blind

    Said it three thousand years ago.

     

    O friend unseen, unborn, unknown,

    Student of our sweet English tongue,

    Read out my words at night, alone:

    I was a poet, I was young.

     

    Since I can never see your face,

    And never shake you by the hand,

    I send my soul through time and space

    To greet you. You will understand.

     

     

     

     

     

    Flecker
    James Elroy Flecker (5 november 1884 – 3 januari 1915)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse dichteres en schrijfster Ella Wheeler Wilcox werd geboren op 5 november 1850 in Johnstown, Wisconsin. De familie verhuisde spoedig naar Madison. Wilcox schreef al heel vroeg gedichten en was in haar eigen staat al een beroemde dichteres toen zij de middelbare school verliet. Op de leeftijd van 28 jaar trouwde zij met Robert Wilcox. Zij kregen een kind dat echter al kort na de geboorte stierf. Kort na hun huwelijk ontwikkelde het echtpaar interesse voor theosofie en spiritualisme. Zij beloofden elkaar dat degene die het eerst zou sterven, contact zou opnemen met de ander. Robert stierf in 1916 na een huwelijk van dertig jaar. Wilcox werd overmand door smart toen er week na week maar geen boodschap van haar overleden echtegenoot kwam. Kort voor haar eigen dood verscheen haar autobiografie The Worlds and I. Haar beroemdste gedicht Solitude verscheen voor het eerst op 25 februari 1883 in de New York Sun.

     

     

    A Fallen Leaf

       

     A trusting little leaf of green,

    A bold audacious frost;

    A rendezvous, a kiss or two,

    And youth for ever lost.

    Ah, me!

    The bitter, bitter cost.

    A flaunting patch of vivid red,

    That quivers in the sun;

    A windy gust, a grave of dust,

    The little race is run.

    Ah, me!

    Were that the only one.

     

     

     

     

    Solitude

     

    LAUGH, and the world laughs with you;

    Weep, and you weep alone.

    For the sad old earth must borrow it's mirth,

    But has trouble enough of it's own.

    Sing, and the hills will answer;

    Sigh, it is lost on the air.

    The echoes bound to a joyful sound,

    But shrink from voicing care.

     

    Rejoice, and men will seek you;

    Grieve, and they turn and go.

    They want full measure of all your pleasure,

    But they do not need your woe.

    Be glad, and your friends are many;

    Be sad, and you lose them all.

    There are none to decline your nectared wine,

    But alone you must drink life's gall.

     

    Feast, and your halls are crowded;

    Fast, and the world goes by.

    Succeed and give, and it helps you live,

    But no man can help you die.

    There is room in the halls of pleasure

    For a long and lordly train,

    But one by one we must all file on

    Through the narrow aisles of pain.

     

     

     

     

    ellawilcox[1]
    Ella Wheeler Wilcox (5 november 1850 – 30 oktober 1919)



     

    05-11-2008 om 20:28 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    04-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Judith Herzberg, Peter W.J. Brouwer, René de Clercq, Felix Braun, Marc Awodey, Charles Frazier, C. K. Williams

    De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 4 november 2006 en ook mijn blog van 4 november 2007.

     

    Zoals

    Zoals je soms een kamer ingaat, niet weet waarvoor
    en dan terug moet langs het spoor van je bedoeling,
    zoals je zonder tasten snel iets uit de kast pakt
    en pas als je het hebt, weet wat het was,
    zoals je soms een pakje ergens heen brengt
    en, bij het weggaan, steeds weer denkt, schrikt,
    dat je te licht bent, zoals je je, wachtend,
    minutenlang hevig verlieft in elk nieuw mens
    maar toch het meeste wachtend bent,
    zoals je weet: ik ken het hier, maar niet waar het om ging
    en je een geur te binnen schiet bij wijze van
    herinnering, zoals je weet bij wie je op alert
    en bij wie niet, bij wie je kan gaan liggen,
    zo, denk ik, denken dieren, kennen dieren de weg.

     

     

     

     

     

    Nog raarder dan dat

     

    Nog raarder dan dat
    we niet meer kunnen lachen
    praten elkaar aanraken
    is dat ik je portret
    heb neergezet en dat je
    nu al bent veranderd
    in verhalen.
    Dat je over nog wat jaren
    via de prullenmand
    bij oud papier belandt
    vergeeld, een beau
    van oma, geen één
    van je opeens extravagante
    gepassioneerde onberedeneerde
    jongehonderigheden heel.
    Geen één voorstelbaar.
    En deze regels lezen
    nu al vreemden.

     

     

     

     

     

    Botshol

     

    Altijd bang in nachtdiep water
    dat is bang aan land.

    Dit is geen hol, eerder een leegte
    geen stootrand voor begrip, begeerte,

    noch een grot met ruwe wanden
    waarin op de tast.

    Zonder randen ligt het zonder
    berm, horizon, houvast.

    Geen bodem waarop schaduw meevaart.
    Helder het zwartst.

    Onttrekt zich in verte aan verte
    onttrekt zich in vlakte.

    Water onder water
    luistert niet. Likt niets los.

     

     

     

     

     

     

    herzberg
    Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

     

     

     

     

     

     

    De  Nederlandse dichter Peter W.J. Brouwer werd op 4 november 1965 in Eindhoven geboren. Zie ook mijn blog van 4 november 2006 en ook mijn blog van 4 november 2007.

     

     

    GEHEIM

     

    Er zijn geen onvermelde feiten
    er is nauwelijks extra kleur
    voor een ander
    achter mijn ogen, vanuit mijn lendenen
    het vermelden waard
    er is geen ander
    die het anders doet dan jij
    er is geen donkerder, dieper
    vrouw in wie ik al mijn weten
    vind en bezeten en bevlogen kwijt

    en al zou het zo zijn
    dat ik een tweelingzuster had
    die mij vanuit mijn lendenen regeert
    door wie ik de dag voor nacht aanzie
    moet ik mijn ziel daarom dan
    een pseudoniem aanmeten?

    wat zij mij ook toevertrouwt
    wat zij ook fluistert in de wind
    welk parfum jou ook ontgaat
    het enige geheim dat bestaat
    en dat verdeelt
    deel ik met mij
    ik, in wie geen donkerder, dieper
    geen ander weten is dan
    ik, in wie alle dromen één zijn
    in wie de een de ander is
    in wie alles wat eindigen wil
    wel ooit beginnen zal

     

     

     

     

     

    OVER GROOTOUDERS


    Op een avond liep
    een schelpenpad tot aan het huis

    waar mijn grootmoeder
    als engel de deur opende

    in zoveel licht
    had ik haar nog niet gezien

    een fossiel was haar stem en
    mijn herinnering het huis geworden

    we groetten elkaar en spoelden aan
    terwijl ik mijn grootvader slapend zag wijken

    ik kon zijn huis en dieren met hokken
    tot wrakhout bedenken

    zijn appelboom tot klokhuis kijken
    mezelf een nachtegaal
    horen zingen

     

     

     

     

     

    Peter_Brouwer
    Peter W.J. Brouwer (Eindhoven,  4 november 1965)

     

     

     

     

     

     

    De Vlaamse schrijver, dichter, politiek activist en componist René Desiderius de Clercq werd geboren in Deerlijk op 4 november 1877.  Hij ging in 1896 eerst geneeskunde studeren aan de Universiteit van Gent maar schakelde al snel over op Germaanse filologie. De Clercq raakte via Emmanuel Bom betrokken bij het literair tijdschrift Van Nu en Straks en in 1901 was hij voorzitter van Rodenbach's Vrienden, Taalkundig Studentengenootschap, dat Julius Mac Leod steunde in zijn strijd voor vernederlandsing van de universiteit. In het literair blad Jong Vlaanderen publiceerde hij het euforisch essay "Krachtstorm", over de ontvoogding van het cultuurarme Vlaanderen. Hij ging na zijn promotie in 1902 les geven in Nijvel, Oostende en Gent. De Duitse inval in augustus 1914 bracht De Clercq ertoe te vluchten naar Nederland, waar hij aan de Belgische School in de Van Ostadestraat in Amsterdam les ging geven. Hij werd redacteur van het literair tijdschrift "De Vlaamsche Stem". Het blad geraakte in mei 1915 toen het blad met Duitse financiële hulp werd overgenomen door de Groot-Nederlandsgezinde Carel Gerretson onder Vlaams-nationale invloed. Ook De Clercq evolueerde mee en werd een Vlaams activist. Het blad ging in 1916 ter ziele wegens geldgebrek, nadat het de censuur aan geallieerde zijde niet meer doorkwam en dus ook niet meer aan het IJzerfront geraakte.

    De Nederlandse dominee uit Gent Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard haalde hem in 1916 over lid te worden van Jong-Vlaanderen. Na de oprichting van de Raad van Vlaanderen in mei 1917 keerde hij  in juli 1917 terug naar Vlaanderen. Hij opteerde als lid van de Raad voor een zelfstandig Vlaanderen dat op zou gaan in een Groot-Nederland en verwerkte dat in zijn gedichten van die tijd. In januari 1918 werd hij ondervoorzitter van de Raad van Vlaanderen en bereidde hij de "volksraadplegingen" voor. Ook bij de oprichting in Vlaanderen van afdelingen van de Deutsch-Vlämische Gesellschaft was hij betrokken. De vrees voor Repressie na de wapenstilstand deed De Clercq terugvluchten naar Nederland waar hij het over hem in België in 1920 uitgesproken doodvonnis per brief vernam. Hij bracht zijn verdere leven door met het onderwijzen van kinderen van andere gevluchte Vlaamse activisten en het publiceren van zijn werken.

     

     

     

    Den Avond zijgt als zegen

     

    Den avond zijgt als zegen

    Om heide, weide en zand.

    Vaag worden al de wegen

    Eéndonker met het land.

     

    De grijze verte nadert

    Onhoorbaar, kalm en zacht;

    In 't blauwende gebladert

    Daalt stille vredenacht.

     

    De hemel heeft zich rustig

    Om de aarde heengespreid

    En zoent haar nu wellustig

    In zwijgende eenzaamheid.

     

     

     

     

     

    Herfstwee

     

    In reke

    langs de beke

    en lijk bijeengevlucht,

    vol schamelheid en schaamte,

    geraamte bij geraamte,

    de boomen in de schemerlucht.

    Hoog rijzen ze in hun rildheid

    die reuzen, bronzig-bruin,

    en steken vol gestildheid,

    lijk stommen, kruin bij kruin.

    Hun breede voeten

    duiken ze in het boordevolle bed

    der beeweggaande wateren, die met

    een lage trage zang, hun hooge smert verzoeten.

    Grauw omendomme ligt de wee

    die 's zomers groenegroeiend deinde

    en zong gelijk een zachte zee,

    geluidloos in een weedom zonder einde.

    Geen kalfjes rond een luie koe[p. 106]origineel  die hippewippend huppelen;

    geen koeier kerft een wilgeroe

    tot wissen en tot knuppelen.

    Alleenig ligt het gers nu, moe

    en tenden tot bestervens toe,

    vol dikke matte druppelen.

    En lijze, onhoorbaar haast,

    doch zichtbaar aan den drijf der avonddoomen,

    blaast

    een doodenadem nog een looverke uit de boomen,

    rolt het, glazig-nat en nersch,

    al over 't streuvelende gers

    tot in de biezen die de beek omzoomen

    en laat het dan

    gevallen van

    het laagste lisch, heel langzaam boven 't water stroomen.

     

     

     

     

     

    DeClerq
    René de Clercq (4 november 1877 - 12 juni 1932)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse dichter en schrijver Klabund werd als Alfred Henschke geboren op 4 november 1890 in Crossen an der Oder. Zie ook mijn blog van 4 november 2006. 

     

    Uit: Die Liebenden in Dalmatien

     

    „Die Liebe, wie sie von verständigen Männern sehr richtig geschildert worden, ist nichts anderes als eine unvernünftige Sehnsucht und eine rastlose Leidenschaft, die vermöge unzüchtiger Gedanken sich in das Herz geschlichen hat. Ihre heillosen Folgen sind: Verschwendung der irdischen Güter, Vergeudung der Kräfte des Körpers, Verwirrung des Geistes und Verlust der Freiheit. Es ist in ihr kein Grund, keine Ordnung und gar keine Beständigkeit. Sie ist die Mutter der Untugend, die Feindin der Jugend und des Alters Tod. Daß sie selten, wenn überhaupt, zu einem glücklichen, ruhmwürdigen Ausgange führt, mag hiermit auch die Geschichte von einer Jungfrau aus der Familie Spoletina beweisen, die der Liebe zufolge elendiglich endete.

    Unfern der namhaften, am Meere gelegenen dalmatischen Stadt Ragusa liegt eine kleine, gemeinhin die mittlere genannte Insel, auf der sich ein festes, wohlbegründetes Schloß befindet. Zwischen Ragusa und dieser Insel ragt eine Klippe aus der See empor, auf der man weiter nichts als eine äußerst kleine Kapelle und eine schlechte Bretthütte antrifft. Es wohnen dort keine Menschen, weil der Boden unfruchtbar und die Luft ungesund ist, und nur ein Jüngling namens Calogero Teodoro brachte vor Zeiten einmal auf dem Felsen, einem um seiner Sünden willen getanen Gelübde gemäß, sein Leben im Dienste des armseligen Gotteshauses zu. Weil er seinen Unterhalt nicht mit diesem Amte zu verdienen vermochte, ging er dann und wann nach Ragusa oder nach der mittleren Insel und bettelte, und so trug es sich zu, daß Teodoro, seiner Gewohnheit nach auf der Insel Brot als Almosen einsammelnd, eines Tages fand, was er nimmermehr zu finden vermeint hatte.“

     

     

     

     

     

     

    Klabund
    Klabund (4 november 1890 – 14 augustus 1928)

     

     

     

     

     

    De Oostenrijkse schrijver Felix Braun werd op 4 november 1885 in Wenen geboren. Zie ook mijn blog van 4 november 2006. 

     

    Uit: Der Sternenschiffer

     

    „Manchmal gesellte sich der Pfarrfischer zu ihm, und dann sprachen sie von den Sternen. Der Pfarrfischer meinte, sie wären im Garten des Paradieses, die goldenen Früchte der blauen und weißen Bäume, und wenn sie so zitterten, so geschähe es, weil der himmlische Wind sie bewege. Aber manche fielen dennoch ab und sänken ins Meer, gegen Hesperien zu. Dann erhöben sich Hände aus den Wassern und fingen sie auf, und oft habe er Gelächter gehört von Seemädchen, wenn er manchmal des Nachts einsam am Strande gehe.

    Der Sternenschiffer hörte zu und merkte sich alles. Aber das Paradies dachte er sich wohl anders: Da müssten Ölbäume sein mit silbernen Blättern, Zypressen, Feigen- und Orangenbäume. Ob die Sterne wohl Orangen wären oder Zitronenfrüchte?

    Dazu wären sie zu klein, meinte der Pfarrfischer. Eher goldene Kirschen. Sie könnten auch Blumen sein. Gewiß: Blumen im blauen Grase.

    Der Sternenschiffer fand auch dies gut, doch wußte er, daß der Pfarrfischer um nichts mehr kundig der Weltdinge war als er selbst. Und dann dachte er stets, daß alles immer irgendwie anders sein müsse. Gerne hätte er einen gelehrten Mann gefragt. Allein die Jahre vergingen, ohne daß einer kam, und wenn ein Schiffer von den Nachbarinseln einmal landete, so wußte der auch nicht mehr, als daß ein Stern nach Norden weist.

    Eines Tages erschien ein junger Mann auf der Insel, städtisch gekleidet, eine grüne Büchse umgehängt, eine Brille auf der Nase, mit wehendem, blondem Haar. Er fragte die Fischer nach einem Wirtshaus, aber es gab keines, darin man auch hätte wohnen können. So wiesen ihn die Leute an den Sternenschiffer. Dieser räumte dem jungen deutschen Studenten gern seine gute Stube ein, er selbst schlief in der Nebenkammer, doch zumeist, da nun die Nächte warm wurden und vom süßen Duft der Zitronenblüte erfüllt, lag er am Strande unter dem Sternenhimmel.

    Der Student hatte eine Arbeit über die Fora des Quarnero zu verfassen, um Doktor der Philosophie und dann Lehrer der Naturwissenschaft an einer Mittelschule zu werden. Den ganzen Tag über ging er umher, pflückte Blumen, grub sie aus, betrachtete sie, legte sie in seine grüne Büchse oder preßte sie in dem großen Herbarium, das er stets mit sich trug, setzte sich dann auf einen Stein, nahm jedes einzelne Stück wieder hervor, prüfte, zerschnitt, zerlegte und verbrachte wahrhaftig mit diesem Tun die lange Zeit bis zum Abend. Dann setzte er sich oft neben den alten Schiffer auf die Bank, sie schwiegen zusammen oder sprachen ein paar Worte, wie milde und schön doch der Abend sei. Der alte Mann sah zu den Sternen auf, der junge blickte aufs Meer und dachte bald an ein Mädchen, das ferne wohnte und ihm gut, aber vielleicht nicht mehr treu war, bald an seine Mutter und seine Freunde oder seinen Lehrer und was einem eben durch den Kopf geht, wenn man so aufs Meer hinausschaut.“

     

     

     

     

    Braun
    Felix Braun (4 november 1885 – 29 november 1973)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse dichter en beeldend kunstenaar Marc Awodey werd geboren op 4 november 1960 in Ann Arbor, Michigan. Hij studeerde schilderkunst aan de Cranbrook Academy of Art. Zijn laatste solo tentoonstelling was in februari 2008 in de lobby van het Vermont Supreme Court. Naast kritieken over schilderkunst voor o.a. Art New England schreef Awodey een naantal dichtbundels, waaronder Telegrams from the Psych Ward (1999), New York; A Haibun Journey (2003) en Senryu and Nudes (2008).

     

     

    Songs

    Let us speak of birth
    for a quiet change
    for I heard the airy utterances
    of a crested cardinal shielded
    under foliage today.

    Its speech was berry red.
    Its ribbon of whistling streamed
    over triangles of morning shade
    signaling to a lover perhaps
    above layers of whispering leaves.

    I did not see its scarlet
    but I heard its succulent color
    and timbre in my complicated wood
    clear over the staccato babble
    of less luminous birds.

    All of the nesting races
    dangled in arboreal mobiles
    now squirming full of hatchling mouths
    delicately beaked and tongued
    woven shrewdly together with songs.

     

     

     

     

     

    Embarkation

     

    Reembarked toward no particular locus;

    trestles, ties, and open deltas

    undulate in seasons.

     

    Emancipated loam on eroded hillocks,

    is awake for the entrance of burrowing

    forms.

    Strips of greedy worm headless, mindless

    in witless participation aerate substrata.

    Foothills trammel successive epochs,

    to hunch

    over threadbare meadows marked by cairns,

     

    miserly shrubs, and small game. Granite

    mountains ooze blue springs

    frozen into odd shapes, freshened by

    renewed dark

    ribbons that trace quivering lines below

    naked terraces of ledge. Animal and plant

    form a sorority of soil tiers where

    sovereign mortality lives in all spheres.

     

     

     

     

     

    awodey
    Marc Awodey (Ann Arbor,4 november 1960)

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver Charles Frazier werd geboren op 4 november 1950 in Asheville, North Carolina. Hij studeerde Engels aan de University of North Carolina en fokt tegenwoordig paarden in Raleigh. Zijn eerste roman Cold Mountain verscheen in 1997 en vertelt het verhaal van een gewonde deserteur uit de Amerikaanse burgeroorlog. Het boek won in 1997 de National Book Award en werd in 2003 verfilmd. Zijn tweede roman Thirteen Moons werd gepubliceerd in 2006. Gebaseerd op het succes van zijn eerste boek werd Frazier al een voorschot van $8 million aangeboden voor deze tweede roman.

     

    Uit: Cold Mountain

     

    „The man wore a suit of black clothes, a white shirt. He held a horse by a lead rope tied around its neck. In the light Inman could see that the horse carried a burden, an unformed white thickness across its back like a drooping bundle of linen. As Inman watched, the man sat down in the road and drew his knees up toward his chest with one arm. The elbow of his torch arm rested in the notch between the knees so that his fist stuck out before him and held the fire as steady as if fixed in a sconce. He let his head sink down until the hat brim touched his extended arm. He made a kind of illuminated dark wad in the road.

    He's going to fall asleep with that torch blazing, Inman thought. In a minute he'll have his feet on fire.

    But the man was not dozing; he was in despair. He looked up toward the horse and let out a moan.

    --Lord, Oh Lord, he cried. We once lived in a land of paradise.

    He rocked from side to side on the bones of his ass and said again, Lord, Oh Lord.

    What to do? Inman wondered. Another stone in his passway. Couldn't go back. Couldn't go around. Couldn't stand there like a penned heifer all night. He took out the pistol and held it up to catch what light reached him from the torch and checked his loads.

    Inman was about ready to make his move when the man stood and worked the base of the torch around in the dirt until it held upright. He rose and walked to the horse's far side. He began trying to lift the bundle from the horse, which shifted about nervously and put back its ears, the whites of its eyes visible all along the lower rims.“

     

     

     

    frazier
    Charles Frazier (Asheville, 4 november 1950)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Hij bezocht de Columbia High School in Maplewood en daarna de University of Pennsylvania. In de jaren zestig begon hij met het schrijven van gedichten. Voor Flesh and Blood kreeg hij de National Book Critics Circle Award en voor Repair (1999) kreeg hij de Pulitzer Prize for Poetry en de Los Angeles Times Book Prize. In 2003 ontving hij voor The Singing de National Book Award. Williams doceert creatief schrijven aan de Princeton University en verdeeld zijn tijd tussen Princeton and Parijs. Zie ook mijn andere blog van vandaag.

     

     

    THE SINGING

     

    I was walking home down a hill near our house
    on a balmy afternoon
    under the blossoms
    Of the pear trees that go flamboyantly mad here
    every spring with
    their burgeoning forth

    When a young man turned in from a corner singing
    no it was more of
    a cadenced shouting
    Most of which I couldn't catch I thought because
    the young man was
    black speaking black

    It didn't matter I could tell he was making his
    song up which pleased
    me he was nice-looking
    Husky dressed in some style of big pants obviously
    full of himself
    hence his lyrical flowing over

    We went along in the same direction then he noticed
    me there almost
    beside him and "Big"
    He shouted-sang "Big" and I thought how droll
    to have my height
    incorporated in his song

    So I smiled but the face of the young man showed nothing
    he looked
    in fact pointedly away
    And his song changed "I'm not a nice person"
    he chanted "I'm not
    I'm not a nice person"

    No menace was meant I gathered no particular threat
    but he did want
    to be certain I knew
    That if my smile implied I conceived of anything like concord
    between us I should forget it

    That's all nothing else happened his song became
    indecipherable to
    me again he arrived
    Where he was going a house where a girl in braids
    waited for him on
    the porch that was all

    No one saw no one heard all the unasked and
    unanswered questions
    were left where they were
    It occurred to me to sing back "I'm not a nice
    person either" but I
    couldn't come up with a tune

    Besides I wouldn't have meant it nor he have believed
    it both of us
    knew just where we were
    In the duet we composed the equation we made
    the conventions to
    which we were condemned

    Sometimes it feels even when no one is there that
    someone something
    is watching and listening
    Someone to rectify redo remake this time again though
    no one saw nor
    heard no one was there

     

    04-11-2008 om 21:23 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    03-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Malraux, Ann Scott, Joe Queenan, Jan Boerstoel, Hanns Heinz Ewers, Oodgeroo Noonuccal, William Cullen Bryant, Dieter Wellershoff

    De Franse schrijver en kunstfilosoof André Malraux werd geboren op 3 november 1901 in Parijs. Zie ook mijn blog van 3 november 2007 en ook mijn blog van 3 november 2006.

     

    Uit: La liberté n’a pas toujours les mainspropres

     

    « La liberté, mesdames, messieurs, n’a pas toujours les mainspropres; mais quand elle n’a pas les mains propres, avant de lapasser par la fenêtre, il faut y regarder à deux fois.Il s’agit d’un théâtre subventionné, dites-vous. Là-dessus, je n’airien à dire.Mais, la lecture qui a été faite à la tribune est celle d’un fragment1.Ce fragment n’est pas joué sur la scène mais dans les coulisses. Ildonne, dit-on, le sentiment qu’on est en face d’une pièce anti-française. Si nous étions vraiment en face d’une pièce antifrançaise,un problème assez sérieux se poserait. Or, quiconque a lu cettepièce sait très bien qu’elle n’est pas antifrançaise. Elle est anti-humaine. Elle est anti-tout.Genet n’est pas plus antifrançais que Goya anti-espagnol.Vousavez l’équivalent de la scène dont vous parlez dans les Caprices.Par conséquent, le véritable problème qui se pose ici – il a d’ailleursété posé – c’est celui, comme vous l’avez appelé de la «pourriture».Mais là encore, mesdames, messieurs, allons lentement ! Car avecdes citations on peut tout faire : « Alors, ô ma beauté, dites à lavermine qui vous mangera de baisers…», c’est de la pourriture!Une charogne, ce n’était pas un titre qui plaisait beaucoup auprocureur général, sans parler de Madame Bovary.Ce que vous appelez de la pourriture n’est pas un accident. C’est ce au nom de quoi on a toujours arrêté ceux qu’on arrêtait. Je neprétends nullement – je n’ai d’ailleurs pas à le prétendre – queM. Genet soit Baudelaire. S’il était Baudelaire, on ne le sauraitpas. la preuve c’est qu’on ne savait pas que Baudelaire était ungénie. (Rires.)Ce qui est certain, c’est que l’argument invoqué : «Cela blesse masensibilité, on doit donc l’interdire», est un argument déraisonnable.L’argument raisonnable est le suivant : «Cette pièce blesse votresensibilité. N’allez pas acheter votre place au contrôle. On joued’autres choses ailleurs. Il n’y a pas obligation. Nous ne sommespas à la radio ou à la télévision.»Si nous commençons à admettre le critère dont vous avez parlé,nous devons écarter la moitié de la peinture gothique française,car le grand retable de Grünewald a été peint pour les pestiférés.Nous devons aussi écarter la totalité de l’œuvre de Goya ce quisans doute n’est pas rien. Et je reviens à Baudelaire que j’évoquaisà l’instant…Le théâtre existe pour que les gens y retrouvent leur propre gran-deur. Mais le Théâtre de France n’est pas un théâtre où l’on nejoue que Les Paravents.C’est un théâtre où l’on joue Les Paravents, mais entre Le Pain durde Claudel et les classiques, en attendant Shakespeare. Il ne s’agitplus du tout de savoir si on donne de l’argent pour jouer LesParavents. Il s’agit de savoir si l’on doit ne jouer dans un théâtrede cette nature que des œuvres qui sont dans une certaine direction.Quand on parlait de théâtre subventionné, il y a un siècle, on parlaitd’un théâtre d’exception. Or aujourd’hui, la subvention s’adresse àpresque tous les théâtres. Je ne parle pas des théâtres privés pari-siens. Je parle des centres dramatiques.Si nous admettons une censure particulière pour le théâtre privéparisien, que nous ne subventionnons pas, nous l’aurons pour lethéâtre privé de province ; si nous admettons une censure pour les théâtres subventionnés parisiens, nous l’admettons pour tousles centres dramatiques, c’est-à-dire pour tout ce qui est le théâtrevivant en France. »

     

     

     

     

    malraux
    André Malraux (3 november 1901 – 23 november 1976)

     

     

     

     

    De Franse schrijfster Ann Scott (pseudoniem) werd geboren op 3 november 1965 in Boulogne-Billancourt. Zij is de dochter van een Russische fotografe en een Franse kunstverzamelaar. Samen met haar uit Colombia geadopteerde broer groeide zij op in Parijs en op haar zeventiende trok zij naar Londen. Zij speelde er als drummer in punkbands. Volgens eigen zeggen was zij tot haar zesentwintigste afhankelijk van heroïne. Zij werkte o.a. drie jaar lang als mannequin voor Vivienne Westwood, John Galliano, Yohji Yamamoto, Comme des Garçons, en Jean-Paul Gaultier. Vanaf haar twintigste ontwikkelde zij een interesse in literatuur (William S. Burroughs, Hubert Selby, John Fante, Jack Kerouac und Truman Capote). De uitgever Michel Luneau moedigde haar aan te gaan schrijven. Thema’s in haar gedeeltelijk autobiografische werk zijn muziek, drugs, de dood en homo –en bisexualiteit.

     

    Uit: Héroïne

     

    « Il y a quelque chose d'assez réjouissant à sortir, les premiers temps, quand on est... amoureuse. Comme l'autre jour au BHV, l'impression d'être la seule à connaître un secret. On promène un regard presque condescendant sur ce qui nous entoure, on sait qu'on est de passage, autre chose nous attend ailleurs. On se fout pas mal d'avoir l'air de faire tapisserie parce qu'en dedans, on est en conversation permanente avec soi-même, avec le souvenir de l'autre et la douce promesse d'être sur le point de le retrouver. Dans ces moments-là, on ne peut alors s'empêcher de détailler les autres. Les gens seuls, ceux qui traînent ça comme une fatalité, ceux qui se démènent. On étudie les couples qui ne sont plus de toute première fraîcheur. On imagine le sort qui les attend de retour chez eux, et on jubile à l'idée que nous, on sera bien plus intelligents...

    (…)

     

    Au réveil suivant, en constatant qu'il est midi passé, tu es anéantie. Depuis toujours, tu dois te mettre au travail dès le matin. Tu n'as jamais pu t'expliquer pourquoi, mais si tu n'as pas la journée entière devant toi, une chape de plomb te tombe dessus et tu restes à regarder la journée filer sans trouver le moyen d'entrer dedans. Tu te sens alors comme paralysée, et à mesure que les heures passent, le dégoût qui te submerge devient si palpable, si épais, visqueux, gluant, que tu te retrouves empêtrée sans savoir comment t'en défaire. Même tendre la main pour allumer la télé demande un effort que tu ne peux fournir.
    Dans ces moments-là, tu as l'impression d'être aux prises avec ta vraie nature, à savoir une merde. Une merde incapable, qui ne mérite ni la confiance qu'on place en elle, ni l'argent dont on la couvre grassement, et les gens s'en rendront bien compte un jour, ce n'est qu'une question de temps. »

     

     

     

     

    AnneScott
    Ann Scott (Boulogne-Billancourt, 3 november 1965)

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver, humorist en criticus Joe Queenan werd geboren op 3 november 1950 in Philadelphia, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 3 november 2006.

     

    Uit: My Goodness

     

    „Since I started out as a writer many years ago, I have built a reputation as an acerbic, mean-spirited observer of the human condition. Although the particular arc of my career has brought me a certain celebrity and a measure of wealth, it has not made me a happy person. True, some of my peers generously regard me as a curmudgeon, a gadfly, a well-meaning mad hatter, but in my heart of hearts I know otherwise. My chronic nastiness and obdurate refusal to look on the bright side of things goes far beyond garden-variety misanthropy. In a very real sense, I am a complete and utter bastard.

     

        One reason I became a full-time son of a bitch and have never deviated from my chosen career as a sneering churl is because the money is so good. In a world where most journalists are more than happy to service movie stars, captains of industry, and people like Bill Moyers, I have carved out a financially remunerative niche as one of the handful of hired guns that editors can turn to when they need a fast, efficient hatchet job. The truth is, there simply aren't that many American journalists who are as consistently and methodically unaccommodating as me. Most writers would get tired of being so uniformly and predictably contemptuous of everything and everybody Most people wouldn't be able to sleep at night. But I have always been able to sleep at night. In fact, I have always slept rather well.

     

        In late 1998, however, I began to succumb to the cumulative effects of a lifetime spent being clinically unpleasant. As I approached my fiftieth year and felt the footsteps of mortality just a few yards in my wake, I found myself questioning whether I wanted to spend the rest of my life as a human adder. When I read about Jimmy Carter's gallant efforts to rebuild defective roofs in the South Bronx, or Sting's courageous attempts to save the rain forest, or Susan Sarandon's selfless efforts on behalf of Death Row denizens, the homeless, the infirm, the ... (well, you get the idea), there was a part of me that was deeply envious of their activities. It wasn't so much that I actually wanted to repair roofs in the South Bronx or give aid and comfort to contrite, albeit convicted, rapists and murderers or help to save the rain forest; it's just that I thought people would like and respect me a whole lot more if I wasn't such a complete deadbeat. I was tired of people telling me that I was clever; I wanted people to start telling me that I was good.“

     

     

     

    queenan
    Joe Queenan (Philadelphia, 3 november 1950)

     

     

     

     

    De Nederlandse dichter en schrijver Jan Boerstoel werd geboren in Den Haag op 3 november 1944. Zijn poëzie kent een melancholische ondertoon, maar geeft ook vaak een humoristische knipoog. Veel van zijn liedjesteksten werden door bekende Nederlanders ingezongen of gebruikt in cabaretopvoeringen, onder andere door Karin Bloemen, Martine Bijl en Youp van 't Hek. Daarnaast is Jan Boerstoel samensteller van boeken over het Nederlandse televisieconsumentenprogramma “Ook dat nog” en van enkele schoolhandboeken. Als tekstdichter en voorzitter van Buma/Stemra werd Boerstoel in 2007 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Vanaf 2008 is Boerstoel voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen (VvL).

     

     

    Oude vriend

     

    Ze vallen meestal tegen als je ze herleest,

    de boeken, die je ooit (figuurlijk) hebt verslonden,

    want wat je daar ook vroeger mooi aan hebt gevonden,

    dat blijkt dan op zijn hoogst inmiddels mooi gewéést.

     

    En toch... Je pakt wel eens een bandje uit een kast,

    blaast er het stof af en al bij de eerste zinnen

    wandel je lang vergeten paradijzen binnen,

    weer als vanouds ontroerd en weer opnieuw verrast.

     

    Een vriend van wiens bestaan je amper nog iets wist,

    maar die je al die jaren pijnlijk hebt gemist.

     

     

     

     

    Winterslaap

     

    Zo'n egeltje, dat in november slapen gaat

    en dromend alles mist: de Sint als kreupelrijmer,

    de kerstcommercie en het oudejaarsgemijmer,

    de nieuwjaarsborrels en de nieuwjaarsleuterpraat,

     

    fantastisch toch? En wat hem verder blijft bespaard:

    sneeuw, ijs en hagelbuien, biberen en rillen

    en carnaval... Zoiets zou u toch ook wel willen?

    Pas als de lente terugkomt in de loop van maart

     

    ontwaakt hij fit en fris na bijna twintig weken.

    En daarna gaat hij een verkeersweg oversteken.

     

     

     

     

     

    Boerstoel
    Jan Boerstoel
    (Den Haag, 3 november 1944)

     

     

     

     

    De Duitse schrijver, filmmaker en cabaretier Hanns Heinz Ewers werd geboren op 3 november 1871 in Düsseldorf. Zijn thema’s waren fantasie, erotiek, kunst, kunstenaars en reizen. In 1901 trok hij naar Berlijn, waar hij bevriend raakte met heel wat bekende persoonlijkheden, waaronder Gerhart Hauptmann, Erich Mühsam, Marc Henry, Max Reinhardt, Frank Wedekind, Herwarth Walden, Else Lasker-Schüler, Maximilian Harden en Stanislaw Przybyszewski. Ook richtte hij in dat jaar het cabaret »Ueberbrettl«. op, waarvan hij de leider werd. Van 1914 tot 1920 leefde hij in de VS, waarvan twee jaar als krijgsgevangene. Hij was een bestsellerauteur, omgeven door schandalen. Hij was voorstander van gelijkheid voor joden, maar trad in 1931 toch toe tot de NSDAP. In 1934 kreeg hij een schrijfverbod.

     

    Uit: Vampir

     

    “Da saß er mit den Studenten, ganz vorne in der ersten Reihe. Sie warfen den Tänzerinnen Blumen hinauf und schickten Wein den Soubretten, die schauderhafte Lieder plärrten. Dann kam der Damenimitator - der war der elendeste von allen. Er sang und tanzte, arbeitete mächtig für das bißchen Brot. Zum Schluß aber kam er als Hampelmann. Sang ein scheußliches Lied mit sieben langen Strophen, stets einen Kehrreim dazu. Der lautete: "Seht den kleinen Hampelmann, Wie der hampeln, strampeln kann! Und die Damen und die Herrn Hampeln, pampeln, strampeln gern! Frauchen zieht am Hampelmann Und das Männchen strampelt dann, Rampelt, pampelt Tag und Nacht, Wie ihn Frauchen hampeln macht!" Dann kam die Hampelei. Er sprang auf, warf rechts und links die Beine auseinander, riß zugleich die Arme in die Höhe. Fiel herunter, sprang von neuem auf - wieder und wieder. Grölte dazu die geistreichen Hampelverse. Sieben Strophen hindurch - und immer von neuem dies Gehopse. Aber man sah die Überanstrengung des schwindsüchtigen Männchens - dem Publikum gefiel die Nummer gar nicht. Doch Frank Braun klatschte. "Er soll tanzen, bis er umfällt!" rief er. Winkte der alten Blumenfrau, griff in ihren Korb, warf bunte Sträußchen auf das Podium. Und die Korpsbrüder folgten seinem Beispiel, warfen Blumen, schrien und klatschten. Da hampelte der Kerl von neuem. Seine Augen strahlten über den Erfolg - und doch lag eine starre Angst darin, ob ers aushalten möchte. Aber er hopste, sprang und sang. Neuer Beifall, mehr Blumen. Geschrei und Gejohle. Da capo und Bis! Das Männchen sprang. Der Schweiß rann ihm in Bächen herab, grub lange Rinnen durch Schminke und Puder. Seine Sprünge wurden matter und schwächer; dann biß er sich auf die Lippen, riß sich zusammen, schnellte von neuem hoch. Das war sein großer Tag, sein starker Erfolg - ah, es mußte aushalten. Vielleicht begriff die Menge. Vielleicht auch machte sie nur mit, weil es ein wilder Spaß war, ein Radau und Fez. Alle klatschten nun, das ganze Publikum brüllte und schrie. Hampeln mußte die Schwindsucht da oben, hampeln. Die Kehle war so ausgeschrien, daß kaum mehr ein heiseres Krächzen noch herauskam, doch hörte man gut das Rasseln und Röcheln der halben Lungen.."  

     

     

     

    Ewers
    Hanns Heinz Ewers (3 november 1871 – 12 juni 1943)

     

     

     

     

    De Australische dichteres en schrijfster Oodgeroo Noonuccal (eig. Kathleen Jean Mary Ruska) werd geboren op 3 november 1920 in Minjerribah (Stradbroke Island) in Moreton Bay. Oodgeroo was dol op de zee en de kust, maar niet op de school die zij als dertienjarige al verliet om te gaan werken. Tijdens WO II meldde zij zich als vrijwilliger aan bij de Australian Women's Army Service. Daar leerde zij boekhouden en steno. Een belanrijke ervaring voor haar was ook dat zij als aboriginal in het leger gelijk behandeld werd als iedereen. Na de oorlog werd zij lid van de communistische partij en ontwikkelde zij zich tot politiek activiste. Zij streed o.a. voor gelijke burgerrechten voor aboriginals. Oodgeroo Noonuccal schreef talrijke boeken, te beginnen met We Are Going (1964), het eerste boek dat ooit gepubliceerd werd door een aboriginal vrouw. Zij ontving verschillende prijzen, zoals de Mary Gilmore Medal (1970), de Jessie Litchfield Award (1975), en de Fellowship of Australian Writers’ Award.

     

     

    Understand Old One

     

    What if you came back now

    To our new world, the city roaring

    There on the old peaceful camping place

    Of your red fires along the quiet water,

    How you would wonder

    At towering stone gunyas high in air

    Immense, incredible;

    Planes in the sky over, swarms of cars

    Like things frantic in flight.

     

     

     

     

    We Are Going

     

    They came in to the little town

    A semi-naked band subdued and silent

    All that remained of their tribe.

    They came here to the place of their old bora ground

    Where now the many white men hurry about like ants.

    Notice of the estate agent reads: 'Rubbish May Be Tipped Here'.

    Now it half covers the traces of the old bora ring.

    'We are as strangers here now, but the white tribe are the strangers.

    We belong here, we are of the old ways.

    We are the corroboree and the bora ground,

    We are the old ceremonies, the laws of the elders.

    We are the wonder tales of Dream Time, the tribal legends told.

    We are the past, the hunts and the laughing games, the wandering camp fires.

    We are the lightening bolt over Gaphembah Hill

    Quick and terrible,

    And the Thunderer after him, that loud fellow.

    We are the quiet daybreak paling the dark lagoon.

    We are the shadow-ghosts creeping back as the camp fires burn low.

    We are nature and the past, all the old ways

    Gone now and scattered.

    The scrubs are gone, the hunting and the laughter.

    The eagle is gone, the emu and the kangaroo are gone from this place.

    The bora ring is gone.

    The corroboree is gone.

    And we are going.'

     

     

     

     

    Oodgeroo_Noonuccal
    Oodgeroo Noonuccal (3 November 1920—16 September 1993)

     

     

     

     Zie voor onderstaande schrijver ook mijn andere blog van vandaag.


    De Amerikaanse dichter, journalist en jurist
    William Cullen Bryant werd geboren op 3 november 1794 in Cummington, Massachusetts.  


    The Future Life

     

    OW shall I know thee in the sphere which keeps

    The disembodied spirits of the dead,

    When all of thee that time could wither sleeps

    And perishes among the dust we tread?

     

    For I shall feel the sting of ceaseless pain

    If there I meet thy gentle presence not;

    Nor hear the voice I love, nor read again

    In thy serenest eyes the tender thought.

     

    Will not thy own meek heart demand me there?

    That heart whose fondest throbs to me were given --

    My name on earth was ever in thy prayer,

    And wilt thou never utter it in heaven?

     

    In meadows fanned by heaven's life-breathing wind,

    In the resplendence of that glorious sphere,

    And larger movements of the unfettered mind,

    Wilt thou forget the love that joined us here?

     

    The love that lived through all the stormy past,

    And meekly with my harsher nature bore,

    And deeper grew, and tenderer to the last,

    Shall it expire with life, and be no more?

     

    A happier lot than mine, and larger light,

    Await thee there, for thou hast bowed thy will

    In cheerful homage to the rule of right,

    And lovest all, and renderest good for ill.

     

    For me, the sordid cares in which I dwell

    Shrink and consume my heart as heat the scroll;

    And wrath has left its scar--that fire of hell

    Has left its frightful scar upon my soul.

     

    Yet, though thou wear'st the glory of the sky,

    Wilt thou not keep the same belovèd name,

    The same fair thoughtful brow, and gentle eye,

    Lovelier in heaven's sweet climate, yet the same?

    Shalt thou not teach me, in that calmer home,

    The wisdom that I learned so ill in this--

    The wisdom which is love--till I become

    Thy fit companion in that land of bliss?



    Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 3 november 2007 en ook mijn blog van 3 november 2006.

     
    De Duitse schrijver en essayist Dieter Wellershoff werd geboren op 3 november 1925 in Neuss.

     

    03-11-2008 om 20:36 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    02-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E. du Perron, Odysseas Elytis, Leo Perutz, Bilal Xhaferri, Thomas Mallon, Daniil Andreyev, Jules Barbey d'Aurevilly, Jean-Simon DesRochers

    De Nederlandse dichter, schrijver en criticus Charles Edgar (Eddy) du Perron werd  geboren op 2 november 1899 in Jatinegara (West Java). Zie ook mijn blog van 2 november 2006 en ook mijn blog van 2 november 2007.

    Uit: D.H. Lawrence en de Erotiek

     

    „Eenmaal toegegeven dat het systeem in deze roman steeds voelbaar blijft, is de wisselwerking van de faktoren onderling, de innerlike techniek, als men het zo noemen kan, meesterlik. Niet alleen zijn vele scènes, als het gesprek der intellektuele kameraden in het 4e hoofdstuk, de reis van Lady Chatterley naar Venetië, en bijna alle scènes waarin Mellors optreedt, buitengewoon overtuigend geschreven, maar zelfs de traagheid van Lawrence's beschrijvende stijl verlaat hem, wanneer hij zijn figuren laat optreden en, in de dialoog vooral, hen maakt tot de vertolkers van eigen voorkeur en haat. Mellors tegen Chatterley, Mellors tegen Connie's zuster Hilda, Mellors op het atelier van Duncan Forbes, zijn onverbeterlik: deze neo-primitief is in ieder opzicht de man naar Lawrence's hart en zijn talent doet ons hem ook als zodanig aanvaarden. (Mellors met Connie raakt in de meeste gevallen het enkel-erotiese deel, en vraagt een afzonderlike beschouwing.) Een bizonder staal van Lawrence's innerlike techniek is het 7e hoofdstuk. Connie's verlangen naar Mellors, de boswachter die zij niet dan enkele keren ontmoette, bestaat dan al, ofschoon ongeweten door haarzelf; zij gaat op zichzelve letten en ziet zich verwelken, een plant die geen water krijgt; alle kennissen, in deze zelfde tijd, spreken over haar slechte uiterlik; zij meent dan rust te moeten nemen, wandelt in het bos en laat Mrs. Bolton in huis komen voor Clifford. Terwijl zij dus, ongeweten, de aantrekkingskracht van Mellors reeds ondergaat, verslapt de enige macht die Clifford uitoefent op haar verpleegstersinstinkt; en daar hij impotent is, kan zij zelfs het gevoel hebben dat zij hem aan een andere vrouw overgaf. Ook in de volgende hoofdstukken, en in het hoofdstuk zelf waarin Mellors haar voor de eerste maal bezit, dezelfde volledige psychologiese verantwoording; hier blijkt de volle tegenstelling met de alleen-maar erotiese roman: al deze botsinkjes, het afstoten bij wederzijds sex-appeal, het remmen van de toenadering, dat maatschappelik immers verantwoord wordt omdat Connie de vrouw is van Mellors' meester, deze hele serieuze logika, die een ernstige fout moet zijn voor de lezer van de ‘twede rij’, is misschien de voornaamste kwaliteit van het boek, berust op de simpele waarheid dat een vrouw die men gekleed heeft gekend en begeerd, ook eroties een grotere waarde vertegenwoordigt dan de vrouw, die men drie minuten na haar te hebben toegesproken in een hand-omdraaien ontbloot. Het getuige zijn van de fysieke liefde van mènsen, vertegenwoordigt voor de lezer een andere emotie dan het gevarieerd programma, uitgevoerd zelfs door de bekoorlikste marionetten.

     

    Als Connie en Mellors tot de fysieke liefde overgaan, krijgt men de schokkende woorden, die in de voorafgaande scènes met Michaelis nog werden vermeden. Toch lost Lawrence de moeilikheid niet geheel op; nergens gebruikt hij in zijn eigen beschrijving de gevreesde woorden; het weefsel van zijn eigen verhaal schijnt evenmin tegen de springstof bestand. Hij legt de woorden Mellors in de mond, met een dubbel doel, dat misschien zelfs driedubbel is: (1) aangeven hoe verwoed deze man de ‘natuur’ terugverlangt; (2) zijn psychologies portret vervolmaken, door de macht die hij over Connie krijgt, en het kontrast met de mannen die zij tot dusver heeft gekend; en (3, meer verborgen) de prikkeling, niet alleen van Connie, maar van de hiervoor gevoelige lezer of lezeres, voor wie deze woorden, omdat zij schokkend zijn, de bizonderheid van het ogenblik verhogen, op wie zij dus werken als een intenser prikkeling.“

     

     

     

     

    DuPerron
    E. du Perron (2 november 1929 – 14 mei 1940)

     

     

     

     

     

    De Griekse dichter Odysseas Elytis (pseudoniem voor Odysseas Alepoudhelis) werd op 2 november 1911 te Iraklion op Kreta geboren. Zie ook mijn blog van 2 november 2006 en ook mijn blog van 2 november 2007.

     

     

    VERJAARDAG

    Mijn leven gedragen naar dit,
    het oord waar een jongeling
    op de rotsen eeuwig worstelt
    met de zee en de borstwering
    van de wind.

    Waar een mens huist, niets
    dan een mens, in dauwdruppels
    begaan met zijn groen bestaan,
    luisterend naar de wateren van
    zijn visioenen, krijsend met de
    vleugels van zijn wroeging.

    O, lot van een kind, gedijd
    in een mens aan zee, bij de
    leermeester van de zon, die
    de tanende schaduw van de
    zeemeeuw als zijn adem
    begeert.

    Ik heb mijn leven gedragen
    naar dit, de witte rekening
    de zwarte som, de enkele
    bomen en natte stenen, de
    lichte vingers om een voor-
    hoofd te strelen, maar welk
    voorhoofd ?

    Heel de nacht weenden mijn
    hoop, mijn verwachtingen.  Want
    niemand is gebleven.  Geen enkele
    vrije stap laat zich nog horen.
    Geen stem wil nog fris ontluiken.
    Geen voorsteven de pier beplassen
    en een nog blauwere naam schrijven
    op de omtrek van de horizon.

    Slechts jaren. Slechts golven.
    Gevoelig bewogen riemen in de
    baaien rond de liefde.

    Ik heb mijn leven gedragen naar
    dit, de bittere groeve in het zand die
    zal worden uitgewist.  Laat hem die
    met zijn twee ogen de stilte beroert
    en, vermengd met haar zonlicht,
    duizend werelden omsluit, zich in
    zijn bloed de andere zonen herinneren,
    want vlakbij het licht woont de
    glimlach die betaalt voor de vlam.

    Maar hier, in dit ontwetend, zinkend
    landschap, in de open en meedogenloze
    zee, verwelkt het geluk.  Vlagen van
    veders en momenten verbonden met
    de aarde.  Een ruwe aarde voor
    ongeduldige voeten.  Een aarde
    bestemd voor  verbijstering.  Dode
    vulkaan.

    Ik heb mijn leven gedragen naar dit,
    de steen gewijd aan het vloeibaar
    element, verder nog dan de eilanden,
    lager dan de golven, metgezel van de
    ankers.

    Wanneer de kielen een nieuwe hindernis
    ontmoeten, ze hartstochtelijk verscheuren
    en overwinnen en alzo met al hun dolfij-
    nen de dageraad verwachten en de
    zonsopgang in het hart van de mens,

    halen de twijfelnetten een beeld van zout

    binnen, pijnlijk gebeiteld, onverschillig
    wit, wendend naar de zee de leegte
    van zijn ogen,

    schragend het oneindige.

     

     

     

    Vertaald door Henri Thijs

     

     

     

     

     

     

    HOLY SATURDAY, 25


    ENTERING MY SLEEPLESSNESS last night
    just briefly, for a moment, the little goddess
    with the mauve ribbon smiled at me
    from a lad she’s always passed me secrets

    Then she vanished floating off to the right
    going to empty the bin with my waste
    - the soul’s cigarette-ends and poem-ends -
    there where haughty and full of past youth
    the sea simmers.



    Vertaald door David Connoly

     

     

     

     

    Elytis
    Odysseas Elytis (2 november 1911 – 18 maart 1996)

     

     

     

     

     

     

    De Oostenrijkse schrijver Leo Perutz werd geboren op 2 november 1882 in Praag. Zie ook mijn blog van 2 november 2006.

     

    Uit: Der Meister des Jüngsten Tages

     

    „Als einen Tag mit warmem Wind und wolkenlosem Himmel, so hab’ ich den 26. September 1909 in

    Erinnerung. Mittags speiste ich mit zwei Regimentskameraden in einem Gartenrestaurant. Die Morgenblätter las ich erst nach Tisch. Sie enthielten Aufsätze über die Balkanfrage und über die Politik der Jungtürken – es ist erstaunlich, wie ich das alles noch weiß. Ein leitender Artikel besprach die Reise des Königs von England, und ein anderer befaßte sich mit den Plänen des türkischen Sultans.

    »Zuwartende Haltung Abdul Hamids« stand fettgedruckt über den ersten Zeilen. Die Tageschroniken brachten Einzelheiten aus Schefket Paschas und Niazi Beys Lebenslauf – wer kennt heute noch

    diese Namen? Auf dem Nordwestbahnhof hatte es in der Nacht ein Schadenfeuer gegeben – »riesige Holzvorräte vernichtet« hieß es in den Blättern. Eine akademische Vereinigung kündigte eine Aufführung von Büchners »Danton« an, in der Oper wurde die »Götterdämmerung« gegeben, mit einem Gast aus Breslau in der Rolle des Hagen. In der Kunstschau waren Bilder von Jan Toorop und Lovis Corinth ausgestellt, und die ganze Stadt lief hin, um sie anzustaunen. Irgendwo, in Petersburg glaube ich, gab es Streik und Arbeiterunruhen, in Salzburg einen Kircheneinbruch, und aus Rom wurden Lärmszenen in der Consulta gemeldet. Ganz klein gedruckt fand ich noch eine Notiz über den Zusammenbruch des Bankhauses Bergstein. Er überraschte mich keineswegs, ich hatte ihn kommen sehen und rechtzeitig meine Depots zurückgezogen. Aber ich mußte an einen Bekannten, den Schauspieler Eugen Bischoff, denken, der sein Vermögen gleichfalls diesem Bankhause anvertraut hatte. Ich hätte ihn warnen sollen, fuhr es mir durch den Kopf. – Aber hätte er mir denn geglaubt? Er hielt mich immer für falsch informiert. Wozu sich in fremde Angelegenheiten mischen? – Und zugleich fiel mir ein Gespräch ein, das ich einige Tage zuvor mit dem Intendanten der Hoftheater geführt hatte. Die Rede war auf Eugen Bischoff gekommen – »der Mann wird alt, leider, ich kann ihm nicht helfen«,

    hatte der Intendant gesagt und ein paar Bemerkungen über das Drängen des Nachwuchses hinzugefügt. Wenn mein Eindruck richtig war, dann bestand für Eugen Bischoff wenig Aussicht auf

    Erneuerung seines Vertrages. Und nun mußte auch noch das Unglück mit Bergstein & Cie dazukommen. An all dies erinnere ich mich. So deutlich steht das Relief des 26. September 1909 in meinem Gedächtnis. Um so unbegreiflicher ist es mir, wie ich den Tag, an dem wir zu dritt das Haus auf der Dominikanerbastei betraten, gegen die Mitte des Monates Oktober verlegen konnte. Vielleicht hat mich die Erinnerung an verwelktes Kastanienlaub auf den Kieswegen des Gartens, an reife Trauben, die an den Straßenecken feilgeboten wurden, und an ersten herbstlichen Frost – vielleicht hat mich dieser ganze Komplex unbewußter Erinnerungen, die mir irgendwie mit diesem Tag verknüpft sind, irregeführt; das kann wohl sein. In Wirklichkeit war der 30. September der Tag, an dem die Entscheidung fiel, das habe ich mit Hilfe der Notizen, die ich aus jener Zeit besitze, festgestellt.“

     

     

     

     

    perutz_telaviv
    Leo Perutz (2 november 1882 – 25 augustus 1957)

     

     

     

     

     

     

    De Albanese dichter en schrijver Bilal Xhaferr Xhaferri werd geboren op 2 november 1935 in Ninat bij Konispol. In 1945 werd zijn vader vanwege zijn anticommunistisch nationalisme doodgeschoten. Zijn moeder was in 1943 al gestorven. Pas in 1955 maakte Xhaferri de basisopleiding op zijn dorpsschool af. In 1962 en 1963 publiceerde hij zijn eerste gedichten en verhalen. Zijn eerste verhalenbundel "Njerëz të rinj, tokë e lashtë" („Jonge mensen, oud land“) verscheen in 1967. In 1968 kreeg hij een publicatieverbod. In 1969 vluchtte hij, eerst naar Griekenland, toen naar de VS. In 1974 richtte hij een tijdschrift, “Krahu i shqiponjës” (Vleugels van de adelaar““) op in Chicago, dat zowel in het Engels als in het Albanees verscheen. Aan de orde daarin kwamen ook thema’s als het verzet tegen de communistische dictatuur en de kwestie Kosovo. Fragmenten van nieuwe romans van Xhaferri verschenen in de jaren zeventig ook in dit tijschrift. In 1978 raakte Xhaferri door een aanslag van tegenstanders verwond en in 1981 werd brandgesticht in de redactieruimte van het tijdschrift. Veel documenten, manuscripten en ander materiaal ging daarbij verloren. Xhaferri stierf in oktober 1986. Op 3 mei 1995 verleende de president van de republiek Albanië hem postuum de medaille “Martir i demokracisë” (‚Martelaar van de democratie“)

     

     

     

     

    DISTANT STATION

     

    Distant station in a field:
    I hear the dismal engine wail,
    and from my roof the owl replies,
    bird of ill-omen.

    Who am I hoping for tonight ?
    Who would set out in the dark
    hunching through the driving rain
    to visit this bleak exile ?

    Uselessly I think again
    of those that loved me.
    Tonight I think once more in vain
    of those I loved.

    In this rain
    no-one will come.
    The road is mud.
    In this black night
    nobody will come.

    Thus, far from those that loved me,
    far from those that I loved,
    life oozes on.

     

     

     

     

     

    MY HOMELAND

     

    Like a shroud
    the first September mists
    cover my homeland.
    So soon the landscape vanishes!
    So fast the fog's obliteration!

    The glistening stars
    are beads of sweat upon its brow;
    round its body thorns and barbs
    a frontier of grief.

    I fled it like a lover
    and set out on the road
    to where I do not know...
    When will I return ?

    My poems were as golden gifts
    I made for it from love -
    but now my iron heart
    is turned by tears to rust.

    The glistening stars
    are beads of sweat upon its brow;
    round its body thorns and barbs
    a frontier of grief.

    I fled it like a lover
    and set out on the road
    to where I do not know...
    When will I return ?

     

     

     

     

     

    Bilal_Xhaferri[1]
    Bilal Xhaferri (2 n
    ovember 1935 – 14 oktober 1986)

     

     

     

     

     

     

    De Amerikaanse schrijver en criticus Thomas Mallon werd geboren op 2 november 1951 in Glen Cove, New York. Hij bezocht Brown University en voltooide zijn studie aan Harvard. Van 1979 tot  1991 doceerde hij Engels aan het Vassar College. Mallon schreef o.a de romans Henry and Clara, Two Moons, Dewey Defeats Truman, Aurora 7, Bandbox, en Fellow Travelers. Hij was ook redacteur van het tijdschrift GQ, waarin hij tien jaar lang een column, "Doubting Thomas", schreef. Bijdragen van hem verschenen ook in The New Yorker, The New York Times Magazine, The Atlantic Monthly, The American Scholar, and Harper's.

     

    Uit: Fellow Travelers

     

    „Tim counted four big fans whirring atop their stanchions in the newsroom. Every window here on the seventh floor was open, and summer had officially departed six days ago, but that was Washington for you. When air-conditioning might come to the Star seemed to be a perennial matter of sad-sack speculation among the staff: "When hell freezes over," went one answer Tim had heard in his three months here. "Because then we won't need it."

    Miss McGrory, one of the paper's book reviewers, arrived with a bottle of whiskey, which she set down next to the punch bowl and cake, whose single chocolate layer and frosted inscription, "Happy Trails, Sheriff," would soon be cut into by the retirement party's guest of honor, Mr. Yost, a pressman who'd been at the Star since 1912 and took his nickname from a weekend job he had as a constable over in Berwyn Heights.

    More people drifted in. "We could use a piano," opined Miss Eversman, the music critic. She'd covered Liberace's concert two nights ago at Constitution Hall and was telling a police reporter that the pianist's mother had been in the president's box with one of Liberace's brothers, Rudy, who'd served in Korea.

    "So she's got one boy who's a soldier?" asked the reporter. "Maybe she's got hope of grandchildren after all."

    Miss Eversman laughed.

    "Forget Liberace," said Mr. Yost, who'd started to reminisce about his first years here at the paper. "I remember seeing Wilson himself--that's Woodrow Wilson, not Charlie, to you youngsters--up in his box at Keith's Theatre. You wouldn't have figured it from an egghead like him, but did that man ever love his vaudeville. You could sell him any player-piano roll the minute it came out."

    "We really do need a piano," Miss Eversman sighed, as the national and managing editors walked in. Mr. Corn and Mr. Noyes took up positions off to the side of things and remarked to each other, a bit shamefacedly, on the smallness of the spread.

    "Well," said Mr. Corn, quoting the late Senator Taft's famously impolitic advice about higher food prices: "Eat less."

     

     

     

     

     

    Mellon
    Thomas Mallon (Glen Cove, 2 november 1951)

     

     

     

     

     

     

    De Russische dichter, schrijver en Christelijk mysticus Daniil Leonidovich Andreyev werd geboren op 2 november 1906 in Berlijn. Hij was de zoon van de vooraanstaande Russische schrijver Leonid Andreyev. Zijn peetvader was Maxim Gorky. Omdat zijn moeder tijdens de geboorte stierf werd de jonge Daniil door een zus van zijn vader opgevoed. Dat had twee dingen tot gevolg: Toen zijn vader in 1917 Rusland verliet, na de revolutie, bleef zijn zoon daar achter. Bovendien groeide hij op in een gezin dat diep religieus bleef. Bijna alle werken die Andreev schreef voor 1947 werden door de KGB vernietigd als „anti-Sovjetliteratuur“. Tijdens zijn gevangenschap slaagde hij er echter in een aantal van zijn gedichten opnieuw te schrijven. Zijn belangrijkste boek, De Roos van de Wereld, schreef hij na een aantal mystieke visioenen in de gevangenis, maar hij voltooide het pas na zijn vrijlating in 1957. Het verscheen in de zogenaamde Samisdat en werd pas postuum in 1991 officieel uitgegeven.

     

    The Rose of the World

     

    „I am completing The Rose of the World out of prison, in a park turned golden with autumn. The one under whose yoke the country was driven to near exhaustion has long been reaping in other worlds what he sowed in this one. Yet I am still hiding the last pages of the manuscript as I hid the first ones. I dare not acquaint a single living soul with its contents, for, just as before, I cannot be certain that this book will not be destroyed, that the spiritual knowledge it contains will be transmitted to someone, anyone.

    But perhaps the worst will never come to pass, and tyranny on such a scale will never recur. Perhaps humanity will forevermore retain the memory of Russia's terrible historical experience. Every heart nurses that hope, and without it life would be unbearable.

    But I number among those who have been fatally wounded by two great calamities: world war and dictatorship. Such people do not believe that the roots of war and tyranny within humanity have been eradicated or that they will be in the near future. Perhaps the danger of one tyranny or war will recede, but after a time the threat of the next tyranny or war will arise. For me and others like me, both those calamities were a kind of apocalypse— revelations of the power of planetary Evil and of its age-old struggle with the forces of Light. Those living in different times would probably not understand us. Our anxiety would seem to them an overreaction; our view of the world would seem poisoned. But a conception of the logical consistency of historical events branded in the human mind by a half century of observing and participating in events and processes of unprecedented magnitude cannot be called an overreaction. And a conclusion that forms in the human heart through the efforts of the brightest and deepest sides of its nature cannot be poisoned.

    I am seriously ill—my days are numbered. If this manuscript is destroyed or lost, I will not be able to rewrite it in time. But if, sometime in the future, it reaches only a few persons whose spiritual thirst drives them to surmount all its difficulties and read it through to the end, then the ideas planted within cannot help but become seeds that will sprout in their hearts. Whether that occurs before a third world war or after it, and even if no third war is unleashed in the near future, this book will not die if but one pair of friendly eyes passes, chapter by chapter, over its pages. For the questions it attempts to answer will continue to trouble people far into the future.“

     

     

     

     

    Daniil_Andreev_Front
    Daniil Andreyev (2 november 1906 – 30 maart 1959)

     

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver en moralist Jules Amédée Barbey d'Aurevilly werd geboren op 2 november 1808 in Saint-Sauveur-le-Vicomte (Manche). Barbey keerde, na een korte periode van scepticisme en republikeinse sympathieën, terug naar het katholicisme en royalisme van zijn jeugd. In navolging van de door hem zeer gewaardeerde Balzac werd hij, als criticus en journalist, een geharnast verdediger van Troon en Altaar. Een ietwat merkwaardig katholiek was hij intussen wel. `Ik geloof in God om het recht te hebben in de duivel te geloven', zou hij eens gezegd hebben. De uitspraak is wellicht apocrief, maar de aanwezigheid van duivelse en demonische motieven in zijn werk is te opvallend om over het hoofd te zien. Van roomse blijheid is daarentegen weinig te bespeuren. Niet voor niets placht Baudelaire hem in zijn correspondentie aan te duiden als `le vieux mauvais sujet' de oude losbol.

    Barbey's beroemde essay `Du dandysme et de George Brummell' heeft grote invloed gehad op de latere waardering voor de dandy, in het bijzonder bij Baudelaire.

     

    Uit: Le Chevalier des Touches

     

    „C’était un vieil appartement comme on n’en voit guère plus, même en province, et d’ailleurs tout à fait en harmonie avec le groupe qui, pour le moment, s’y trouvait. Le nid était digne des oiseaux. À eux tous, ces vieillards réunis autour de cette cheminée formaient environ trois siècles et demi, et il est probable que les lambris qui les abritaient avaient vu naître chacun d’eux.

        Ces lambris en grisailles, encadrés et relevés par des baguettes d’or noircies et, par place, écaillées, n’avaient pour tout ornement de leur fond monotone que des portraits de famille sur lesquels la brume du temps avait passé. Dans l’un de leurs panneaux on voyait deux femmes en costume Louis XV, dont l’une, blonde et pincée, tenait à la main une tulipe comme Rachel, la dame de carreau, et dont l’autre, brune, indolente, tigrée de mouches sur son rouge de brune, avait une étoile au-dessus de la tête, ce qui, avec le faire voluptueux du portrait, indiquait suffisamment la main de Nattier, qui peignit aussi avec une étoile au-dessus de la tête madame de Châteauroux et ses sœurs. L’étoile signifiait le règne du moment de la favorite. C’était l’étoile du berger royal. Le bien-aimé Louis XV l’avait fait lever sur tant de têtes, qu’il avait pu très bien la faire luire sur une Touffedelys. Dans le panneau opposé, un portrait plus ancien, plus noir, d’une touche énergique, mais inconnue, représentait l’amiral de Tourville, beau comme une femme déguisée, dans son magnifique et bizarre costume d’amiral du temps de Louis XIV. Il était parent des Touffedelys. Des encoignures de laque de Chine garnissaient les quatre angles du salon et supportaient quatre bustes d’argile, recouverts d’un crêpe noir, soit pour les préserver de la poussière, soit en signe de deuil, car ces bustes étaient ceux de Louis XVI, de Marie-Antoinette, de madame Élisabeth et du Dauphin.“

     

     

     

     

    Aurevilly
    Jules Barbey d'Aurevilly (2 november 1808 – 23 april 1889)

     

     

     

     

     

     

    Nagekomen bericht

     

    De Canadese schrijver Jean-Simon DesRochers werd geboren op 1 november 1976 in Montréal, Québec, Canada. Zijn belangstellingen voor poëzie leidde in 2003 tot de oprichting van het tijdschrift Dialogis, dit in samenwerking met Andrée-Anne Dupuis-Bourret, Éric Gougeon enLaurent Lamarche.

    Op dit moment werkt hij naar eigen zeggen aan twee romans en houdt hij ook een uitgebreid blog bij.

     

    Uit: L'Obéissance impure

     

    „Un premier livre n’est jamais une simple affaire. Il y a cette impression qu’il faut tout dire, tout couvrir, comme si cette publication allait être la seule, l’unique. On se prend la tête à deux mains, on ne dort plus, on pète un plomb et un autre, on se demande si notre folie vaut le coût, on se questionne sur la pertinence réelle de nos textes. Car là était mon obsession : je ne voulais pas écrire un livre parmi d’autres livres, je tenais à me démarquer, à innover, à inventer, écrire un livre pertinent d’un point de vue littéraire. Je pataugeais dans un bien étrange marais.

     

    À cette époque, je bénéficiais des conseils d’un poète bien établi, François Charron. Il m’aidait à préciser mon style, m’ouvrait les portes de sa bibliothèque, m’offrait l’alcool en échange de mes cigarettes. Néanmoins, je n’arrivais pas au résultat souhaité. Mes poèmes ressemblaient vaguement à ceux de Charron ou François Jacquemin d’un point de vue rythmique et philosophique. Ce n’était pas ma voix sur la papier. Le front bas, le nez plissé, je retourne à mes recherches. Un sale jour de septembre 2000, une nouvelle amie avec qui je travaillais sur le Livre 1, Andrée-Anne Dupuis-Bourret, me donne une copie d’un de son livre d’artiste intitulé Saison (un livre de poésie minimaliste imprimé en sérigraphie ton sur ton). Je retourne chez moi, ouvre l’objet, lis le texte (je devais incliner les pages pour bien lire) et tombe sur le vers suivant : Mesure l’étoile. Je dépose le livre sur mon bureau de chêne, lève mes yeux sur mon cahier de travail. « Et si je mettais mes verbes à l’impératif ? » En moins de deux heures, j’avais 20 poèmes qui ne ressemblaient à rien d’autre dans ma version de l'histoire de la poésie. Le lendemain, j’écrivais 26 autres poèmes, tous sortis du néant. Le surlendemain, j’en composais 17. En trois jours, j’avais la charpente d’un livre, je le savais. Retour chez Charron quelques jours après, même constat de sa part « va parler à François Hébert aux Herbes rouges, s’il publie pas ça, il est aveugle."

     

     

    DesRochers
    Jean-Simon DesRochers (Montréal,1 november 1976)



    02-11-2008 om 20:27 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    01-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ilse Aichinger, Rudy Kousbroek, Hermann Broch, Stefaan van Laere, Huub Oosterhuis, Aras Ören, Günter de Bruyn, Henri Troyat, Jean Tardieu, Stephen Crane

    De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook mijn blog van 1 november 2006 en ook mijn blog van 1 november 2007.

     

    Uit: Die größere Hoffnung

     

    „Als Ellen aus dem Keller kroch, bemerkte sie zu ihrer Linken ein Pferd. Das lag und röchelte und hatte die Augen in unnennbarer Zuversicht auf sie gerichtet, während aus seinen tiefen Wunden schon der süßliche Geruch der Verwesung strömte.
    »Du hast recht!« sagte Ellen eindringlich. »Man muß Vertrauen bewahren - man muß -« Sie wandte sich ab und erbrach. »Ver-zeih -« stammelte sie verwirrt, »aber warum ist das alles so wider-lich, so entwürdigend? Warum wird man so erniedrigt und ver-ächtlich gemacht, bevor man suchen geht?« Der Wind hatte sich gedreht und blies ihr warm und betäubend die Fäulnis ins Gesicht, alle Fäulnis der Welt.
    Das Pferd entblößte die Zähne, hatte aber nicht mehr die Kraft, den Kopf zu heben. »Vertrauen - « wiederholte Ellen hilflos. Sie schwankte, kauerte nieder und griff nach seiner Mähne, die verklebt war von Blut.
    Am Himmel war ein heller Fleck, umhüllt von Pulverdampf. »Die Sonne tarnt sich!« tröstete Ellen das Pferd. »Glaub mir! Du wirst sehen - du darfst keine Angst haben - der Himmel ist blau! Siehst du?«
    Der Himmel war blau. Blau, noch immer! Das Haus gegenüber war weggerissen. Am Rande des Trichters streckte eine kleine Schlüsselblume ihre frischen Blüten ahnungslos aus der zerwühlten Erde.
    »Gott spottet ! « sagte Ellen zu dem Pferd. »Warum spottet Gott? Warum -«
    Aber das Pferd gab nicht nur keine Antwort, sondern sah sie nur noch einmal mit einem nun schon veränderten, tödlich geängstigten Blick an und streckte dann, um eine weitere Vermessenheit zu verhindern, mit einem kurzen, entschiedenen Ruck die Beine von sich.
    »Warum?« schrie Ellen, um das Heulen einer Granate zu übertönen. »Warum hast du Angst gehabt?«
    Aus der Tiefe des Kellers hörte sie noch einmal die hohen und etwas lächerlichen Stimmen der Erwachsenen, die sie zurückriefen. Entschlossen richtete sich Ellen aus ihrer gebückten Haltung auf und rannte gegen die Stadt zu. Sie rannte schnell und federnd, mit leichten, gleichmäßigen Schritten und ohne sich noch einmal umzu-sehen. Sie rannte auf Georg zu, auf Herbert, Hanna und Ruth und die tanzenden Kirschbäume. Sie vermutete dort die Küste des Atlantik und die Küste des Pazifik, die Ufer des Heiligen Landes. Sie wollte zu ihren Freunden. Sie wollte nach Hause.
    Trümmer wuchsen wie Hürden und versuchten, sie aufzuhalten, ausgebrannte Ruinen, die - wie blinde Soldaten - mit leeren Fensterhöhlen in die scheue Sonne starrten, Panzerwagen und fremde Befehle.
    »Was kann denn geschehen?« dachte Ellen. Sie rannte zwischen Kanonen, Ruinen und Leichen, zwischen Lärm, Unordnung und Gottverlassenheit und schrie leise vor Glück: »Meine Seele harret auf den Herrn, meine Seele hoffet auf sein Wort -« und gleich darauf: »Heut' tanz' ich mit dir in den Himmel hinein -« und da-zwischen wieder: »Denn er wird Israel erlösen von allen seinen Sünden!«
    So lange ging das, bis die Kraft des Sonnengeflechts sie verließ. Aus hellvioletten Fliederbüschen ragte ein Geschützrohr. Ellen wollte vorbei. Ein fremder Soldat riß sie zur Seite. Schnell und wild und nachlässig, mit der linken Hand. Irgendein Befehl kam von der Richtung des Geschützes. Der Soldat wandte den Kopf und ließ Ellen los.
    Das Parkgitter war an dieser Stelle zerborsten. Dichtes, wildes Gestrüpp nahm Ellen auf und entließ sie wieder.
    Hoch und grün stand das Gras.
    In der Ferne hing an einer jungen Buche eine Uni-form, von der man nicht erkennen konnte, ob sie noch den Leib eines Menschen beherbergte. Sonst war niemand zu sehen. Noch einmal schlug es dicht hinter Ellen tief in den frischen Boden. Brok-ken von Stein und Erde spritzten hoch und trafen sie an den Schul-tern. Es war, als hätte ein Rudel kleiner Jungen hinter einem Busch hervor nach ihr geworfen.
    Aber je weiter sie in die Mitte des Gartens kam, desto stiller wur-de es. Der Lärm des Kampfes flutete ab, als wäre er nie gewesen. Wie ein sanftes Geschoß fiel der Frühlingsabend und traf alle auf einmal.
    Ellen übersprang den Bach. Der hölzerne Steg war eingebrochen. Die weißen Schwäne waren verschwunden. Versunken die voll-endete Nachlässigkeit ihres Verlangens. Was noch zu füttern blieb, ließ sich nicht mehr von Kindern das Brot reichen. Das Glas des Wetterhäuschens war eingeschlagen. Der Zeiger steckte und zeigte von nun an bis in Ewigkeit »Veränderlich«. Nirgends bog eine wei-ße Bonne um den Kiesweg. Nichts mehr schien daran zu glauben, daß es jemals Parkwächter gegeben hatte.
    Auf dem Spielplatz in der Sandkiste lagen drei Tote. Sie lagen dort kreuz und quer, als hätten sie zu lange gespielt und den Ruf der Mütter überhört. Nun waren sie eingeschlafen, ohne das Licht auf der andern Seite des Tunnels zu sehen.”

     

     

     

     

    aichinger
    Ilse Aichinger (Wenen, 1 november 1921)

     

     

     

     

     

    De  Nederlandse schrijver Rudy Kousbroek werd op 1 november 1929 Pematang Siantar in Indonesië geboren. Zie ook mijn blog van 1 november 2006.

     

    Uit: De aaibaarheidsfactor

     

    „Zijn vogels aaibaar? Het is waar dat bv. papegaaien zich op de schedel krabben, en dit zonder twijfel tot hun tevredenheid, zoals afgeleid kan worden uit de omstandigheid dat zij niet zelden tot deze operatie het initiatief nemen of hun bereidheid laten blijken. In op de kop krabben kunnen minder veeleisende geesten een vorm van aaien willen zien, maar zoveel is zeker, dat het gevederde volk in het algemeen aan aaien weinig boodschap heeft. Zelfs de eend, die toch in andere opzichten met enig recht de poes onder het gevogelte mag worden genoemd, heeft de gewoonte om zich onder de aai weg te laten zakken, om mee te geven op een manier die verhindert dat er ooit een stevig aaicontact kan ontstaan, zodat men er toe kan komen het te aaien deel van de anatomie (de kop bv.) met de andere hand te ondersteunen om niet dol te worden van frustratie (het feit dat eenden, als men hen daarna weer de vrijheid geeft, met hun staarten kwispelen terwijl zij weglopen, maakt, ik geef het toe, weer veel goed).

    Voor het aaien, dat is onontkoombaar, is een behaard dier beter geschikt dan een gevederd, zoals een gevederd dier weer beter geschikt is dan een dier met schubben (dieren zonder haar, of met alleen maar hier en daar een plukje laat ik nu even buiten beschouwing); maar beharing op zichzelf is niet voldoende, het object moet ook nog weten waar het om begonnen is. Er is een categorie van dieren die aaien eenvoudig niet begrijpen (op de manier waarop een koe een portret van George Washington niet begrijpt); veel knaagdieren vallen daaronder. Een goed voorbeeld is een zeker mij bekend guinea-beest (cavia Brasiliensis), dat aaien kennelijk beschouwt als een onverklaarbaar natuurverschijnsel, waar je, als je je een beetje vermant, eigenlijk niet bang voor hoeft te zijn: soms begint het opeens, maar na een poosje houdt het altijd vanzelf weer op. Aaien over een bepaalde plek op zijn kop (daar waar de neus overgaat in het achterhoofd - een voorhoofd is er nl. niet) ziet hij aan voor vallend zand, dat hij met een snelle beweging van zijn kop over zijn schouder probeert te gooien.“

     

     

     

     

    kousbroek
    Rudy Kousbroek (Pematang Siantar, 1 november 1929)

     

     

     

     

     

     

     

    De Oostenrijkse schrijver Hermann Broch werd op 1 november 1886 in Wenen geboren. Broch werd, na een opleiding tot textielingenieur, door de vroege dood van zijn vader gedwongen de leiding van diens textielonderneming op zich te nemen. In 1927 stopte hij er mee om filosofie, psychologie en wiskunde te gaan studeren. Hij schreef al, maar vanaf dat moment schreef hij alleen nog maar. Hij bemoeide zich met de hele wereld om hem heen, die, vond hij, uiteen aan het vallen was. Hij uitte zich in politieke en sociale vertogen, maar bleef zijn oorspronkelijke liefde voor de dichtkunst trouw. Daaruit kwamen ook zijn weinige grote romans voor. Zijn betrokkenheid maakte hem tevens tot een indrukwekkende briefschrijver, die er in zijn hele, omvangrijke correspondentie blijk van gaf niet te willen berusten in de onverschilligheid die hij om zich heen ten aanzien van de snel veranderende wereld ervoer.

     

    Uit: Hofmannsthal und seine Zeit

     

    “Daß ein geborener Dramatiker seine erzählerische Produktion aufgibt oder sie auf die situationshafte und daher dem Drama angenäherte Kurzgeschichte beschränkt, kann an einer ganzen Reihe von Beispielen - Kleist, Hebbel, Grillparzer, aber auch Shaw oder Oscar Wilde - dargetan werden. Und ebenso ist es verständlich, daß beim geborenen Erzähler - Zola, Gorki, Hamsun, Thomas Mann, Joyce - das Umgekehrte stattfindet. Daß aber ein geborener Lyriker sich entschließt, zugunsten der Prosa-Epik und zugunsten der Bühne völlig dem Gedicht zu entsagen, steht schier beispiellos da. Und doch trifft es bei Hofmannsthal zu. Er entäußerte sich der Lyrik, als er die Fünfundzwanzig knapp überschritten hatte, also zu einer Zeit, in der gemeiniglich die poetische Stärke erst zur vollen Entfaltung gelangt.
    "Frühreife bedeutet frühen Tod", ist eine sehr oberflächliche Verallgemeinerung, die nichts erklärt, auch wenn zugegeben werden muß, daß Hofmannsthal niemals, nicht einmal in den ersten Gedichten, wirkliche Jugendlyrik geschrieben hat. Was sonst jungen Menschen allein wichtig ist, die subjektive Reaktion ihres Ichs, ist dem jungen Hofmannsthal kaum beachtlich; von den frühesten Gedichten angefangen, ohne Rücksicht auf die in ihnen ohnehin seltene Ich-Form, wird das Ich versteckt, wird die lyrische Aussage dem Objekt zugeschoben, wird getrachtet, sie dem Gesehenen, dem Gefühlten, dem Erlebten abzugewinnen, dagegen das Sehen, das Fühlen, das Erleben, kurzum jegliches Subjektivitäts-Element auszuschalten, denn unter Überspringung der spezifisch jugendlichen Bekenntnis-Lyrik wird hier sofort Erkenntnis-Lyrik getrieben, wie sie vom normalen Dichter höchstens nach langem Reifen und Wachsen sozusagen als Endstadium erreicht wird. Freilich, auch ein Endstadium kann sich noch endlos weiterentwickeln; es ist kein Ziel, das die Hofmannsthalsche Dichtung gleich beim ersten Sprung erreicht hat, und nicht der angeblich zu rasche Sprung und noch weniger eine Sprungermattung, sondern andere und eben wesentlich tieferliegende Gründe haben die Weiterentwicklung gehemmt: es läßt sich behaupten, daß Hemmung und Antrieb in Hofmannsthals Entwicklung seltsam identisch sind und daß beide im Phänomen seiner höchst auffallenden Selbst-Verschweigung, seiner Ich-Verschwiegenheit gesehen werden müssen.”

     

     

     

     

    Broch
    Hermann Broch (1 november 1886 - 30 mei 1951)

     

     

     

     

     

     

     

    De Belgische dichter en schrijver Stefaan van Laere werd geboren op 1 november 1963 in Wetteren.

     

     

    Vrijnacht

     

    Je kan het al raden: het is weer vrijdag.

    De ultieme prelude tot vrijnacht.

    Niets kan me remmen, ik word weer wild,

    je doldrieste ruiter in galop.

    In sta al in de sporen, voorgoed verloren.

     

    En jij, zacht glooiende vallei

    kijkt toe naar het traject van mijn vingers,

    van knoop tot knoop worden ze zelfstandiger.

    En ik zal je weemoed eindelijk temmen,

    mijn ogenschijnlijk hautaine demi-mondaine.

     

    Achteraf troost ik je met kakelverse verzen

    terwijl de geur van koffie zich vermengt

    met ons lijfaroma. En ik zal weer kijken naar

    de plooien van je rimpels, dat heb ik je beloofd.

    En ik zal ze bezingen, zoals alleen jij mij kan bedwingen.

     

     

     

     

     

    stefaanvanlaere
    Stefaan van Laere (Wetteren, 1 november 1963)

     

     

     

     

     

     

     

    De Nederlandse priester, theoloog en dichter Huub Oosterhuis werd geboren in Amsterdam op 1 november 1933. Oosterhuis volgde het jezuïeten-gymnasium aan het Ignatius College te Amsterdam. In 1952 trad hij in bij de jezuïeten. De jezuïetenopleiding voerde hem langs Grave, Nijmegen, Groningen en Maastricht. Op 31 juli 1964 werd hij door bisschop Moors in de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht tot priester gewijd. Sinds 1965 woont en werkt Oosterhuis in Amsterdam. Hij is vooral bekend door zijn theologische boeken en liederen die zijn opgenomen in de protestantse liedbundel Liedboek voor de Kerken en de katholieke zangboeken Gezangen voor Liturgie en Zingt Jubilate. Veel van zijn liederen werden oorspronkelijk voor de Amsterdamse Studentenekklesia geschreven, die in 1960 door de jezuïet Jan van Kilsdonk was gesticht. In 1969 trad hij uit na conflicten met zijn orde en met het bisdom Haarlem. Zo had hij zich onder andere publiekelijk tegen het verplichte celibaat gekeerd. Op 25 april 1970 trouwde hij met de jonge verpleegkundige Josefien Melief, waarop hij als priester werd geschorst. De meeste leden van de Amsterdamse Studentenekklesia wensten hem als voorganger te behouden en besloten hun activiteiten buiten de Katholieke Kerk verder te zetten.

    Oosterhuis was medeoprichter (1990) en tot 1998 directeur van het centrum De Rode Hoed in Amsterdam. Eerder had hij in 1972 al De Populier opgericht, een centrum voor religie, politiek en cultuur. In 1995 kwam mede op zijn instigatie het cultureel, religieus en politieke maandblad Roodkoper tot stand. Oosterhuis is een productief auteur, die honderden publicaties op zijn naam heeft staan, waarvan de bekendste, zoals Zien soms even en Bid om vrede vele malen herdrukt zijn. Er bestaan vertalingen in het Engels, Frans en Duits, maar ook in het Fins en het Pools.

     

     

    Jij bent van jou

     

    Jij bent van jou, onachterhaalbaar eigen.

    Ik ben van mij, geen ander zal mij krijgen.

    Wat ik jou vraag, wat jij mij vraagt

    is leeg en zonder zin gevraagd.

    Eén oogwenk ver in vreemd gebied,

    ooit verder komen doen wij niet.

     

    Ik wou een leven meer, mocht ik

    jou vinden.

    Ik bond mij aan je vast, kon ik mij binden.

    Ik zou in jou vergaan, en jij

    ontstaan in mij, en wij in wij.

    Eens lag ik neer, versteend van kou,

    ik droomde dat ik vocht met jou.

     

    Die nacht werd mij een nieuwe naam gegeven.

    Geschonken werd mij nog een

    tijd van leven.

    En even, tot de morgen daagt,

    is wat ik vraag en wat jij vraagt,

    vervuld en één. Toen ging jij heen

    en bleef ik met mijn droom alleen.

     

     

     

     

    huub_oosterhuis
    Huub Oosterhuis (Amsterdam 1 november 1933)

     

     

     

     

     

     

    De Turkse schrijver Aras Ören werd geboren in Bebek bij Istanbul op 1 november 1939. In 1957 begon hij met het schrijven van gedichten, al gauw gevolgd door proza. Tussen 1959 en 1969 hield hij zich veel bezig met theaterwerk en experimenteerde hij metverschillende groepen. In 1969 trok hij naar West-Berlijn. Daar speelde hij mee in films en schreef hij draaiboeken. Sinds 1974 werkt hij bij de Sender Freies Berlin als redacteur, sinds 1996 als hoofd  van de redactie Turkije. Ören schreef meer dan dertig dichtbundels, romans en proza, meest in het Turks. Veel van zijn werk is vertaald, vooral in het Duits.

     

    Uit: Frau Rühles Schatulle (Vertaald door Wolfgang Riemann)

    “Inzwischen hatte ich mich daran gewöhnt, dass Fatma morgens genau um acht Uhr an die Tür klopfte und ohne auf ein Zeichen von mir zu warten, ganz ungeniert mit dem Frühstückstablett ins Zimmer trat.

    An einem Morgen, der auf eine Nacht folgte, in der ich angetrunken in die Pension zurückgekommen war, als mir noch der Kopf dröhnte, hatte ich die Tür geöffnet und nach ihr gerufen, ohne in den Flur zu treten. An diesem Morgen hatte ich sie gebeten, das Frühstück auf mein Zimmer zu bringen. Das war dann zur Gewohnheit geworden. Ich hatte nicht dagegen protestiert, und so hatte sie begonnen, jeden Morgen pünktlich das Frühstück in meinem Zimmer zu servieren.

    Seit dieser Nacht war ich ihr gegenüber ohnehin ein wenig misstrauisch und verschämt. Der Grund dafür war mir nicht so ganz klar. Vielleicht war es, weil ich in dieser Nacht betrunken von ihr erwischt worden war, vielleicht auch, weil sich ihr distanziertes Verhalten mir gegenüber in den folgenden Tagen geändert hatte. Ja, nach dieser Nacht voller Unklarheiten, trieb sie, im Gegensatz zu mir, bei jedem Kontakt die Vertraulichkeiten zwischen uns etwas voran. In einem hoffnungslosen Aufbäumen sprach ich sie dauernd und nachdrücklich mit „Sie“ an, sie dagegen war schon längst per du mit mir. Wenn es ihr einfiel, stellte sie mir Fragen, die ich von niemandem gefragt werden wollte. Doch damit begnügte sie sich nicht, sie kommentierte auch noch die Antworten, die ich ihr gar nicht gegeben hatte. Und sie erteilte mir nach ihrem Verständnis Ratschläge, sagte mir, was ich tun und lassen sollte. Das nahm solche Formen an, dass Zuhörer ganz gewiss an ein Verhältnis zwischen uns glauben mussten.
    Einmal fragte sie mich, warum ich immer so müde aussah. Sie machte Bemerkungen über die aufgedunsenen Tränensäcke unter meinen Augen und wollte, dass ich nicht so viel trinke. Wollte man ihr glauben, so würde ich, auch wenn ich abends nicht ausging, Whiskey trinken, den ich in meiner Tasche mitgebracht hatte.

    „Mach das nicht“, sagte sie, „du richtest dich zugrunde, es lohnt sich nicht.“

    Sie glaubte schon lange, ich sei wegen einer Frau menschenscheu geworden und hätte mich hier in dieser Pension selbst zum Alleinsein verurteilt. Da konnte ich sagen, was ich wollte, sie war einfach zu eigensinnig. Außerdem hatte sie recht mit allem, was sie sagte.”

     

     

     

    ArasOren

    Aras Ören (Bebek, 1 november 1939)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Günter de Bruyn werd op 1 november 1926 geboren in een katholiek arbeidersgezin in Berlijn. Hij groeide op in Hitler-Duitsland, moest als minderjarige in dienst bij de Wehrmacht en liep een ernstige hoofdwond op. Na de oorlog werd hij leraar in een dorpje in de Russische zone en keerde in 1949, ongeveer tegelijk met de stichting van de DDR, terug in Berlijn om aan zijn opleiding tot bibliothecaris te beginnen. Groot succes had hij in de jaren negentig met zijn autobiografische boeken Zwischenbilanz en 40 Jahre.

     

    Uit: Die Finckensteins

     

    „Der 12. August 1759 war für Preußen ein schwarzer Tag. Am 10. war des Königs Armee, von Beeskow und Müllrose kommend, unter Umgehung Frankfurts, wo die Russen schon waren, in Lebus eingetroffen, war am 11. bei Reitwein über die Oder gegangen, hatte am nächsten Morgen die bei Kunersdorf stehenden Russen und Österreicher angegriffen und war am Abend, unter Zurücklassung vieler Geschütze, in wilder Flucht an das Flußufer zurückgewichen. Der König hatte nur durch das Eingreifen eines Rittmeisters von Prittwitz und seiner Husaren vor der Gefangennahme durch die Kosaken bewahrt werden können. Von seiner aufgelösten Armee hatte er noch etwa 3000 Soldaten um sich. Vor der Schlacht hatte er 48 000 gehabt.

    Der Anekdote, nach der der König im Chaos des Rückzuges gerufen hatte, er wünschte, daß eine dieser verdammten Kugeln auch ihn endlich träfe, entspricht der verzweifelte Brief, den er

    am Abend an seinen Berliner Vertrauten schrieb: Sein Rock sei von Kugeln durchlöchert, zwei Pferde ihm unter dem Leibe erschossen worden. Die Verluste seien beträchtlich, und er, der

    alles verloren gebe, sei nicht mehr Herr seiner Leute. In Berlin solle man an die eigne Sicherheit denken. »Den Untergang meines Vaterlandes werde ich nicht überleben. Adieu für immer«, so schließt dieses in Eile gefertigte Schreiben, das nach den einen unsicheren Quellen in Ötscher, noch am östlichen Oderufer, nach anderen erst im links der Oder gelegenen Reitwein geschrieben wurde. Ein Kurier brachte es nach Berlin.

    Gerichtet war dieses Dokument der Verzweiflung an einen Menschen, dem Friedrich, da er ihn von Kindheit an kannte, in Staats- und Organisationsangelegenheiten mehr als seinen schöngeistigen Freunden vertraute und dem er zu Beginn des Krieges schon Instruktionen für den Fall seines Todes gegeben hatte, an den Minister Karl Wilhelm Graf Finck von Finckenstein.

    Während dieser mit dem Hofstaat, der königlichen und der eignen Familie vor den Russen nach Magdeburg flüchtete, zog sich der König, der, wie fast immer in den drei schon vergangenen Jahren des Krieges, alle Strapazen mit seinen Soldaten teilte, langsam nach Westen zurück. Seine Armee, die sich in drei Tagen wieder gesammelt, aber fast die Hälfte ihres Bestandes verloren hatte, sollte hinter der Spreelinie bei Fürstenwalde Berlin zu schützen versuchen, doch war bei der Übermacht der Verfolger und der schlechten Moral der Truppe die Aussicht auf wirksame Abwehr gering.“

     

     

     

     

    de_bruyn_guenter
    Günter de Bruyn (Berlijn, 1 november 1926)

     

     

     

     

     

    De Franse schrijver Henri Troyat werd geboren in Moskou op 1 november 1911. Troyat was van Russische (eigenlijk: Armeense) origine. Hij werd geboren als Lev Tarassov (Levon Aslan Torossian). In 1920 kwam zijn familie naar Parijs. Zijn eerste roman, Faux jour, verscheen in 1935; in 1938 won hij de Prix Goncourt voor zijn roman L'araigne. Hij werd bekend met historische romans, onder meer de reeksen Tant que la terre durera (3 delen, 1947-1950) en Les semailles et les moissons (5 delen, 1953-1963), beide gebaseerd op zijn herinneringen aan Rusland. Naast romans schreef Troyat ook talrijke biografieën van Russiche historische figuren (zoals Leo Tolstoj, Maxim Gorki, tsarina Catharina de Grote, tsaar Peter de Grote) en van Franse schrijvers (zoals Guy de Maupassant, Emile Zola, Honoré de Balzac). Sedert 1959 was hij lid van de "Académie française".

     

    Uit: La fille de l'écrivain

     

    „Nous allons être en retard !

    - Eh bien ! Ils attendront !

    Armand Boisier jeta un regard amusé à sa fille qui tenait le volant. Elle lui avait répliqué comme l'aurait fait sa mère, autrefois. Avec une joyeuse insolence. Isabelle aussi ne manquait pas de lui rappeler à l'occasion qu'il n'était pas n'importe qui ! Elle l'encourageait même à se montrer plus exigeant dans ses discussions avec son éditeur. Durant toute sa jeunesse, Sandrine, qu'on appelait tendrement Sandy en famille, avait entendu seriner que, si son père pouvait superbement écrire, il ne savait malheureusement pas défendre ses intérêts. C'était toujours la même antienne d'affectueux reproches. Depuis sept ans qu'Isabelle était morte, Sandy avait si bien pris la relève qu'en cet instant Armand Boisier ne savait plus au juste laquelle des deux était assise à sa gauche, dans la voiture. N'ayant jamais voulu passer son permis, il s'abandonnait mollement à la sensation d'une direction et d'une vitesse que des mains de femme contrôlaient pour lui. Cela lui permettait de réfléchir commodément à l'étrangeté de sa condition actuelle. « Où en suis-je ? » avait-il coutume de se dire, de loin en loin, pour déterminer s'il ne se trompait pas sur lui-même. Quand il lui arrivait de consulter la liste des « Œuvres du même auteur » en tête d'un de ses livres, il était partagé entre la fierté d'avoir tant écrit et la crainte d'avoir travaillé pour rien. A quatre-vingt-cinq ans, il croulait sous les prix, les articles élogieux et les distinctions honorifiques. Après une « élection de maréchal » à l'Académie française et une série de nominations comme docteur honoris causa de diverses universités étrangères, que pouvait-il souhaiter encore ? Proche de la satiété, il mettait tout son orgueil à ne pas « lâcher la rampe ». Son seul souci était de prouver à ses lecteurs et de se prouver à lui-même qu'il n'avait pas perdu une once de son talent en prenant de l'âge. Dans l'ensemble d'ailleurs, le public le suivait sur sa lancée et reconnaissait en lui, de bouquin en bouquin, le maître des embrouilles familiales et des coups de théâtre amoureux. Des critiques l'avaient comparé jadis à un Dostoïevski mâtiné de Kafka et de Sade pour pimenter la sauce. Lui, dans ses meilleurs jours, se moquait de ces parrainages flatteurs. Lors de ses accès de déprime, il jugeait très sincèrement que tout ce qu'il avait pondu ne valait pas un clou. Par bonheur, au plus fort de ses doutes, Sandy savait le revigorer en quelques mots. Elle y mettait autant de doigté et de précision que si elle avait tourné le remontoir d'une montre. Grâce à elle, il oubliait même parfois qu'il était veuf. Il la regarda encore, obliquement, à la dérobée. A quarante-huit ans, elle en paraissait à peine trente-sept. Mince, brune, alerte, dotée d'un joli visage de chaton attentif, elle portait avec élégance un tailleur beige, très strict, rehaussé d'un foulard aux couleurs de l'automne. Visiblement elle s'était mise sur son trente-et-un pour la réunion d'aujourd'hui.“

     

     

     

     

    Troyat
    Henri Troyat (1 november 1911 – 4 maart 2007)

     

     

     


    Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn andere blog van vandaag.
     

     

    De Franse dichter en schrijver Jean Tardieu werd geboren op 1 november 1903in  Saint German de Joux.  

     

    Les erreurs

     

    (La première voix est posée, polie, maniérée et

    prétentieuse; l’autre est rauque, méchante et dure.)

     

    Je suis ravi de vous voir

    bel enfant vêtu de noir.

     

    __ Je ne suis pas un enfant

    je suis un gros éléphant.

     

    Quelle est cette femme exquise

    qui savoure des cerises?

     

    __ C’est un marchand de charbon

    qui s’achète du savon.

     

    Ah! que j’aime entendre à l’aube

    roucouler cette colombe!

     

    __ C’est un ivrogne qui boit

    dans sa chambre sous le toit.

     

     

     Mets ta main dans ma main tendre

    je t’aime ô ma fiancée!

     

    __ Je n’suis point vot’ fiancée

    je suis vieille et j’suis pressée

    laissez-moi passer!

     

     



    De Amerikaanse schrijver Stephen Crane werd geboren op 1 november 1871 in Newark, New Jersey.

    01-11-2008 om 17:36 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    31-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Bawer, Irina Denezhkina, Joseph Boyden, Ernst Augustin, Carlos Drummond de Andrade, John Keats, Jean Améry

    De Amerikaanse dichter, schrijver en literatuurcriticus Bruce Bawer werd geboren op 31 oktober 1956 in New York. Daar studeerde hij ook Engels aan de State University. In1998 trok hij van New York, waar hij o.a. schreef voor Newsweek en The Wall Street Journal naar Amsterdam, aangetrokken door het vrijere klimaat daar voor homo’s. In zijn boek While Europe Slept: How Radical Islam is Destroying the West from Within uit 2006 leverde hij kritiek op radicale vormen van de islam.

     

    Werk o.a.: The Screenplay's the Thing: Movie Criticism, 1986-1990, Coast to Coast, 1993, A Place at the Table: The Gay Individual in American Society,  1994, Prophets and Professors: Essays On the Lives and Work of Modern Poets, 1995, Stealing Jesus: How Fundamentalism Betrays Christianity, 1998

     

     

    Uit: While Europe Slept

     

    „ON THE MORNING OF November 2, 2004, I sat at my mother's kitchen table in Queens, New York, drinking instant coffee and thinking about George W. Bush and John Kerry. It was Election Day, and I was irked that since I was flying back home to Oslo that evening, I'd miss the vote count on TV.

    The phone rang. "Hello? Oh, yes. Just a moment." My mother held out the phone. "It's Mark." I took it.

     

    "Mark?"

     

    "Hi, Bruce. Have you heard about Theo van Gogh?"

     

    "No, what?"

     

    "He was murdered this morning."

     

    "You're kidding."

     

    Mark, like me, is an American with a Norwegian partner. But though he moved back to New York years ago, he still starts the day by checking the news at the Web site of NRK, Norway's national radio and TV network. Switching into Norwegian, he read me the story. Van Gogh, the Dutch filmmaker and newspaper columnist, had been shot and killed in Amsterdam. Shortly afterward, police had arrested a twenty-six-year-old Dutch-Moroccan man.

     

    Later, I'd learn more. Van Gogh had been bicycling to work along a street called Linnaeusstraat when Mohammed Bouyeri, the Dutch-born son of Moroccan parents and a member of a radical Muslim network, had shot him, knocking him off his bicycle. Bouyeri, wearing a long jellaba, pumped up to twenty additional bullets into van Gogh's body, stabbed him several times, and slit his throat. He then pinned to van Gogh's chest with a knife a five-page letter addressed to the filmmaker's collaborator, Parliament member Ayaan Hirsi Ali, quoting the Koran and promising her and several other Dutch leaders (whom he named) a similar end:

     

     

    I know definitely that you, O America, will go down. I know definitely that you, O Europe, will go down. I know definitely that you, O Netherlands, will go down. I know definitely that you, O Hirsi Ali, will go down.

     

    According to witnesses, van Gogh had said to his murderer (who at the time was living on welfare payments from the Dutch government): "Don't do it! Don't do it! Mercy! Mercy!" And: "Surely we can talk about this." The blunt, outspoken van Gogh had been an unsparing critic of European passivity in the face of fundamentalist Islam; unlike most Europeans, he'd understood the connection between the war on terror and the European integration crisis, and had called America "the last beacon of hope in a steadily darkening world." Together he and Hirsi Ali had made a short film, Submission--he'd directed, she'd written the script--about the mistreatment of women in Islamic cultures. Yet at the end, it seemed, even he had grasped at the Western European elite's most unshakable article of faith--the belief in peace and reconciliation through dialogue.“

     

     

     

     

    brucebawer
    Bruce Bawer (New York, 31 oktober 1956)

     

     

     

     

     

     

    De Russische schrijfster Irina Denezhkina werd geboren op 31 oktober 1981 in Yekaterinburg. Zij is nogal omstreden vanwege haar vulgaire stijl, die door sommigen gezien wordt als een afspiegeling van de realiteit van de generatie Y. Haar debuut Give Me [Songs for Lovers] uit 2002 verscheen in Engelse vertaling in 2004. Haar eerste werk verscheen onder het pseudoniem Nigers zuster in 2000 op het internet

     

     

    Uit:  Give Me!

     

    What d''you want? Coffee?"

     

    Lyapa stood in the middle of the room, naked from the waist up, confused and sweaty. His underwear was sticking out of the top of his pants. I felt like saying "You," but I thought that would only lead to even greater confusion and he might simply take root where he stood. Just stand there like a statue. Then what would I do?

     

    "Coffee? Or tea?"

     

    "Coffee, coffee..."

     

    Relieved, Lyapa reached into a cupboard, switched on the kettle, rummaged in the fridge and took out some milk. Dived back into the fridge and took out a bottle of beer. Then another. Opened one and began sucking on it greedily.

     

    I sat down at the table, propping my head up on my hands. Lyapa''s hair sticks up, twisted into spikes like a hedgehog''s. He has two silver rings in his ear, a big nose and big round eyes like a puppy. He''s like a puppy all over: fidgety, bouncy, soft and bendy. As my girlfriend Volkova says -- "makes you want to squeeze and hug him." Lyapa''s beautiful. His dream is he''s walking down the street and girls run up to him yelling "Lyapa! Lyapa!" desperate to give him a blowjob. Lyapa plays punk rock and wants to be famous. And he wants me to stop sitting here like a fool and embarrassing him. Or maybe he doesn''t. I can''t see that deep into the darkness of his soul.

     

    The kettle boiled. Lyapa spooned out some coffee for me, then sugar, poured over the boiling water. He sat down facing me and began smoking intently. Staring fixedly at the bridge of my nose. A word about me: I''m three inches taller than Lyapa, with long dark hair, brown eyes, an immensely high opinion of myself and the figure of a model. That''s what one guy told me, but I know it wouldn''t hurt to slim a bit and my stomach''s not flat from working out, it''s because I don''t eat much.

     

    Anyway, Lyapa''s my husband. We got married online, or actually he married me; all I did was passively click "Yes." The jerk had seen my photos, but he didn''t send his own. Wrote that he didn''t have one, said he didn''t have a scanner or some other excuse. Volkova and I conferred about it and decided he was probably an ugly freak. Fuck him, we decided. Volkova sighed dramatically and made an elegant gesture with her hand. Then he suggested meeting in the metro. We didn''t have anything else to do, so we went to meet him, but prepared ourselves for disappointment in advance.

     

     

     

     

     

    Denezhkina
    Irina Denezhkina (Yekaterinburg, 31 oktober 1981)

     

     

     

     

     

    De Canadese schrijver Joseph Boyden werd geboren op 31 oktober 1966 in Willowdale, Ontario. Hij studeerde creatief schrijven aan de University of New Orleans  en doceerde vervolgens aan Northern College. Zijn debuutroman Three Day Road won de Amazon/Books in Canada First Novel Award in 2006. Het boek vertelt het verhaal van twee Canadese soldaten tijdens WO I.

     

    Werk o.a.: Born With a Tooth (2001, short stories), Three Day Road (2005),  Through Black Spruce (2008)

     

    Uit: Three Day Road

     

    For many days I've hidden in the bush by the town, coming out when I hear the call, watching carefully for him. This is an ugly town, far bigger than Moose Factory, even. This is a town I have not been to before, a place to which I will never return. More wemistikoshiw than I want to see walk the dusty streets in their funny clothes, dressed as if for colder weather, though the sun above us is high and full of summer heat.

     

    I hide well during the day, but when the sound of it reaches my ears I have no choice but to come out and walk among them. They stare and point and talk about me as if they've not seen one of me before. I must look a thin and wild old woman to them, an Indian animal straight out of the bush. Soon I will have only enough food left to get us home, and so I've taken to setting snares around my camp. The rabbits, though, seem as afraid of this place as I am.

     

    Where it comes to rest is just a wooden platform with a small shelter to hide in when the weather turns. The road that leads up to it is covered in dust. Automobiles, just like the one Old Man Ferguson back in Moose Factory drives, rush there at the same time every other day. I have watched them pour what smells like lantern oil onto the road, but still the dust floats up so that it coats the inside of my nose and bothers my eyes. At least I can hide a little in the dust, and not so many of them can see me.

     

    The place where I go is covered in soot so that I feel the need to bathe each day that I return from there without him. I have stopped sleeping at night, worried that the words were wrong, that he will never come, that I will die here waiting.

     

    Again today I hear the call. Again today I wait for the others to get there before me, before I step among them.

     

    The old ones call it the iron toboggan. As I watch this thing approach, whistle blowing and smoke pouring from the chimney in the summer heat, I see nothing of the toboggan in it. More frightening than the crowd of people around me is the one bright eye shining in the sunlight and the iron nose that sniffs the track.

     

    Too many people. I've never been around so many wemistikoshiw at one time. They walk and jostle and talk and shout to one another. I look out at the spruce across the tracks. Blackened by soot, they bend in defeat.

     

    I stand back in the shadow of the shelter and watch as the people in front of me tense, then move closer to the track as it approaches, not further away as I would have expected. The women in the crowd look nothing like me, wear long dresses made of too much material and big hats. They hold bowed cloth shields above their heads. The men are dressed in black and brown and grey suits, and the shoes upon their feet are shiny, so shiny that I wonder what kind of animal the leather has come from. All of the men wear hats, too. All these people wearing hats in summer. I do not understand much of the wemistikoshiw.

     

     

     

     

    josephboyden
    Joseph Boyden (Willowdale, 31 oktober 1966)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver Ernst Augustin werd geboren op 31 oktober 1927 in Hirschberg. Zijn jeugd bracht hij door in Schweidnitz en Schwerin. Tot 1950 studeerde hij medicijnen in Rostock, daarna in Berlijn waar hij in 1952 promoveerde aan de Humboldt-Universität. Tot 1958 werkte hij ook als arts, o.a. in het Oost-Berlijnse Charité ziekenhuis. In 1958 vluchtte hij naar de BRD. Hij werkte daarna als arts in Afghanistan en maakte reizen naar India, Turkije en de Sovjet Unie. Tegenwoordig woont hij in München. Augustin schrijft literatuur in de trand van Kafka en de surrealisten.

     

    Werk o.a.: Gutes Geld. Roman in drei Anleitungen, 1996, Die Schule der Nackten, 2003, Der Künzler am Werk. Eine Menagerie, 2004,  Badehaus Zwei, 2006

     

    Uit: Die Schule der Nackten

     

    „Es gibt dort eine Freizone, wo ich alles ablege. Alle Bindungen, alle erworbenen Eigenschaften, meinen Beruf, meinen Namen, meine gesamte Vergangenheit, auch Schuhe und Strümpfe, das Hemd mit dem „Armani“-Etikett, die Hose von „Böttiger“ und das gesamte Unterzeug. Ich gebe meine gehobene Stellung ab, den Schutz und den Schirm, den Anstand und die Begierde (denn die ist dort nicht angebracht), vor allem aber gebe ich meine Scham ab. Oder besser, die Schämigkeit.

    München im schweren Sommer. Die Häuser dunkelgelb, die Kirchenplätze glühend, überall schwingen sich schwere Glockentöne von den Türmen, und da ist das Jakobi-Bad vor der Tür: Männer mit Bäuchen gehen dahin, Frauen in Flatterhosen, gehen hin und kehren nicht zurück, und wenn, dann nicht so wie sie gekommen sind.

    Es gibt dort eine Bretterwand, die sich von einem zum anderen Ende hinzieht. In der Mitte eine verstellte Lücke, eine Art Schleuse: Freikörpergelände, Zugang nur ohne Kleidung gestattet. Und das ist ernst gemeint, denn dieses ist eine ganz vordergründige Geschichte, jede vermeintliche Metapher ist ganz wörtlich zu nehmen. Das Ungeheuer, das hier das Haupt erhebt, hat wirklich goldene Augen! Ich meine, es hat goldene Augen.

    *                                                    

    Ein denkwürdiger Tag, als ich dort zum ersten Mal eintrat. Zu einer heißen Stunde am frühen Nachmittag, nachdem ich drei Stunden lang auf dem Rasen vor der Bretterwand gelegen hatte. Das heißt, eine Stunde lang unvernünftig prall in der Sonne und dann zwei im Halbschatten bei anhaltender Hitze, während ich den Bäuchen und den Flattergewändern nachsah, wie sie in der ominösen Bretterschleuse verschwanden. Hier draußen erstreckte sich eine heitere Badelandschaft in Grün, Weiß und Blau über einen halben Kilometer. Blau wegen der fünf großen Badebecken voller Kinder und schöner junger Erwachsener, die allesamt ein brausendes Geräusch erzeugten, einen Pegel von gleichbleibender Dichte, einer Meeresbrandung nicht unähnlich. Dazu die Glocken, sich von Türmen schwingend, gelbe wogende Kornfelder irgendwo weiter draußen. München im schweren Sommer.

    Die Stadt der Nackten!“

     

     

     

    Augustin
    Ernst Augustin (Hirschberg, 31 oktober 1927)

     

     

     

     

     

     

    De Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade werd geboren op 31 oktober 1902 in Itabira, een klein dorpje in de staat Minas Gerais. Hij ging naar school in Belo Horizonte waar hij afstudeerde als apotheker, maar dat beroep oefende hij nooit uit. Voor het grootste deel van zijn leven werkte hij voor de Braziliaanse overheid maar naast zijn werk als ambtenaar schreef hij gedichten, kronieken en boeken voor kinderen. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in Rio de Janeiro alwaar hij een standbeeld kreeg na zijn dood, zittende op een bank aan het strand van Copacabana.

     

     

    Ook ik was eens Braziliaan

     

    Ook ik was eens Braziliaan,

    even bruin als jullie.

    Speelde gitaar, reed in een Fordje

    en leerde aan cafétafels

    dat nationalisme een deugd is.

    Maar er komt een uur dat de cafés sluiten

    en alle deugden worden verloochend.

     

    Ook ik was eens een dichter.

    Hoefde maar een vrouw te zien

    en dacht al aan de sterren

    en andere hemelse substantieven.

    Maar zij waren zo vele, de hemel zo groot,

    mijn poëzie raakte ontregeld.

     

    Ook ik had eens mijn ritme.

    Ik deed van dit, ik zei van dat.

    En mijn vrienden mochten me,

    en mijn vrienden haatten me.

    Ik, ironisch, gleed voort,

    tevreden met mijn ritme.

    Maar ten slotte verwarde ik alles.

    Nu glijd ik niet meer, oh nee,

    ben niet ironisch meer, oh nee,

    heb ook geen ritme meer, oh nee.

     

     

     

     

     

    Liefdes verschijning

     

    Zoet droombeeld, waarom kom je mij bezoeken

    zoals in voorbije tijden onze lichamen elkaar bezochten?

    Je doorschijnendheid beroert mijn huid, verleidt

    opnieuw tot strelingen, die onuitvoerbaar zijn: niemand heeft ooit

    een kus van een vergaan gelaat gekregen.

     

    Maar je dringt aan, mijn lief. Ik hoor je stem,

    dezelfde stem, dezelfde klank,

    dezelfde lichte lettergrepen,

    en diezelfde lange zucht

    waarin je van genot bezwijmde,

    en daarna die uiteindelijke rust van gemzen.

     

    Nu ben ik overtuigd,

    ik hoor je naam, het enige van jou dat niet vergaat

    en blijft bestaan als enkel klank.

    En ik omstrengel... wat? de massa lucht die jij nu bent

    en ik omhels en kus en kus intens het niets.

     

    O wezen zo geliefd en nu vernietigd, waarom kom je

    terug, zo werkelijk en zo onwezenlijk?

    Ik onderscheid niet meer of je nu schaduw bent

    of schaduw altijd bent geweest, en of onze geschiedenis

    boekenverzinsel is, gespeld

    onder vermoeide wimpers.

    Zal ik ooit je ware lichaam

    kunnen kennen zoals ik het nu ken,

    nu ik de damp omstrengel net zoals men

    de platonische idee omstrengelt in de ruimte?

     

    Blijft in jou, die niet meer bent,

    beminde afwezige, verlangen mij lieflijk vervolgen?

    Ik had nooit gedacht dat doden

    ook dat vuur hadden van vroeger dagen

    en het op ons overbrachten in een slurpen

    van vlammen en van ijs dooreen.

     

    Je vurige bezoek is mooi.

    Je vurige bezoek is ook gemeen.

    Je bezoek is niet meer dan een fooi.

     

     

     

     

     

    Het geheim van wie bemint

     

    Het geheim van wie bemint

    is: niet slechts vluchtig het genot

    te kennen dat ons diep doordringt,

    tot stand gebracht op deze aarde

    en zo verre van de wereld

    dat het lichaam, dat zijn lichaam vindt

    en daarin voortgaat op zijn vaart,

    de vrede vindt van groter gaarde,

    vrede als in de dood, onaards,

    als een nirwana, penisslaap.

     

     

     

     

     

    Vertaald door August Willemsen

     

     

     

     

     

    Andrade
    Carlos Drummond de Andrade (31 oktober 1902 – 17 augustus 1987)

     

     

     

     

     

    De Engelse dichter John Keats werd geboren op 31 oktober 1795 in Finsbury Pavement in London. Zie ook mijn blog van 31 oktober 2006 en ook mijn blog van 31 oktober 2007.

     

     

    Dedication

     

    To Leigh Hunt, Esq.

     

    Glory and loveliness have passed away;

    For if we wander out in early morn,

    No wreathed incense do we see upborne

    Into the east, to meet the smiling day:

    No crowd of nymphs soft voic’d and young, and gay,

    In woven baskets bringing ears of corn,

    Roses, and pinks, and violets, to adorn

    The shrine of Flora in her early May.

    But there are left delights as high as these,

    And I shall ever bless my destiny,

    That in a time, when under pleasant trees

    Pan is no longer sought, I feel a free

    A leafy luxury, seeing I could please

    With these poor offerings, a man like thee

     

     

     

     Zie voor onderstaande schrijver ook mijn andere blog van vandaag.


    De Oostenrijkse schrijver Jean Améry werd geboren op 31 oktober 1912 in Wenen.   Zie ook mijn blog van 31 oktober 2006  en ook mijn blog van 31 oktober 2007.


    31-10-2008 om 11:39 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)
    30-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ezra Pound, Fjodor Dostojevski, Georg Heym, Friedhelm Rathjen, Michal Ajvaz, Kostas Karyotakis, Paul Valéry, Phillipe Aubert de Gaspé

    De Amerikaanse dichter Ezra Pound werd geboren in Hailey, Idaho op 30 oktober 1885. Zie ook mijn blog van 30 oktober 2006 en ook mijn blog van 30 oktober 2007.

     

     

    Dance Figure

      

     

    For the Marriage in Cana of Galilee

     

    Dark-eyed,

    O woman of my dreams,

    Ivory sandalled,

    There is none like thee among the dancers,

    None with swift feet.

    I have not found thee in the tents,

    In the broken darkness.

    I have not found thee at the well-head

    Among the women with pitchers.

    Thine arms are as a young sapling under the bark;

    Thy face as a river with lights.

     

    White as an almond are thy shoulders;

    As new almonds stripped from the husk.

    They guard thee not with eunuchs;

    Not with bars of copper.

     

    Gilt turquoise and silver are in the place of thy rest.

    A brown robe, with threads of gold woven in

    patterns, hast thou gathered about thee,

    O Nathat-Ikanaie, 'Tree-at-the-river'.

     

    As a rillet among the sedge are thy hands upon me;

    Thy fingers a frosted stream.

     

    Thy maidens are white like pebbles;

    Their music about thee!

     

    There is none like thee among the dancers;

    None with swift feet.

     

     

     

     

     

    Taking Leave of a Friend

      

     

    Blue mountains to the north of the walls,

    White river winding about them;

    Here we must make separation

    And go out through a thousand miles of dead grass.

     

    Mind like a floating wide cloud,

    Sunset like the parting of old acquaintances

    Who bow over their clasped hands at a distance.

    Our horses neigh to each others

    as we are departing. 

     

     

     

     

     

    These Fought in Any Case

      

     

    These fought in any case,

    and some believing

    pro domo, in any case .....

     

    Died some, pro patria,

    walked eye-deep in hell

    believing in old men's lies, then unbelieving

    came home, home to a lie,

    home to many deceits,

    home to old lies and new infamy;

    usury age-old and age-thick

    and liars in public places.

     

    Daring as never before, wastage as never before.

    Young blood and high blood,

    fair cheeks, and fine bodies;

     

    fortitude as never before

     

    frankness as never before,

    disillusions as never told in the old days,

    hysterias, trench confessions,

    laughter out of dead bellies.

     

     

     

     

     

    Pound
    Ezra Pound (30 oktober 1885 - 1 november 1972)

    Geschilderd door Wyndham Lewis

     

     

     

     

     

     

     

    De Russische schrijver Fjodor Michajlovitsj Dostojevski werd geboren ergens tussen 30 oktober en 11 november 1821 in Sint Petersburg. Zie ook mijn blog van 30 oktober 2006.

     

    Uit: The Adolescent  (Vertaald door Richard Pevear and Larissa Volokhonsky)

     

    I

     

    „Unable to restrain myself, I have sat down to record this history of my first steps on life's career, though I could have done as well without it. One thing I know for certain: never again will I sit down to write my autobiography, even if I live to be a hundred. You have to be all too basely in love with yourself to write about yourself without shame. My only excuse is that I'm not writing for the same reason everyone else writes, that is, for the sake of the reader's praises. If I have suddenly decided to record word for word all that has happened to me since last year, then I have decided it as the result of an inner need: so struck I am by everything that has happened. I am recording only the events, avoiding with all my might everything extraneous, and above all--literary beauties. A literary man writes for thirty years and in the end doesn't know at all why he has written for so many years. I am not a literary man, do not want to be a literary man, and would consider it base and indecent to drag the insides of my soul and a beautiful description of my feelings to their literary marketplace. I anticipate with vexation, however, that it seems impossible to do entirely without the description of feelings and without reflections (maybe even banal ones): so corrupting is the effect of any literary occupation on a man, even if it is undertaken only for oneself. The reflections may even be very banal, because something you value yourself will quite possibly have no value in a stranger's eyes. But this is all an aside. Anyhow, here is my preface; there won't be anything more of its kind. To business; though there's nothing trickier than getting down to some sort of business--maybe even any sort.

     

    II

     

    I begin, that is, I would like to begin my notes from the nineteenth of September last year, that is, exactly from the day when I first met . . .

     

    But to explain whom I met just like that, beforehand, when nobody knows anything, would be banal; I suppose even the tone is banal: having promised myself to avoid literary beauties, I fall into those beauties with the first line. Besides, in order to write sensibly, it seems the wish alone is not enough. I will also observe that it seems no European language is so difficult to write in as Russian. I have now reread what I've just written, and I see that I'm much more intelligent than what I've written. How does it come about that what an intelligent man expresses is much stupider than what remains inside him? I've noticed that about myself more than once in my verbal relations with people during this last fateful year and have suffered much from it.

     

    Though I'm starting with the nineteenth of September, I'll still put in a word or two about who I am, where I was before then, and therefore also what might have been in my head, at least partly, on that morning of the nineteenth of September, so that it will be more understandable to the reader, and maybe to me as well.“

     

     

     

     

    fyodor-dostoevsky_petersburg
    Fjodor Dostojevski (30 oktober? - 9 februari 1881)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse dichter Georg Heym werd geboren op 30 oktober 1887 in Hirschberg. Zie ook mijn blog van 30 oktober 2006.

     

    Im kurzen Abend

     

    Im kurzen Abend. Voll Wind ist die Stunde,

    Und die Röte so tief und so winterlich klein.

    Unsere Hand, die sich zagend gefunden,

    Bald wird sie frieren und einsam sein.

     

    Und die Sterne sind hoch in verblassenden Weiten

    Wenige erst, auseinander gerückt.

    Unsere Pfade sind dunkel, und Weiden breiten

    Ihre Schatten darauf, in Trauer gebückt.

     

    Schilf rauschet uns. Und die Irrwische scheinen,

    Die wir ein dunkeles Schicksal erlost.

    Behüte dein Herz, dann wird es nicht weinen

    Unter dem fallenden Jahr ohne Trost.

     

    Was dich schmerzet, ich sag es im Bösen.

    Und uns quälet ein fremdes Wort.

    Unsere Hände werden im Dunkel sich lösen,

    Und mein Herz wird sein wie ein kahler Ort.

     

     

     

     

     

    Die Messe

     

    Mitte Januar 1912

     

    Bei dreier Kerzen mildem Lichte

    Die Leiche schläft. Und hohe Mönche gehen

    Um sie herum, und legen ihre Finger

    Manchmal über ihr Angesicht.

     

    Froh sind die Toten, die zur Ruhe kehren

    Und strecken ihre weißen Hände aus,

    Den Engeln zu, die groß und schattig gehen

    Mit Flügelschlagen durch das hohe Haus.

     

    Nur manchmal schallt ein Weinen durch die Wände,

    Ein tiefes Schluchzen wälzt sich in der Lust.

    Man kreuzet ihre hageren Finger-Hände

    Zum Frieden sanft auf die verhaarte Brust.

     

     

     

     

     

    heymgpor
    Georg Heym (30 oktober 1887 – 16 januari 1912)

     

     

     

     

     

     

    De Duitse schrijver, vertaler en literauurwetenschapper Friedhelm Rathjen werd geboren op 30 oktober 1958 in Westerholz. Hij studeerde o.a germanistiek en Engels en werkt vanaf 1983 als literatuurcriticus. Daarnaast vertaalde hij sinds 1989 werk van Jonathan Ames, Christopher Buckley, Anthony Burgess, Richard Jefferies, James Joyce, Herman Melville, Tom Murphy, Charles Olson, Gertrude Stein, Robert Louis Stevenson, Edward Thomas en Mark Twain. Bij een groter publiek bekend is hij door zijn levensbeschrijvingen van James Joyce en Samuel Beckett in de serie „rororo-Monografien“. Zijn eigen literaire werk is bij deze productie wat op de achtergrond geraakt. In de herfts van 2007 verscheen een verzameling van zijn proza onder de titel "Vom Glück".

     

    Uit: Dritte Wege

     

    “JA weil so was doch noch nie jemand gemacht hatte bis dahin einen Text von dieser Länge schreiben und dabei keinen Absatz und kein Satzzeichen verwenden und im Grunde einen einzigen riesig langen Satz schreiben wo er immer so tat wie wenn er die Nachtgedanken einer einzigen Person also die nächtlichen Gedanken einer Person beim Einschlafen einer weiblichen Person wohlgemerkt aufzeichnete und das so getreulich wie man es sich besser kaum vorstellen konnte und ja nun gut da gab es den Schnitzler diesen Österreicher Arthur Schnitzler der schrieb seinen Leutnant Gustl und genau im Jahre 1900 war das ja wie um das neue Jahrhundert mit einer neuen Erzähltechnik einzuläuten der pur dargebotene Bewußtseinsstrom eines Menschen eben des Leutnants aus dem Titel wie lange wird denn das noch dauern fragt sich der Leser zu Beginn und dann immer wieder ja und dann dauert das den ganzen Text hindurch nichts anderes als Gustls innerer Monolog und das immerhin dreißig Seiten lang ja aber eben doch kräftig interpungiert und längst nicht so radikal wie beim Joyce später und außerdem die technischen Schwierigkeiten die Gestelztheiten und Bemühtheiten im Bewußtsein zu bleiben und doch alles mitzuteilen was der Leser wissen muß weil eben viel passiert rundherum und das gleiche Problem ja auch beim Dujardin ich meine diesen Franzosen den Joyce selbst ausbuddelte und später dann zum Erfinder erklärte dem Erfinder des inneren Monologs immerhin schon 1887 also dreizehn Jahre vor Schnitzler ausgerechnet dreizehn na ja und auch hier gleich die Frage nach der Dauer der Zeit die Uhr hat geschlagen sechs Uhr die erwartete Stunde und das gibts ja aber eben die Schwierigkeit wie teile ich mit was in der Außenwelt geschieht ein Hauch von Unechtheit und Joyce ja der wars dann der das Problem löste indem er nicht den Monolog pur gab sondern nur in Sprengseln als eine Art Beiseitesprechen immer zwischendurch in einem Text der ansonsten ordentlich erzählt oder dann auch zeitweise eher unordentlich aber immer schön gegeneinandermontiert innerer Monolog und Außenweltdarstellung in der einen oder anderen Weise und das siebzehn Episoden lang fast den ganzen Roman lang ja aber eben nur fast siebzehn das achtzehnte Kapitel dann als grandioser Schluß der Monolog ohne Unterbrechung und ohne alle Bemühtheiten machbar mit Erfolg Authentizität vorspiegelnd weil kein äußeres Geschehen mehr zu transportieren war denn dieses Geschehen das äußere war ja siebzehn Kapitel lang...

     

     

     

     

    friedhelm_rathjen
    Friedhelm Rathjen (Westerholz, 30 oktober 1958)

     

     

     

     

     

     

     

    De Tsjechische dichter, schrijver, essayist en vertaler Michal Ajvaz werd geboren op 30 oktober 1949 in Praag. Hij studeerde tot 1974 aan de universiteit van Praag Tsjechische studies (taal, literatuur, cultuur en esthetiek). Vanaf 1994 werkte hij o.a. als conciërge en bewaker, vanaf 1996 tot 1999 als redacteur bij Literární noviny. Sinds 1994 is hij zelfstandig schrijver en journalist. Hij debuteerde in 1989 met de roman Vražda v hotelu Intercontinental (Duits: "Mord im Hotel Intercontinental")

     

    Uit: Goldenes Zeitalter (Vertaald door Marcela Euler)

     

    “Als sich der fünfzehnte Hochzeitstag näherte, kaufte er für seine Frau im Juweliergeschäft ein teures Brilliantencollier. Es war Januar. Zur Zeit war sie mit dem Sohn in Savoyen Skifahren, und in drei Tagen sollten die beiden zurückkommen. An jenem Abend arbeitete er bis spät in die Nacht in seinem Zimmer. Bevor er ins Bett ging, öffnete er das Fenster, um den Zigarettenrauch auszulüften, und betrachtete eine Weile die sich verrückt drehenden und vom Zimmerlicht beleuchteten Schneeflocken sowie den frischen Schnee auf dem schrägen Dach, in dem das Fenster eingesetzt war, dann erlosch er das Licht und ging schlafen.

    Er hatte einen leichten Schlaf. In der Nacht weckte ihn ein leises Geräusch, das aus dem Nachbarzimmer kam. Durch die halbgeöffnete Tür sah er im Abglanz des reflektierenden Schnees eine schlanke Frauengestalt in einem schwarzen Arbeitsanzug, dessen Taschen sich an verschiedenen Stellen ausbeulten. Über ihrem Kopf, den sie mit einer schwarzen Maske mit drei Öffnungen für die Augen und den Mund verdeckt hatte, wehte leicht die weiße Gardine in der kalten, durch das geöffnete Fenster strömende Luft. Die schwarze Frau beugte sich über das Schränkchen, in das er am Abend das Collier hineingelegt hatte, sie tastete vorsichtig darin, und im nächsten Augenblick tauchte die Hand im schwarzen Lederhandschuh hervor und Baumgarten sah, wie von den vermummten Fingern ein dünnes, glänzendes Kettchen herunterhing. Das Bild, das er vor Augen hatte, erinnerte ihn an eine Szene aus einem schlechten Krimi. Er zog aus der Nachttischschublade einen Revolver und sprang aus dem Bett. Die schwarze Diebin sah ihn, verstaute das Collier in einer ihren Taschen, sprang auf den Fensterrahmen und verschwand. Baumgarten warf sich schnell über den Schlafanzug seinen Morgenmantel, der auf dem Sessel neben dem Bett lag, schlüpfte mit nackten Füßen in die Schuhe und kletterte aus dem Fenster auf das schräge, verschneite Dach.

    Rechts von ihm stieg gelbes Licht unsichtbarer Laternen aus der Schlucht zwischen den Häusern empor wie Schwefeldämpfe aus Vulkankratern, links konnte er in der Dunkelheit und im Schneetreiben den schwarzen Antennenwald auf dem Dachfirst erkennen, vor ihm strömte auf den Schneeteppich das Licht aus dem Fenster des von der Schlaflosigkeit geplagten Nachbarn. Die schwarze Gestalt stapfte schnell durch den hohen, frischen Schnee. Die Frechheit der Diebin machte Baumgarten wütend, und so rannte er los hinter ihr her, auch wenn die Gefahr drohte, daß er in seinen Halbschuhen ausrutschen und in die Tiefe stürzen könnte, auch wenn sich seiner noch ein stärkeres und noch peinlicheres Gefühl ermächtigte, er befinde sich in einem schlechten Film, er ertappte sich sogar bei Bewegungen, welche in jenen Filmen die sich über die Dächer jagende Gestalten zu tun pflegen.”

     

     

     

     

    Ajvaz
    Michal Ajvaz (Praag, 30 oktober 1949)

     

     

     

     

     


    Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn andere blog van vandaag.

     

    De Griekse dichter en schrijver Kostas Karyotakis werd geboren op 30 oktober 1896 in Tripolis.

    De Franse dichter en schrijver Paul Valéry werd geboren op 30 oktober 1871 in Sète. Zie ook mijn blog van 30 oktober 2006  en ook mijn blog van 30 oktober 2007.

    De Canadese dichter en schrijver Phillipe Aubert de Gaspé werd geboren op 30 oktober 1786 in Quebec. Zie ook mijn blog van 30 oktober 2006.   




     

    30-10-2008 om 17:26 geschreven door Romenu  


    » Reageer (0)



    Zoeken op Blog Romenu

    Inhoud blog
  • Kerkgezang voor het feest van Jezus Geboorte (Anthony Staring), Ingo Baumgartner
  • Robert Bly
  • La visitation (Marie Noël), Kenneth Rexroth
  • Ted van Lieshout, Ivan Blatný
  • Sky Gilbert, Kenneth Rexroth
  • Paolo Giordano, Alexander Gumz
  • A. M. Homes, Gatien Lapointe
  • Yvonne Keuls, Rafael Alberti
  • Adriaan van Dis, Rafael Alberti
  • Vor Weihnachten (Karl Gerok), Klaus Rifbjerg
  • Gerard Reve, Boudewijn Büch, Paul Eluard
  • José Eduardo Agualusa, Kenneth Patchen, Heinrich Heine
  • Kader Abdolah, Helen Dunmore
  • Marie Kessels, Christoph W. Bauer
  • Karl Heinrich Waggerl, Emily Dickinson
  • Thomas Verbogt, Eileen Myles
  • St. John Baptist (Arthur O’Shaughnessy), Delmore Schwartz
  • Bernard Wesseling, Michael Krüger
  • Julia Kasdorf
  • ‘t Verhaal van tante Mathilde (Annie M.G. Schmidt), Christina Rossetti
  • Rainer Maria Rilke, Geert Mak
  • Grace Andreacchi, Kristina Sandberg
  • George Saunders, Arthur Sze
  • Neuer Advent (Maximilian von Schenkendorf), Arthur Sze
  • Dennis Gaens, Arthur Sze
  • Mario Petrucci, George Szirtes
  • Erwin Mortier, William Blake
  • Han Kang, William Blake
  • Luisa Valenzuela, William Cowper
  • 80 Jaar Maarten ’t Hart, Abdelkader Benali, Nicole Brossard
  • Marlon James, Paul Celan
  • Paul Celan, Gayl Jones
  • Dirk van Weelden, Christian Filips
  • Freya North, Christian Filips
  • Sheema Kalbasi, Christian Filips
  • Scott Cairns
  • Joost Oomen, Scott Cairns
  • Guido van Heulendonk, Chinua Achebe
  • Craig Arnold, Chinua Achebe, Yves De Bosscher
  • Clemens J. Setz, Ted Berrigan
  • NS Publieksprijs voor Adriaan van Dis
  • Olga Grjasnowa, Tom Hofland, Norbert Krapf
  • Frank Westerman, Timo Berger
  • Daniël Dee, Hans Magnus Enzensberger
  • Sint Maarten (Jan-Paul Rosenberg), Hans Magnus Enzensberger
  • Jan van Nijlen, Hans Magnus Enzensberger
  • Lloyd Haft, Anne Sexton
  • Natalka Bilotserkivets, Anne Sexton
  • Willy Vlautin, Alice Notley
  • Robert Musil, Johann Scheerer, Werner Söllner

    Archief per dag
  • 24-12-2024
  • 23-12-2024
  • 22-12-2024
  • 21-12-2024
  • 20-12-2024
  • 19-12-2024
  • 18-12-2024
  • 17-12-2024
  • 16-12-2024
  • 15-12-2024
  • 14-12-2024
  • 13-12-2024
  • 12-12-2024
  • 11-12-2024
  • 10-12-2024
  • 09-12-2024
  • 08-12-2024
  • 07-12-2024
  • 06-12-2024
  • 05-12-2024
  • 04-12-2024
  • 03-12-2024
  • 02-12-2024
  • 01-12-2024
  • 30-11-2024
  • 29-11-2024
  • 28-11-2024
  • 27-11-2024
  • 26-11-2024
  • 25-11-2024
  • 24-11-2024
  • 23-11-2024
  • 22-11-2024
  • 21-11-2024
  • 20-11-2024
  • 19-11-2024
  • 18-11-2024
  • 17-11-2024
  • 16-11-2024
  • 15-11-2024
  • 14-11-2024
  • 13-11-2024
  • 12-11-2024
  • 11-11-2024
  • 10-11-2024
  • 09-11-2024
  • 08-11-2024
  • 07-11-2024
  • 06-11-2024
  • 05-11-2024
  • 04-11-2024
  • 03-11-2024
  • 02-11-2024
  • 01-11-2024
  • 31-10-2024
  • 30-10-2024
  • 29-10-2024
  • 28-10-2024
  • 27-10-2024
  • 26-10-2024
  • 25-10-2024
  • 24-10-2024
  • 23-10-2024
  • 22-10-2024
  • 21-10-2024
  • 20-10-2024
  • 19-10-2024
  • 18-10-2024
  • 17-10-2024
  • 16-10-2024
  • 15-10-2024
  • 14-10-2024
  • 13-10-2024
  • 12-10-2024
  • 11-10-2024
  • 10-10-2024
  • 09-10-2024
  • 08-10-2024
  • 07-10-2024
  • 06-10-2024
  • 05-10-2024
  • 04-10-2024
  • 03-10-2024
  • 02-10-2024
  • 01-10-2024
  • 30-09-2024
  • 29-09-2024
  • 28-09-2024
  • 27-09-2024
  • 26-09-2024
  • 25-09-2024
  • 24-09-2024
  • 23-09-2024
  • 22-09-2024
  • 21-09-2024
  • 20-09-2024
  • 19-09-2024
  • 18-09-2024
  • 17-09-2024
  • 16-09-2024
  • 15-09-2024
  • 14-09-2024
  • 13-09-2024
  • 12-09-2024
  • 11-09-2024
  • 10-09-2024
  • 09-09-2024
  • 08-09-2024
  • 07-09-2024
  • 06-09-2024
  • 05-09-2024
  • 04-09-2024
  • 03-09-2024
  • 02-09-2024
  • 01-09-2024
  • 31-08-2024
  • 30-08-2024
  • 29-08-2024
  • 28-08-2024
  • 27-08-2024
  • 26-08-2024
  • 25-08-2024
  • 24-08-2024
  • 23-08-2024
  • 22-08-2024
  • 21-08-2024
  • 20-08-2024
  • 19-08-2024
  • 18-08-2024
  • 17-08-2024
  • 16-08-2024
  • 15-08-2024
  • 14-08-2024
  • 13-08-2024
  • 12-08-2024
  • 11-08-2024
  • 10-08-2024
  • 09-08-2024
  • 08-08-2024
  • 07-08-2024
  • 06-08-2024
  • 05-08-2024
  • 04-08-2024
  • 03-08-2024
  • 02-08-2024
  • 01-08-2024
  • 31-07-2024
  • 30-07-2024
  • 29-07-2024
  • 28-07-2024
  • 27-07-2024
  • 26-07-2024
  • 25-07-2024
  • 24-07-2024
  • 23-07-2024
  • 22-07-2024
  • 21-07-2024
  • 20-07-2024
  • 19-07-2024
  • 18-07-2024
  • 17-07-2024
  • 16-07-2024
  • 15-07-2024
  • 14-07-2024
  • 13-07-2024
  • 12-07-2024
  • 11-07-2024
  • 10-07-2024
  • 09-07-2024
  • 08-07-2024
  • 07-07-2024
  • 06-07-2024
  • 05-07-2024
  • 04-07-2024
  • 03-07-2024
  • 02-07-2024
  • 01-07-2024
  • 30-06-2024
  • 29-06-2024
  • 28-06-2024
  • 27-06-2024
  • 26-06-2024
  • 25-06-2024
  • 24-06-2024
  • 23-06-2024
  • 22-06-2024
  • 21-06-2024
  • 20-06-2024
  • 19-06-2024
  • 18-06-2024
  • 17-06-2024
  • 16-06-2024
  • 15-06-2024
  • 14-06-2024
  • 13-06-2024
  • 12-06-2024
  • 11-06-2024
  • 10-06-2024
  • 09-06-2024
  • 08-06-2024
  • 07-06-2024
  • 06-06-2024
  • 05-06-2024
  • 04-06-2024
  • 03-06-2024
  • 02-06-2024
  • 01-06-2024
  • 31-05-2024
  • 30-05-2024
  • 29-05-2024
  • 28-05-2024
  • 27-05-2024
  • 26-05-2024
  • 25-05-2024
  • 24-05-2024
  • 23-05-2024
  • 22-05-2024
  • 21-05-2024
  • 20-05-2024
  • 19-05-2024
  • 18-05-2024
  • 17-05-2024
  • 16-05-2024
  • 15-05-2024
  • 14-05-2024
  • 13-05-2024
  • 12-05-2024
  • 11-05-2024
  • 10-05-2024
  • 09-05-2024
  • 08-05-2024
  • 07-05-2024
  • 06-05-2024
  • 05-05-2024
  • 04-05-2024
  • 03-05-2024
  • 02-05-2024
  • 01-05-2024
  • 30-04-2024
  • 29-04-2024
  • 28-04-2024
  • 27-04-2024
  • 26-04-2024
  • 25-04-2024
  • 24-04-2024
  • 23-04-2024
  • 22-04-2024
  • 21-04-2024
  • 20-04-2024
  • 19-04-2024
  • 18-04-2024
  • 17-04-2024
  • 16-04-2024
  • 15-04-2024
  • 14-04-2024
  • 13-04-2024
  • 12-04-2024
  • 11-04-2024
  • 10-04-2024
  • 08-04-2024
  • 07-04-2024
  • 06-04-2024
  • 05-04-2024
  • 04-04-2024
  • 03-04-2024
  • 02-04-2024
  • 01-04-2024
  • 31-03-2024
  • 30-03-2024
  • 29-03-2024
  • 28-03-2024
  • 27-03-2024
  • 26-03-2024
  • 25-03-2024
  • 24-03-2024
  • 23-03-2024
  • 22-03-2024
  • 21-03-2024
  • 20-03-2024
  • 19-03-2024
  • 18-03-2024
  • 17-03-2024
  • 16-03-2024
  • 15-03-2024
  • 14-03-2024
  • 13-03-2024
  • 12-03-2024
  • 11-03-2024
  • 10-03-2024
  • 09-03-2024
  • 08-03-2024
  • 07-03-2024
  • 06-03-2024
  • 05-03-2024
  • 04-03-2024
  • 03-03-2024
  • 02-03-2024
  • 01-03-2024
  • 29-02-2024
  • 28-02-2024
  • 27-02-2024
  • 26-02-2024
  • 25-02-2024
  • 24-02-2024
  • 23-02-2024
  • 22-02-2024
  • 21-02-2024
  • 20-02-2024
  • 19-02-2024
  • 18-02-2024
  • 17-02-2024
  • 16-02-2024
  • 15-02-2024
  • 14-02-2024
  • 13-02-2024
  • 12-02-2024
  • 11-02-2024
  • 10-02-2024
  • 09-02-2024
  • 08-02-2024
  • 07-02-2024
  • 06-02-2024
  • 05-02-2024
  • 04-02-2024
  • 03-02-2024
  • 02-02-2024
  • 01-02-2024
  • 31-01-2024
  • 30-01-2024
  • 29-01-2024
  • 28-01-2024
  • 27-01-2024
  • 26-01-2024
  • 25-01-2024
  • 24-01-2024
  • 23-01-2024
  • 22-01-2024
  • 21-01-2024
  • 20-01-2024
  • 19-01-2024
  • 18-01-2024
  • 17-01-2024
  • 16-01-2024
  • 15-01-2024
  • 14-01-2024
  • 13-01-2024
  • 12-01-2024
  • 11-01-2024
  • 10-01-2024
  • 09-01-2024
  • 08-01-2024
  • 07-01-2024
  • 06-01-2024
  • 05-01-2024
  • 04-01-2024
  • 03-01-2024
  • 02-01-2024
  • 01-01-2024
  • 31-12-2023
  • 30-12-2023
  • 29-12-2023
  • 28-12-2023
  • 27-12-2023
  • 26-12-2023
  • 25-12-2023
  • 24-12-2023
  • 05-12-2023
  • 04-12-2023
  • 03-12-2023
  • 23-11-2023
  • 22-11-2023
  • 21-11-2023
  • 20-11-2023
  • 25-09-2023
  • 10-09-2023
  • 17-05-2021
  • 16-05-2021
  • 25-09-2019
  • 24-09-2019
  • 23-09-2019
  • 22-09-2019
  • 21-09-2019
  • 20-09-2019
  • 19-09-2019
  • 18-09-2019
  • 17-09-2019
  • 16-09-2019
  • 15-09-2019
  • 14-09-2019
  • 13-09-2019
  • 12-09-2019
  • 11-09-2019
  • 10-09-2019
  • 09-09-2019
  • 06-09-2019
  • 31-08-2019
  • 30-08-2019
  • 29-08-2019
  • 28-08-2019
  • 27-08-2019
  • 26-08-2019
  • 25-08-2019
  • 24-08-2019
  • 23-08-2019
  • 22-08-2019
  • 21-08-2019
  • 20-08-2019
  • 19-08-2019
  • 18-08-2019
  • 17-08-2019
  • 16-08-2019
  • 15-08-2019
  • 13-08-2019
  • 12-08-2019
  • 11-08-2019
  • 10-08-2019
  • 09-08-2019
  • 08-08-2019
  • 07-08-2019
  • 06-08-2019
  • 05-08-2019
  • 04-08-2019
  • 03-08-2019
  • 02-08-2019
  • 01-08-2019
  • 31-07-2019
  • 30-07-2019
  • 29-07-2019
  • 28-07-2019
  • 27-07-2019
  • 26-07-2019
  • 25-07-2019
  • 24-07-2019
  • 23-07-2019
  • 22-07-2019
  • 21-07-2019
  • 20-07-2019
  • 19-07-2019
  • 18-07-2019
  • 17-07-2019
  • 16-07-2019
  • 15-07-2019
  • 14-07-2019
  • 13-07-2019
  • 12-07-2019
  • 11-07-2019
  • 10-07-2019
  • 09-07-2019
  • 08-07-2019
  • 07-07-2019
  • 06-07-2019
  • 05-07-2019
  • 04-07-2019
  • 03-07-2019
  • 02-07-2019
  • 01-07-2019
  • 30-06-2019
  • 29-06-2019
  • 28-06-2019
  • 27-06-2019
  • 26-06-2019
  • 25-06-2019
  • 24-06-2019
  • 23-06-2019
  • 22-06-2019
  • 21-06-2019
  • 20-06-2019
  • 19-06-2019
  • 18-06-2019
  • 17-06-2019
  • 16-06-2019
  • 15-06-2019
  • 14-06-2019
  • 13-06-2019
  • 12-06-2019
  • 11-06-2019
  • 10-06-2019
  • 09-06-2019
  • 08-06-2019
  • 07-06-2019
  • 06-06-2019
  • 05-06-2019
  • 04-06-2019
  • 03-06-2019
  • 02-06-2019
  • 01-06-2019
  • 31-05-2019
  • 30-05-2019
  • 29-05-2019
  • 28-05-2019
  • 27-05-2019
  • 26-05-2019
  • 25-05-2019
  • 24-05-2019
  • 23-05-2019
  • 22-05-2019
  • 21-05-2019
  • 20-05-2019
  • 19-05-2019
  • 18-05-2019
  • 17-05-2019
  • 16-05-2019
  • 15-05-2019
  • 14-05-2019
  • 13-05-2019
  • 12-05-2019
  • 11-05-2019
  • 10-05-2019
  • 09-05-2019
  • 08-05-2019
  • 07-05-2019
  • 06-05-2019
  • 05-05-2019
  • 04-05-2019
  • 03-05-2019
  • 02-05-2019
  • 01-05-2019
  • 30-04-2019
  • 29-04-2019
  • 28-04-2019
  • 27-04-2019
  • 26-04-2019
  • 25-04-2019
  • 24-04-2019
  • 23-04-2019
  • 22-04-2019
  • 21-04-2019
  • 20-04-2019
  • 19-04-2019
  • 18-04-2019
  • 17-04-2019
  • 16-04-2019
  • 15-04-2019
  • 14-04-2019
  • 13-04-2019
  • 12-04-2019
  • 11-04-2019
  • 10-04-2019
  • 09-04-2019
  • 08-04-2019
  • 07-04-2019
  • 06-04-2019
  • 05-04-2019
  • 04-04-2019
  • 03-04-2019
  • 02-04-2019
  • 01-04-2019
  • 31-03-2019
  • 30-03-2019
  • 29-03-2019
  • 28-03-2019
  • 27-03-2019
  • 26-03-2019
  • 25-03-2019
  • 24-03-2019
  • 23-03-2019
  • 22-03-2019
  • 21-03-2019
  • 20-03-2019
  • 19-03-2019
  • 18-03-2019
  • 17-03-2019
  • 16-03-2019
  • 15-03-2019
  • 14-03-2019
  • 13-03-2019
  • 12-03-2019
  • 11-03-2019
  • 10-03-2019
  • 09-03-2019
  • 08-03-2019
  • 07-03-2019
  • 06-03-2019
  • 05-03-2019
  • 04-03-2019
  • 03-03-2019
  • 02-03-2019
  • 01-03-2019
  • 28-02-2019
  • 27-02-2019
  • 26-02-2019
  • 25-02-2019
  • 24-02-2019
  • 23-02-2019
  • 22-02-2019
  • 21-02-2019
  • 20-02-2019
  • 19-02-2019
  • 18-02-2019
  • 17-02-2019
  • 16-02-2019
  • 15-02-2019
  • 14-02-2019
  • 13-02-2019
  • 12-02-2019
  • 11-02-2019
  • 10-02-2019
  • 09-02-2019
  • 08-02-2019
  • 07-02-2019
  • 06-02-2019
  • 05-02-2019
  • 04-02-2019
  • 03-02-2019
  • 02-02-2019
  • 01-02-2019
  • 31-01-2019
  • 30-01-2019
  • 29-01-2019
  • 28-01-2019
  • 27-01-2019
  • 26-01-2019
  • 25-01-2019
  • 24-01-2019
  • 23-01-2019
  • 22-01-2019
  • 21-01-2019
  • 20-01-2019
  • 19-01-2019
  • 18-01-2019
  • 17-01-2019
  • 16-01-2019
  • 15-01-2019
  • 14-01-2019
  • 13-01-2019
  • 12-01-2019
  • 11-01-2019
  • 10-01-2019
  • 09-01-2019
  • 08-01-2019
  • 07-01-2019
  • 06-01-2019
  • 05-01-2019
  • 04-01-2019
  • 03-01-2019
  • 02-01-2019
  • 01-01-2019
  • 31-12-2018
  • 30-12-2018
  • 29-12-2018
  • 28-12-2018
  • 27-12-2018
  • 26-12-2018
  • 25-12-2018
  • 24-12-2018
  • 23-12-2018
  • 22-12-2018
  • 21-12-2018
  • 20-12-2018
  • 19-12-2018
  • 18-12-2018
  • 17-12-2018
  • 16-12-2018
  • 15-12-2018
  • 14-12-2018
  • 13-12-2018
  • 12-12-2018
  • 11-12-2018
  • 10-12-2018
  • 09-12-2018
  • 08-12-2018
  • 07-12-2018
  • 06-12-2018
  • 05-12-2018
  • 04-12-2018
  • 03-12-2018
  • 02-12-2018
  • 01-12-2018
  • 30-11-2018
  • 29-11-2018
  • 28-11-2018
  • 27-11-2018
  • 26-11-2018
  • 25-11-2018
  • 24-11-2018
  • 23-11-2018
  • 22-11-2018
  • 21-11-2018
  • 20-11-2018
  • 19-11-2018
  • 18-11-2018
  • 17-11-2018
  • 16-11-2018
  • 15-11-2018
  • 14-11-2018
  • 13-11-2018
  • 12-11-2018
  • 11-11-2018
  • 10-11-2018
  • 09-11-2018
  • 08-11-2018
  • 07-11-2018
  • 06-11-2018
  • 05-11-2018
  • 04-11-2018
  • 03-11-2018
  • 02-11-2018
  • 01-11-2018
  • 31-10-2018
  • 30-10-2018
  • 29-10-2018
  • 28-10-2018
  • 27-10-2018
  • 26-10-2018
  • 25-10-2018
  • 24-10-2018
  • 23-10-2018
  • 22-10-2018
  • 21-10-2018
  • 20-10-2018
  • 19-10-2018
  • 18-10-2018
  • 17-10-2018
  • 16-10-2018
  • 15-10-2018
  • 14-10-2018
  • 13-10-2018
  • 12-10-2018
  • 11-10-2018
  • 10-10-2018
  • 09-10-2018
  • 08-10-2018
  • 07-10-2018
  • 06-10-2018
  • 05-10-2018
  • 04-10-2018
  • 03-10-2018
  • 02-10-2018
  • 01-10-2018
  • 30-09-2018
  • 29-09-2018
  • 28-09-2018
  • 27-09-2018
  • 26-09-2018
  • 25-09-2018
  • 24-09-2018
  • 23-09-2018
  • 22-09-2018
  • 21-09-2018
  • 20-09-2018
  • 19-09-2018
  • 18-09-2018
  • 17-09-2018
  • 16-09-2018
  • 15-09-2018
  • 14-09-2018
  • 13-09-2018
  • 12-09-2018
  • 11-09-2018
  • 10-09-2018
  • 09-09-2018
  • 08-09-2018
  • 07-09-2018
  • 06-09-2018
  • 05-09-2018
  • 04-09-2018
  • 03-09-2018
  • 02-09-2018
  • 01-09-2018
  • 31-08-2018
  • 30-08-2018
  • 29-08-2018
  • 28-08-2018
  • 27-08-2018
  • 26-08-2018
  • 25-08-2018
  • 24-08-2018
  • 23-08-2018
  • 22-08-2018
  • 21-08-2018
  • 20-08-2018
  • 19-08-2018
  • 18-08-2018
  • 17-08-2018
  • 16-08-2018
  • 15-08-2018
  • 14-08-2018
  • 13-08-2018
  • 12-08-2018
  • 11-08-2018
  • 10-08-2018
  • 09-08-2018
  • 08-08-2018
  • 07-08-2018
  • 06-08-2018
  • 05-08-2018
  • 04-08-2018
  • 03-08-2018
  • 02-08-2018
  • 01-08-2018
  • 31-07-2018
  • 30-07-2018
  • 29-07-2018
  • 28-07-2018
  • 27-07-2018
  • 26-07-2018
  • 25-07-2018
  • 24-07-2018
  • 23-07-2018
  • 22-07-2018
  • 21-07-2018
  • 20-07-2018
  • 19-07-2018
  • 18-07-2018
  • 17-07-2018
  • 16-07-2018
  • 15-07-2018
  • 14-07-2018
  • 13-07-2018
  • 12-07-2018
  • 11-07-2018
  • 10-07-2018
  • 09-07-2018
  • 08-07-2018
  • 07-07-2018
  • 06-07-2018
  • 05-07-2018
  • 04-07-2018
  • 03-07-2018
  • 02-07-2018
  • 01-07-2018
  • 30-06-2018
  • 29-06-2018
  • 28-06-2018
  • 27-06-2018
  • 26-06-2018
  • 25-06-2018
  • 24-06-2018
  • 23-06-2018
  • 22-06-2018
  • 21-06-2018
  • 20-06-2018
  • 19-06-2018
  • 18-06-2018
  • 17-06-2018
  • 16-06-2018
  • 15-06-2018
  • 14-06-2018
  • 13-06-2018
  • 12-06-2018
  • 11-06-2018
  • 10-06-2018
  • 09-06-2018
  • 08-06-2018
  • 07-06-2018
  • 06-06-2018
  • 05-06-2018
  • 04-06-2018
  • 03-06-2018
  • 02-06-2018
  • 01-06-2018
  • 31-05-2018
  • 30-05-2018
  • 29-05-2018
  • 28-05-2018
  • 27-05-2018
  • 26-05-2018
  • 25-05-2018
  • 24-05-2018
  • 23-05-2018
  • 22-05-2018
  • 21-05-2018
  • 20-05-2018
  • 19-05-2018
  • 18-05-2018
  • 17-05-2018
  • 16-05-2018
  • 15-05-2018
  • 14-05-2018
  • 13-05-2018
  • 12-05-2018
  • 11-05-2018
  • 10-05-2018
  • 09-05-2018
  • 08-05-2018
  • 07-05-2018
  • 06-05-2018
  • 05-05-2018
  • 04-05-2018
  • 03-05-2018
  • 02-05-2018
  • 01-05-2018
  • 30-04-2018
  • 29-04-2018
  • 28-04-2018
  • 27-04-2018
  • 26-04-2018
  • 25-04-2018
  • 24-04-2018
  • 23-04-2018
  • 22-04-2018
  • 21-04-2018
  • 20-04-2018
  • 19-04-2018
  • 18-04-2018
  • 17-04-2018
  • 16-04-2018
  • 15-04-2018
  • 14-04-2018
  • 13-04-2018
  • 12-04-2018
  • 11-04-2018
  • 10-04-2018
  • 09-04-2018
  • 08-04-2018
  • 07-04-2018
  • 06-04-2018
  • 05-04-2018
  • 04-04-2018
  • 03-04-2018
  • 02-04-2018
  • 01-04-2018
  • 31-03-2018
  • 30-03-2018
  • 29-03-2018
  • 28-03-2018
  • 27-03-2018
  • 26-03-2018
  • 25-03-2018
  • 24-03-2018
  • 23-03-2018
  • 22-03-2018
  • 21-03-2018
  • 20-03-2018
  • 19-03-2018
  • 18-03-2018
  • 17-03-2018
  • 16-03-2018
  • 15-03-2018
  • 14-03-2018
  • 13-03-2018
  • 12-03-2018
  • 11-03-2018
  • 10-03-2018
  • 09-03-2018
  • 08-03-2018
  • 07-03-2018
  • 06-03-2018
  • 05-03-2018
  • 04-03-2018
  • 03-03-2018
  • 02-03-2018
  • 01-03-2018
  • 28-02-2018
  • 27-02-2018
  • 26-02-2018
  • 25-02-2018
  • 24-02-2018
  • 23-02-2018
  • 22-02-2018
  • 21-02-2018
  • 20-02-2018
  • 19-02-2018
  • 18-02-2018
  • 17-02-2018
  • 16-02-2018
  • 15-02-2018
  • 14-02-2018
  • 13-02-2018
  • 12-02-2018
  • 11-02-2018
  • 10-02-2018
  • 09-02-2018
  • 08-02-2018
  • 07-02-2018
  • 06-02-2018
  • 05-02-2018
  • 04-02-2018
  • 03-02-2018
  • 02-02-2018
  • 01-02-2018
  • 31-01-2018
  • 30-01-2018
  • 29-01-2018
  • 28-01-2018
  • 27-01-2018
  • 26-01-2018
  • 25-01-2018
  • 24-01-2018
  • 23-01-2018
  • 22-01-2018
  • 21-01-2018
  • 20-01-2018
  • 19-01-2018
  • 18-01-2018
  • 17-01-2018
  • 16-01-2018
  • 15-01-2018
  • 14-01-2018
  • 13-01-2018
  • 12-01-2018
  • 11-01-2018
  • 10-01-2018
  • 09-01-2018
  • 08-01-2018
  • 07-01-2018
  • 06-01-2018
  • 05-01-2018
  • 04-01-2018
  • 03-01-2018
  • 02-01-2018
  • 01-01-2018
  • 31-12-2017
  • 30-12-2017
  • 29-12-2017
  • 28-12-2017
  • 27-12-2017
  • 26-12-2017
  • 25-12-2017
  • 24-12-2017
  • 23-12-2017
  • 22-12-2017
  • 21-12-2017
  • 20-12-2017
  • 19-12-2017
  • 18-12-2017
  • 17-12-2017
  • 16-12-2017
  • 15-12-2017
  • 14-12-2017
  • 13-12-2017
  • 12-12-2017
  • 11-12-2017
  • 10-12-2017
  • 09-12-2017
  • 08-12-2017
  • 07-12-2017
  • 06-12-2017
  • 05-12-2017
  • 04-12-2017
  • 03-12-2017
  • 02-12-2017
  • 01-12-2017
  • 30-11-2017
  • 29-11-2017
  • 28-11-2017
  • 27-11-2017
  • 26-11-2017
  • 25-11-2017
  • 24-11-2017
  • 23-11-2017
  • 22-11-2017
  • 21-11-2017
  • 20-11-2017
  • 19-11-2017
  • 18-11-2017
  • 17-11-2017
  • 16-11-2017
  • 15-11-2017
  • 14-11-2017
  • 13-11-2017
  • 12-11-2017
  • 11-11-2017
  • 10-11-2017
  • 09-11-2017
  • 08-11-2017
  • 07-11-2017
  • 06-11-2017
  • 05-11-2017
  • 04-11-2017
  • 03-11-2017
  • 02-11-2017
  • 01-11-2017
  • 31-10-2017
  • 30-10-2017
  • 29-10-2017
  • 28-10-2017
  • 27-10-2017
  • 26-10-2017
  • 25-10-2017
  • 24-10-2017
  • 23-10-2017
  • 22-10-2017
  • 21-10-2017
  • 20-10-2017
  • 19-10-2017
  • 18-10-2017
  • 17-10-2017
  • 16-10-2017
  • 15-10-2017
  • 14-10-2017
  • 13-10-2017
  • 12-10-2017
  • 11-10-2017
  • 10-10-2017
  • 09-10-2017
  • 08-10-2017
  • 07-10-2017
  • 06-10-2017
  • 05-10-2017
  • 04-10-2017
  • 03-10-2017
  • 02-10-2017
  • 01-10-2017
  • 30-09-2017
  • 29-09-2017
  • 28-09-2017
  • 27-09-2017
  • 26-09-2017
  • 25-09-2017
  • 24-09-2017
  • 23-09-2017
  • 22-09-2017
  • 21-09-2017
  • 20-09-2017
  • 19-09-2017
  • 18-09-2017
  • 17-09-2017
  • 16-09-2017
  • 15-09-2017
  • 14-09-2017
  • 13-09-2017
  • 12-09-2017
  • 11-09-2017
  • 10-09-2017
  • 09-09-2017
  • 08-09-2017
  • 07-09-2017
  • 06-09-2017
  • 05-09-2017
  • 04-09-2017
  • 03-09-2017
  • 02-09-2017
  • 01-09-2017
  • 31-08-2017
  • 30-08-2017
  • 29-08-2017
  • 28-08-2017
  • 27-08-2017
  • 26-08-2017
  • 25-08-2017
  • 24-08-2017
  • 23-08-2017
  • 22-08-2017
  • 21-08-2017
  • 20-08-2017
  • 19-08-2017
  • 18-08-2017
  • 17-08-2017
  • 16-08-2017
  • 15-08-2017
  • 14-08-2017
  • 13-08-2017
  • 12-08-2017
  • 11-08-2017
  • 10-08-2017
  • 09-08-2017
  • 08-08-2017
  • 07-08-2017
  • 06-08-2017
  • 05-08-2017
  • 04-08-2017
  • 03-08-2017
  • 02-08-2017
  • 01-08-2017
  • 31-07-2017
  • 30-07-2017
  • 29-07-2017
  • 28-07-2017
  • 27-07-2017
  • 26-07-2017
  • 25-07-2017
  • 24-07-2017
  • 23-07-2017
  • 22-07-2017
  • 21-07-2017
  • 20-07-2017
  • 19-07-2017
  • 18-07-2017
  • 17-07-2017
  • 16-07-2017
  • 15-07-2017
  • 14-07-2017
  • 13-07-2017
  • 12-07-2017
  • 11-07-2017
  • 10-07-2017
  • 09-07-2017
  • 08-07-2017
  • 07-07-2017
  • 06-07-2017
  • 05-07-2017
  • 04-07-2017
  • 03-07-2017
  • 02-07-2017
  • 01-07-2017
  • 30-06-2017
  • 29-06-2017
  • 28-06-2017
  • 27-06-2017
  • 26-06-2017
  • 25-06-2017
  • 24-06-2017
  • 23-06-2017
  • 22-06-2017
  • 21-06-2017
  • 20-06-2017
  • 19-06-2017
  • 18-06-2017
  • 17-06-2017
  • 16-06-2017
  • 15-06-2017
  • 14-06-2017
  • 13-06-2017
  • 12-06-2017
  • 11-06-2017
  • 10-06-2017
  • 09-06-2017
  • 08-06-2017
  • 07-06-2017
  • 06-06-2017
  • 05-06-2017
  • 04-06-2017
  • 03-06-2017
  • 02-06-2017
  • 01-06-2017
  • 31-05-2017
  • 30-05-2017
  • 29-05-2017
  • 28-05-2017
  • 27-05-2017
  • 26-05-2017
  • 25-05-2017
  • 24-05-2017
  • 23-05-2017
  • 22-05-2017
  • 21-05-2017
  • 20-05-2017
  • 19-05-2017
  • 18-05-2017
  • 17-05-2017
  • 16-05-2017
  • 15-05-2017
  • 14-05-2017
  • 13-05-2017
  • 12-05-2017
  • 11-05-2017
  • 10-05-2017
  • 09-05-2017
  • 08-05-2017
  • 07-05-2017
  • 06-05-2017
  • 05-05-2017
  • 04-05-2017
  • 03-05-2017
  • 02-05-2017
  • 01-05-2017
  • 30-04-2017
  • 29-04-2017
  • 28-04-2017
  • 27-04-2017
  • 26-04-2017
  • 25-04-2017
  • 24-04-2017
  • 23-04-2017
  • 22-04-2017
  • 21-04-2017
  • 20-04-2017
  • 19-04-2017
  • 18-04-2017
  • 17-04-2017
  • 16-04-2017
  • 15-04-2017
  • 14-04-2017
  • 13-04-2017
  • 12-04-2017
  • 11-04-2017
  • 10-04-2017
  • 09-04-2017
  • 08-04-2017
  • 07-04-2017
  • 06-04-2017
  • 05-04-2017
  • 04-04-2017
  • 03-04-2017
  • 02-04-2017
  • 01-04-2017
  • 31-03-2017
  • 30-03-2017
  • 29-03-2017
  • 28-03-2017
  • 27-03-2017
  • 26-03-2017
  • 25-03-2017
  • 24-03-2017
  • 23-03-2017
  • 22-03-2017
  • 21-03-2017
  • 20-03-2017
  • 19-03-2017
  • 18-03-2017
  • 17-03-2017
  • 16-03-2017
  • 15-03-2017
  • 14-03-2017
  • 13-03-2017
  • 12-03-2017
  • 11-03-2017
  • 10-03-2017
  • 09-03-2017
  • 08-03-2017
  • 07-03-2017
  • 06-03-2017
  • 05-03-2017
  • 04-03-2017
  • 03-03-2017
  • 02-03-2017
  • 01-03-2017
  • 28-02-2017
  • 27-02-2017
  • 26-02-2017
  • 25-02-2017
  • 24-02-2017
  • 23-02-2017
  • 22-02-2017
  • 21-02-2017
  • 20-02-2017
  • 19-02-2017
  • 18-02-2017
  • 17-02-2017
  • 16-02-2017
  • 15-02-2017
  • 14-02-2017
  • 13-02-2017
  • 12-02-2017
  • 11-02-2017
  • 10-02-2017
  • 09-02-2017
  • 08-02-2017
  • 07-02-2017
  • 06-02-2017
  • 05-02-2017
  • 04-02-2017
  • 03-02-2017
  • 02-02-2017
  • 01-02-2017
  • 31-01-2017
  • 30-01-2017
  • 29-01-2017
  • 28-01-2017
  • 27-01-2017
  • 26-01-2017
  • 25-01-2017
  • 24-01-2017
  • 23-01-2017
  • 22-01-2017
  • 21-01-2017
  • 20-01-2017
  • 19-01-2017
  • 18-01-2017
  • 17-01-2017
  • 16-01-2017
  • 15-01-2017
  • 14-01-2017
  • 13-01-2017
  • 12-01-2017
  • 11-01-2017
  • 10-01-2017
  • 09-01-2017
  • 08-01-2017
  • 07-01-2017
  • 06-01-2017
  • 05-01-2017
  • 04-01-2017
  • 03-01-2017
  • 02-01-2017
  • 01-01-2017
  • 31-12-2016
  • 30-12-2016
  • 29-12-2016
  • 28-12-2016
  • 27-12-2016
  • 26-12-2016
  • 25-12-2016
  • 24-12-2016
  • 23-12-2016
  • 22-12-2016
  • 21-12-2016
  • 20-12-2016
  • 19-12-2016
  • 18-12-2016
  • 17-12-2016
  • 16-12-2016
  • 15-12-2016
  • 14-12-2016
  • 13-12-2016
  • 12-12-2016
  • 11-12-2016
  • 10-12-2016
  • 09-12-2016
  • 08-12-2016
  • 07-12-2016
  • 06-12-2016
  • 05-12-2016
  • 04-12-2016
  • 03-12-2016
  • 02-12-2016
  • 01-12-2016
  • 30-11-2016
  • 29-11-2016
  • 28-11-2016
  • 27-11-2016
  • 26-11-2016
  • 25-11-2016
  • 24-11-2016
  • 23-11-2016
  • 22-11-2016
  • 21-11-2016
  • 20-11-2016
  • 19-11-2016
  • 18-11-2016
  • 17-11-2016
  • 16-11-2016
  • 15-11-2016
  • 14-11-2016
  • 13-11-2016
  • 12-11-2016
  • 11-11-2016
  • 10-11-2016
  • 09-11-2016
  • 08-11-2016
  • 07-11-2016
  • 06-11-2016
  • 05-11-2016
  • 04-11-2016
  • 03-11-2016
  • 02-11-2016
  • 01-11-2016
  • 31-10-2016
  • 30-10-2016
  • 29-10-2016
  • 28-10-2016
  • 27-10-2016
  • 26-10-2016
  • 25-10-2016
  • 24-10-2016
  • 23-10-2016
  • 22-10-2016
  • 21-10-2016
  • 20-10-2016
  • 19-10-2016
  • 18-10-2016
  • 17-10-2016
  • 16-10-2016
  • 15-10-2016
  • 14-10-2016
  • 13-10-2016
  • 12-10-2016
  • 11-10-2016
  • 10-10-2016
  • 09-10-2016
  • 08-10-2016
  • 07-10-2016
  • 06-10-2016
  • 05-10-2016
  • 04-10-2016
  • 03-10-2016
  • 02-10-2016
  • 01-10-2016
  • 30-09-2016
  • 29-09-2016
  • 28-09-2016
  • 27-09-2016
  • 26-09-2016
  • 25-09-2016
  • 24-09-2016
  • 23-09-2016
  • 22-09-2016
  • 21-09-2016
  • 20-09-2016
  • 19-09-2016
  • 18-09-2016
  • 17-09-2016
  • 16-09-2016
  • 15-09-2016
  • 14-09-2016
  • 13-09-2016
  • 12-09-2016
  • 11-09-2016
  • 10-09-2016
  • 09-09-2016
  • 08-09-2016
  • 07-09-2016
  • 06-09-2016
  • 05-09-2016
  • 04-09-2016
  • 03-09-2016
  • 02-09-2016
  • 01-09-2016
  • 31-08-2016
  • 30-08-2016
  • 29-08-2016
  • 28-08-2016
  • 27-08-2016
  • 26-08-2016
  • 25-08-2016
  • 24-08-2016
  • 23-08-2016
  • 22-08-2016
  • 21-08-2016
  • 20-08-2016
  • 19-08-2016
  • 18-08-2016
  • 17-08-2016
  • 16-08-2016
  • 15-08-2016
  • 14-08-2016
  • 13-08-2016
  • 12-08-2016
  • 11-08-2016
  • 10-08-2016
  • 09-08-2016
  • 08-08-2016
  • 07-08-2016
  • 06-08-2016
  • 05-08-2016
  • 04-08-2016
  • 03-08-2016
  • 02-08-2016
  • 01-08-2016
  • 31-07-2016
  • 30-07-2016
  • 29-07-2016
  • 28-07-2016
  • 27-07-2016
  • 26-07-2016
  • 25-07-2016
  • 24-07-2016
  • 23-07-2016
  • 22-07-2016
  • 21-07-2016
  • 20-07-2016
  • 19-07-2016
  • 18-07-2016
  • 17-07-2016
  • 16-07-2016
  • 15-07-2016
  • 14-07-2016
  • 13-07-2016
  • 12-07-2016
  • 11-07-2016
  • 10-07-2016
  • 09-07-2016
  • 08-07-2016
  • 07-07-2016
  • 06-07-2016
  • 05-07-2016
  • 04-07-2016
  • 03-07-2016
  • 02-07-2016
  • 01-07-2016
  • 30-06-2016
  • 29-06-2016
  • 28-06-2016
  • 27-06-2016
  • 26-06-2016
  • 25-06-2016
  • 24-06-2016
  • 23-06-2016
  • 22-06-2016
  • 21-06-2016
  • 20-06-2016
  • 19-06-2016
  • 18-06-2016
  • 17-06-2016
  • 16-06-2016
  • 15-06-2016
  • 14-06-2016
  • 13-06-2016
  • 12-06-2016
  • 11-06-2016
  • 10-06-2016
  • 09-06-2016
  • 08-06-2016
  • 07-06-2016
  • 06-06-2016
  • 05-06-2016
  • 04-06-2016
  • 03-06-2016
  • 02-06-2016
  • 01-06-2016
  • 31-05-2016
  • 30-05-2016
  • 29-05-2016
  • 28-05-2016
  • 27-05-2016
  • 26-05-2016
  • 25-05-2016
  • 24-05-2016
  • 23-05-2016
  • 22-05-2016
  • 21-05-2016
  • 20-05-2016
  • 19-05-2016
  • 18-05-2016
  • 17-05-2016
  • 16-05-2016
  • 15-05-2016
  • 14-05-2016
  • 13-05-2016
  • 12-05-2016
  • 11-05-2016
  • 10-05-2016
  • 09-05-2016
  • 08-05-2016
  • 07-05-2016
  • 06-05-2016
  • 05-05-2016
  • 04-05-2016
  • 03-05-2016
  • 02-05-2016
  • 01-05-2016
  • 30-04-2016
  • 29-04-2016
  • 28-04-2016
  • 27-04-2016
  • 26-04-2016
  • 25-04-2016
  • 24-04-2016
  • 23-04-2016
  • 22-04-2016
  • 21-04-2016
  • 20-04-2016
  • 19-04-2016
  • 18-04-2016
  • 17-04-2016
  • 16-04-2016
  • 15-04-2016
  • 14-04-2016
  • 13-04-2016
  • 12-04-2016
  • 11-04-2016
  • 10-04-2016
  • 09-04-2016
  • 08-04-2016
  • 07-04-2016
  • 06-04-2016
  • 05-04-2016
  • 04-04-2016
  • 03-04-2016
  • 02-04-2016
  • 01-04-2016
  • 31-03-2016
  • 30-03-2016
  • 29-03-2016
  • 28-03-2016
  • 27-03-2016
  • 26-03-2016
  • 25-03-2016
  • 24-03-2016
  • 23-03-2016
  • 22-03-2016
  • 21-03-2016
  • 20-03-2016
  • 19-03-2016
  • 18-03-2016
  • 17-03-2016
  • 16-03-2016
  • 15-03-2016
  • 14-03-2016
  • 13-03-2016
  • 12-03-2016
  • 11-03-2016
  • 10-03-2016
  • 09-03-2016
  • 08-03-2016
  • 07-03-2016
  • 06-03-2016
  • 05-03-2016
  • 04-03-2016
  • 03-03-2016
  • 02-03-2016
  • 01-03-2016
  • 29-02-2016
  • 28-02-2016
  • 27-02-2016
  • 26-02-2016
  • 25-02-2016
  • 24-02-2016
  • 23-02-2016
  • 22-02-2016
  • 21-02-2016
  • 20-02-2016
  • 19-02-2016
  • 18-02-2016
  • 17-02-2016
  • 16-02-2016
  • 15-02-2016
  • 14-02-2016
  • 13-02-2016
  • 12-02-2016
  • 11-02-2016
  • 10-02-2016
  • 09-02-2016
  • 08-02-2016
  • 07-02-2016
  • 06-02-2016
  • 05-02-2016
  • 04-02-2016
  • 03-02-2016
  • 02-02-2016
  • 01-02-2016
  • 31-01-2016
  • 30-01-2016
  • 29-01-2016
  • 28-01-2016
  • 27-01-2016
  • 26-01-2016
  • 25-01-2016
  • 24-01-2016
  • 23-01-2016
  • 22-01-2016
  • 21-01-2016
  • 20-01-2016
  • 19-01-2016
  • 18-01-2016
  • 17-01-2016
  • 16-01-2016
  • 15-01-2016
  • 14-01-2016
  • 13-01-2016
  • 12-01-2016
  • 11-01-2016
  • 10-01-2016
  • 09-01-2016
  • 08-01-2016
  • 07-01-2016
  • 06-01-2016
  • 05-01-2016
  • 04-01-2016
  • 03-01-2016
  • 02-01-2016
  • 01-01-2016
  • 31-12-2015
  • 30-12-2015
  • 29-12-2015
  • 28-12-2015
  • 27-12-2015
  • 26-12-2015
  • 25-12-2015
  • 24-12-2015
  • 23-12-2015
  • 22-12-2015
  • 21-12-2015
  • 20-12-2015
  • 19-12-2015
  • 18-12-2015
  • 17-12-2015
  • 16-12-2015
  • 15-12-2015
  • 14-12-2015
  • 13-12-2015
  • 12-12-2015
  • 11-12-2015
  • 10-12-2015
  • 09-12-2015
  • 08-12-2015
  • 07-12-2015
  • 06-12-2015
  • 05-12-2015
  • 04-12-2015
  • 03-12-2015
  • 02-12-2015
  • 01-12-2015
  • 30-11-2015
  • 29-11-2015
  • 28-11-2015
  • 27-11-2015
  • 26-11-2015
  • 25-11-2015
  • 24-11-2015
  • 23-11-2015
  • 22-11-2015
  • 21-11-2015
  • 20-11-2015
  • 19-11-2015
  • 18-11-2015
  • 17-11-2015
  • 16-11-2015
  • 15-11-2015
  • 14-11-2015
  • 13-11-2015
  • 12-11-2015
  • 11-11-2015
  • 10-11-2015
  • 09-11-2015
  • 08-11-2015
  • 07-11-2015
  • 06-11-2015
  • 05-11-2015
  • 04-11-2015
  • 03-11-2015
  • 02-11-2015
  • 01-11-2015
  • 31-10-2015
  • 30-10-2015
  • 29-10-2015
  • 28-10-2015
  • 27-10-2015
  • 26-10-2015
  • 25-10-2015
  • 24-10-2015
  • 23-10-2015
  • 22-10-2015
  • 21-10-2015
  • 20-10-2015
  • 19-10-2015
  • 18-10-2015
  • 17-10-2015
  • 16-10-2015
  • 15-10-2015
  • 14-10-2015
  • 13-10-2015
  • 12-10-2015
  • 11-10-2015
  • 10-10-2015
  • 09-10-2015
  • 08-10-2015
  • 07-10-2015
  • 06-10-2015
  • 05-10-2015
  • 04-10-2015
  • 03-10-2015
  • 02-10-2015
  • 01-10-2015
  • 30-09-2015
  • 29-09-2015
  • 28-09-2015
  • 27-09-2015
  • 26-09-2015
  • 25-09-2015
  • 24-09-2015
  • 23-09-2015
  • 22-09-2015
  • 21-09-2015
  • 20-09-2015
  • 19-09-2015
  • 18-09-2015
  • 17-09-2015
  • 16-09-2015
  • 15-09-2015
  • 14-09-2015
  • 13-09-2015
  • 12-09-2015
  • 11-09-2015
  • 10-09-2015
  • 09-09-2015
  • 08-09-2015
  • 07-09-2015
  • 06-09-2015
  • 05-09-2015
  • 04-09-2015
  • 03-09-2015
  • 02-09-2015
  • 01-09-2015
  • 31-08-2015
  • 30-08-2015
  • 29-08-2015
  • 28-08-2015
  • 27-08-2015
  • 26-08-2015
  • 25-08-2015
  • 24-08-2015
  • 23-08-2015
  • 22-08-2015
  • 21-08-2015
  • 20-08-2015
  • 19-08-2015
  • 18-08-2015
  • 17-08-2015
  • 16-08-2015
  • 15-08-2015
  • 14-08-2015
  • 13-08-2015
  • 12-08-2015
  • 11-08-2015
  • 10-08-2015
  • 09-08-2015
  • 08-08-2015
  • 07-08-2015
  • 06-08-2015
  • 05-08-2015
  • 04-08-2015
  • 03-08-2015
  • 02-08-2015
  • 01-08-2015
  • 31-07-2015
  • 30-07-2015
  • 29-07-2015
  • 28-07-2015
  • 27-07-2015
  • 26-07-2015
  • 25-07-2015
  • 24-07-2015
  • 23-07-2015
  • 22-07-2015
  • 21-07-2015
  • 20-07-2015
  • 19-07-2015
  • 18-07-2015
  • 17-07-2015
  • 16-07-2015
  • 15-07-2015
  • 14-07-2015
  • 13-07-2015
  • 12-07-2015
  • 11-07-2015
  • 10-07-2015
  • 09-07-2015
  • 08-07-2015
  • 07-07-2015
  • 06-07-2015
  • 05-07-2015
  • 04-07-2015
  • 03-07-2015
  • 02-07-2015
  • 01-07-2015
  • 30-06-2015
  • 29-06-2015
  • 28-06-2015
  • 27-06-2015
  • 26-06-2015
  • 25-06-2015
  • 24-06-2015
  • 23-06-2015
  • 22-06-2015
  • 21-06-2015
  • 20-06-2015
  • 19-06-2015
  • 18-06-2015
  • 17-06-2015
  • 16-06-2015
  • 15-06-2015
  • 14-06-2015
  • 13-06-2015
  • 12-06-2015
  • 11-06-2015
  • 10-06-2015
  • 09-06-2015
  • 08-06-2015
  • 07-06-2015
  • 06-06-2015
  • 05-06-2015
  • 04-06-2015
  • 03-06-2015
  • 02-06-2015
  • 01-06-2015
  • 31-05-2015
  • 30-05-2015
  • 29-05-2015
  • 28-05-2015
  • 27-05-2015
  • 26-05-2015
  • 25-05-2015
  • 24-05-2015
  • 23-05-2015
  • 22-05-2015
  • 21-05-2015
  • 20-05-2015
  • 19-05-2015
  • 18-05-2015
  • 17-05-2015
  • 16-05-2015
  • 15-05-2015
  • 14-05-2015
  • 13-05-2015
  • 12-05-2015
  • 11-05-2015
  • 10-05-2015
  • 09-05-2015
  • 08-05-2015
  • 07-05-2015
  • 06-05-2015
  • 05-05-2015
  • 04-05-2015
  • 03-05-2015
  • 02-05-2015
  • 01-05-2015
  • 30-04-2015
  • 29-04-2015
  • 28-04-2015
  • 27-04-2015
  • 26-04-2015
  • 25-04-2015
  • 24-04-2015
  • 23-04-2015
  • 22-04-2015
  • 21-04-2015
  • 20-04-2015
  • 19-04-2015
  • 18-04-2015
  • 17-04-2015
  • 16-04-2015
  • 15-04-2015
  • 14-04-2015
  • 13-04-2015
  • 12-04-2015
  • 11-04-2015
  • 10-04-2015
  • 09-04-2015
  • 08-04-2015
  • 07-04-2015
  • 06-04-2015
  • 05-04-2015
  • 04-04-2015
  • 03-04-2015
  • 02-04-2015
  • 01-04-2015
  • 31-03-2015
  • 30-03-2015
  • 29-03-2015
  • 28-03-2015
  • 27-03-2015
  • 26-03-2015
  • 25-03-2015
  • 24-03-2015
  • 23-03-2015
  • 22-03-2015
  • 21-03-2015
  • 20-03-2015
  • 19-03-2015
  • 18-03-2015
  • 17-03-2015
  • 16-03-2015
  • 15-03-2015
  • 14-03-2015
  • 13-03-2015
  • 12-03-2015
  • 11-03-2015
  • 10-03-2015
  • 09-03-2015
  • 08-03-2015
  • 07-03-2015
  • 06-03-2015
  • 05-03-2015
  • 04-03-2015
  • 03-03-2015
  • 02-03-2015
  • 01-03-2015
  • 28-02-2015
  • 27-02-2015
  • 26-02-2015
  • 25-02-2015
  • 24-02-2015
  • 23-02-2015
  • 22-02-2015
  • 21-02-2015
  • 20-02-2015
  • 19-02-2015
  • 18-02-2015
  • 17-02-2015
  • 16-02-2015
  • 15-02-2015
  • 14-02-2015
  • 13-02-2015
  • 12-02-2015
  • 11-02-2015
  • 10-02-2015
  • 09-02-2015
  • 08-02-2015
  • 07-02-2015
  • 06-02-2015
  • 05-02-2015
  • 04-02-2015
  • 03-02-2015
  • 02-02-2015
  • 01-02-2015
  • 31-01-2015
  • 30-01-2015
  • 29-01-2015
  • 28-01-2015
  • 27-01-2015
  • 26-01-2015
  • 25-01-2015
  • 24-01-2015
  • 23-01-2015
  • 22-01-2015
  • 21-01-2015
  • 20-01-2015
  • 19-01-2015
  • 18-01-2015
  • 17-01-2015
  • 16-01-2015
  • 15-01-2015
  • 14-01-2015
  • 13-01-2015
  • 12-01-2015
  • 11-01-2015
  • 10-01-2015
  • 09-01-2015
  • 08-01-2015
  • 07-01-2015
  • 06-01-2015
  • 05-01-2015
  • 04-01-2015
  • 03-01-2015
  • 02-01-2015
  • 01-01-2015
  • 31-12-2014
  • 30-12-2014
  • 29-12-2014
  • 28-12-2014
  • 27-12-2014
  • 26-12-2014
  • 25-12-2014
  • 24-12-2014
  • 23-12-2014
  • 22-12-2014
  • 21-12-2014
  • 20-12-2014
  • 19-12-2014
  • 18-12-2014
  • 17-12-2014
  • 16-12-2014
  • 15-12-2014
  • 14-12-2014
  • 13-12-2014
  • 12-12-2014
  • 11-12-2014
  • 10-12-2014
  • 09-12-2014
  • 08-12-2014
  • 07-12-2014
  • 06-12-2014
  • 05-12-2014
  • 04-12-2014
  • 03-12-2014
  • 02-12-2014
  • 01-12-2014
  • 30-11-2014
  • 29-11-2014
  • 28-11-2014
  • 27-11-2014
  • 26-11-2014
  • 25-11-2014
  • 24-11-2014
  • 23-11-2014
  • 22-11-2014
  • 21-11-2014
  • 20-11-2014
  • 19-11-2014
  • 18-11-2014
  • 17-11-2014
  • 16-11-2014
  • 15-11-2014
  • 14-11-2014
  • 13-11-2014
  • 12-11-2014
  • 11-11-2014
  • 10-11-2014
  • 09-11-2014
  • 08-11-2014
  • 07-11-2014
  • 06-11-2014
  • 05-11-2014
  • 04-11-2014
  • 03-11-2014
  • 02-11-2014
  • 01-11-2014
  • 31-10-2014
  • 30-10-2014
  • 29-10-2014
  • 28-10-2014
  • 27-10-2014
  • 26-10-2014
  • 25-10-2014
  • 24-10-2014
  • 23-10-2014
  • 22-10-2014
  • 21-10-2014
  • 20-10-2014
  • 19-10-2014
  • 18-10-2014
  • 17-10-2014
  • 16-10-2014
  • 15-10-2014
  • 14-10-2014
  • 13-10-2014
  • 12-10-2014
  • 11-10-2014
  • 10-10-2014
  • 09-10-2014
  • 08-10-2014
  • 07-10-2014
  • 06-10-2014
  • 05-10-2014
  • 04-10-2014
  • 03-10-2014
  • 02-10-2014
  • 01-10-2014
  • 30-09-2014
  • 29-09-2014
  • 28-09-2014
  • 27-09-2014
  • 26-09-2014
  • 25-09-2014
  • 24-09-2014
  • 23-09-2014
  • 22-09-2014
  • 21-09-2014
  • 20-09-2014
  • 19-09-2014
  • 18-09-2014
  • 17-09-2014
  • 16-09-2014
  • 15-09-2014
  • 14-09-2014
  • 13-09-2014
  • 12-09-2014
  • 11-09-2014
  • 10-09-2014
  • 09-09-2014
  • 08-09-2014
  • 07-09-2014
  • 06-09-2014
  • 05-09-2014
  • 04-09-2014
  • 03-09-2014
  • 02-09-2014
  • 01-09-2014
  • 31-08-2014
  • 30-08-2014
  • 29-08-2014
  • 28-08-2014
  • 27-08-2014
  • 26-08-2014
  • 25-08-2014
  • 24-08-2014
  • 23-08-2014
  • 22-08-2014
  • 21-08-2014
  • 20-08-2014
  • 19-08-2014
  • 18-08-2014
  • 17-08-2014
  • 16-08-2014
  • 15-08-2014
  • 14-08-2014
  • 13-08-2014
  • 12-08-2014
  • 11-08-2014
  • 10-08-2014
  • 09-08-2014
  • 08-08-2014
  • 07-08-2014
  • 06-08-2014
  • 05-08-2014
  • 04-08-2014
  • 03-08-2014
  • 02-08-2014
  • 01-08-2014
  • 31-07-2014
  • 30-07-2014
  • 29-07-2014
  • 28-07-2014
  • 27-07-2014
  • 26-07-2014
  • 25-07-2014
  • 24-07-2014
  • 23-07-2014
  • 22-07-2014
  • 21-07-2014
  • 20-07-2014
  • 19-07-2014
  • 18-07-2014
  • 17-07-2014
  • 16-07-2014
  • 15-07-2014
  • 14-07-2014
  • 13-07-2014
  • 12-07-2014
  • 11-07-2014
  • 10-07-2014
  • 09-07-2014
  • 08-07-2014
  • 07-07-2014
  • 06-07-2014
  • 05-07-2014
  • 04-07-2014
  • 03-07-2014
  • 02-07-2014
  • 01-07-2014
  • 30-06-2014
  • 29-06-2014
  • 28-06-2014
  • 27-06-2014
  • 26-06-2014
  • 25-06-2014
  • 24-06-2014
  • 23-06-2014
  • 22-06-2014
  • 21-06-2014
  • 20-06-2014
  • 19-06-2014
  • 18-06-2014
  • 17-06-2014
  • 16-06-2014
  • 15-06-2014
  • 14-06-2014
  • 13-06-2014
  • 12-06-2014
  • 11-06-2014
  • 10-06-2014
  • 09-06-2014
  • 08-06-2014
  • 07-06-2014
  • 06-06-2014
  • 05-06-2014
  • 04-06-2014
  • 03-06-2014
  • 02-06-2014
  • 01-06-2014
  • 31-05-2014
  • 30-05-2014
  • 29-05-2014
  • 28-05-2014
  • 27-05-2014
  • 26-05-2014
  • 25-05-2014
  • 24-05-2014
  • 23-05-2014
  • 22-05-2014
  • 21-05-2014
  • 20-05-2014
  • 19-05-2014
  • 18-05-2014
  • 17-05-2014
  • 16-05-2014
  • 15-05-2014
  • 14-05-2014
  • 13-05-2014
  • 12-05-2014
  • 11-05-2014
  • 10-05-2014
  • 09-05-2014
  • 08-05-2014
  • 07-05-2014
  • 06-05-2014
  • 05-05-2014
  • 04-05-2014
  • 03-05-2014
  • 02-05-2014
  • 01-05-2014
  • 30-04-2014
  • 29-04-2014
  • 28-04-2014
  • 27-04-2014
  • 26-04-2014
  • 25-04-2014
  • 24-04-2014
  • 23-04-2014
  • 22-04-2014
  • 21-04-2014
  • 20-04-2014
  • 19-04-2014
  • 18-04-2014
  • 17-04-2014
  • 16-04-2014
  • 15-04-2014
  • 14-04-2014
  • 13-04-2014
  • 12-04-2014
  • 11-04-2014
  • 10-04-2014
  • 09-04-2014
  • 08-04-2014
  • 07-04-2014
  • 06-04-2014
  • 05-04-2014
  • 04-04-2014
  • 03-04-2014
  • 02-04-2014
  • 01-04-2014
  • 31-03-2014
  • 30-03-2014
  • 29-03-2014
  • 28-03-2014
  • 27-03-2014
  • 26-03-2014
  • 25-03-2014
  • 24-03-2014
  • 23-03-2014
  • 22-03-2014
  • 21-03-2014
  • 20-03-2014
  • 19-03-2014
  • 18-03-2014
  • 17-03-2014
  • 16-03-2014
  • 15-03-2014
  • 14-03-2014
  • 13-03-2014
  • 12-03-2014
  • 11-03-2014
  • 10-03-2014
  • 09-03-2014
  • 08-03-2014
  • 07-03-2014
  • 06-03-2014
  • 05-03-2014
  • 04-03-2014
  • 03-03-2014
  • 02-03-2014
  • 01-03-2014
  • 28-02-2014
  • 27-02-2014
  • 26-02-2014
  • 25-02-2014
  • 24-02-2014
  • 23-02-2014
  • 22-02-2014
  • 21-02-2014
  • 20-02-2014
  • 19-02-2014
  • 18-02-2014
  • 17-02-2014
  • 16-02-2014
  • 15-02-2014
  • 14-02-2014
  • 13-02-2014
  • 12-02-2014
  • 11-02-2014
  • 10-02-2014
  • 09-02-2014
  • 08-02-2014
  • 07-02-2014
  • 06-02-2014
  • 05-02-2014
  • 04-02-2014
  • 03-02-2014
  • 02-02-2014
  • 01-02-2014
  • 31-01-2014
  • 30-01-2014
  • 29-01-2014
  • 28-01-2014
  • 27-01-2014
  • 26-01-2014
  • 25-01-2014
  • 24-01-2014
  • 23-01-2014
  • 22-01-2014
  • 21-01-2014
  • 20-01-2014
  • 19-01-2014
  • 18-01-2014
  • 17-01-2014
  • 16-01-2014
  • 15-01-2014
  • 14-01-2014
  • 13-01-2014
  • 12-01-2014
  • 11-01-2014
  • 10-01-2014
  • 09-01-2014
  • 08-01-2014
  • 07-01-2014
  • 06-01-2014
  • 05-01-2014
  • 04-01-2014
  • 03-01-2014
  • 02-01-2014
  • 01-01-2014
  • 31-12-2013
  • 30-12-2013
  • 29-12-2013
  • 28-12-2013
  • 27-12-2013
  • 26-12-2013
  • 25-12-2013
  • 24-12-2013
  • 23-12-2013
  • 22-12-2013
  • 21-12-2013
  • 20-12-2013
  • 19-12-2013
  • 18-12-2013
  • 17-12-2013
  • 16-12-2013
  • 15-12-2013
  • 14-12-2013
  • 13-12-2013
  • 12-12-2013
  • 11-12-2013
  • 10-12-2013
  • 09-12-2013
  • 08-12-2013
  • 07-12-2013
  • 06-12-2013
  • 05-12-2013
  • 04-12-2013
  • 03-12-2013
  • 02-12-2013
  • 01-12-2013
  • 30-11-2013
  • 29-11-2013
  • 28-11-2013
  • 27-11-2013
  • 26-11-2013
  • 25-11-2013
  • 24-11-2013
  • 23-11-2013
  • 22-11-2013
  • 21-11-2013
  • 20-11-2013
  • 19-11-2013
  • 18-11-2013
  • 17-11-2013
  • 16-11-2013
  • 15-11-2013
  • 14-11-2013
  • 13-11-2013
  • 12-11-2013
  • 11-11-2013
  • 10-11-2013
  • 09-11-2013
  • 08-11-2013
  • 07-11-2013
  • 06-11-2013
  • 05-11-2013
  • 04-11-2013
  • 03-11-2013
  • 02-11-2013
  • 01-11-2013
  • 31-10-2013
  • 30-10-2013
  • 29-10-2013
  • 28-10-2013
  • 27-10-2013
  • 26-10-2013
  • 25-10-2013
  • 24-10-2013
  • 23-10-2013
  • 22-10-2013
  • 21-10-2013
  • 20-10-2013
  • 19-10-2013
  • 18-10-2013
  • 17-10-2013
  • 16-10-2013
  • 15-10-2013
  • 14-10-2013
  • 13-10-2013
  • 12-10-2013
  • 11-10-2013
  • 10-10-2013
  • 09-10-2013
  • 08-10-2013
  • 07-10-2013
  • 06-10-2013
  • 05-10-2013
  • 04-10-2013
  • 03-10-2013
  • 02-10-2013
  • 01-10-2013
  • 30-09-2013
  • 29-09-2013
  • 28-09-2013
  • 27-09-2013
  • 26-09-2013
  • 25-09-2013
  • 24-09-2013
  • 23-09-2013
  • 22-09-2013
  • 21-09-2013
  • 20-09-2013
  • 19-09-2013
  • 18-09-2013
  • 17-09-2013
  • 16-09-2013
  • 15-09-2013
  • 14-09-2013
  • 13-09-2013
  • 12-09-2013
  • 11-09-2013
  • 10-09-2013
  • 09-09-2013
  • 08-09-2013
  • 07-09-2013
  • 06-09-2013
  • 05-09-2013
  • 04-09-2013
  • 03-09-2013
  • 02-09-2013
  • 01-09-2013
  • 31-08-2013
  • 30-08-2013
  • 29-08-2013
  • 28-08-2013
  • 27-08-2013
  • 26-08-2013
  • 25-08-2013
  • 24-08-2013
  • 23-08-2013
  • 22-08-2013
  • 21-08-2013
  • 20-08-2013
  • 19-08-2013
  • 18-08-2013
  • 17-08-2013
  • 16-08-2013
  • 15-08-2013
  • 14-08-2013
  • 13-08-2013
  • 12-08-2013
  • 11-08-2013
  • 10-08-2013
  • 09-08-2013
  • 08-08-2013
  • 07-08-2013
  • 06-08-2013
  • 05-08-2013
  • 04-08-2013
  • 03-08-2013
  • 02-08-2013
  • 01-08-2013
  • 31-07-2013
  • 30-07-2013
  • 29-07-2013
  • 28-07-2013
  • 27-07-2013
  • 26-07-2013
  • 25-07-2013
  • 24-07-2013
  • 23-07-2013
  • 22-07-2013
  • 21-07-2013
  • 20-07-2013
  • 19-07-2013
  • 18-07-2013
  • 17-07-2013
  • 16-07-2013
  • 15-07-2013
  • 14-07-2013
  • 13-07-2013
  • 12-07-2013
  • 11-07-2013
  • 10-07-2013
  • 09-07-2013
  • 08-07-2013
  • 07-07-2013
  • 06-07-2013
  • 05-07-2013
  • 04-07-2013
  • 03-07-2013
  • 02-07-2013
  • 01-07-2013
  • 30-06-2013
  • 29-06-2013
  • 28-06-2013
  • 27-06-2013
  • 26-06-2013
  • 25-06-2013
  • 24-06-2013
  • 23-06-2013
  • 22-06-2013
  • 21-06-2013
  • 20-06-2013
  • 19-06-2013
  • 18-06-2013
  • 17-06-2013
  • 16-06-2013
  • 15-06-2013
  • 14-06-2013
  • 13-06-2013
  • 12-06-2013
  • 11-06-2013
  • 10-06-2013
  • 09-06-2013
  • 08-06-2013
  • 07-06-2013
  • 06-06-2013
  • 05-06-2013
  • 04-06-2013
  • 03-06-2013
  • 02-06-2013
  • 01-06-2013
  • 31-05-2013
  • 30-05-2013
  • 29-05-2013
  • 28-05-2013
  • 27-05-2013
  • 26-05-2013
  • 25-05-2013
  • 24-05-2013
  • 23-05-2013
  • 22-05-2013
  • 21-05-2013
  • 20-05-2013
  • 19-05-2013
  • 18-05-2013
  • 17-05-2013
  • 16-05-2013
  • 15-05-2013
  • 14-05-2013
  • 13-05-2013
  • 12-05-2013
  • 11-05-2013
  • 10-05-2013
  • 09-05-2013
  • 08-05-2013
  • 07-05-2013
  • 06-05-2013
  • 05-05-2013
  • 04-05-2013
  • 03-05-2013
  • 02-05-2013
  • 01-05-2013
  • 30-04-2013
  • 29-04-2013
  • 28-04-2013
  • 27-04-2013
  • 26-04-2013
  • 25-04-2013
  • 24-04-2013
  • 23-04-2013
  • 22-04-2013
  • 21-04-2013
  • 20-04-2013
  • 19-04-2013
  • 18-04-2013
  • 17-04-2013
  • 16-04-2013
  • 15-04-2013
  • 14-04-2013
  • 13-04-2013
  • 12-04-2013
  • 11-04-2013
  • 10-04-2013
  • 09-04-2013
  • 08-04-2013
  • 07-04-2013
  • 06-04-2013
  • 05-04-2013
  • 04-04-2013
  • 03-04-2013
  • 02-04-2013
  • 01-04-2013
  • 31-03-2013
  • 30-03-2013
  • 29-03-2013
  • 28-03-2013
  • 27-03-2013
  • 26-03-2013
  • 25-03-2013
  • 24-03-2013
  • 23-03-2013
  • 22-03-2013
  • 21-03-2013
  • 20-03-2013
  • 19-03-2013
  • 18-03-2013
  • 17-03-2013
  • 16-03-2013
  • 15-03-2013
  • 14-03-2013
  • 13-03-2013
  • 12-03-2013
  • 11-03-2013
  • 10-03-2013
  • 09-03-2013
  • 08-03-2013
  • 07-03-2013
  • 06-03-2013
  • 05-03-2013
  • 04-03-2013
  • 03-03-2013
  • 02-03-2013
  • 01-03-2013
  • 28-02-2013
  • 27-02-2013
  • 26-02-2013
  • 25-02-2013
  • 24-02-2013
  • 23-02-2013
  • 22-02-2013
  • 21-02-2013
  • 20-02-2013
  • 19-02-2013
  • 18-02-2013
  • 17-02-2013
  • 16-02-2013
  • 15-02-2013
  • 14-02-2013
  • 13-02-2013
  • 12-02-2013
  • 11-02-2013
  • 10-02-2013
  • 09-02-2013
  • 08-02-2013
  • 07-02-2013
  • 06-02-2013
  • 05-02-2013
  • 04-02-2013
  • 03-02-2013
  • 02-02-2013
  • 01-02-2013
  • 31-01-2013
  • 30-01-2013
  • 29-01-2013
  • 28-01-2013
  • 27-01-2013
  • 26-01-2013
  • 25-01-2013
  • 24-01-2013
  • 23-01-2013
  • 22-01-2013
  • 21-01-2013
  • 20-01-2013
  • 19-01-2013
  • 18-01-2013
  • 17-01-2013
  • 16-01-2013
  • 15-01-2013
  • 14-01-2013
  • 13-01-2013
  • 12-01-2013
  • 11-01-2013
  • 10-01-2013
  • 09-01-2013
  • 08-01-2013
  • 07-01-2013
  • 06-01-2013
  • 05-01-2013
  • 04-01-2013
  • 03-01-2013
  • 02-01-2013
  • 01-01-2013
  • 31-12-2012
  • 30-12-2012
  • 29-12-2012
  • 28-12-2012
  • 27-12-2012
  • 26-12-2012
  • 25-12-2012
  • 24-12-2012
  • 23-12-2012
  • 22-12-2012
  • 21-12-2012
  • 20-12-2012
  • 19-12-2012
  • 18-12-2012
  • 17-12-2012
  • 16-12-2012
  • 15-12-2012
  • 14-12-2012
  • 13-12-2012
  • 12-12-2012
  • 11-12-2012
  • 10-12-2012
  • 09-12-2012
  • 08-12-2012
  • 07-12-2012
  • 06-12-2012
  • 05-12-2012
  • 04-12-2012
  • 03-12-2012
  • 02-12-2012
  • 01-12-2012
  • 30-11-2012
  • 29-11-2012
  • 28-11-2012
  • 27-11-2012
  • 26-11-2012
  • 25-11-2012
  • 24-11-2012
  • 23-11-2012
  • 22-11-2012
  • 21-11-2012
  • 20-11-2012
  • 19-11-2012
  • 18-11-2012
  • 17-11-2012
  • 16-11-2012
  • 15-11-2012
  • 14-11-2012
  • 13-11-2012
  • 12-11-2012
  • 11-11-2012
  • 10-11-2012
  • 09-11-2012
  • 08-11-2012
  • 07-11-2012
  • 06-11-2012
  • 05-11-2012
  • 04-11-2012
  • 03-11-2012
  • 02-11-2012
  • 01-11-2012
  • 31-10-2012
  • 30-10-2012
  • 29-10-2012
  • 28-10-2012
  • 27-10-2012
  • 26-10-2012
  • 25-10-2012
  • 24-10-2012
  • 23-10-2012
  • 22-10-2012
  • 21-10-2012
  • 20-10-2012
  • 19-10-2012
  • 18-10-2012
  • 17-10-2012
  • 16-10-2012
  • 15-10-2012
  • 14-10-2012
  • 13-10-2012
  • 12-10-2012
  • 11-10-2012
  • 10-10-2012
  • 09-10-2012
  • 08-10-2012
  • 07-10-2012
  • 06-10-2012
  • 05-10-2012
  • 04-10-2012
  • 03-10-2012
  • 02-10-2012
  • 01-10-2012
  • 30-09-2012
  • 29-09-2012
  • 28-09-2012
  • 27-09-2012
  • 26-09-2012
  • 25-09-2012
  • 24-09-2012
  • 23-09-2012
  • 22-09-2012
  • 21-09-2012
  • 20-09-2012
  • 19-09-2012
  • 18-09-2012
  • 17-09-2012
  • 16-09-2012
  • 15-09-2012
  • 14-09-2012
  • 13-09-2012
  • 12-09-2012
  • 11-09-2012
  • 10-09-2012
  • 09-09-2012
  • 08-09-2012
  • 07-09-2012
  • 06-09-2012
  • 05-09-2012
  • 04-09-2012
  • 03-09-2012
  • 02-09-2012
  • 01-09-2012
  • 31-08-2012
  • 30-08-2012
  • 29-08-2012
  • 28-08-2012
  • 27-08-2012
  • 26-08-2012
  • 25-08-2012
  • 24-08-2012
  • 23-08-2012
  • 22-08-2012
  • 21-08-2012
  • 20-08-2012
  • 19-08-2012
  • 18-08-2012
  • 17-08-2012
  • 16-08-2012
  • 15-08-2012
  • 14-08-2012
  • 13-08-2012
  • 12-08-2012
  • 11-08-2012
  • 10-08-2012
  • 09-08-2012
  • 08-08-2012
  • 07-08-2012
  • 06-08-2012
  • 05-08-2012
  • 04-08-2012
  • 03-08-2012
  • 02-08-2012
  • 01-08-2012
  • 31-07-2012
  • 30-07-2012
  • 29-07-2012
  • 28-07-2012
  • 27-07-2012
  • 26-07-2012
  • 25-07-2012
  • 24-07-2012
  • 23-07-2012
  • 22-07-2012
  • 21-07-2012
  • 20-07-2012
  • 19-07-2012
  • 18-07-2012
  • 17-07-2012
  • 16-07-2012
  • 15-07-2012
  • 14-07-2012
  • 13-07-2012
  • 12-07-2012
  • 11-07-2012
  • 10-07-2012
  • 09-07-2012
  • 08-07-2012
  • 07-07-2012
  • 06-07-2012
  • 05-07-2012
  • 04-07-2012
  • 03-07-2012
  • 02-07-2012
  • 01-07-2012
  • 30-06-2012
  • 29-06-2012
  • 28-06-2012
  • 27-06-2012
  • 26-06-2012
  • 25-06-2012
  • 24-06-2012
  • 23-06-2012
  • 22-06-2012
  • 21-06-2012
  • 20-06-2012
  • 19-06-2012
  • 18-06-2012
  • 17-06-2012
  • 16-06-2012
  • 15-06-2012
  • 14-06-2012
  • 13-06-2012
  • 12-06-2012
  • 11-06-2012
  • 10-06-2012
  • 09-06-2012
  • 08-06-2012
  • 07-06-2012
  • 06-06-2012
  • 05-06-2012
  • 04-06-2012
  • 03-06-2012
  • 02-06-2012
  • 01-06-2012
  • 31-05-2012
  • 30-05-2012
  • 29-05-2012
  • 28-05-2012
  • 27-05-2012
  • 26-05-2012
  • 25-05-2012
  • 24-05-2012
  • 23-05-2012
  • 22-05-2012
  • 21-05-2012
  • 20-05-2012
  • 19-05-2012
  • 18-05-2012
  • 17-05-2012
  • 16-05-2012
  • 15-05-2012
  • 14-05-2012
  • 13-05-2012
  • 12-05-2012
  • 11-05-2012
  • 10-05-2012
  • 09-05-2012
  • 08-05-2012
  • 07-05-2012
  • 06-05-2012
  • 05-05-2012
  • 04-05-2012
  • 03-05-2012
  • 02-05-2012
  • 01-05-2012
  • 30-04-2012
  • 29-04-2012
  • 28-04-2012
  • 27-04-2012
  • 26-04-2012
  • 25-04-2012
  • 24-04-2012
  • 23-04-2012
  • 22-04-2012
  • 21-04-2012
  • 20-04-2012
  • 19-04-2012
  • 18-04-2012
  • 17-04-2012
  • 16-04-2012
  • 15-04-2012
  • 14-04-2012
  • 13-04-2012
  • 12-04-2012
  • 11-04-2012
  • 10-04-2012
  • 09-04-2012
  • 08-04-2012
  • 07-04-2012
  • 06-04-2012
  • 05-04-2012
  • 04-04-2012
  • 03-04-2012
  • 02-04-2012
  • 01-04-2012
  • 31-03-2012
  • 30-03-2012
  • 29-03-2012
  • 28-03-2012
  • 27-03-2012
  • 26-03-2012
  • 25-03-2012
  • 24-03-2012
  • 23-03-2012
  • 22-03-2012
  • 21-03-2012
  • 20-03-2012
  • 19-03-2012
  • 18-03-2012
  • 17-03-2012
  • 16-03-2012
  • 15-03-2012
  • 14-03-2012
  • 13-03-2012
  • 12-03-2012
  • 11-03-2012
  • 10-03-2012
  • 09-03-2012
  • 08-03-2012
  • 07-03-2012
  • 06-03-2012
  • 05-03-2012
  • 04-03-2012
  • 03-03-2012
  • 02-03-2012
  • 01-03-2012
  • 29-02-2012
  • 28-02-2012
  • 27-02-2012
  • 26-02-2012
  • 25-02-2012
  • 24-02-2012
  • 23-02-2012
  • 22-02-2012
  • 21-02-2012
  • 20-02-2012
  • 19-02-2012
  • 18-02-2012
  • 17-02-2012
  • 16-02-2012
  • 15-02-2012
  • 14-02-2012
  • 13-02-2012
  • 12-02-2012
  • 11-02-2012
  • 10-02-2012
  • 09-02-2012
  • 08-02-2012
  • 07-02-2012
  • 06-02-2012
  • 05-02-2012
  • 04-02-2012
  • 03-02-2012
  • 02-02-2012
  • 01-02-2012
  • 31-01-2012
  • 30-01-2012
  • 29-01-2012
  • 28-01-2012
  • 27-01-2012
  • 26-01-2012
  • 25-01-2012
  • 24-01-2012
  • 23-01-2012
  • 22-01-2012
  • 21-01-2012
  • 20-01-2012
  • 19-01-2012
  • 18-01-2012
  • 17-01-2012
  • 16-01-2012
  • 15-01-2012
  • 14-01-2012
  • 13-01-2012
  • 12-01-2012
  • 11-01-2012
  • 10-01-2012
  • 09-01-2012
  • 08-01-2012
  • 07-01-2012
  • 06-01-2012
  • 05-01-2012
  • 04-01-2012
  • 03-01-2012
  • 02-01-2012
  • 01-01-2012
  • 31-12-2011
  • 30-12-2011
  • 29-12-2011
  • 28-12-2011
  • 27-12-2011
  • 26-12-2011
  • 25-12-2011
  • 24-12-2011
  • 23-12-2011
  • 22-12-2011
  • 21-12-2011
  • 20-12-2011
  • 19-12-2011
  • 18-12-2011
  • 17-12-2011
  • 16-12-2011
  • 15-12-2011
  • 14-12-2011
  • 13-12-2011
  • 12-12-2011
  • 11-12-2011
  • 10-12-2011
  • 09-12-2011
  • 08-12-2011
  • 07-12-2011
  • 06-12-2011
  • 05-12-2011
  • 04-12-2011
  • 03-12-2011
  • 02-12-2011
  • 01-12-2011
  • 30-11-2011
  • 29-11-2011
  • 28-11-2011
  • 27-11-2011
  • 26-11-2011
  • 25-11-2011
  • 24-11-2011
  • 23-11-2011
  • 22-11-2011
  • 21-11-2011
  • 20-11-2011
  • 19-11-2011
  • 18-11-2011
  • 17-11-2011
  • 16-11-2011
  • 15-11-2011
  • 14-11-2011
  • 13-11-2011
  • 12-11-2011
  • 11-11-2011
  • 10-11-2011
  • 09-11-2011
  • 08-11-2011
  • 07-11-2011
  • 06-11-2011
  • 05-11-2011
  • 04-11-2011
  • 03-11-2011
  • 02-11-2011
  • 01-11-2011
  • 31-10-2011
  • 30-10-2011
  • 29-10-2011
  • 28-10-2011
  • 27-10-2011
  • 26-10-2011
  • 25-10-2011
  • 24-10-2011
  • 23-10-2011
  • 22-10-2011
  • 21-10-2011
  • 20-10-2011
  • 19-10-2011
  • 18-10-2011
  • 17-10-2011
  • 16-10-2011
  • 15-10-2011
  • 14-10-2011
  • 13-10-2011
  • 12-10-2011
  • 11-10-2011
  • 10-10-2011
  • 09-10-2011
  • 08-10-2011
  • 07-10-2011
  • 06-10-2011
  • 05-10-2011
  • 04-10-2011
  • 03-10-2011
  • 02-10-2011
  • 01-10-2011
  • 30-09-2011
  • 29-09-2011
  • 28-09-2011
  • 27-09-2011
  • 26-09-2011
  • 25-09-2011
  • 24-09-2011
  • 23-09-2011
  • 22-09-2011
  • 21-09-2011
  • 20-09-2011
  • 19-09-2011
  • 18-09-2011
  • 17-09-2011
  • 16-09-2011
  • 15-09-2011
  • 14-09-2011
  • 13-09-2011
  • 12-09-2011
  • 11-09-2011
  • 10-09-2011
  • 09-09-2011
  • 08-09-2011
  • 07-09-2011
  • 06-09-2011
  • 05-09-2011
  • 04-09-2011
  • 03-09-2011
  • 02-09-2011
  • 01-09-2011
  • 31-08-2011
  • 30-08-2011
  • 29-08-2011
  • 28-08-2011
  • 27-08-2011
  • 26-08-2011
  • 25-08-2011
  • 24-08-2011
  • 23-08-2011
  • 22-08-2011
  • 21-08-2011
  • 20-08-2011
  • 19-08-2011
  • 18-08-2011
  • 17-08-2011
  • 16-08-2011
  • 15-08-2011
  • 14-08-2011
  • 13-08-2011
  • 12-08-2011
  • 11-08-2011
  • 10-08-2011
  • 09-08-2011
  • 08-08-2011
  • 07-08-2011
  • 06-08-2011
  • 05-08-2011
  • 04-08-2011
  • 03-08-2011
  • 02-08-2011
  • 01-08-2011
  • 31-07-2011
  • 30-07-2011
  • 29-07-2011
  • 28-07-2011
  • 27-07-2011
  • 26-07-2011
  • 25-07-2011
  • 24-07-2011
  • 23-07-2011
  • 22-07-2011
  • 21-07-2011
  • 20-07-2011
  • 19-07-2011
  • 18-07-2011
  • 17-07-2011
  • 16-07-2011
  • 15-07-2011
  • 14-07-2011
  • 13-07-2011
  • 12-07-2011
  • 11-07-2011
  • 10-07-2011
  • 09-07-2011
  • 08-07-2011
  • 07-07-2011
  • 06-07-2011
  • 05-07-2011
  • 04-07-2011
  • 03-07-2011
  • 02-07-2011
  • 01-07-2011
  • 30-06-2011
  • 29-06-2011
  • 28-06-2011
  • 27-06-2011
  • 26-06-2011
  • 25-06-2011
  • 24-06-2011
  • 23-06-2011
  • 22-06-2011
  • 21-06-2011
  • 20-06-2011
  • 19-06-2011
  • 18-06-2011
  • 17-06-2011
  • 16-06-2011
  • 15-06-2011
  • 14-06-2011
  • 13-06-2011
  • 12-06-2011
  • 11-06-2011
  • 10-06-2011
  • 09-06-2011
  • 08-06-2011
  • 07-06-2011
  • 06-06-2011
  • 05-06-2011
  • 04-06-2011
  • 03-06-2011
  • 02-06-2011
  • 01-06-2011
  • 31-05-2011
  • 30-05-2011
  • 29-05-2011
  • 28-05-2011
  • 27-05-2011
  • 26-05-2011
  • 25-05-2011
  • 24-05-2011
  • 23-05-2011
  • 22-05-2011
  • 21-05-2011
  • 20-05-2011
  • 19-05-2011
  • 18-05-2011
  • 17-05-2011
  • 16-05-2011
  • 15-05-2011
  • 14-05-2011
  • 13-05-2011
  • 12-05-2011
  • 11-05-2011
  • 10-05-2011
  • 09-05-2011
  • 08-05-2011
  • 07-05-2011
  • 06-05-2011
  • 05-05-2011
  • 04-05-2011
  • 03-05-2011
  • 02-05-2011
  • 01-05-2011
  • 30-04-2011
  • 29-04-2011
  • 28-04-2011
  • 27-04-2011
  • 26-04-2011
  • 25-04-2011
  • 24-04-2011
  • 23-04-2011
  • 22-04-2011
  • 21-04-2011
  • 20-04-2011
  • 19-04-2011
  • 18-04-2011
  • 17-04-2011
  • 16-04-2011
  • 15-04-2011
  • 14-04-2011
  • 13-04-2011
  • 12-04-2011
  • 11-04-2011
  • 10-04-2011
  • 09-04-2011
  • 08-04-2011
  • 07-04-2011
  • 06-04-2011
  • 05-04-2011
  • 04-04-2011
  • 03-04-2011
  • 02-04-2011
  • 01-04-2011
  • 31-03-2011
  • 30-03-2011
  • 29-03-2011
  • 28-03-2011
  • 27-03-2011
  • 26-03-2011
  • 25-03-2011
  • 24-03-2011
  • 23-03-2011
  • 22-03-2011
  • 21-03-2011
  • 20-03-2011
  • 19-03-2011
  • 18-03-2011
  • 17-03-2011
  • 16-03-2011
  • 15-03-2011
  • 14-03-2011
  • 13-03-2011
  • 12-03-2011
  • 11-03-2011
  • 10-03-2011
  • 09-03-2011
  • 08-03-2011
  • 07-03-2011
  • 06-03-2011
  • 05-03-2011
  • 04-03-2011
  • 03-03-2011
  • 02-03-2011
  • 01-03-2011
  • 28-02-2011
  • 27-02-2011
  • 26-02-2011
  • 25-02-2011
  • 24-02-2011
  • 23-02-2011
  • 22-02-2011
  • 21-02-2011
  • 20-02-2011
  • 19-02-2011
  • 18-02-2011
  • 17-02-2011
  • 16-02-2011
  • 15-02-2011
  • 14-02-2011
  • 13-02-2011
  • 12-02-2011
  • 11-02-2011
  • 10-02-2011
  • 09-02-2011
  • 08-02-2011
  • 07-02-2011
  • 06-02-2011
  • 05-02-2011
  • 04-02-2011
  • 03-02-2011
  • 02-02-2011
  • 01-02-2011
  • 31-01-2011
  • 30-01-2011
  • 29-01-2011
  • 28-01-2011
  • 27-01-2011
  • 26-01-2011
  • 25-01-2011
  • 24-01-2011
  • 23-01-2011
  • 22-01-2011
  • 21-01-2011
  • 20-01-2011
  • 19-01-2011
  • 18-01-2011
  • 17-01-2011
  • 16-01-2011
  • 15-01-2011
  • 14-01-2011
  • 13-01-2011
  • 12-01-2011
  • 11-01-2011
  • 10-01-2011
  • 09-01-2011
  • 08-01-2011
  • 07-01-2011
  • 06-01-2011
  • 05-01-2011
  • 04-01-2011
  • 03-01-2011
  • 02-01-2011
  • 01-01-2011
  • 31-12-2010
  • 30-12-2010
  • 29-12-2010
  • 28-12-2010
  • 27-12-2010
  • 26-12-2010
  • 25-12-2010
  • 24-12-2010
  • 23-12-2010
  • 22-12-2010
  • 21-12-2010
  • 20-12-2010
  • 19-12-2010
  • 18-12-2010
  • 17-12-2010
  • 16-12-2010
  • 15-12-2010
  • 14-12-2010
  • 13-12-2010
  • 12-12-2010
  • 11-12-2010
  • 10-12-2010
  • 09-12-2010
  • 08-12-2010
  • 07-12-2010
  • 06-12-2010
  • 05-12-2010
  • 04-12-2010
  • 03-12-2010
  • 02-12-2010
  • 01-12-2010
  • 30-11-2010
  • 29-11-2010
  • 28-11-2010
  • 27-11-2010
  • 26-11-2010
  • 25-11-2010
  • 24-11-2010
  • 23-11-2010
  • 22-11-2010
  • 21-11-2010
  • 20-11-2010
  • 19-11-2010
  • 18-11-2010
  • 17-11-2010
  • 16-11-2010
  • 15-11-2010
  • 14-11-2010
  • 13-11-2010
  • 12-11-2010
  • 11-11-2010
  • 10-11-2010
  • 09-11-2010
  • 08-11-2010
  • 07-11-2010
  • 06-11-2010
  • 05-11-2010
  • 04-11-2010
  • 03-11-2010
  • 02-11-2010
  • 01-11-2010
  • 31-10-2010
  • 30-10-2010
  • 29-10-2010
  • 28-10-2010
  • 27-10-2010
  • 26-10-2010
  • 25-10-2010
  • 24-10-2010
  • 23-10-2010
  • 22-10-2010
  • 21-10-2010
  • 20-10-2010
  • 19-10-2010
  • 18-10-2010
  • 17-10-2010
  • 16-10-2010
  • 15-10-2010
  • 14-10-2010
  • 13-10-2010
  • 12-10-2010
  • 11-10-2010
  • 10-10-2010
  • 09-10-2010
  • 08-10-2010
  • 07-10-2010
  • 06-10-2010
  • 05-10-2010
  • 04-10-2010
  • 03-10-2010
  • 02-10-2010
  • 01-10-2010
  • 30-09-2010
  • 29-09-2010
  • 28-09-2010
  • 27-09-2010
  • 26-09-2010
  • 25-09-2010
  • 24-09-2010
  • 23-09-2010
  • 22-09-2010
  • 21-09-2010
  • 20-09-2010
  • 19-09-2010
  • 18-09-2010
  • 17-09-2010
  • 16-09-2010
  • 15-09-2010
  • 14-09-2010
  • 13-09-2010
  • 12-09-2010
  • 11-09-2010
  • 10-09-2010
  • 09-09-2010
  • 08-09-2010
  • 07-09-2010
  • 06-09-2010
  • 05-09-2010
  • 04-09-2010
  • 03-09-2010
  • 02-09-2010
  • 01-09-2010
  • 31-08-2010
  • 30-08-2010
  • 29-08-2010
  • 28-08-2010
  • 27-08-2010
  • 26-08-2010
  • 25-08-2010
  • 24-08-2010
  • 23-08-2010
  • 22-08-2010
  • 21-08-2010
  • 20-08-2010
  • 19-08-2010
  • 18-08-2010
  • 17-08-2010
  • 16-08-2010
  • 15-08-2010
  • 14-08-2010
  • 13-08-2010
  • 12-08-2010
  • 11-08-2010
  • 10-08-2010
  • 09-08-2010
  • 08-08-2010
  • 07-08-2010
  • 06-08-2010
  • 05-08-2010
  • 04-08-2010
  • 03-08-2010
  • 02-08-2010
  • 01-08-2010
  • 31-07-2010
  • 30-07-2010
  • 29-07-2010
  • 28-07-2010
  • 27-07-2010
  • 26-07-2010
  • 25-07-2010
  • 24-07-2010
  • 23-07-2010
  • 22-07-2010
  • 21-07-2010
  • 20-07-2010
  • 19-07-2010
  • 18-07-2010
  • 17-07-2010
  • 16-07-2010
  • 15-07-2010
  • 14-07-2010
  • 13-07-2010
  • 12-07-2010
  • 11-07-2010
  • 10-07-2010
  • 09-07-2010
  • 08-07-2010
  • 07-07-2010
  • 06-07-2010
  • 05-07-2010
  • 04-07-2010
  • 03-07-2010
  • 02-07-2010
  • 01-07-2010
  • 30-06-2010
  • 29-06-2010
  • 28-06-2010
  • 27-06-2010
  • 26-06-2010
  • 25-06-2010
  • 24-06-2010
  • 23-06-2010
  • 22-06-2010
  • 16-06-2010
  • 15-06-2010
  • 14-06-2010
  • 13-06-2010
  • 12-06-2010
  • 11-06-2010
  • 10-06-2010
  • 09-06-2010
  • 08-06-2010
  • 07-06-2010
  • 06-06-2010
  • 05-06-2010
  • 04-06-2010
  • 03-06-2010
  • 02-06-2010
  • 01-06-2010
  • 31-05-2010
  • 30-05-2010
  • 29-05-2010
  • 28-05-2010
  • 27-05-2010
  • 26-05-2010
  • 25-05-2010
  • 24-05-2010
  • 23-05-2010
  • 22-05-2010
  • 21-05-2010
  • 20-05-2010
  • 19-05-2010
  • 18-05-2010
  • 17-05-2010
  • 16-05-2010
  • 15-05-2010
  • 14-05-2010
  • 13-05-2010
  • 12-05-2010
  • 11-05-2010
  • 10-05-2010
  • 09-05-2010
  • 08-05-2010
  • 07-05-2010
  • 06-05-2010
  • 05-05-2010
  • 04-05-2010
  • 03-05-2010
  • 02-05-2010
  • 01-05-2010
  • 30-04-2010
  • 29-04-2010
  • 28-04-2010
  • 27-04-2010
  • 26-04-2010
  • 25-04-2010
  • 24-04-2010
  • 23-04-2010
  • 22-04-2010
  • 21-04-2010
  • 20-04-2010
  • 19-04-2010
  • 18-04-2010
  • 17-04-2010
  • 16-04-2010
  • 15-04-2010
  • 14-04-2010
  • 13-04-2010
  • 12-04-2010
  • 11-04-2010
  • 10-04-2010
  • 09-04-2010
  • 08-04-2010
  • 07-04-2010
  • 06-04-2010
  • 05-04-2010
  • 04-04-2010
  • 03-04-2010
  • 02-04-2010
  • 01-04-2010
  • 31-03-2010
  • 30-03-2010
  • 29-03-2010
  • 28-03-2010
  • 27-03-2010
  • 26-03-2010
  • 25-03-2010
  • 24-03-2010
  • 23-03-2010
  • 22-03-2010
  • 21-03-2010
  • 20-03-2010
  • 19-03-2010
  • 18-03-2010
  • 17-03-2010
  • 16-03-2010
  • 15-03-2010
  • 14-03-2010
  • 13-03-2010
  • 12-03-2010
  • 11-03-2010
  • 10-03-2010
  • 09-03-2010
  • 08-03-2010
  • 07-03-2010
  • 06-03-2010
  • 05-03-2010
  • 04-03-2010
  • 03-03-2010
  • 02-03-2010
  • 01-03-2010
  • 28-02-2010
  • 27-02-2010
  • 26-02-2010
  • 25-02-2010
  • 24-02-2010
  • 23-02-2010
  • 22-02-2010
  • 21-02-2010
  • 20-02-2010
  • 19-02-2010
  • 18-02-2010
  • 17-02-2010
  • 16-02-2010
  • 15-02-2010
  • 14-02-2010
  • 13-02-2010
  • 12-02-2010
  • 11-02-2010
  • 10-02-2010
  • 09-02-2010
  • 08-02-2010
  • 07-02-2010
  • 06-02-2010
  • 05-02-2010
  • 04-02-2010
  • 03-02-2010
  • 02-02-2010
  • 01-02-2010
  • 31-01-2010
  • 30-01-2010
  • 29-01-2010
  • 28-01-2010
  • 27-01-2010
  • 26-01-2010
  • 25-01-2010
  • 24-01-2010
  • 23-01-2010
  • 22-01-2010
  • 21-01-2010
  • 20-01-2010
  • 19-01-2010
  • 18-01-2010
  • 17-01-2010
  • 16-01-2010
  • 15-01-2010
  • 14-01-2010
  • 13-01-2010
  • 12-01-2010
  • 11-01-2010
  • 10-01-2010
  • 09-01-2010
  • 08-01-2010
  • 07-01-2010
  • 06-01-2010
  • 05-01-2010
  • 04-01-2010
  • 03-01-2010
  • 02-01-2010
  • 01-01-2010
  • 31-12-2009
  • 30-12-2009
  • 29-12-2009
  • 28-12-2009
  • 27-12-2009
  • 26-12-2009
  • 25-12-2009
  • 24-12-2009
  • 23-12-2009
  • 22-12-2009
  • 21-12-2009
  • 20-12-2009
  • 19-12-2009
  • 18-12-2009
  • 17-12-2009
  • 16-12-2009
  • 15-12-2009
  • 14-12-2009
  • 13-12-2009
  • 12-12-2009
  • 11-12-2009
  • 10-12-2009
  • 09-12-2009
  • 08-12-2009
  • 07-12-2009
  • 06-12-2009
  • 05-12-2009
  • 04-12-2009
  • 03-12-2009
  • 02-12-2009
  • 01-12-2009
  • 30-11-2009
  • 29-11-2009
  • 28-11-2009
  • 27-11-2009
  • 26-11-2009
  • 25-11-2009
  • 24-11-2009
  • 23-11-2009
  • 22-11-2009
  • 21-11-2009
  • 20-11-2009
  • 19-11-2009
  • 18-11-2009
  • 17-11-2009
  • 16-11-2009
  • 15-11-2009
  • 14-11-2009
  • 13-11-2009
  • 12-11-2009
  • 11-11-2009
  • 10-11-2009
  • 09-11-2009
  • 08-11-2009
  • 07-11-2009
  • 06-11-2009
  • 05-11-2009
  • 04-11-2009
  • 03-11-2009
  • 02-11-2009
  • 01-11-2009
  • 31-10-2009
  • 30-10-2009
  • 29-10-2009
  • 28-10-2009
  • 27-10-2009
  • 26-10-2009
  • 25-10-2009
  • 24-10-2009
  • 23-10-2009
  • 22-10-2009
  • 21-10-2009
  • 20-10-2009
  • 19-10-2009
  • 18-10-2009
  • 17-10-2009
  • 16-10-2009
  • 15-10-2009
  • 14-10-2009
  • 13-10-2009
  • 12-10-2009
  • 11-10-2009
  • 10-10-2009
  • 09-10-2009
  • 08-10-2009
  • 07-10-2009
  • 06-10-2009
  • 05-10-2009
  • 04-10-2009
  • 03-10-2009
  • 02-10-2009
  • 01-10-2009
  • 30-09-2009
  • 29-09-2009
  • 28-09-2009
  • 27-09-2009
  • 26-09-2009
  • 25-09-2009
  • 24-09-2009
  • 23-09-2009
  • 22-09-2009
  • 21-09-2009
  • 20-09-2009
  • 19-09-2009
  • 18-09-2009
  • 17-09-2009
  • 16-09-2009
  • 15-09-2009
  • 14-09-2009
  • 13-09-2009
  • 12-09-2009
  • 11-09-2009
  • 10-09-2009
  • 09-09-2009
  • 08-09-2009
  • 07-09-2009
  • 06-09-2009
  • 05-09-2009
  • 04-09-2009
  • 03-09-2009
  • 02-09-2009
  • 01-09-2009
  • 31-08-2009
  • 30-08-2009
  • 29-08-2009
  • 28-08-2009
  • 27-08-2009
  • 26-08-2009
  • 25-08-2009
  • 24-08-2009
  • 23-08-2009
  • 22-08-2009
  • 21-08-2009
  • 20-08-2009
  • 19-08-2009
  • 18-08-2009
  • 17-08-2009
  • 16-08-2009
  • 15-08-2009
  • 14-08-2009
  • 13-08-2009
  • 12-08-2009
  • 11-08-2009
  • 10-08-2009
  • 09-08-2009
  • 08-08-2009
  • 07-08-2009
  • 06-08-2009
  • 05-08-2009
  • 04-08-2009
  • 03-08-2009
  • 02-08-2009
  • 01-08-2009
  • 31-07-2009
  • 30-07-2009
  • 29-07-2009
  • 28-07-2009
  • 27-07-2009
  • 26-07-2009
  • 25-07-2009
  • 24-07-2009
  • 23-07-2009
  • 22-07-2009
  • 21-07-2009
  • 20-07-2009
  • 19-07-2009
  • 18-07-2009
  • 17-07-2009
  • 16-07-2009
  • 15-07-2009
  • 14-07-2009
  • 13-07-2009
  • 12-07-2009
  • 11-07-2009
  • 10-07-2009
  • 09-07-2009
  • 08-07-2009
  • 07-07-2009
  • 06-07-2009
  • 05-07-2009
  • 04-07-2009
  • 03-07-2009
  • 02-07-2009
  • 01-07-2009
  • 30-06-2009
  • 29-06-2009
  • 28-06-2009
  • 27-06-2009
  • 26-06-2009
  • 25-06-2009
  • 24-06-2009
  • 23-06-2009
  • 22-06-2009
  • 21-06-2009
  • 20-06-2009
  • 19-06-2009
  • 18-06-2009
  • 17-06-2009
  • 16-06-2009
  • 15-06-2009
  • 14-06-2009
  • 13-06-2009
  • 12-06-2009
  • 11-06-2009
  • 10-06-2009
  • 09-06-2009
  • 08-06-2009
  • 07-06-2009
  • 06-06-2009
  • 05-06-2009
  • 04-06-2009
  • 03-06-2009
  • 02-06-2009
  • 01-06-2009
  • 31-05-2009
  • 30-05-2009
  • 29-05-2009
  • 28-05-2009
  • 27-05-2009
  • 26-05-2009
  • 25-05-2009
  • 24-05-2009
  • 23-05-2009
  • 22-05-2009
  • 21-05-2009
  • 20-05-2009
  • 19-05-2009
  • 18-05-2009
  • 17-05-2009
  • 16-05-2009
  • 15-05-2009
  • 14-05-2009
  • 13-05-2009
  • 12-05-2009
  • 11-05-2009
  • 10-05-2009
  • 09-05-2009
  • 08-05-2009
  • 07-05-2009
  • 06-05-2009
  • 05-05-2009
  • 04-05-2009
  • 03-05-2009
  • 02-05-2009
  • 01-05-2009
  • 30-04-2009
  • 29-04-2009
  • 28-04-2009
  • 27-04-2009
  • 26-04-2009
  • 25-04-2009
  • 24-04-2009
  • 23-04-2009
  • 22-04-2009
  • 21-04-2009
  • 20-04-2009
  • 19-04-2009
  • 18-04-2009
  • 17-04-2009
  • 16-04-2009
  • 15-04-2009
  • 14-04-2009
  • 13-04-2009
  • 12-04-2009
  • 11-04-2009
  • 10-04-2009
  • 09-04-2009
  • 08-04-2009
  • 07-04-2009
  • 06-04-2009
  • 05-04-2009
  • 04-04-2009
  • 03-04-2009
  • 02-04-2009
  • 01-04-2009
  • 31-03-2009
  • 30-03-2009
  • 29-03-2009
  • 28-03-2009
  • 27-03-2009
  • 26-03-2009
  • 25-03-2009
  • 24-03-2009
  • 23-03-2009
  • 22-03-2009
  • 21-03-2009
  • 20-03-2009
  • 19-03-2009
  • 18-03-2009
  • 17-03-2009
  • 16-03-2009
  • 15-03-2009
  • 14-03-2009
  • 13-03-2009
  • 12-03-2009
  • 11-03-2009
  • 10-03-2009
  • 09-03-2009
  • 08-03-2009
  • 07-03-2009
  • 06-03-2009
  • 05-03-2009
  • 04-03-2009
  • 03-03-2009
  • 02-03-2009
  • 01-03-2009
  • 28-02-2009
  • 27-02-2009
  • 26-02-2009
  • 25-02-2009
  • 24-02-2009
  • 23-02-2009
  • 22-02-2009
  • 21-02-2009
  • 20-02-2009
  • 19-02-2009
  • 18-02-2009
  • 17-02-2009
  • 16-02-2009
  • 15-02-2009
  • 14-02-2009
  • 13-02-2009
  • 12-02-2009
  • 11-02-2009
  • 10-02-2009
  • 09-02-2009
  • 08-02-2009
  • 07-02-2009
  • 06-02-2009
  • 05-02-2009
  • 04-02-2009
  • 03-02-2009
  • 02-02-2009
  • 01-02-2009
  • 31-01-2009
  • 30-01-2009
  • 29-01-2009
  • 28-01-2009
  • 27-01-2009
  • 26-01-2009
  • 25-01-2009
  • 24-01-2009
  • 23-01-2009
  • 22-01-2009
  • 21-01-2009
  • 20-01-2009
  • 19-01-2009
  • 18-01-2009
  • 17-01-2009
  • 16-01-2009
  • 15-01-2009
  • 14-01-2009
  • 13-01-2009
  • 12-01-2009
  • 11-01-2009
  • 10-01-2009
  • 09-01-2009
  • 08-01-2009
  • 07-01-2009
  • 06-01-2009
  • 05-01-2009
  • 04-01-2009
  • 03-01-2009
  • 02-01-2009
  • 01-01-2009
  • 31-12-2008
  • 30-12-2008
  • 29-12-2008
  • 28-12-2008
  • 27-12-2008
  • 25-12-2008
  • 24-12-2008
  • 23-12-2008
  • 22-12-2008
  • 21-12-2008
  • 20-12-2008
  • 19-12-2008
  • 18-12-2008
  • 17-12-2008
  • 16-12-2008
  • 15-12-2008
  • 14-12-2008
  • 13-12-2008
  • 12-12-2008
  • 11-12-2008
  • 10-12-2008
  • 09-12-2008
  • 08-12-2008
  • 07-12-2008
  • 06-12-2008
  • 05-12-2008
  • 04-12-2008
  • 03-12-2008
  • 02-12-2008
  • 01-12-2008
  • 30-11-2008
  • 29-11-2008
  • 28-11-2008
  • 27-11-2008
  • 26-11-2008
  • 25-11-2008
  • 24-11-2008
  • 23-11-2008
  • 22-11-2008
  • 21-11-2008
  • 20-11-2008
  • 19-11-2008
  • 18-11-2008
  • 17-11-2008
  • 16-11-2008
  • 15-11-2008
  • 14-11-2008
  • 13-11-2008
  • 12-11-2008
  • 11-11-2008
  • 10-11-2008
  • 09-11-2008
  • 08-11-2008
  • 07-11-2008
  • 06-11-2008
  • 05-11-2008
  • 04-11-2008
  • 03-11-2008
  • 02-11-2008
  • 01-11-2008
  • 31-10-2008
  • 30-10-2008
  • 29-10-2008
  • 28-10-2008
  • 27-10-2008
  • 26-10-2008
  • 25-10-2008
  • 24-10-2008
  • 23-10-2008
  • 22-10-2008
  • 21-10-2008
  • 20-10-2008
  • 19-10-2008
  • 18-10-2008
  • 17-10-2008
  • 16-10-2008
  • 15-10-2008
  • 14-10-2008
  • 13-10-2008
  • 12-10-2008
  • 11-10-2008
  • 10-10-2008
  • 09-10-2008
  • 08-10-2008
  • 07-10-2008
  • 06-10-2008
  • 05-10-2008
  • 04-10-2008
  • 03-10-2008
  • 02-10-2008
  • 01-10-2008
  • 30-09-2008
  • 29-09-2008
  • 28-09-2008
  • 27-09-2008
  • 26-09-2008
  • 25-09-2008
  • 24-09-2008
  • 23-09-2008
  • 22-09-2008
  • 21-09-2008
  • 20-09-2008
  • 19-09-2008
  • 18-09-2008
  • 17-09-2008
  • 16-09-2008
  • 14-09-2008
  • 13-09-2008
  • 12-09-2008
  • 11-09-2008
  • 10-09-2008
  • 09-09-2008
  • 08-09-2008
  • 07-09-2008
  • 06-09-2008
  • 05-09-2008
  • 04-09-2008
  • 03-09-2008
  • 02-09-2008
  • 01-09-2008
  • 31-08-2008
  • 30-08-2008
  • 29-08-2008
  • 28-08-2008
  • 27-08-2008
  • 26-08-2008
  • 25-08-2008
  • 24-08-2008
  • 23-08-2008
  • 22-08-2008
  • 21-08-2008
  • 20-08-2008
  • 19-08-2008
  • 18-08-2008
  • 17-08-2008
  • 16-08-2008
  • 15-08-2008
  • 14-08-2008
  • 13-08-2008
  • 12-08-2008
  • 11-08-2008
  • 10-08-2008
  • 09-08-2008
  • 08-08-2008
  • 07-08-2008
  • 06-08-2008
  • 05-08-2008
  • 04-08-2008
  • 03-08-2008
  • 02-08-2008
  • 01-08-2008
  • 31-07-2008
  • 30-07-2008
  • 29-07-2008
  • 28-07-2008
  • 27-07-2008
  • 26-07-2008
  • 25-07-2008
  • 24-07-2008
  • 23-07-2008
  • 22-07-2008
  • 21-07-2008
  • 20-07-2008
  • 19-07-2008
  • 18-07-2008
  • 17-07-2008
  • 16-07-2008
  • 15-07-2008
  • 14-07-2008
  • 13-07-2008
  • 11-07-2008
  • 10-07-2008
  • 09-07-2008
  • 08-07-2008
  • 07-07-2008
  • 06-07-2008
  • 05-07-2008
  • 04-07-2008
  • 03-07-2008
  • 02-07-2008
  • 01-07-2008
  • 30-06-2008
  • 29-06-2008
  • 28-06-2008
  • 27-06-2008
  • 26-06-2008
  • 25-06-2008
  • 24-06-2008
  • 23-06-2008
  • 22-06-2008
  • 21-06-2008
  • 20-06-2008
  • 19-06-2008
  • 18-06-2008
  • 17-06-2008
  • 16-06-2008
  • 15-06-2008
  • 14-06-2008
  • 13-06-2008
  • 12-06-2008
  • 11-06-2008
  • 10-06-2008
  • 09-06-2008
  • 08-06-2008
  • 07-06-2008
  • 06-06-2008
  • 05-06-2008
  • 04-06-2008
  • 03-06-2008
  • 02-06-2008
  • 01-06-2008
  • 31-05-2008
  • 30-05-2008
  • 29-05-2008
  • 28-05-2008
  • 27-05-2008
  • 26-05-2008
  • 25-05-2008
  • 24-05-2008
  • 23-05-2008
  • 22-05-2008
  • 21-05-2008
  • 20-05-2008
  • 19-05-2008
  • 18-05-2008
  • 17-05-2008
  • 16-05-2008
  • 15-05-2008
  • 14-05-2008
  • 13-05-2008
  • 12-05-2008
  • 11-05-2008
  • 10-05-2008
  • 09-05-2008
  • 08-05-2008
  • 07-05-2008
  • 06-05-2008
  • 05-05-2008
  • 04-05-2008
  • 03-05-2008
  • 02-05-2008
  • 01-05-2008
  • 30-04-2008
  • 29-04-2008
  • 28-04-2008
  • 27-04-2008
  • 26-04-2008
  • 25-04-2008
  • 24-04-2008
  • 23-04-2008
  • 22-04-2008
  • 21-04-2008
  • 20-04-2008
  • 19-04-2008
  • 18-04-2008
  • 17-04-2008
  • 16-04-2008
  • 15-04-2008
  • 14-04-2008
  • 13-04-2008
  • 12-04-2008
  • 11-04-2008
  • 10-04-2008
  • 09-04-2008
  • 08-04-2008
  • 07-04-2008
  • 06-04-2008
  • 05-04-2008
  • 04-04-2008
  • 03-04-2008
  • 02-04-2008
  • 01-04-2008
  • 31-03-2008
  • 30-03-2008
  • 29-03-2008
  • 28-03-2008
  • 27-03-2008
  • 26-03-2008
  • 25-03-2008
  • 24-03-2008
  • 23-03-2008
  • 22-03-2008
  • 21-03-2008
  • 20-03-2008
  • 19-03-2008
  • 18-03-2008
  • 17-03-2008
  • 16-03-2008
  • 15-03-2008
  • 14-03-2008
  • 13-03-2008
  • 12-03-2008
  • 11-03-2008
  • 10-03-2008
  • 09-03-2008
  • 08-03-2008
  • 07-03-2008
  • 06-03-2008
  • 05-03-2008
  • 04-03-2008
  • 03-03-2008
  • 02-03-2008
  • 01-03-2008
  • 29-02-2008
  • 28-02-2008
  • 27-02-2008
  • 26-02-2008
  • 25-02-2008
  • 24-02-2008
  • 23-02-2008
  • 22-02-2008
  • 21-02-2008
  • 20-02-2008
  • 19-02-2008
  • 18-02-2008
  • 17-02-2008
  • 16-02-2008
  • 15-02-2008
  • 14-02-2008
  • 13-02-2008
  • 12-02-2008
  • 11-02-2008
  • 10-02-2008
  • 09-02-2008
  • 08-02-2008
  • 07-02-2008
  • 06-02-2008
  • 05-02-2008
  • 04-02-2008
  • 03-02-2008
  • 02-02-2008
  • 01-02-2008
  • 31-01-2008
  • 30-01-2008
  • 29-01-2008
  • 28-01-2008
  • 27-01-2008
  • 26-01-2008
  • 25-01-2008
  • 24-01-2008
  • 23-01-2008
  • 22-01-2008
  • 21-01-2008
  • 20-01-2008
  • 19-01-2008
  • 18-01-2008
  • 17-01-2008
  • 16-01-2008
  • 15-01-2008
  • 14-01-2008
  • 13-01-2008
  • 12-01-2008
  • 11-01-2008
  • 10-01-2008
  • 09-01-2008
  • 08-01-2008
  • 07-01-2008
  • 06-01-2008
  • 05-01-2008
  • 04-01-2008
  • 03-01-2008
  • 02-01-2008
  • 01-01-2008
  • 31-12-2007
  • 30-12-2007
  • 29-12-2007
  • 28-12-2007
  • 27-12-2007
  • 26-12-2007
  • 25-12-2007
  • 24-12-2007
  • 23-12-2007
  • 22-12-2007
  • 21-12-2007
  • 20-12-2007
  • 19-12-2007
  • 18-12-2007
  • 17-12-2007
  • 16-12-2007
  • 15-12-2007
  • 14-12-2007
  • 13-12-2007
  • 12-12-2007
  • 11-12-2007
  • 10-12-2007
  • 09-12-2007
  • 08-12-2007
  • 07-12-2007
  • 06-12-2007
  • 05-12-2007
  • 04-12-2007
  • 03-12-2007
  • 02-12-2007
  • 01-12-2007
  • 30-11-2007
  • 29-11-2007
  • 28-11-2007
  • 27-11-2007
  • 26-11-2007
  • 25-11-2007
  • 24-11-2007
  • 23-11-2007
  • 22-11-2007
  • 21-11-2007
  • 20-11-2007
  • 19-11-2007
  • 18-11-2007
  • 17-11-2007
  • 16-11-2007
  • 15-11-2007
  • 14-11-2007
  • 13-11-2007
  • 12-11-2007
  • 11-11-2007
  • 10-11-2007
  • 09-11-2007
  • 08-11-2007
  • 07-11-2007
  • 06-11-2007
  • 05-11-2007
  • 04-11-2007
  • 03-11-2007
  • 02-11-2007
  • 01-11-2007
  • 31-10-2007
  • 30-10-2007
  • 29-10-2007
  • 28-10-2007
  • 27-10-2007
  • 26-10-2007
  • 25-10-2007
  • 24-10-2007
  • 23-10-2007
  • 22-10-2007
  • 21-10-2007
  • 20-10-2007
  • 19-10-2007
  • 18-10-2007
  • 17-10-2007
  • 16-10-2007
  • 15-10-2007
  • 14-10-2007
  • 13-10-2007
  • 12-10-2007
  • 11-10-2007
  • 10-10-2007
  • 09-10-2007
  • 08-10-2007
  • 07-10-2007
  • 06-10-2007
  • 05-10-2007
  • 04-10-2007
  • 03-10-2007
  • 02-10-2007
  • 01-10-2007
  • 30-09-2007
  • 29-09-2007
  • 28-09-2007
  • 27-09-2007
  • 26-09-2007
  • 25-09-2007
  • 24-09-2007
  • 23-09-2007
  • 22-09-2007
  • 21-09-2007
  • 20-09-2007
  • 19-09-2007
  • 18-09-2007
  • 17-09-2007
  • 16-09-2007
  • 15-09-2007
  • 14-09-2007
  • 13-09-2007
  • 12-09-2007
  • 11-09-2007
  • 10-09-2007
  • 09-09-2007
  • 08-09-2007
  • 07-09-2007
  • 06-09-2007
  • 05-09-2007
  • 04-09-2007
  • 03-09-2007
  • 02-09-2007
  • 01-09-2007
  • 31-08-2007
  • 30-08-2007
  • 29-08-2007
  • 28-08-2007
  • 27-08-2007
  • 26-08-2007
  • 25-08-2007
  • 24-08-2007
  • 23-08-2007
  • 22-08-2007
  • 21-08-2007
  • 20-08-2007
  • 19-08-2007
  • 18-08-2007
  • 17-08-2007
  • 16-08-2007
  • 15-08-2007
  • 14-08-2007
  • 11-08-2007
  • 10-08-2007
  • 26-05-2007
  • 01-02-2007
  • 21-07-2006
  • 17-07-2006
  • 20-05-2006
  • 30-11--0001

    Blog als favoriet !

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    google.com, pub-6782612844096639, DIRECT, f08c47fec0942fa0




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!