De Britse schrijver Bernard Cornwell werd geboren op 23 februari 1944 in Londen. Zijn ouders gaven hem vrij voor adoptie en hij groeide op bij een streng Christelijke familie in Essex. Cornwell studeerde geschiedenis aan London University, werkte als leraar en ging toen naar de BBC, waar hij tien jaar lang op de televisie-afdeling werkte. Hij trouwde met een Amerikaanse, trok naar de VS, maar kreeg er geen werkvergunning. Toen begon hij maar romans te schrijven. Zijn doorbraak kwam met de avonturen van Richard Sharpe, een Britse soldaat tijdens de Napoleontische oorlogen. De eerste twee boeken Sharpe's Eagle en Sharpe's Gold verschenen in 1981.
Uit: Azincourt
On the evening of the siege's second day Hook thought the world had ended. It was a summer evening of warm and limpid air. The light was pale-bright and the river slid gently between its flowery banks where willows and alders grew. The French banners hung motionless above their tents. Some smoke still sifted from the burned houses to rise soft into the evening air until it faded high in the cloudless sky. Nicholas Hook leaned on the ramparts. His bow was propped there, unstrung. His thoughts were drifting back to England, to the manor, to the fields behind the long barn where the hay would be almost ready for cutting. There would be hares in the long grass, trout in the stream and larks in the twilight. He thought about the decaying cattle byre in the field called Shortmead, the byre with rotting thatch and a screen of honeysuckle behind which William Snoball's young wife Nell would meet him and make silent, desperate love. He wondered who was coppicing the Three Button wood and, for the thousandth time, how the wood had got its name. The tavern in the village was called the Three Buttons and no one knew why, not even Lord Slayton who sometimes limped under the tavern's lintel and put silver on the serving hatch to buy all present an ale.
Bernard Cornwell (Londen, 23 februari 1944)
De Duitse dichteres en schrijfster Elisabeth Langgässer werd geboren op 23 februari 1899 in Alzey. Van1919 tot 1928 werkte zij als lerares. In 1924 verscheen haar eerste dichtbundel Der Wendekreis des Lammes. Op 1 januari 1929 schonk zij als alleenstaande moeder het leven aan een dochter. Vanaf 1931 werkte Langgässer als zelfstandig schrijfster en schreef zij hoorspelen voor de Funk-Stunde Berlin. In 1942 moest zij als als dwangarbeidsster in een munitiefabriek werken, waarbij zich voor het eerste de ziekte mutiple sclerose openbaarde. Na 1945 gold zij als een typische vertegenwoordiger van de na-oorlogse Duitse literatuur,
Gleichzeitig
Mohn an der römischen Mauer,
Träume von Ewigkeit her!
Bachbett voll glitzernder Trauer,
Gruß aus dem Marmarameer.
Rostiges Eisen. Kanister.
Fliegenumwimmeltes Aas.
Troja und Friedhof Geschwister
Tief unter Nesseln und Gras.
Ausdrusch, und Welle um Welle,
wenn die Maschine sich wirft.
Abgesang, Mündung wird Quelle,
welche sich auftrinkt und schlürft.
Spelz, der den Abend verdunkelt.
Plump an dem Ufer der Schwan,
später von Sternen umfunkelt,
pfälzischer Leda Galan.
Endlich die Wagen, die Säcke,
platzend von Körnern wie eh.
Wieder der Pflug und die Egge,
Kalk auf den Feldern wie Schnee.
Frieden und nächtliche Kühle.
Uralte Steine, gesellt,
drehn ruhig sich in der Mühle.
Brot zur Erlösung der Welt.
Elisabeth Langgässer (23 februari 1899 25 juli 1950)
De Duitse schrijver David Kalisch werd geboren op 23 februari 1820 in Breslau. Hoewel hij een opleiding had gehad tot koopman en als zodanig ook succesvol was ging hij in 1844 naar Parijs om schrijver te worden. Hij schreef er voor verschillende tijdschriften en leerde Georg Herwegh Karl Marx kennen. Ook sloot hij er vriendschap met Heinrich Heine en Pierre-Joseph Proudhon. In 1846 keerde hij naar Duitsland terug. De doorbraak kwam met zijn stuk Hunderttausend Taler. In 1848 richtte hij met uitgever Albert Hofmann het weekblad Kladderadatsch op. De volgende 24 jaar was het werk voor dit blad zijn hoofdberoep.
Uit: Berlin, wie es weint und lacht
EISLEBEN die Karten abgehend. Roi et neuf! Trois et six! Er nimmt und zahlt Geld. Trois et deux! Ebenso. La Dame et huit!
SCHLEPPER. Attention! Er mischt seine Spielkarten, um eine Pointierkarte zu ziehen.
FERDINAND während dieser Pause laut schnarchend.
EISLEBEN. Nicht so schnarchen, Ferdinand!
FERDINAND ein Auge öffnend. Hm? Er steckt die Zigarre verkehrt in den Mund, Ausdruck des Ekels, schläft wieder ein und schnarcht weiter.
SCHLEPPER. Auf den Valet! Er setzt.
EISLEBEN abziehend. Neuf et dix Sept et l'as! Madame et Valet! Er zahlt aus.
BERNHARD von dem Schnarchen Ferdinands erwachend, reibt sich die Augen und frägt schlaftrunken. Ist noch Zug?
EISLEBEN. Mehr als zuvor!
BERNHARD. Attention! Er sucht in allen Taschen nach Geld und findet nichts, steht auf, zieht sein Schnupftuch, es fallen zwei Kassenbillets aus demselben, hebt sie auf. Auf die Dame! Er wankt nach dem Tische und setzt, das Spiel geht weiter.
EISLEBEN ruft die Karten etwas leiser, um den Dialog im Vordergrunde zu decken.
David Kalisch (23 februari 1820 21 augustus 1872)
De Engelse schrijver Samuel Pepys werd geboren op 23 februari 1633 in Londen. Zie ook mijn blog van 23 februari 2007.
Uit: The Diary of Samuel Pepys
February 23rd 1663
My Lord desired me to go to Westminster-hall ... but [I] durst not go for fear of being taken by those rogues; but was forced to go to White-hall and take boat and so land below the Tower at the iron-gate and so the back way over little Tower-hill; and with my cloak over my face, too one of the watermen along with me and stayed behind a wall in the New buildings behind our garden while he went to see whether anybody stood within the Merchants gate ... and there standing but a little dirty boy before the gate, did make me quake and sweat to think that he might be a Trapan [trap]; but there was nobody, and so I got safe into the garden; and coming to open my office door, something behind it fell in the opening, which made me start. So that God knows in what a sad condition I should be in if I were truly in the condition that many a poor man is for debt.
Samuel Pepys (23 februari 1633 26 mei 1703)
Portret door Godfrey Kneller
De Franse dichter Josephin Soulary werd geboren op 23 februari 1815 in Lyon. Van 1845 tot 1867 was hij chef de bureau in de prefectuur van de Rhône en in 1868 werd hij biblithecaris van het Palais des arts in Lyon. Vooral zijn Sonnets humoristiques waren zeer populair door hun mengeling van vrolijkheid en tragedie.
Les deux roses
Hier, sous la verte tonnelle
J'aperçus Rose qui pleurait,
Et, pleurant, de larmes couvrait
Une rose, moins rose qu'elle.
"Qui peut te causer un tel regret?
Dis-je à la blonde colombelle.
- Ah! Monsieur, répondit la belle,
Entre nous, c'est un grand secret!
"Je passais là, lorsqu'une rose,
Celle-là que de pleurs j'arrose,
M'a dit de sa plus douce voix:
"Rose ouverte plus ne se ferme!"
Et mon coeur qui s'ouvre, je crois,
Au petit pâtre de la ferme!"
Josephin Soulary (23 februaari 1815 28 maart 1891)
Buste door Charles Textor, musée des Beaux-Arts de Lyon
De Franse schrijver Henri Meilhac werd geboren op 23 februari 1831 in Parijs. Hij schreef jarenlang voor Journal pour rire en bracht in 1855 zijn eerste twee stukken op het toneel. Zijn bekendste werk is waarschijnlijk het libretto voor de opera Carmen van Bizet, dat hij samen met Ludovic Halévy schreef. Meilhac's werk is echter het nauwst verbonden met de muziek van Jacques Offenbach. Met hem werkte hij o.a. samen bij La belle Hélène (1864), Barbe-bleue (1866), La vie parisienne (1866), La Grande-Duchesse de Gérolstein (1867), en La Périchole (1868). In 1888 werd hij lid van de Académie française.
Uit : La Belle Hélène
SCÈNE PREMIÈRE
PEUPLE, puis CALCHAS et PHILOCOME.
Au lever du rideau, des hommes et des femmes, inclinés devant le temple, présentent des offrandes : fleurs, fruits, laitage, cages d'osier avec des tourterelles, etc, etc. Les fleurs dominent.
Chur.
Vers tes autels, Jupin, nous accourons joyeux.
A toi nos vux !
Nous voici tous
A tes genoux !
Dieu, souverain des dieux, toi, dont la barbe est dor,
Écoute nos accents, ô Jupiter Stator !
Vers tes autels, Jupin, nous accourons joyeux, etc.
Pendant la dernière partie du chur, la porte du temple sest ouverte : paraît Calchas suivi de Philocôme. Mélodrame à lorchestre pendant que le peuple dépose les offrandes sur les marches du temple.
Calchas, regarde les offrandes et ne cache pas son mécontentement.
Trop de fleurs, trop de fleurs, trop de fleurs !
Le peuple sort, après les offrandes déposées.
Henri Meilhac (23 februari 1831 6 juli 1897) Portret door Jules Elie Delaunay
23-02-2009 om 20:17
geschreven door Romenu
|