Negentig jaar Drs. P.
De Nederlands-Zwitserse schrijver, tekstschrijver, componist, zanger en pianist Drs. P (eig. Heinz Hermann Polzer werd geboren in het Zwitserse Thun op 24 augustus 1919. Dat is vandaag dus precies 90 jaar geleden.
Kloosterlied
Papyrus de Tweede, het teder aanbeden en edele hoofd van de hierarchie
Had redelijke vrede met zedeloosheden als lederen koorhemd en pederastie
"De lust, na het werken", placht hij op te merken, "in kerken de perken te buiten te gaan
Is niet zo sinister, want niemand verliest er; wie kiest er ook anders het priesterbestaan?
Maar zie nu toch hier es, verzuchtte Papyrus, het kwalijke virus van den Tempelier
Het klooster, men proost er, men bloost er niet eens.Iedereen minnekoost er met Oosterse zwier
Al bouwen ze gothisch, ze zijn zo chaotisch exotisch, vooral op erotisch gebied...
Kannuniken gun ik een kans om te frunniken. Broeders zijn loeders, die gun ik het niet
O, kon ik een monnik een tonic zien drinken, een zuster beluster op koffie zien zijn
Dan liet ik hen zwieren, maar nee: deze klieren versieren maar bieren, likeuren en wijn
Voortdurend een kater en watergeklater van non en van pater, van abt en abdis
Dat moet zich wel wreken: men hoort nu al spreken door Brusselse leken van 'Monniken Pis'
De heilige vader werd kwader en kwader, en nam in dit kader een nader besluit:
'In kloostergebouwen geen slempen, geen sjouwen - wel stoken of brouwen, maar zonder geluid
Toch zijn ze me dierbaar, dus eens in de vier jaar doe ik hun plezier daar met een vrije dag
Dan duld ik inschikkelijk hun onverkwikkelijk prikkelgesmikkel en schrikkelgedrag'
Koude
Het absolute nulpunt
Is geen kermisattractie of flauwekulstunt
Het is de allerlaagst denkbare temperatuur
En dan mag men wel spreken van bijzonder guur
In het glaasje kijken
'Indien ik eens uit een vergrootglas mocht drinken
Hoe groot zou ik dan kunnen worden, papa?'
De vraag van de jongen mag achterlijk klinken
Correctie: Martijntje was heus bij de pinken
Wel vijf jaar oud slechts, dus gaat u maar na
De vader verklaarde, didactisch bevlogen
'Geenszins! Een vergrootglas, daar drinkt men niet uit
Uw groei ligt ook stellig niet in zijn vermogen
En als het vergroot is, is 't alleen in uw ogen'
'Hoe gaat zulks precies in zijn werk?' vroeg de guit
'Dat glas is een kijkglas, waardoor ge kunt kijken
En daar het glas bol is ontstaat het visioen
Dat letters of torretjes groter gaan lijken
Het komt doordat lichtstralen af moeten wijken'
En hier moest Martijntje het dan maar mee doen
Drs. P (Thun, 24 augustus 1919)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Marion Bloem werd op 24 augustus 1952 geboren in Arnhem.
Ik was bij de een
Ik was bij de een en dacht na over de ander toen ik schreef over de zon Ik kan niet kiezen tussen passie of geluk. Lik mijn oor Kus mijn schouder Wees plat wees vloers Bijt mijn hart heb ik met potlood in jouw oksels gefluisterd Maar je was blind voor de regen in mijn zon- negedicht Elke zin is een traan die het dansen heeft gemist
Uit: In de kamer van mijn vroeger
Later is vroeger verdwenen. Of nee, vroeger is later, nee, vroeger is nu alweer weg, terwijl later veel eerder dan vroeger zal verdwijnen. En vroeger dacht ik: later wordt het leuk, maar later denk ik: vroeger was het leuker, alleen wist ik dat vroeger over later nog niet. en dat is t leuke van later, dat je weet dat je vroeger nog niet wist wat je later zou weten, terwijl je later, veel later, nou juist alles weer vergeet wat je wist over vroeger, nu, en zelfs later, en zelfs dat er ooit eens iets anders dan heden is geweest.
Marion Bloem (Arnhem, 24 augustus 1952)
De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957.
Uit: Moab Is My Washpot
We are living in a statistically rare and improbable period of British life. The last twenty years are the only twenty years of our history in which children have not been beaten for misbehaviour. Every Briton you can think of, from Chaucer to Churchill, from Shakespeare to Shilton, was beaten as a child. If you are under thirty, then you are the exception. Maybe we are on the threshold of a brave new world of balanced and beautiful Britons. I hope so.
You wont find me offering the opinion that beating is a good thing or recommending the return of the birch. I frankly regard corporal punishment as of no greater significance in the life of most human beings than bustles, hula-hoops, flared trousers, side-whiskers or any other fad. Until, that is, one says that it isnt. Which is to say, the moment mankind decides that a practice like beating is of significance then it becomes of significance. I should imagine that were I a child now and found myself being beaten by schoolmasters I would be highly traumatised by the experience, for every cultural signal would tell me that beating is, to use the American description, a "cruel and unusual punishment" and I would feel singled out for injustice and smart and wail accordingly.
Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)
De Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges werd geboren op 24 augustus 1899 in Buenos Aires.
Uit: The Modesty of History (Vertaald door Ruth L. C. Simms)
On September 20, 1792, Johann Wolfgang von Goethe (who had accompanied the Duke of Weimar on a military expedition to Paris) saw the finest army of Europe inexplicably repulsed at Valmy by some French militiamen, and said to his disconcerted friends: "In this place and on this day, a new epoch in the history of the world is beginning, and we shall be able to say that we have been present at its origin." Since that time historic days have been numerous, and one of the tasks of governments (especially in Italy, Germany, and Russia) has been to fabricate them or to simulate them with an abundance of preconditioning propaganda followed by relentless publicity. Such days, which reveal the influence of Cecil B. De Mille, are related less to history than to journalism. I have suspected that history, real history, is more modest and that its essential dates may be, for a long time, secret. A Chinese prose writer has observed that the unicorn, because of its own anomaly, will pass unnoticed. Our eyes see what they are accustomed to seeing. Tacitus did not perceive the Crucifixion, although his book recorded it.
Those thoughts came to me after a phrase happened to catch my eye as I leafed through a history of Greek literature. The phrase aroused my interest because of its enigmatic quality: "He brought in a second actor." I stopped; I found that the subject of that mysterious action was Aeschylus and that, as we read in the fourth chapter of Aristotle's Poetics, he "raised the number of actors from one to two." It is well known that the drama was an offshoot of the religion of Dionysus. Originally, a single actor, the hypokrites, elevated by the cothurnus, dressed in black or purple and with his face enlarged by a mask, shared the scene with the twelve individuals of the chorus. The drama was one of the ceremonies of the worship and, like all ritual, was in danger of remaining invariable. Aeschylus' innovation could have occurred on but one day, five hundred years before the Christian era; the Athenians saw with amazement and perhaps with shock (Victor Hugo thought the latter) the unannounced appearance of a second actor.
Jorge Luis Borges (24 augustus 1899 14 juni 1986)
De Nederlandse schrijver Johan Johannes Fabricius werd op 24 augustus 1899 in Bandoeng in Nederlands-Indië geboren..
Uit: De scheepsjongens van Bontekoe
Satanse jongen, hou die bout vast!
k Hou 'm toch vast, baas?
Noem je dat vasthouden? Jij zult nooit een goeie smid worden!
Peter Hajo zweeg even. Wil ik ook niet, pruttelde hij toen.
W-wat zeg je? Wil jij geen smid worden?!
Nee, baas. 'k Wil naar zee.
Meester Wouter, de hoefsmid uit De IJzeren Man, liet de zware voorhamer, die hij juist had opgeheven, van verbazing een seconde lang in de lucht zweven. Toen dreunde een mokerslag; de vonken stoven meester en knecht om het gezicht. Gekkenpraat! zei de hamer in zijn ijzeren taal.
Peter Hajo keek zwijgend naar het roodgloeiende bouteinde.
Hij verstond de taal van de voorhamer! Als hij in het halfdonker van de wintermorgen de rossig-schemerende smederij binnenkwam, had hij buiten al gehoord hoe zijn baas gemutst was.
Zou je niet eens trekken? gromde meester Wouter. Het vuur is zowat uit! Op die manier zou ik de hamer platslaan en de bout zou rond blijven!
Hoe kan ik trekken, baas, als ik...
Ben jij een joffer, dat je die bout niet met één hand kunt vasthouden?
Peter Hajo was geen joffer. Hij klemde zijn rechtervuist om de bout, trok met de linker de blaasbalg, liet het niet merken dat de slagen hem nu tot in de straffe spieren van zijn rug zeer deden. Een brede lach verscheen op zijn met roet overdekte jongenskop toen hij vroeg: En als ik m'n neus moet krabben, baas?
Leg 'm maar op het aambeeld, dan zal ik 'm met m'n hamer krabben! Wat moet je op zee! Haringvissen? Om te verdrinken, zoals je vader, of door de Duinkerkers naar de galeien te worden gebracht?
Ik wil met de walvisvaarders mee, baas. Maar... Peter Hajo slikte wat weg. Jongens van veertien willen ze niet hebben! Je moet zestien wezen. - Vis jij maar stekelbaars, zeggen ze!
Johan Fabricius (24 augustus 1899 21 juni 1981)
Zie voor de twee bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 24 augustus 2006
Zie voor alle bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 24 augustus 2007 en ook mijn blog van 24 augustus 2008.
De Schotse schrijver en jurist Alexander McCall Smith werd geboren in Bulayawo in het toenmalige Rhodesië (nu Zimbabwe) op 24 augustus 1948. Hij was professor in het medisch recht, maar is tegenwoordig vooral bekend als schrijver van de serie Het beste dames detectivebureau. In 2003 werd hij in Engeland gekozen tot schrijver van het jaar.
Uit: 44 Scotland Street
Pat stood before the door at the bottom of the stair, reading the names underneath the buttons. Syme, Macdonald, Pollock, and then the name she was looking for: Anderson. That would be Bruce Anderson, the surveyor, the person to whom she had spoken on the telephone. He was the one who collected the rent, he said, and paid the bills. He was the one who had said that she could come and take a look at the place and see whether she wanted to live there.
"And we'll take a look at you," he had added. "If you don't mind."
So now, she thought, she would be under inspection, assessed for suitability for a shared flat, weighed up to see whether she was likely to play music too loudly or have friends who would damage the furniture. Or, she supposed, whether she would jar on anybody's nerves.
She pressed the bell and waited. After a few moments something buzzed and she pushed open the large black door with its numerals, 44, its lion's head knocker, and its tarnished brass plate above the handle. The door was somewhat shabby, needing a coat of paint to cover the places where the paintwork had been scratched or chipped away. Well, this was Scotland Street, not Moray Place or Doune Terrace; not even Drummond Place, the handsome square from which Scotland Street descended in a steep slope. This street was on the edge of the Bohemian part of the Edinburgh New Town, the part where lawyers and accountants were outnumbered - just - by others.
Alexander McCall Smith (Bulayawo, 24 augustus 1948)
De Braziliaanse schrijver Paulo Coelho werd geboren in Rio de Janeiro op 24 augustus 1947. Coelho had al vroeg interesse in de literatuur, wat zijn vader beschouwde als een vorm van afwijkend gedrag. Pogingen om hem te "genezen" versterkten echter zijn artistieke belangstelling, die hij uitleefde in de hippie-beweging van Brazilië. Zijn studie rechten staakte hij in 1970 om te gaan reizen door het Latijnsamerikaanse continent, en naar Europa. Later in de jaren zeventig maakte hij met zijn vrouw een reis door Europa, waar het concentratiekamp Dachau grote indruk maakte. Hij had daar een visioen, waarin een man aan hem verscheen. Twee maanden later kwam hij die man in Amsterdam werkelijk tegen. De man raadde hem aan zich te bekeren tot het katholicisme, en een pelgrimsreis naar Santiago de Compostela te ondernemen. Dat leidde tot het boek De pelgrimstocht naar Santiago (1987). Een jaar later verscheen De Alchemist, wat zorgde voor Coelho's internationale doorbraak.
Paulo Coelho leeft met zijn vrouw Christina afwisselend in Rio de Janeiro en in Tarbes in de Franse Pyreneeën.
Uit: Eleven Minutes
Once upon a time, there was a prostitute called Maria. Wait a minute. "Once upon a time" is how all the best children's stories begin and "prostitute" is a word for adults. How can I start a book with this apparent contradiction? But since, at every moment of our lives, we all have one foot in a fairy tale and the other in the abyss, let's keep that beginning.
Once upon a time, there was a prostitute called Maria.
Like all prostitutes, she was born both innocent and a virgin, and, as an adolescent, she dreamed of meeting the man of her life (rich, handsome, intelligent), of getting married (in a wedding dress), having two children (who would grow up to be famous) and living in a lovely house (with a sea view). Her father was a travelling salesman, her mother a seamstress, and her hometown, in the interior of Brazil, had only one cinema, one nightclub and one bank, which was why Maria was always hoping that one day, without warning, her Prince Charming would arrive, sweep her off her feet and take her away with him so that they could conquer the world together.
While she was waiting for her Prince Charming to appear, all she could do was dream. She fell in love for the first time when she was eleven, en route from her house to school. On the first day of term, she discovered that she was not alone on her way to school: making the same journey was a boy who lived in her neighborhood and who shared the same timetable. They never exchanged a single word, but gradually Maria became aware that, for her, the best part of the day were those moments spent going to school: moments of dust, thirst and weariness, with the sun beating down, the boy walking fast, and with her trying her hardest to keep up.
Paulo Coelho (Rio de Janeiro, 24 augustus 1947)
24-08-2009 om 20:14
geschreven door Romenu
|