De Nederlandse dichter, predikant en hoogleraarr Nicolaas Beets werd geboren op 13 september 1814 in Haarlem. Zie ook mijn blog van 13 september 2010 en eveneens alle tags voor Nicolaas Beets op dit blog.
Uit: Camera Obscura
“De bakker zet een verlegen gezicht en neemt voor, zich te houden als of hij het niet gehoord heeft; maar bedenkt zich, haalt zijn tabaksdoos uit, steekt er met een echte bakkersgulzigheid zijn aandeel uit in de bleeke kaken, en antwoordt geestig: “Motje mijn hebben?”
Intusschen zit de eigenaar met de zonen van den huize bij den boschbaas om den haard, waar een boekenblok van de grootte van een ossenrib, van ’t hout van verleden jaar, aanligt, afkomstig van een boom die den boschbaas toevallig zoozeer is meegevallen, dat hij aan het ophout zijn geld waard was en hij den stam nog vrij had. Daar zit dan ook de dorpssecretaris met zijn doornenstokje, groene wanten, en grijzen kop, en de beambte uit de stad, ten wiens overstaan “de aanzienlijke partij hout zal verkocht worden.” Een praatje, een kop koffie – daar gaat de bengel, en alles verzamelt zich bij nommer Een.
Nu worden de veilconditiën voorgelezen, met verschrikkelijke bedreigingen tegen degenen die niet contant, dat is binnen zes weken, betalen, de gaten niet behoorlijk dichten, of, bij de rooiing, honden in het bosch meebrengen; bedreigingen die, bij gebrek aan dwangmiddelen, de kracht hebben van vriendelijke verzoeken. Daarop vangt het gedrang en de drukte aan. Sommigen koopen in ’t begin omdat het “wel rais gaandeweg praiziger worden wil;” anderen stellen het uit, in de hoop “dat het meeste volk zachtjes aan af zal trekken,” en de beste koopjes op ’t laatst te doen zullen zijn. De secretaris doet zijn best om ten duurste te veilen, en de koopers om voor het minste geld klaar te komen. Allerlei aardigheden worden over en weer gewisseld, en te meerder naarmate de houthakkers lustiger met het vaatje rondgaan en de kleine stalletjes, die overal tusschen het gehakte hout zijn opgezet, meer te doen krijgen.
“Hadje nou je geld bewaerd!” zegt de secretaris, met een ongeveinsde bewondering voor het perceel dat hij met het uiterste van zijn stokje aanraakt; “jonges, jonges! wat en boomen! Daar kenje wel twee jaer van stoken! Hoe veul voor dat parkie? Wie zet dat nou rais in voor twalef gulden? Al wou je maar zes geven? niet allemaal te gelaik, kindertjes? Drie gulden, met je drieën wel.” enz.”
Nicolaas Beets (13 september 1814 – 13 maart 1903)
De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.
Pastorale
De kleine mussen
hippen losjes rond
over de stoep
met schelle stemmen
hakketakkend
over van alles
wat hen boeit.
Maar wij die wijzer zijn
trekken rond ons zelf
muren van zwijgen op
en niemand weet
of we iets goed vinden
of slecht.
Onderwijl
loopt de oude man die overal
hondenpoep bij elkaar veegt
zonder op te kijken
door de goot
en zijn passen
zijn waardiger dan
die van de dominee in toga
die de kansel nadert
voor de zondagspreek.
Dit alles
slaat mij met stomheid.
Vertaald door Ad Zuiderent
William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)
Portret door Emmanuel Romano, 1951
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e september ook mijn blog van 13 september 2020 en eveneens mijn blog van 13 september 2018 en ook mijn blog van 13 september 2015 deel 1 en ook deel 2.