De Servische schrijver David Albahari werd op 15 maart 1948 geboren in Pec in Servie. Zie ook alle tags voor David Albahari op dit blog.
Uit: Nagels, muis (Vertaald door Reina Dokter)
“Wanneer ik een onbekende man leer kennen, kijk ik eerst naar zijn nagels. Als de ogen de spiegel zijn van de ziel, zoals de oude spreuk zegt, dan zijn de nagels de spiegel van het hart. De vingernagels uiteraard, hoewel de teennagels ook niet onbelangrijk zijn. Daar kun je echter veel moeilijker bij, meestal wanneer het te laat is om te ontsnappen, wanneer je kleren in wanorde naast het bed liggen. Zelfs dan, juist dan is het gênant om iemand te vragen of je even tussen zijn tenen mag kijken. Dat heb ik maar één keer geprobeerd. Die man keek me eens goed aan – we lagen in het donker en hij moest zijn gezicht heel dicht bij het mijne brengen, tot onze neuzen elkaar raakten -, draaide zich om, deed het licht aan, kleedde zich aan en vertrok. Ik heb hem nooit meer gezien. Later vond ik andere manieren, maar daar moet ik het misschien niet over hebben, het is al erg genoeg dat ik er vaak pijn in mijn rug en mijn dijen van had. Toen ik inzag dat teennagels altijd bevestigen wat vingernagels zeggen, hield ik ermee op. De bovenkant stemt overeen met de onderkant. Ik weet niet of dat ook zo’n oude spreuk is, maar tot dusver ben ik er niet bedrogen mee uitgekomen. Ondanks alles is het goed af en toe in woorden te geloven.
Mijn moeder wilde dat niet aannemen. ‘Als je vader praatte,’ zei zij, ‘geloofde ik hem, en moet je nu eens zien.’
Ik zag niets. Of liever gezegd, ik zag een vrouw die zich afvroeg waar haar leven was gebleven, hoe het was voorbijgevlogen, maar dat vraagt iedereen zich af. Vroeg of laat wil ieder mens weten waar hij geweest is en waar hij nog heen kan. Hij is nergens geweest en zal nergens heen gaan.
Dat kon ik niet tegen mijn moeder zeggen, althans niet toen ik haar in de keuken zag zitten, met haar handen in de schoot, gebogen over foto’s. Die had ze meegenomen in een doos waar ooit bonbons in hadden gezeten. Op het deksel stond een plaatje van twee witte poesjes. Het ene zat, terwijl het andere zijn pootje uitstak naar een rode roos. Op de roos rustten drie druppels water, alsof ze erop geplakt waren.”
David Albahari (Pec, 15 maart 1948)
De Oostenrijkse dichter en schrijver Andreas Okopenko werd in Košice (Slowakije) geboren op 15 maart 1930. Zie ook alle tags voor Andreas Okopenko op dit blog.
Procedure uit rode inkt
Rode inkt wordt in wit water gegoten.
In de avondgloed keert Odysseus terug naar Ithaka.
In zijn parken spelen kinderen van vreemden.
Hij stelt een vraag die jullie moeten begrijpen:
Waar zijn de lichten van het uitgebrande Chicago?
Hij stelt de vraag betekenisvol, bebaard en ernstig.
Boven zijn haar zoemen de muggen van de rand van het bos.
De lijnen die ze trekken gloeien gelijk venkel als de wind waait.
Uit het bos slepen mannen houten emmers met boomhars,
Achter de horizon klinkt eindeloos een scheepshoorn – – –
Vertaald door Frans Roumen
Andreas Okopenko (15 maart 1930 – 27 juni 2010)
Zie voor nog meer schrijvers van de 15e maart ook mijn blog van 15 maart 2024 en ook mijn blog van 15 maart 2023 en ook mijn blog van 15 maart 2020 en eveneens mijn blog van 15 maart 2019 en ook mijn blog van 15 maart 2015 deel 2.