De Nederlandse dichter Guillaume van der Graft (eig. Willem Barnard) werd op 15 augustus 1920 geboren in Rotterdam. Zie ook alle tags voor Guillaume van der Graft op dit blog.
IJsselkade
De deventer Onder de Linden
daar schrijdt het water langs,
hoogzwanger in de winter
en in de zomer slank.
Maar ’s zomers groeien de bomen
tot hun manlijke kracht,
Mozesnazaten, zonen
van Aäron op wacht.
Op wacht over de tuinen
dichtbij de waterkant,
want het water mag dan verdwijnen,
het houdt met alles verband:
met de parmantige boten
en met de overzij
en met de vastbesloten
bruggen en met mij.
De bomen met ruisende kleren
als bladgroene pastoors
willen mij bekeren
van mijn diepwaterkoorts.
DE AVOND WORDT langs de Amstel
tot het hart van de stad
voortgeplant, in de bochten
staan de zwaarmoedige
tolgaarders van de bomen
maar zij vragen steeds minder
het is duidelijk dat
zij overgelopen zijn
over het water gelopen
naar de avond die open
en bloot in de ramen spiegelt
Door de verlaten lucht
rept zich een vogel
als een blad uit een oud telefoonboek
dat niet meer gebruikt kan worden
omdat men de namen niet meer kent
Ik weet niet wat ik doen moet
weggaan of blijven
Ik leef alleen aan den lijve
mijn hoofd loopt om van bloed
Geen hymne voorradig
het beste is nog niet geschreven
het ligt te wachten in de taal
zoals de doden overwinteren
zoals nog niet geboren kinderen
achter een dunne eierschaal
half werkelijkheid, half tijd
plotseling zullen ze leven
als God gaat zingen
de zevende dag
Guillaume van der Graft (15 augustus 1920 – 21 november 2010)
Guillaume van der Graft en de bronzen buste die Dennis J. Coenraad in 2008 van hem maakte.
De Amerikaanse dichteres Mary Jo Salter werd geboren op 15 augustus 1954 in Grand Rapids, Michigan. Zie ook alle tags voor Mary Jo Salter op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
Ontdekking
6:48 uur ’s ochtends, en loodzware
grapjes over wat voor helden
we zijn dat we op dit uur opstaan.
Stil. De branding en de rennende strandlopers.
T minus tien en tellen, de zon
komt op boven Canaveral,
een gezwollen koraal, een kleur
helder als cameralicht. We worden ver-
blind door een flits:
geschoten vanaf het onzichtbare
lanceerplatform, en dus uit het niets,
een pijl met vlammenpunt – nee, een vliegende
pen in brand, de inkt een rookpluim
die, zelfs tijdens het omhoog
zoemen, zo vreemd solide blijft
als de gevlochten staart van een tornado,
en daar blijft hangen zoals bliksem zou doen
als hij zijn eigen donder kon stelen.
—Die, wanneer hij binnen dondert,
eronder of erin een miljoen
vuurpijlen laat ontploffen, een sensatie
van verre knallen en vlammen in een vertraagde
reactie, die in vervagende golven
op het strand neerkomen als de laatste glinstering van de shuttle
de oogschaduw groet van onze handen ontvangt:
het gigantische punt van alle ophef, binnenkort
kleiner dan een ster.
Pas nu wordt een gestaag, laag
gesputter boven ons, een grasmaaier
die een hoekje van de hemel afsnijdt,
hoorbaar. Kijk, het is een dubbeldekker! —
een lang geplande, grappige ode van een piloot
aan de altijd gedateerde baan van het wonder
en de jeuk van bij nader inzien. Ik sla
op mijn enkel, gebeten door een zandmug:
wat de lokale bevolking knutten noemt.
Vertaald door Frans Roumen
Mary Jo Salter (Grand Rapids, 15 augustus 1954)
Zie voor nog meer schrijvers van de 15e augustus ook mijn blog van 15 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 15 augustus 2019 en ook mijn blog van 15 augustus 2016 en eveneens mijn blog van 15 augustus 2015 deel 2 en ook deel 3.