De Italiaanse schrijver Giorgio Fontana werd geboren op 22 april 1981 in Saronno. Zie ook alle tags voor Giorgio Fontana op dit blog.
Uit: Aan ons vooraf (Vertaald door Jan van der Haar)
“Nadat hij zich op de wagen had gehesen, zag voetsoldaat Maurizio Sartori de mensenmassa over de weg voortgaan. Een gewonde naast hem spuwde en drukte zijn helm over zijn gezicht, terwijl een hond naar de pantserwagen blafte, al rennend met zijn tong uit zijn bek. De verlaten kanonnen lagen in het grauwe licht. Drie wapenbroeders keerden stomdronken terug in de colonne, zwaaiend met de uit de boerderijen gestolen zakken meel en worsten, en met brokken kaas op de punt van hun bajonet. ‘God, wat een feest!’ schreeuwden ze. Verderop, zover het oog reikte, lag de vlakte, eindeloos vaag in de regen, en de rook van de verbrande opslagplaatsen kringelde lichtjes omhoog. Om de kilometer probeerden groepen burgers zich aan te sluiten, verjaagd naar de kant van de weg of langs de natte akkers. De vrouwen droegen jutezakken op hun rug en pakken onder hun arm, terwijl magere, vuile kinderen opgewonden door de vlucht ballen aarde gooiden. De mensen voegden zich al vloekend en elleboogstotend bij hen, naast ossen, schapen en kippen. Maurizio liet zich weer op de grond zakken en Ballarin kneep hem in een arm. `Afgesproken dus?’ fluisterde hij. ‘Zodra het kan met de Calabrees?’ Het koperen kruis bungelde uit zijn uniform en hij had glanzende, bijna ontstelde ogen, twee waterkiezels. Ook hij was dronken. Maurizio knikte. Even later trokken ze de Tagliamento over. De colonne was door het verloop versmald en de pantserwagens en de paarden belemmerden de doortocht. Iedereen duwde en spoorde anderen aan om op te schieten, want zo dadelijk zouden de geniesoldaten de brug opblazen. Nu was de massa ondoordringbaar en Maurizio raakte buiten adem: vanaf de reling boog hij zich naar het donkere, woelige water, de gezwollen rivier die hen zou verdedigen. Onwillekeurig dacht hij aan de doden. Vrijwel op slag lijken de doden niet meer op ons. Hij had er een hoop gezien en geen had de trekken van de levenden; ze waren onbegrijpelijk en dom als beesten of stenen. Hij voelde zijn adem stokken. Toen hij aan de overkant kwam, wiste hij het zweet van zijn voorhoofd en Ballarin kuste zijn koperen kruis. ‘Goed,’ zei hij. ‘Ditmaal is het echt afgelopen.’ Binnen een paar minuten barsten de knallen los. Maurizio keek met duizenden anderen om en zag een middenstuk van de brug inzakken, afbreken en in de rivier belanden. De op het geraamte overgebleven mensen maakten heftige bewegingen en binnen de afstand ontwikkelde zich een donkere stofwolk. Na een moment van stilte brulde iedereen van vreugde.”
Giorgio Fontana (Saronno, 22 april 1981)
De Amerikaanse dichteres, essayiste en schrijfster Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.
De witte roos
Dit is de aarde? Dan
hoor ik hier niet.
Wie ben jij in dat verlichte raam,
overschaduwd nu door de flapperende blaadjes
van de lijsterbes?
Kun jij overleven waar ik het niet haal
tot na de eerste zomer?
De hele nacht bewegen en ruisen de tengere
takken van de boom bij het klaarlichte raam.
Leg me mijn leven eens uit, jij die geen teken geeft,
hoewel ik je aanroep in de nacht:
ik ben niet als jij, ik heb slechts
mijn lichaam als stem, ik kan niet
verdwijnen de stilte in –
en in de kille ochtend drijven
echo’s van mijn stem
over het donkere aardoppervlak,
witheid die gestaag in duister oplost
alsof je uiteindelijk toch een teken gaf
om mij ervan te overtuigen dat jij het hier ook niet redde
of om me te tonen dat jij het licht niet bent waar ik naar riep
maar het zwarte erachter.
Vertaald door Erik Menkveld
Louise Glück (22 april 1943 – 13 oktober 2023)
Zie voor nog meer schrijvers van de 22e april ook mijn blog van 22 april 2020 en eveneens mijn blog van 22 april 2019 deel 1 en eveneens deel 2.