Dolce far niente
Claude Monet, Le jardin d'artiste à Argenteuil 1873
Die Sonnenuhr
Selten reicht ein
Schauer feuchter Fäule
aus dem Gartenschatten,
wo einander
Tropfen fallen hören und
ein Wander-
vogel lautet, zu der
Säule,
die in Majoran und Koriander
steht und Sommerstunden
zeigt;
Nur sobald die Dame (der
ein Diener
nachfolgt) in dem hellen
Florentiner
über ihren Rand sich
neigt,
Wird sie schattig und
verschweigt.
Oder wenn ein
sommerlicher Regen
aufkommt aus dem
wogenden Bewegen
hoher Kronen, hat sie
eine Pause;
Denn sie weiß die Zeit
nicht auszudrücken,
Die dann in den Frucht-
und Blumenstücken
Plötzlich glüht im
weißen Gartenhause.
Rainer
Maria Rilke (4 december 1875 29 december 1926)
De Nederlandse dichter en schrijver Rutger
Kopland (eig. Rutger Hendrik van den Hoofdakker) werd geboren in Goor op 4
augustus 1934. Zie ook mijn blog
van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Rutger
Kopland op dit blog.
Boerderij
Wat zag ik toen ik bleef staan
en bleef kijken naar hoe
die boerderij daar stond
wat vertelde mij dat ze daar
langzaam stond weg te gaan
dat ze voorgoed verlaten was
ze stond daar in haar tuin
met een oude vruchtboom
die nog een beetje gebloeid had
er was een grazig weiland
er stroomde een vredige beek
de wereld was nog als toen
ik denk dat ik zag
wat ik voelde
Kaart van een
Grieks eiland
Herman*,
ik had je nog een kaart willen schrijven,
zo'n lullige ansicht, voorzien van een grap
over, nou ja, je weet wel waarover,
maar ik hoorde dat je al dood was
voor ik een grap had gevonden.
Ik leef nog, ons gesprek is niet af,
maar ik leef deze laatste dagen gebogen, over woorden
die ik doorstreep, weer opschrijf -
Waar hadden we het over, waar
waren we gebleven, zonder de dood te verwachten
schrijf je geen poëzie, daar waren we
het hartroerend over eens,
poëzie was geluk, het geluk om een paar woorden
te vinden die even bij elkaar wilden horen
voor de dood ons kwam halen,
een grap, een zorgvuldig verzwegen grap
om de dood, deze doorstrepen en weer opschrijven,
zo was poëzie.
Ik zal je dus nooit meer zien.
Ik leef deze laatste dagen gebogen, voor dat alles,
voor dat verlegen lichaam, dat weemoedige hoofd
waarmee je sprak, voor dat alles
levend wordt begraven,
ik bedoel, ik leef gebogen over die kaart,
je weet wel, zo'n veel te blauwe zee,
zo'n veel te blauwe hemel:
Happy days in Greece.
*Herman de Coninck
Rutger Kopland (4 augustus 1934 11 juli 2012)
De Nederlandse choreograaf, balletdanser en schrijver Rudi van Dantzig
werd geboren in Amsterdam op 4 augustus 1933. Zie ook alle
tags voor Rudi van Dantzig op dit blog.
Uit: Voor een verloren
soldaat
Besta je, leef je nog? Denk ik. De gedachte
dat je gestorven zou zijn komt me opeens absurd voor, onmogelijk. Het bestaat
toch niet dat je voorgoed verdwenen bent zonder dat we elkaar nog éénmaal
hebben aangekeken, voordat we onze vreemde ontmoeting nogmaals onder ogen
hebben gezien, ons er over kunnen verbazen en misschien samen lachen? Toen ik
kleiner was ja, toen dus, in de oorlog was het eenvoudig: ik zag jullie
zitten, de vrouw van de dominee, mijn moeder en jou, op een grote, grijze bank.
Als beelden onbewogen starend in het niets, Ik las de eeuwigheid in jullie
ogen.
(
)
Jan zijn pik ziet er vreemd uit, hard met
een glanzende bovenkant. Ik vraag me af of het pijn doet en slik met een
krampachtig geluid. Je moet duwen en trekken zeggen ze Jan is plotseling
mededeelzaam. Als je dat doet, dan gaat het. Hij begint met heftige
bewegingen aan het gezwollen ding te trekken. Ik heb het gevoel dat ik niet
besta, en draai me om. Wat doet hij, wat is er met hem? Ik voel medelijden; is
hij ziek, heeft hij dat wel vaker? Hij heeft een geheim dat hij me niet wil
vertellen omdat hij me te kinderachtig vindt, omdat ik een zeikerd ben.
Rudi van Dantzig (4 augustus 1933 19 januari 2012)
Scene uit de film Voor
een verloren soldaat uit 1992
De Engelse dichter Percy
Bysshe Shelley werd op 4 augustus 1792 geboren in Field Place, Sussex.
Zie ook alle
tags voor Percy Bysshe Shelley op dit blog.
Ode
to the West Wind
III.
Thou who didst waken
from his summer dreams
The blue
Mediterranean, where he lay,
Lulled by the coil of
his crystalline streams,
Beside a pumice isle
in Baiæ's bay,
And saw in sleep old
palaces and towers
Quivering within the
wave's intenser day,
All overgrown with
azure moss and flowers
So sweet, the sense
faints picturing them! Thou
For whose path the
Atlantic's level powers
Cleave themselves
into chasms, while far below
The sea-blooms and
the oozy woods which wear
The sapless foliage
of the ocean, know
Thy voice, and
suddenly grow gray with fear,
And tremble and
despoil themselves: oh, hear!
IV.
If I were a dead leaf
thou mightest bear;
If I were a swift
cloud to fly with thee;
A wave to pant
beneath thy power, and share
The impulse of thy
strength, only less free
Than thou, O uncontrollable!
if even
I were as in my
boyhood, and could be
The comrade of thy
wanderings over heaven,
As then, when to
outstrip thy skyey speed
Scarce seemed a
vision; I would ne'er have striven
As thus with thee in
prayer in my sore need.
Oh! lift me as a
wave, a leaf, a cloud!
I fall upon the
thorns of life! I bleed!
A heavy weight of
hours has chained and bowed
One too like thee:
tameless, and swift, and proud.
Percy
Bysshe Shelley (4 augustus 1792 8 juli 1822)
Percy
Bysshe Shelley door Amelia Curran
De Poolse schrijver Witold Gombrowicz werd geboren in Małoszyce op 4
augustus 1904. Zie ook mijn
blog van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Witold
Gombrowicz op dit blog.
Uit: Diary (Vertaald doorLillian Vallee)
I beckon. Yet I see,
though not too clearly, that they are saying something and beckoning to me at
the same time. Cars, trams, people, movement, crowds, neons are going on, glare
from all over, a honking, ringing, and they there on the seventh story are
talking. And again they beckon. I nod. I see: she beckons, he beckons. So I do,
too. Then I look (really, I dont know how to articulate this, this is already
a bit brash, however, I am not allowed to conceal anything) and he beckoned
into himself, like into a bottle. I beckon. Then she (but no, no, I cannot make
a cretin of myself; yet if I am to reveal the Cretin, I have to make a cretin
of myself ) then she beckoned out of him until he and she beckoned (but WHAT
did she beckon to) after which both lightly beckoned themselves out there and
alone and poof
(Ha! This I cannot say, it is beyond my powers!)
Witold Gombrowicz (4 augustus 1904 - 24 juli 1969)
Zie voor nog meer
schrijvers van de 4e augustus ook mijn blog van 4 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.
04-08-2013 om 22:10
geschreven door Romenu
Tags:Rainer Maria Rilke, Rutger Kopland, Rudi van Dantzig, Percy Bysshe Shelley, Witold Gombrowicz, Romenu
|