Bij de tweede zondag van de Advent
De heilige Johannes de Doper door Orazio Ferraro, 1625
St. John Baptist
I THINK he had not heard of the far towns; Nor of the deeds of men, nor of kings’ crowns; — Before the thought of God took hold of him, As he was sitting dreaming in the calm — Of one first noon, upon the desert’s rim, Beneath the tall fair shadows of the palm, All overcome with some strange inward balm.
He numbered not the changes of the year, The days, the nights, and he forgot all fear — Of death: each day he thought there should have been A shining ladder set for him to climb — Athwart some opening in the heavens, e’ndash To God’s eternity, and see, sublime — His face whose shadow passing fills all time.
But he walked through the ancient wilderness. O, there the prints of feet were numberless — And holy all about him! And quite plain He saw each spot an angel silvershod — Had lit upon; where Jacob too had lain The place seemed fresh, — and, bright and lately trod, A long track showed where Enoch walked with God.
And often, while the sacred darkness trailed Along the mountains smitten and unveiled — By rending lightnings, — over all the noise Of thunders and the earth that quaked and bowed — From its foundations — he could hear the voice Of great Elias prophesying loud To Him whose face was covered by a cloud.
Arthur O’Shaughnessy (14 maart 1844 – 30 januari 1881) Londen, de geboorteplaats van Arthur O’Shaughnessy in de Adventstijd
De Amerikaanse dichter en schrijver Delmore Schwartz werd geboren op 8 december 1913 in New York. Zie ook alle tags voor Delmore Schwarz op dit blog.
Baudelaire
Als ik in slaap val, en zelfs tijdens mijn slaap, hoor ik heel duidelijk stemmen spreken Hele zinnen, alledaags en triviaal, Die niets met mijn zaken te maken hebben.
Lieve moeder, is er nog tijd voor ons Om gelukkig te zijn? Mijn schulden zijn immens. Mijn bankrekening is onderworpen aan het oordeel van de rechtbank. Ik weet niets. Ik kan niets weten. Ik heb het vermogen verloren om moeite te doen. Maar nu, net als voorheen, neemt mijn liefde voor jou toe. Je bent altijd gewapend om me te stenigen, altijd: Het is waar. Het dateert uit mijn kindertijd.
Voor het eerst in mijn lange leven ben ik bijna gelukkig. Het boek, bijna af, Lijkt bijna goed. Het zal blijven bestaan, een monument Voor mijn obsessies, mijn haat, mijn afkeer.
Schulden en onrust blijven bestaan en verzwakken mij. Satan glijdt voor me uit en zegt lieflijk: “Rust een dag! Je kunt vandaag rusten en spelen. Vanavond ga je werken.” Als de nacht komt, Belooft mijn geest, doodsbang door de achterstanden, Verveeld door verdriet, verlamd door onmacht: “Morgen: morgen zal ik rusten.” Morgen speelt dezelfde komedie zich af Met dezelfde vastberadenheid, dezelfde zwakte.
Ik ben dit leven van gemeubileerde kamers zat. Ik ben het zat om verkoudheden en hoofdpijn te hebben: Je kent mijn vreemde leven. Elke dag brengt Zijn quotum van woede. Je weet weinig over Het leven van een dichter, lieve moeder: ik moet gedichten schrijven, De meest vermoeiende van alle bezigheden.
Ik ben verdrietig vanmorgen. Verwijt me niets. Ik schrijf vanuit een café bij het postkantoor, Te midden van het geklik van biljartballen, het gekletter van borden, Het bonzen van mijn hart. Mij is gevraagd om “Een geschiedenis van karikaturen” te schrijven. Mij is gevraagd om “Een geschiedenis van beeldhouwkunst” te schrijven. Zal ik een geschiedenis schrijven Van de karikaturen van de sculpturen van jou in mijn hart?
kost het je ontelbare kwellingen, Ook al kun je niet geloven dat het nodig is, En twijfel je eraan of de som klopt, Stuur me alsjeblieft genoeg geld voor ten minste drie weken.
Vertaald door Frans Roumen
Delmore Schwartz (8 december 1913 – 11 juli 1966) Portret door Jan Robert Dünnweller, z.j.
Zie voor nog meer schrijvers van de 8e december ook mijn blog van 8 december 2023 en ook mijn blog van 8 december 2020 en eveneens mijn blog van 8 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.
08-12-2024 om 17:06
geschreven door Romenu
Tags:Advent, Arthur O'Shaughnessy, Delmore Schwartz, Frans Roumen, Kerkelijk Jaar, Romenu
|