De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.
Het uiterlijk van de Rolling Stones (Fragment)
Een lyrisch-episch leerdicht
II De zwarte markies met suikerziekte
…….
En van al de menigvuldige kandidaten, die,
Wanneer het comité heeft plaatsgenomen in
De vertrouwde schaduw van de Europese lindebomen,
Hoewel de moderator nog rabiaat hooizolders & bovenkamers
Overhoop haalt, op zoek naar een bruikbare mandoline,
Z. komen presenteren, van de vergrijsde kardinaal
In battledress, de aamborstige sportman,
De amateursjamaan met kalkoensnek en
Gepocheerde wangen, de gewetensvolle drinker, tot
De idiosyncratische fakir toe, wiens okseldamp
En cariëtische adem even gretig
Opgesnoven worden als die van fresia’s
Door de liefhebbers van de entr’acte-muziek
Uit Rosamunde, en die aan dit benijdenswaardig kenmerk
Een wetscherp inzicht parenteert
In de fluctuering van de conjunctuur, worden er
Maar twee, die, weliswaar strijdig met de eisen
Van het savoir-vivre, maar perfect conform die
Der efficiency, voorlopig onbenoemd blijven,
Volledig serieus genomen: aanschouw
Het twijfelspel, als op een kopje verse thee,
Op het mythogene, van Schönheitsfehler
Echter allerminst verstoken snuitwerk van onze president.
Het vindt een parallel in het eigenaardig gedrag
Van onze beide helden; kijk ze unduleren!
Ze vloeien in elkander over, splitsen weer,
Als dux en comes, en na het schisma
Heeft nummer één het gezicht, de handen of zo
Van de ander over-, aangenomen. Het valt niet mee,
Zo, om de gestalte van een van twee
Goed op z. in te laten werken, want vóor
De impuls, het in een krantepapieren bootje
Neergepoot tinnen soldaatje met een boodschap
Om zijn been het riool in is kunnen verdwijnen,
Sterft het kind, dat speelt en op de nominatie
Staat voor de bijbehorende gevoelsfunctie,
Laat het kind, dat als een paddestoelwolk
Opstijgt uit zijn lijkje, een vlieger op
In de militaire kleuren. Wat schiet er anders over
Dan de krant maar open te vouwen en de benen
Op elkaar te ruste te leggen?
De Noorse schrijver en dichter Jon Fosse werd geboren in Haugesund op 29 september 1959. Zie ook alle tags voor Jon Fosse op dit blog.
Uit: Slapeloos (Vertaald door Marianne Molenaar)
“Ik ben zo moe, zegt Alida en ze blijven staan en Asle kijkt naar Alida en hij weet niet hoe hij haar moet troosten, want ze hadden elkaar al zo vaak getroost door over het kind te praten dat zou komen, of het een meisje zou zijn of een jongen, daar praatten ze over, en Alida dacht dat meisjes gemakkelijker waren, en hij dacht het tegendeel, dat het gemakkelijker was met een jongen, maar of het nu een jongen werd of een meisje, ze zouden hoe dan ook blij zijn met het kind waar ze nu gauw de ouders van werden, en dankbaar, dat zeiden ze en ze troostten zich met de gedachte aan het kind dat nu gauw geboren zou worden. Asle en Alida liepen door de straten van Bjørgvin. En tot nu toe hadden ze er niet zo zwaar aan getild dat niemand hun onderdak wilde geven, het kwam vast wel in orde, er zou vast gauw iemand zijn die een kamertje te huur had waar ze een tijdje konden wonen, het moest wel in orde komen, met zo veel huizen in Bjørgvin, kleine huizen en grote huizen, niet zoals in Dylgja, waar alleen een paar boerderijen waren en wat kleine vissershuisjes, zij, Alida, was de dochter van moeder Herdis op Brotet, zoals ze daar zeiden, en kwam van een boerderijtje in Dylgja, daar was ze opgegroeid bij moeder Herdis samen met haar zus Oline, nadat vader Aslak verdween en nooit meer was teruggekomen, toen Alida drie was en haar zus Oline vijf, en Alida had niet eens herinneringen aan haar vader, alleen aan zijn stem, want in gedachten kon ze zijn stem nog horen, het diepe gevoel dat in zijn stem lag, de hoge heldere en de zware klanken, maar dat was dan ook alles wat ze van vader Aslak nog had, want ze herinnerde zich er niets van hoe hij eruitzag, en verder herinnerde ze zich ook niets, alleen zijn stem als hij zong, dat was alles wat ze van vader Aslak nog had. En hij, Asle, was opgegroeid in een boothuis in Dylgja waarvan ze de zolder bewoonden, daar groeide hij op bij moeder Silja en vader Sigvald, tot vader Sigvald op zee bleef op een dag toen plotseling de herfststorm opstak, hij was aan het vissen ten westen van de eilanden en daar voor de eilanden zonk de boot, voor Storesteinen. En toen waren moeder Silja en Asle alleen in het boothuis. Maar niet lang nadat vader Sigvald was overleden werd moeder Silja ziek, ze werd steeds magerder, ze werd zo mager dat het leek of je door haar gezicht heen tot op het bot keek, haar grote blauwe ogen leken steeds groter te worden en vulden ten slotte bijna haar hele gezicht, vond Asle, en haar lange bruine haar werd dunner dan ooit, en piekerig, en toen, toen ze op een ochtend niet opstond, vond Asle haar dood in bed. Moeder Silja lag met haar grote blauwe ogen open en keek naast zich, naar waar vader Sigvald had moeten liggen. Het lange dunne bruine haar bedekte bijna haar hele gezicht. Daar lag moeder Silja en was dood.”
De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.
Bij de verjaardag van mijn dood
Elk jaar heb ik zonder het te weten de dag doorgebracht
Waarop de laatste vuren naar mij zullen zwaaien
En de stilte zal vertrekken
Onvermoeibare reiziger
Als de straal van een lichtloze ster
Dan zal ik niet langer
Mezelf in het leven vinden als in een vreemd gewaad
Verrast door de aarde
En de liefde van een vrouw
En de schaamteloosheid van mannen
Zoals vandaag nu ik schrijf na drie dagen regen
Het winterkoninkje hoor zingen en het vallen ophoudt
En buig zonder te weten waarvoor
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn blog van 29 september 2020 en eveneens mijn blog van 29 september 2018 deel 1 en ook deel 2.