Dolce far niente
Cattle Watering door Thomas Moran, 1888
Zomer
Ik zat waar zon op 't warme water scheen En gele bloemen bloeiden aan de kant; Het grazend vee ging door de weiden heen, De zomerlucht hing walmend over 't land.
De wilgen waren zilverbleek en stil Voor 't stralend blauw, van wolk en nevel vrij; Een glazenmaker vloog, met lichtgetril Op 't parelmoerig vleugelgaas, voorbij.
De schuwe vissen, in 't koeldonker diep, Verschoten snel, of stonden lang op wacht, Waar d'aarde zich, in beeld, nog schoner schiep, Dromend de zomerdroom van eigen pracht.
En over 't hooiland, waar een wagen stond Met vers-groen gras te geuren in de zon, En verder waar het drachtig korenblond Met brede golving boog ten horizon,
Tot waar een scheem'rend bos zich flauw verhief, De wereld wegsmolt in der hemelen gloed, Dreef mijn gedacht, hoe schoon de dag was, lief Uw schone ziel verlangend tegemoet.
Frans Bastiaanse (14 mei 1868 - 12 juni 1947) Utrecht, Oude Gracht, rond 1900. Frans Bastiaanse werd geboren in Utrecht.
De Nederlandse dichter Hans Lodeizen werd geboren op 20 juli 1924 in Naarden. Zie ook mijn blog van 20 juli 2010 en eveneens alle tags voor Hans Lodeizen op dit blog.
Het innerlijk behang
ik zal de redenen zeggen voor mijn liefde, voor mijn wanhoop ik zal in de kamer van mijn lichaam wonen en zeggen waarom ik van het landschap houd ik zal mijn hand leggen op de zonnestraal en met mijn vingers de regenboog ontrafelen ik zal de wind in mijn armen nemen en in de schelp luisteren van de nacht ik zal met jouw lichaam het mijne beschrijven en in jouw ogen de wereld als in een prisma ontcijferd zien, een geheime hoek waarachter trappen eindeloos naar zwarte kelders gaan ik zal zeggen dat mijn lichaam een toren is, dat mijn handen 's nachts wandelen en dat mijn hoofd is berekend zodat ik van de wereld alleen mijn vrienden zie: jij en een ander.
Luister
luister:
toen ik nog met hem leefde en wij de wereld samen maakten, wevend en rafelend toen ik zijn oog bij mij had en zijn witte handen toen heb ik de sneeuw gezegend en in de regen gelachen.
toen ik de middagen in zijn kamer doorbracht en in zijn lichaam rondliep of neerzat, een boek las of sliep, toen ik de weg van zijn oor kende en de rivier van zijn ogen binnenvoer toen ik met zijn handen speelde en over zijn lippen liep toen ben ik mijzelf vaak tegengekomen lachend en huilend en dingen zeggend.
maar, bij het komen van de herfst is hij weggegaan nu ben ik zelf niet meer want ik ben meegegaan ik heb zijn handen een hand gegeven ik ben in zijn ogen gevangen ik ben in zijn oren verward ik ben in zijn lichaam verdwaald in zijn lichaam verdronken.
Hans Lodeizen (20 juli 1924 - 26 juli 1950)
De Nederlandse schrijver, journalist, commentator, essayist en columnist Henk Hofland werd geboren in Rotterdam op 20 juli 1927. Zie ook alle tags voor Henk Hofland op dit blog.
Uit: Tegels lichten
“Toch zijn het niet meer dan wat films en foto's van de slagvelden, en misschien op een gure najaarsdag de Noordfranse heuvels die sinds de eerste strijder in de modder rolde, niet veranderd lijken. De films geven behalve de populaire achtergrond van prikkeldraad, loopgraven en granaattrechters ook de bewegende stupiditeit van generaals, die als komisch bedoeld speelgoed de troepen inspecteren en hier en daar medailles opspelden: of de klokken van St. Paul's kathedraal, voor het eerst in de oorlog luidend omdat het tankkorps bij Cambrai de zegepraal heeft bevochten (waarna het dezelfde week nog in de pan gehakt wordt). Alles wat op de journaals te zien is, veroorzaakt als eerste reactie verbluftheid, een neiging om de dichtstbijzijnde medemens aan te stoten, te mompelen en te wijzen. ‘Der Weltkrieg in seiner rauhen Wirklichkeit’; het bewijsmateriaal bestuderend wordt de lezer gemakkelijk door nevenproblemen afgeleid. We zien een foto van een soldaat met blote voeten, kennelijk door een granaat wakker gemaakt. Hij ligt achterover en is dood, ter hoogte van zijn buik is het rommelig door kapotte kleren, bloed en een reep verband waarvan hij het eind nog stevig vasthoudt. ‘Der gefallene Portugiese hatte ein Bauchschuss und wollte sich selbst noch verbinden bevor er vom tode ereilt wurde.’ Een andere foto vertoont een paar gefragmentariseerde Italianen (‘Ueberraschend kam der wichtige Angriff’) met een nog vrijwel onbeschadigde gitaar waarop misschien het Sole Mio juist verstorven is. Melodrama's, gruwelijk en aangrijpend, maar ook gebeurtenissen die naar een dwaalspoor wijzen, tear jerkers, in dezelfde categorie als verkeersongelukken waarvan de slachtoffers een verbogen driewielertje of een opengevallen lunchtrommel boterhammen met ontbijtkoek op het asfalt achterlaten; symbolen van te automatische verwachtingen, bedrogen illusies en verkeerd gerichte hoop. Dat allemaal is de Eerste Wereldoorlog niet. De documenten waar het op het ogenblik wel om gaat (wie zal overigens uitmaken waar het om gaat? Niemand), die documenten bevatten geen melodrama meer, geen zieligheidsfactor. Ze brengen de volmaakte anonimiteit. Wat ze oproepen zijn de miljoenen min of meer rechtopgaande larven met witte ovalen in plaats van gezichten, gedierte dat aan enorme kanonnen zeult, brigades van bruine mieren, die zelfs rustend nog een zwoegende indruk maken, slangachtige formaties die zich zonder verklaarbaar motief van A naar B blijven bewegen, hoewel daardoor telkens een stuk van hun koploos lijf wordt afgehakt.”
Henk Hofland (20 juli 1927 – 21 juni 2016)
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juli ook mijn blog van 20 juli 2015 en ook mijn blog van 20 juli 2013 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.
20-07-2016 om 11:21
geschreven door Romenu
Tags:Dolce far niente, Frans Bastiaanse, Hans Lodeizen, Henk Hofland, Romenu
|