De Surinaamse dichter en schrijver Orlando Emanuels werd geboren in Paramaribo op 19 september 1927. Zie ook mijn blog van 19 september 2010 en eveneens alle tags voor Orlando Emanuels op dit blog.
Uit: Een handvol regen
“De rechter sprak weer: ‘Meneer Palamedes, Meneer de Vermoorde Onschuld, hebt u nog iets te zeggen?’
Ja, hij had nog iets te zeggen, hij had nog zoveel te zeggen. Hij wilde zeggen dat het verhaal van de advertentie en de gestolen fiets helemaal geen verhaal was, maar dat alles precies zo was gegaan als hij het had verteld. Hij wilde zoveel andere dingen vertellen, maar zijn lippen leken van perkament. Toen hij probeerde die te bevochtigen, vond hij daar geen speeksel toe. Met een plotselinge helderheid besefte hij dat, als hij nog een schijn van kans wilde maken, hij zijn levensgeschiedenis moest vertellen. Zijn verhaal, dat hij nog nooit aan iemand had toevertrouwd, zou hij moeten vertellen aan al die schijnheilige honden hier, die er toch geen moer van zouden geloven.
Hij was zes. In een éénkamer krotwoning op een erf aan de Saramaccastraat. Zijn moeder nam mannen. Als ze thuis kwam met een klant, moest hij doen alsof hij sliep, maar door zijn oogharen glurend zag hij alles. Er kwamen koelies, stadsnegers, dyuka’s en een enkele keer een verlegen chinees. Ze was gewoon een van die goedkope van het laagste tarief door de week en een tientje extra in het weekend als de weekloners hadden ontvangen. Toen ze al maar dikker werd en elke dag begon te vloeken op die ellendeling die haar werk kwam bederven, had hij begrepen dat ze een kind verwachtte. Tegelijk besefte hij dat ze ook zo op hem gevloekt moest hebben toen hij nog in haar buik was. Zo klein als hij was hoefde niemand hem in te lichten waarom hij nooit naar een vader zou kunnen vragen. Elk van die kerels die bij zijn moeder had geslapen, had zijn vader kunnen zijn, maar voor zichzelf had hij al lang uitgemaakt dat hij geen van deze hoerenlopers als vader wilde hebben. Dan liever helemaal geen vader.
Hij wilde vertellen over honger. Over zichzelf. Hoe hij op de markt een tas van een vrouw had weggerukt. In de tas had hij alleen maar manja’s en een droge vis aangetroffen, maar die dag had hij in ieder geval gegeten.
Over het Opvoedingsgesticht, waar hij Ewald en Chas had ontmoet, jongens die met hun twaalf jaar reeds beroeps waren.
Over school. Ze zeiden allemaal dat hij een intelligente jongen was en zijn rapporten logen er niet om, maar op het Sinterklaasfeest had hij een waterpistooltje gekregen, terwijl de stomste luilak van de klas, het zoontje van dokter Hermans een elektrische trein van meer dan honderd gulden van de Sint in ontvangst mocht gaan nemen. Hij kende die trein, in zijn vrije tijd had hij de afgelopen weken er almaar bewonderend naar staan kijken in de uitstalkast van een van de grote warenhuizen in de stad.”
Orlando Emanuels (19 september 1927 – 13 maart 2018)
De Duitse dichter en schrijver Crauss werd geboren in Siegen op 19 september 1971. Zie ook alle tags voor Crauss op dit blog.
na smyrna (grijs)
beste konstantin,
ik vond mij in een
van je dichtbundels terug. het deed pijn.
een pijn die ik mezelf, ons beiden,
jaren geleden heb aangedaan, omdat ik minder bang was
om mijn rug te verrekken in smyrna,
om mijn vingers te breken bij mijn werk,
die eerder gedichten had geschreven
aan een dichter – wie van ons vermoedde
dat je alles wat je meemaakte in je hart bewaren
en de moed hebben kon
om gedichten te schrijven zoals ik ze wenste
en toch nooit zelf vermocht. omdat ik
minder bang was
om mijn ogen, grijs,
opaalgrijs, zeg je, asgrijs te laten worden
in smyrna, door het hoogovenvuur van de lust,
om me te laten verblinden door de verleidingen
van een stad die geen stad is,
maar een gat waarin je verdwijnt.
ik ben er nog steeds, ik besta nog steeds,
ik wil dat je het weet. maar je moet me
niet zoeken, noch wil ik ooit weer
anders aan je verschijnen dan in gedichten.
mijn reputatie is allang vernietigd, niets echter
vervaagd van de weken, het stralende
begin van een zomer jaren geleden, waarin we
verliefd waren. doe niet open als ik klop,
maar breng je avond door
in de herinnering. laat me niet binnen, kom niet
naar smyrna, vraag ik je. en huil niet. schrijf over
de witte zee, die me van alexandrië weghoudt,
maar de leegte in je gedicht vult ……………….
Vertaald door Frans Roumen
Crauss (Siegen, 19 september 1971)
Zie voor nog meer schrijvers van de 19e september ook mijn blog van 19 september 2024 en ook mijn blog van 19 september 2021 en ook mijn blog van 19 september 2020 en eveneens mijn blog van 19 september 2018 en ook mijn twee blogs van 19 september 2011.