De Nederlandse dichter en schrijver Pieter Boskma werd geboren in Leeuwarden op 9 mei 1956. Zie ook alle tags voor Pieter Boskma op dit blog.
De mist vriest aan
De mist vriest aan: het bos is wit. Vier harige uitheemse ossen, huiverend, hun kop gebogen, staren naar de harde mossen. Ik schrik ervan hoezeer zij lijken op een mens die al zijn dromen plots is kwijtgeraakt en weet er niks voor in de plaats te krijgen. Goed, nieuwe winter aan de kust, de gloed van waanzin in mijn ogen dempt je kou die door mijn leden trekt, dus ik maak me niet meer druk om wat oprukt tussen de bomen, de tanden blinkend in de gesperde bek.
Onder de lichtboom (Fragment)
Zoals golven, zonder duidelijk begin, misschien als rimpeling veroorzaakt door een vis, zich naargelang de wind, onstuimig of gedwee, verheffen uit de zee – hun uitwaaierend schuim al zien ontbloeien tot bewolking –, en een moment in evenwicht van gravitatie en cohesie wachten op het breekpunt waarvoor zij zich gesteld zien door de wereld der verschijnselen,
zo raakt ook de mens – geboren uit het weids gebaar van een korrel zand – op de toppen van zijn bloei, zijn wil, zijn werk, zijn visie, er plots van doordrongen dat hij ten hemel dacht te reiken in een almaar magistraler expanderend vergezicht, maar in feite slechts zijn idolen achterna stuift op de rimpelloze stranden terwijl nieuwe kelen fluisteren van het tegenlicht dat al in de ogen van de volgelingen openbreekt, verwonderd hoe virtuoos en hoe viriel dat gaat,
en staat men op een dag – het regent zonder twijfel, onzekerheid beweegt de lucht – onder een boom in juni, telt als voor het eerst de vingers van zijn hand, leest in de nerven van een blad de vele namen van de liefdes die men dacht verdrongen, en huivert, voelt opnieuw de oude kou van afscheid nemen, het nieuwe schrijnen in de wond die ons doet wankelen, en die boom in juni, sacraler dan een kathedraal, breder dan een boulevard, staat daar maar – al meer dan honderd jaar.
Pieter Boskma (Leeuwarden, 9 mei 1956)
De Vlaamse dichter en schrijver Jotie T'Hooft werd geboren in Oudenaarde op 9 mei 1956. Zie ook alle tags voor Jotie T’Hooft op dit blog.
De dichter is een gedicht
De dichter is een gedicht, 24 uur per dag. De dichter is een alchemist die van het lood des dagelijksen leven het goud weet te maken. Zijn gedichten spreken voor zichzelf.
Liefde en ellende
Brood van weken oud heb ik geweekt in water en opgegeten, terwijl de kou aan mijn tenen knaagde. Met naalden heb ik in mijn bloed gewoeld en gezocht. En niets gevonden. Ik heb op straatstenen geslapen met honger die door niets nog gestild kon worden leek het wel.
In nachten, nat en donker, was ik alleen en mijn stem hoorde niemand. Ziektes hebben mij bezocht in de jaren, ik wou vluchten in de dood.
Maar niets was erger dan nu, ik wou dat je bij me kwam en in mijn ogen keek.
Jotie T'Hooft (9 mei 1956 – 6 oktober 1977)
De Amerikaanse dichter Charles Simic werd geboren in Belgrado op 9 mei 1938. Zie ook alle tags voor Charles Simic op dit blog.
Heights Of Folly
O crows circling over my head and cawing! I admit to being, at times, Suddenly, and without the slightest warning, Exceedingly happy.
On a morning otherwise sunless, Strolling arm in arm Past some gallows-shaped trees With my dear Helen, Who is also a strange bird,
With a feeling of being summoned Urgently, but by a most gracious invitation To breakfast on slices of watermelon In the company of naked gods and goddesses On a patch of last night's snow.
Hotel Insomnia
liked my little hole, Its window facing a brick wall. Next door there was a piano. A few evenings a month a crippled old man came to play "My Blue Heaven."
Mostly, though, it was quiet. Each room with its spider in heavy overcoat Catching his fly with a web Of cigarette smoke and revery. So dark, I could not see my face in the shaving mirror.
At 5 A.M. the sound of bare feet upstairs. The "Gypsy" fortuneteller, Whose storefront is on the corner, Going to pee after a night of love. Once, too, the sound of a child sobbing. So near it was, I thought For a moment, I was sobbing myself.
Charles Simic (Belgrado, 9 mei 1938)
De Duitse schrijver Jan Drees werd geboren op 9 mei 1979 in Haan. Zie ook alle tags voor Jan Drees op dit blog.
Uit:Letzte Tage, jetzt
„Ich glaube nicht mehr an uns. Es geht mir (jetzt, bloß) darum, ein Leben zu bekommen, irgendeines. Ich will vergessen und wünsche mir gleichzeitig doch, daß alles ein bißchen wie früher wird, daß alles wie früher werden kann … Wie damals, als es anfing, mit Nebil, der mich jeden Tag nach den Uni-Seminaren in den Arm nahm und leidenschaftlich auf den Mund küßte. Im April, Mai, Juni. In diesen Monaten verbrachten wir späte Abende an einem Baggersee, badeten nackt in dem sich leicht abkühlenden Wasser und blieben am schmalen Stadtstrand liegen, bis es nicht mehr kühler werden konnte. "Es sind immer noch dreiundzwanzig Grad!" rief ich begeistert zu Nebil hinauf, der im nächtlichen Schatten lag und mich beschützte. Meine Erinnerung daran: Picknicke und späte Mücken, die sich auf unsere rostbraune Haut setzten, kleine Feuerpunkte hinterließen. Wir tranken Discount-Prosecco zu Erdbeeren, in die man greifen konnte, um klebrig zu werden. Nebil tauchte mit mir unter mondlichtbeschienenen Flusenalgen. Manchmal fanden wir ein wind-, sicht- und brennesselgeschütztes Dunkelwaldfleckchen, von wo gemeinsam kitschige Plejadennebel zu betrachteten waren. Glühwürmchen gab es, auf dem Heimweg, zwischen Ginster. Beim Türken kauften wir Melonenviertel oder in verschiedenen schattig-kühlen Buchgeschäften Südfruchtprosa, die wie Kandis schmeckte und beim Lesen schmolz, als wäre sie Himbeereis: Es begann, mir zu gefallen. Es fing an, daß ich genauso schreiben wollte, als dufte das Papier wie eine Kinopopcorn- Tüte.“
Jan Drees (Haan, 9 mei 1979)
De Oostenrijkse dichter, schrijver en diplomaat Leopold Andrian werd op 9 mei 1875 in Berlijn geboren. Zie ook alle tags voor Leopold Andrian op dit blog.
Mit Handschuhen für Leopold Andrian Eines Dichters Handschuhe reden und sagen:
Wir sind das Kleid für eine kleine Hand: Aus dieser fällt dereinst auf Andrian Mehr Gloria und goldnes Lorbeerlaub, Als je die starken Hände heimgebracht Der Vorgeborenen, die nun im Grab Mit nackten weißen Knochen kreuzweis ruhn, Und hätten sie gleich David auch geschleppt Des Ruhmes abgeschlagnes Riesenhaupt, Um ihre Finger wickelnd sein Gelock!
Der Dichter antwortet:
Wie schlaffe Segel achte ich den Ruhm, Wie Küsse, drin so wenig Liebe wohnt Als süßer Traubensaft im Kern der Nuß, Wie Schlaf und anderes, das kommt und geht: Die alle sagen nichts: viel aber sagt Der Abend, wenn die schwarzen Bäume beben, Und viel das wechselnde Gesicht der Nacht, Die kleinen gelben Häuser in der Stadt Und jedes Wesen, das sein Leben lebt ...
Die Handschuhe erwidern:
Groß wie die Nacht, wenn du es recht bedenkst, Ein solches Ding ist auch der Ruhm und rauscht Mit hohen Segeln wie ein großes Schiff.
Dit gedicht schreef Hugo von Hofmannsthal voor Andrian
Leopold Andrian (9 mei 1875 – 19 november 1951) Unter den Linden, Berlijn door Karl Friedrich Fechhelm, 1770
De Britse schrijver en acteur Alan Bennett werd geboren op 9 mei 1934 in Armley in Leeds, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Alan Bennett op dit blog.
Uit: The Uncommon Reader
“It was the City of Westminster travelling library, a large removal-like van parked next to the bins outside one of the kitchen doors. This wasn’t a part of the palace she saw much of, and she had certainly never seen the library parked there before, nor presumably had the dogs, hence the din, so having failed in her attempt to calm them down she went up the little steps of the van in order to apologise. The driver was sitting with his back to her, sticking a label on a book, the only seeming borrower a thin ginger-haired boy in white overalls crouched in the aisle reading. Neither of them took any notice of the new arrival, so she coughed and said, ‘I’m sorry about this awful racket,’ whereupon the driver got up so suddenly he banged his head on the Reference section and the boy in the aisle scrambled to his feet and upset Photography & Fashion. She put her head out of the door. ‘Shut up this minute, you silly creatures,’ which, as had been the move’s intention, gave the driver/ librarian time to compose himself and the boy to pick up the books. ‘One has never seen you here before, Mr …’ ‘Hutchings, Your Majesty. Every Wednesday, maam.’ ‘Really? I never knew that. Have you come far?’ ‘Only from Westminster, maam.’
Alan Bennett (Armley, 9 mei 1934)
De Roemeense dichter, schrijver en filosoof Lucian Blaga werd geboren op 9 mei 1895 in Lancrăm, bij Alba Iulia. Zie ook alle tags voor Lucian Blaga op dit blog.
Paradies im Zerfall
Der geflügelte Pförtner hält noch umspannt den Griff eines Schwerts ohne Flammen. Er kämpft gegen niemand, doch er fühlt sich übermannt. Überall auf den Weideplätzen und jedem Ackerstück gibt's ergraute Seraphim im Land, die nach Wahrheit dürsten, doch es weisen die Wasser der Brunnen ihnen die Eimer zurück. Ackernd ohne Lust und Stolz mit Pflügen aus Holz beklagen die Erzengel sich, daß die Last ihrer Schwingen sie drückt. Zwischen benachbarten Sonnen dahin schwebt die Taube des Heiligen Geistes, sie löscht mit dem Schnabel die letzten Lichter darin. Nachts gehn die nackten Engel frostdurchschauert zur Ruh: O weh mir,o weh dir,was solln wir beginnen? Besudelt ist das lebendige Wasser von vielen Spinnen, dereinst vermodern auch die Engel im Grabe drinnen, und der Erdenstaub trocknet all die Legenden aus dem traurigen Leib.
Vertaald door Ruth Herrfurth
Lucian Blaga (9 mei 1895 – 6 mei 1961)
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e mei ook mijn blog van 9 mei 2012 deel 1 en ook deel 2.
09-05-2014 om 18:34
geschreven door Romenu
Tags:Pieter Boskma, Jotie T'Hooft, Charles Simic, Jan Drees, Leopold Andrian, Alan Bennett, Lucian Blaga, Romenu
|