De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook mijn blog van 13 juli 2006 en ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.
Uit: Dagboek 1920 (Vertaald door Peter Zeeman)
Beljov, 12.7.20
s Ochtens ik heb een begin gemaakt met een dagboek van de krijgshandelingen, ben bezig de operationele berichten te analyseren. Dit dagboek wordt wel iets interessants.
Na het middageten rijd ik op het paard van ordonnans Sokolov (lijdt aan terugkerende tyfus, ligt naast mij op de grond in een leren jack, mager en rasecht, met een zweep in zijn vermagerde hand, hij hield het lazaret voor gezien, ze gaven hem niets te eten en het was er saai, lag daar ziek in die verschrikkelijke nacht waarin Rovno werd prijsgegegevn, helemaal volgegoten met water, lang, hij waggelt, praat vol belangstelling met het echtpaar waarbij we zijn ingekwartierd, maar ook op een gebiedende toon, alsof iedere boer zijn vijand is). Sjpakov, een Tsjechische kolonie. Een rijke streek, er is veel haver en tarwe, ik rijd door dorpen: Peresonnitza, Milostrovo, Ploski, Sjpakov. Er wordt vlas verbouwd, grondstof voor lijnolie, en er is veel boekweit.
Rijke dorpen, een hete middag, stoffige wegen, een doorzichtige hemel zonder wolken, het paard is lui, de zweep erover en het zet het op een lopen. Mijn eerste rit te paard. In Milosnovo neem ik een bespannen wagen uit Sjpakov om met een dienstorder van de divisiestaf op zak een mitrailleurwagen en paarden op te halen.
Weekhartigheid. Verrukt aanschouw ik het onrussische, zuivere, energieke leven van de Tsjechen. Een geschikte dorpsoudste, in alle richtingen galopperen ruiters, telkens nieuwe eisen, veertig wagens hooi, 10 varkens, agenten van het Speciale Provianderingscomité graan, een kwitantie voor de dorpsoudtste haver ontvangen bedankt: De commandant van de verkenningsdienst van het 34ste regiment.
Degelijke boerenwoningen glanzen in de zon, dakpannen, ijzer, steen, appels, een stenen schoolgebouw, vrouwen van het halfsteedse type, heldere schorten. We lopen naar molenaar Juripov, de rijkste en de intelligentste, een rijzige knappe karakteristieke Tsjech met een Westeuropese snor. Een prachtige binnenplaats, een duiventil, dat ontroert me.
Isaak Babel (13 juli 1894 27 januari 1940)
Portret door Václav Zeman
De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole "Wole" Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.
Dedication
for Moremi, 1963
Earth will not share the rafter's envy; dung floors
Break, not the gecko's slight skin, but its fall
Taste this soil for death and plumb her deep for life
As this yam, wholly earthed, yet a living tuber
To the warmth of waters, earthed as springs
As roots of baobab, as the hearth.
The air will not deny you. Like a top
Spin you on the navel of the storm, for the hoe
That roots the forests plows a path for squirrels.
Be ageless as dark peat, but only that rain's
Fingers, not the feet of men, may wash you over.
Long wear the sun's shadow; run naked to the night.
Peppers green and redchildyour tongue arch
To scorpion tail, spit straight return to danger's threats
Yet coo with the brown pigeon, tendril dew between your lips.
Shield you like the flesh of palms, skyward held
Cuspids in thorn nesting, insealed as the heart of kernel
A woman's flesh is oilchild, palm oil on your tongue
Is suppleness to life, and wine of this gourd
From self-same timeless run of runnels as refill
Your podlings, child, weaned from yours we embrace
Earth's honeyed milk, wine of the only rib.
Now roll your tongue in honey till your cheeks are
Swarming honeycombsyour world needs sweetening, child.
Camwood round the heart, chalk for flight
Of blemishsee? it dawns!antimony beneath
Armpits like a goddess, and leave this taste
Long on your lips, of salt, that you may seek
None from tears. This, rain-water, is the gift
Of godsdrink of its purity, bear fruits in season.
Fruits then to your lips: haste to repay
The debt of birth. Yield man-tides like the sea
And ebbing, leave a meaning of the fossilled sands.
Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)
De Canadeese schrijver Scott Symons werd geboren op 13 juli 1933 in Toronto. Symons was afkomstig uit een rijke familie en volgde les aan verschillende privéscholen, aan de universiteit van Toronto, de Cambridge University en de Sorbonne. In de late jaren 1960 en de vroeger jaren 1970 was hij een rijzende ster van de Canadese letterkunde. Hij schreef twee romans met homo-erotische thema's en vertrok vervolgens naar Marokko. Symons was openlijk homoseksueel in een tijd dat homoseksualiteit nog strafbaar was in Canada. Zijn eerste roman Place d'Armes verscheen in 1967. Pas twee jaar later verdween in Canada homosexualiteit uit het wetboek van strafrecht. Nik Sheehan maakte over Symons in 1988 een documentaire film, God's Fool. Scott Symons overleed op 23 februari van dit jaar.
Uit: Place d'Armes
As I write I note something very dangerous to my Novel . . . that by allowing my protagonist, Andrew, to write directly of his adventure, into his Diary (which then becomes me! weird, that), by presenting the rationale of it, his Diary becomes my Novel, becomes my Adventure, becomes me now - and my Novel, being merely his Diary is reduced, and what I am living Incomes merely my Novel. Whereas what I am doing is the totality. And to try to reduce it to Novel: Diary or other, I acquiesce in the fact that I myself do have some existence beyond this Adventure into my life, into life. And I thus reduce the Adventure to an accessory - which God knows (well!), it ain't! . . . It must then cease to be my Diary - or my Diary of the protagonist of my Novel . . . and become the Diary of the Adventure. Because I must submit totally to the Adventure. . . . if I wrote Andrew's Diary, the Adventure would recede out of me, and I would recede, would diminish. I would lose that appalling magnificent immanence of the world. . . In other words Andrew's novel is dangerous to my Novel - to me. . .I don't understand!
(
)
He rolled over again . . . wondering how to extrude this presence in him. How to protect himself from it. He knew that once his lines had been breached this way he was endlessly vulnerable. And he felt vulnerable as he lay there. Utterly. Crunch of bones was railway shunt was truck loading bottles in nearby alley was the Greyway vertebrate in him was his back cracking under the strain. Fart of carhorn, roar of motors . . . a jungle rumbling him. It was all amplified in him - and it all amplified. So that every sound was present in him the way the Place was . . . an invasion on all fronts. It all detonated inside him. . . . and threatened to detonate him.
Scott Symons (13 juli 1933 - 23 februari 2009)
De Duitse schrijfster Claire Beyer werd geboren op 13 juli 1947 in Blaichach in de Oberallgäu. In 2000 publiceerde zij haar eerste roman Rauken, die door de kritiek zeer gunstig ontvangen werd. In 2004 volgde de verhalenbundel Rosenhain - Sechs Geschichten von fünf Sinnen. In 2006 verscheen de roman Remis. Beyer schrijft ook gedichten, theaterstukken en libretti.
Uit: Rauken
Die Kleine Oma hatten sie sorgfältig in den Sarg gebettet. Am Kopfende waren Kerzen entzündet worden, und ringsum, wo sonst Tische und Stühle standen, lagen jetzt Blumen und Gebinde. Mitten im Raum der Sarg, die störenden Möbel im Flur aufgebaut, und jeder, der kam, Abschied zu nehmen, musste sich hindurchzwängen. Es kamen nicht viele. Nachbarn, die Hausbewohner und natürlich der Pfarrer. Er war bereits am Abend zuvor da gewesen, hatte die Letzte Ölung vorgenommen, eine Handlung, die das Kind Vroni mit stummem Entsetzen verfolgte. Ihm schien, dass mit dieser Zeremonie der Lebende in den Tod gestoßen wurde. Wer schon getraute sich, nach einer Letzten Ölung weiterzuleben. Barfüßig mussten die so Gesalbten den kümmerlichen Rest ihres Lebens verbringen, und nicht wenige erschraken während der Salbung so sehr, dass ihnen vor Angst das Blut stockte und sie ihr Herz anhielten. Ein Danach war unchristlich und gegen den Strom des Lebens, schließlich bot dieses Sakrament die Stärkung, sich im Tode der Gnade Gottes überantworten zu können. Der stand schon da, mit helfender Hand, und die durfte nicht ungestraft zurückgewiesen werden.
Die Kleine Oma tat es auch nicht, glitt hinüber mit einem Seufzer, der die Umstehenden schaudern ließ, und erst die tatkräftige Gemeindeschwester löste die Erstarrung. Sie wickelte einen perlmuttfarbenen Rosenkranz um die Hände der Verstorbenen, fesselte sie so zusammen, dass die Tote zu beten schien.
Claire Beyer (Blaichach, 13 juli 1947)
De Engelse dichter John Clare werd geboren op 13 juli 1793 in Helpston, Northamptonshire. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.
All nature has a feeling
All nature has a feeling: woods, fields, brooks
Are life eternal: and in silence they
Speak happiness beyond the reach of books;
There's nothing mortal in them; their decay
Is the green life of change; to pass away
And come again in blooms revivified.
Its birth was heaven, eternal it its stay,
And with the sun and moon shall still abide
Beneath their day and night and heaven wide.
An Invite, to Eternity
Wilt thou go with me, sweet maid,
Say, maiden, wilt thou go with me
Through the valley-depths of shade,
Of night and dark obscurity;
Where the path has lost its way,
Where the sun forgets the day,
Where there's nor life nor light to see,
Sweet maiden, wilt thou go with me!
Where stones will turn to flooding streams,
Where plains will rise like ocean waves,
Where life will fade like visioned dreams
And mountains darken into caves,
Say, maiden, wilt thou go with me
Through this sad non-identity,
Where parents live and are forgot,
And sisters live and know us not!
Say, maiden; wilt thou go with me
In this strange death of life to be,
To live in death and be the same,
Without this life or home or name,
At once to be and not to be -
That was and is not -yet to see
Things pass like shadows, and the sky
Above, below, around us lie?
John Clare (13 juli 1793 19 mei 1864)
Portret door William Hilton
13-07-2009 om 21:36
geschreven door Romenu
|